|
|
HADDEN WE NOG MAAR VAN DIE LERAARS.....
| |
|
|
Meneer Burggraaf, In uw artikelen haalt u o.a. ds. Joh. van der Poel op een positieve wijze aan, maar ds. Van der Poel en ook zijn zielevriend ds. W.C. Lamain weken af van de leer der Reformatie, de rechtvaardiging van de goddeloze. Zij leerden namelijk 'leven' voor de rechtvaardigmaking bij de zogenaamde 'bekommerde Kerk'. Hoe kijkt u tegen deze kwestie aan?
vr. gr. J.L.
Geachte heer J.L., Het is zoals u zegt, maar genoemde predikanten acht ik toch als mijn broeders in Christus, want ondanks hun afwijking t.a.v. de wedergeboorte, leerden zij wel de noodzakelijkheid van de vergeving der zonden in Christus. En, wat ook zeer belangrijk is, zij spraken eruit, namelijk uit het leven in Christus. De allegorische verklaring van het boek Ruth van Van der Poel, is helaas niet bijbels en dat is zeer jammer, hoewel ik vele stichtelijke preken van hem heb gehoord en gelezen. Als de Geest in de raderen was tijdens zijn predikaties, dan sprak Van der Poel geen woord buiten Christus en ook niemand zalig buiten Christus. Dat geldt ook zeker voor ds. Fraanje en ds. Lamain. Helaas weken genoemde predikanten af van de leer der Reformatie, maar heel opmerkelijk is wel dat bijv. ds. Van der Poel de in mijn ogen de enige zuivere na-nadere reformator, dr. H.F. Kohlbrugge, aanprees en er bij zijn gehoor op aandrong om zijn werken te kopen en te lezen. Dat zie ik de huidige Afscheiding nog niet doen. Bovendien, of wellicht om die reden, hield ds. Van der Poel er geen wettische en neonomiaanse heiligmakingsleer opna, a la Da Costa. Wat dat betreft is ds. Van der Poel met recht een leerling van ds. W. Huntington te noemen. Dominees van het slag van Van der Poel worden in de hele Afscheiding niet meer gevonden anders ging ik er zeker onder zitten. Jammer dat de biograaf van Van der Poel, dhr. J.M. Vermeulen, soms aan mensverheerlijking doet in zijn boeken over dit soort dominees. Hij geeft bovendien zijn boeken de wonderlijkste titels, zoals "Het wonderlijkste wonder", maar dat stinkt mij teveel naar mensverheerlijking en domineesvlees. Ds. Van der Poel was ook maar een mens van gelijke beweging als wij. Hij had vele gebreken en hij preekte graag 'op de zak'. We mogen de zaken niet mooier voorstellen dan ze zijn. Wat dat betreft houd ik veel meer van de biografie van John Warburton, die ook zijn geestelijke en ambtelijke wangestalten niet onvermeld laat. Bovendien leert Gods Woord dat het niet gaat om de gaven van een predikant, want dat kan heel bedriegelijk zijn, maar dat het gaat om de vrucht door Gods Geest gewerkt in de toepassing des harten. God wil dat Zijn kinderen alleen roemen in vrije genade en niet in een of andere knecht of kind van God, hoewel we wel met achting over hen mogen spreken en hun werken -voorzover dezen op Gods Woord gegrond zijn- mogen aanprijzen. Er is helaas veel napraterij en papegaaierij op geestelijk en theologisch gebied. Velen ploegen met andermans kalf, maken zich schuldig aan oudvaderbuiksprekerij en wat dies meer zij. Zodra we bepaalde oudvaders en/of predikanten als normatief stellen naast of zelfs ten koste van het Goddelijke Woord, zijn we bezig met vervloekte afgoderij. En dikwijls worden dan ook nog de geijkte dwalingen als heilsleer verheven, zoals de Ger. Gem. met de embryofilosofie van Comrie doet. Ook de verafgoding in de afgescheiden kringen van de persoon van ds. G.H. Kersten is om misselijk van te worden. Bovendien heeft Kersten dubbelzinnig gedwaald t.a.v. de fundamentele heilsleer en zichzelf tegengesproken, hetgeen we met bewijzen kunnen staven. Zelfs al wordt Gods Woord zuiver en vruchtbaar gepreekt, dan verdient alleen God de eer daarvan. Paulus zegt: "Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven. Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft. En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid", 1 Kor. 3:6-8.
Wie roemt, roeme in de Heere!
vr. gr. GPPB.
|
|
|
|
|
|