|
|
WAT IS DAT EIGENLIJK: DOOR RECHT VERLOST?
| |
|
In dit artikel wordt ds. Du Marchie van Voorthuysen (zie foto) aangehaald. Als er nog zo separerend zou gepredikt worden, zoals hij heeft gepredikt, dan zou het er wel totaal anders hebben voorgestaan met kerkelijk Nederland dat ten onder gaat aan de gemoderniseerde en gereformatoriseerde pelagianerij...................
|
|
Geachte meneer Burggraaf,
Ik heb lange tijd uw artikelen gelezen en ook enkele van uw boeken. Steeds legt u er de nadruk op dat Sion door recht verlost wordt, een uitspraak die ik ook in de Bijbel lees en die ik ook wijlen ds. Du Marchie van Voorthuysen vaak heb horen noemen. Mijn vraag is echter of al Gods kinderen bewuste geloofskennis hebben aan het recht Gods. Is een toevallend recht genoeg? Of volgt het verzoenend recht in Christus alleen op het verdoemend recht der Wet? Ik ken wel een toevallend recht in mijn leven, maar geen verdoemend recht en ook geen verzoenend recht. Wilt u eens op mijn vragen ingaan?
vr. gr. Mevr. v. G.
Geachte mevrouw Van G., Hartelijk dank voor uw vragen, waarvan ik hoop dat het echte zielevragen zijn en geen vragen om uw nieuwsgierigheid te bevredigen, want dat laatste leidt tot niets en kan zelfs schadelijk zijn (Gen. 40:16). U schrijft dat u kennis hebt aan een toevallend recht, maar een toevallend recht is opzich niet zaligmakend. Alle bevinding buiten Christus en de vergeving der zonden in de toepassing is niet zaligmakend. Gods recht toevallen, bijvallen en erin toestemmen dat de Heere recht is in al Zijn weg en werk, al zou Hij ons verdoemen, doch de vrijspraak en de verzoening in Christus daarbij achterwege blijft, dan staan we nog voor eigen rekening. Zelfs al gaat het toevallend recht gepaard met enige evangelische ontsluiting, is dat nog niet zaligmakend. Het zijn de gemene werkingen des Geestes waarvan de dwaze maagden ook bevindelijke kennis hadden. Let er wel op: Gemene werkingen des Geestes zijn onderscheiden van algemene werkingen des Geestes, want gemene werkingen des Geestes gaan veel dieper dan de algemene werkingen des Geestes. De algemene werkingen des Geestes raken alleen het verstand en het geweten. Mensen met algemene werkingen des Geestes, hebben dikwijls enige ontdekking van zonde die dikwijls gepaard gaat met wettische consientieknepen, maar ze raken het hart niet. De gemene werkingen des Geestes raken het hart wel, maar het hart wordt hoogstens veranderd, maar niet vernieuwd. Ook zijn de gemene werkingen des Geestes van voorbijgaande aard en ontbloot van de geloofsbevinding van Galaten 2:19. Mensen met gemene werkingen des Geestes kunnen dikwijls veel vertellen, van hun bekering, van hun geloof, van hun vertrouwen in God, van allerlei beloften en teksten en zelfs van een vermeende 'rechtvaardigmaking'. Ze hebben enige dierbaarheid in Christus gezien, de hemelse gaven gesmaakt, leven dikwijls heel stipt naar de Wet, maar ook bij deze mensen wordt alles nog gemist, omdat zij geen kennis hebben aan een vrijsprekend God in Christus en derhalve niet aan de Wet gestorven zijn. Mensen met de gemene werkingen des Geestes hebben altijd nog een wortel in de Wet, leven niet in de vrijheid die er in Christus is, maar maken hun grond van hun bekering, hun geloof, hun bevinding, zij kunnen van voorkomende waarheden vertellen en hebben Jezus aangenomen, echter zonder dat Hij hen ooit geschonken is, noch aan hen is geopenbaard in de vergeving hunner zonden. Gemene werkingen kunen heel ver gaan en er is Geesteslicht voor nodig om de gemene werkingen te kunnen onderscheiden van de zaligmakende werkingen des Geestes. Mensen met alleen gemene werkingen des Geestes missen in ieder geval de liefde van Christus, al doen ze zich nog zo lief en aardig voor. Gemene werkingen des Geestes kunnen een voorweg zijn, of een toeleiding tot Christus en ook Gods volk heeft kennis aan de gemene werkingen des Geestes, maar Gods volk heeft ook kennis aan de zaligmakende werkingen des Geestes. De zaligmakende werkingen des Geestes volgen op het verdoemend recht der Wet, raken niet alleen het hart, maar zijn hartvernieuwend, wederbarend, levendmakend, rechtvaardigmakend en verenigen de zondaar met Christus door het geloof, al in het prilste begin van de wedergeboorte. Het zwakste ware geloof is met Christus verenigd. Hele kerkverbanden leggen zielen met (al)gemene werkingen des Geestes de handen op, die echter nu bij hopen in de hel liggen te branden, tot en met Ger. Gem. in Ned. toe. Helaas, het is de naakte waarheid. In uw en mijn leven, mevrouw, gaat het dus over de levensvraag of wij daadwerkelijk het eigendom van Christus zijn en als we Christus' eigendom mogen zijn, weten we van het verdoemende recht der Wet en ook van het verzoenend recht in Christus. De Wet toestemmen dat zij goed is, doen de huichelaars ook. God gelijk geven dat we naar recht verloren moeten gaan, stemmen vele belijders mee in. Als de Wet echter inkomt door Gods Geest en het eeuwige doemvonnis gaat presenteren en toepassen, dan worden we daadwerkelijk een verloren zondaar voor God, die nooit meer zalig kan worden, zodat alle hoop de ziel gans ontvalt. Zulk een ziel stemt niet alleen toe dat hij naar recht verloren moet gaan, maar doormaakt een geestelijke hellevaart, alvorens in Christus op te staan in een nieuw leven. Hiervan geeft Hanna in Samuel 2:6 een kostelijk getuigenis, geheel naar de bevinding der heiligen. In deze weg rechtvaardigt God de goddelozen. Duizenden belijders in onze dagen menen buiten het recht om zalig te kunnen worden, maar zullen bedrogen uitkomen. Inderdaad is ds. Du Marchie van Voorthuysen een van de weinige (afgescheiden) predikanten geweest die werkelijk alles buiten Christus afsneed en de rechtvaardiging van de goddeloze heeft gepredikt op zo'n separerende wijze die de huidige Afscheiding, plus het gros hersteld verbanders tot in de grond VERAFSCHUWT. Ds. Du Marchie van Voorthuysen was wat dat betreft een getrouwe wachter op Sions muren, hoewel hij zich ook weleens bediende van onbijbelse gezelschapstaal, maar dat kan ik van ds. Du Marchie v. Voorthuysen verdragen. Ds. Du Marchie van Voorthuysen was een Christusprediker bij uitstek en omdat hij zo geweldig kon separeren, werd/wordt hij in zijn eigen kerkelijke kring (en ver daarbuiten) door velen gehaat. Dat is geen vreemde zaak, want een discipel is niet meerder dan zijn Meester. We leven wat dat betreft in vreselijke tijden, want de dwaalleraars worden nu op handen gedragen en voor het levende Kind is geen plaats in de kerkelijke herberg. Dat is altijd wel zo geweest, maar als de bijbelse separatie -zoals ds. Du Marchie van Voorthuysen die preekte- weg is, (en het is weg!) is dat HET kerkelijke oordeel. Vergeleken bij dat oordeel valt de valse PKN nog in het niet, want de PKN is slechts een gevolg van dat oordeel. Goed, we pakken de draad weer op. Wedergeboren is dus sterven met Christus en met Hem opstaan in een nieuw leven. Vele predikers in onze dagen leren het geloof als een soort zaligmaker en leggen alles in het geloof, maar dat doen de pelagianen ook en die voorstelling is dus vals en zielsbedriegelijk. Het is niet mijn geloof dat mij rechtvaardig maakt voor God, maar het is God in Christus Zelf. God rechtvaardigt de goddeloze in en door Christus en zo'n ziel wordt in het dodelijke tijdsgewricht in de dadelijkheid met Christus verenigt door het geloof. Dus wat moeten wij verstaan onder de uitdrukking: 'door recht verlost'? Eenvoudig gezegd: dat Christus in ons wordt geopenbaard als onze Rechtvaardigmaking en Heiligmaking voor God (1 Kor. 1:30), in het hellegraf van ons bestaan voor God. Christus openbaart Zich alleen levendmakend en rechtvaardigmakend aan lijken, aan doden, die aan de Wet gestorven zijn (Gal. 2:19). "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven", Joh. 5:25. Mevrouw, ik hoop dat u een voorspoedige dood sterft en voor en door God verloren mag gaan, om dan in Christus voor eeuwig behouden te worden, want het Leven ligt achter de dood. Sterven aan de Wet is niet alleen sterven aan de werken der Wet, zoals vele verleiders in onze dagen beweren en leren, want Paulus zegt namelijk niet dat hij aan iets gestorven is, maar dat hij zelf gestorven is. "Ik ben door de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode leven zou", Gal. 2:19. Paulus was dus geestelijk gestorven en een lijk voor de Wet geworden en dezulken en dezulken alleen, worden Gode levendgemaakt en voor God gerechtvaardigd, want het Einde der Wet is Christus tot rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft. Behouden worden zonder ooit verloren te zijn gegaan is dus niet mogelijk. Het Evangelie is er ALLEEN voor verloren zondaren en Christus zoekt geen halve, maar volkomen verloren zondaren, want er is alleen maar een volkomen zaligheid en een volkomen Zaligmaker voor een volkomen verloren zondaar. Zelfs een kind in de genade kan dat verstaan, want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst", Jes. 9:5. Gods volk wordt niet alleen door het wonder zalig, maar ook wonderlijk zalig, want Zijn Naam is Wonderlijk. Zijn Naam is ook Raad. Er is dus Raad voor radelozen, Sterkte voor krachtelozen (Rom. 5:6), er is een hemelse Vader voor geestelijke wezen (Hos. 14:4 - Joh. 14:18), en er is Vrede voor vijanden, want als de Vrede van vrede spreekt, dan is het er, namelijk de vrede met God en dan moet ik de wapens uit handen geven. Niet mijn geloof maakt mij vrij, maar Christus ALLEEN. Houdt dit vast: "Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn", Joh. 8:36. Aan de vrijmaking des Zoons heeft de zwakste waar gelovige bevindelijke geloofskennis, hoe bestreden hij/zij ook moge zijn. Van degenen die in en door Christus gerechtvaardigd en vrijgemaakt zijn, zal geen klauw achterblijven, want zowel van de groten als van de kleinen in Christus zal er niet één in het hemelse Jeruzalem gemist worden. Want de meerdere Simson heeft door Zijn dood de dood gedood en de Zijnen van de eeuwige dood bevrijd. En indien wij met Christus gestorven zijn, zo zullen we ook met Hem leven, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid. Halleluja!
GPPB.
|
|
|
|
|
|