DWALING IN PREDIKING
HOE TE REAGEREN OP DWALING IN PREDIKING?        
Plaats in winkelmandjeMandje
Meneer Burggraaf, ik ben lid van de Ger. Gem. en ik zit onder een prediking waarin geleerd wordt dat de wedergeboorte niet begint met het geloof in Christus. Wel wordt er een heel scala aan kenmerken gepreekt waar je de wedergeboorte aan kan herkennen, volgens onze dominee. Het zijn echter allemaal kenmerken waarbij de vergeving der zonden en het geloof in Christus ontbreken. Zelf mag ik de Heere kennen, maar de Heere begon in mijn verloren bestaan met de vergeving der zonden en het geloof in Christus. Mij wordt (o.a. tijdens huisbezoek) verweten dat ik te hoog grijp en te zeker ben. Ze geloven niet eens dat de Heere nu nog een afgesneden zaak doet op de aarde en in Christus rechtvaardigt. "Als de dominee het niet kent, dan u zeker niet", zo zeiden zij mij.
Kan dat, meneer Burggraaf, is het geloof in Christus en de vergeving der zonden te hoog gegrepen als je wederomgeboren mag zijn? Is de zekerheid des geloofs een verdachte bezigheid? Hoe moet ik hier mee omgaan?

vr. gr.
Mej. Van R.


Geachte mej. Van R.,
Alle dominees die leren dat de wedergeboorte niet begint met het geloof in Christus en de vergeving der zonden, dwalen zeer gevaarlijk. Evenzeer dwalen zij die leren dat aan de wedergeboorte niets vooraf gaat. Gods Woord leert dat de afsnijding van de oude mens (het sterven aan de Wet) aan de rechtvaardigmaking des geloofs in Christus vooraf gaat. De Ger. Gem. leren een onbewuste inplanting in Christus, dus zonder geloofsbewuste rechtvaardigmaking, volgens de aristoteliaanse en comriaanse habitus-actus filosofie. Het is een valse zielsbedrieglijke leer. Het is dus niet nieuw wat u schrijft, mevrouw, want genoemde dwaling(en) is al ouder dan het bestaan van de Ger. Gem. Deze dwaalleer is in de Ger. Gem. evenwel tot heilsleer verheven en u kunt er dan ook genoeg van lezen op deze website. Ik ga er niet meer over uitweiden, want als men perse (na ettelijke waarschuwingen en Schriftuurlijke weerleggingen) verloren wil gaan met een ingebeelde zegen, dan mogen we dezulken dat niet eens misgunnen. "Misgun hen dan geen ingebeelde zegen."
Ook kan de ellendekennis, zoals die in de Ger. Gem. geleerd wordt, de toets van Gods Woord niet doorstaan. Velen leren een oppervlakkige ellendekennis, waarbij je honderd jaar kunt worden, zonder ooit de geestelijke dood te hoeven sterven, volgens Gal. 2:19. De toetssteen van de wedergeboorte vinden we dan ook verwoord in Galaten 2:19-20, maar ik weet zeker dat niet 1 Ger. Gem. predikant dit zo leert.
De zekerheid des geloofs is vervloekte taboe in de Roomse kerk, maar het is ook taboe in de Ger. Gem. en feitelijk in elk kerkverband, op een enkele uitzondering na. Als het geloof in Christus en de vergeving der zonden te hoog gegrepen zouden zijn, dan is Gods Woord een verzonnen boek en de bevinding der heiligen een stripverhaal. Godslasterlijke gedachte! Ambtsdragers die het geloof in Christus en de vergeving der zonden in het kader van de wedergeboorte verdacht houden als zijnde 'te hoog gegrepen', zijn onbegenadigde schurken!
Is dat niet te grof gezegd? Nee, want zo zou Calvijn het ook gezegd hebben, in navolging van Christus en de apostelen! (zie o.a. 2 Pet. 2:1 - 2 Pet. 3:16-17).

Hoe moet je hier mee omgaan?
Als God een gewaarschuwd doch hardnekkig volk of kerk een kracht der dwaling zendt, zodat men de leugen gelooft en voor waarheid houdt, is dat een oordeel door God opgelegd. En het is tastbaar in onze dagen dat er een kracht der dwaling heerst. Kerkelijk gezien is er dan ook weinig heil meer te verwachten. De Heere zal echter wat nieuws maken en nog wat groots doen op aarde: Hij zal nog velen van Zijn volk als kreupelen en verminkten vergaderen uit de heggen en stegen der wereld en als de volheid der heidenen zal zijn ingegaan, alzo zal geheel Israel zalig worden.
Ik zou zeggen, mevrouw, blijf maar getuigen van hetgeen de Heere u geleerd heeft en dan zal de Heere u wel onderwijzen hoe het allemaal verder moet. We mogen elkaar wel de Schriftgegevens voorhouden. In dit geval verwijs ik u naar Titus 3:10, waar Paulus schrijft: "Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning." Normaal zou dat het werk van ambtsdragers moeten zijn om de ketters te bestrijden, maar als de leraars Israels zelf van deze dingen niets weten, en er ook niet van willen weten, dan moet u die kerk verlaten en het stof van uw voeten schudden, hun tot een getuigenis, volgens Mattheüs 10:14 en Markus 6:11.
Ik ga u niet zeggen wat u doen moet, mevrouw, maar dit leert het Woord. Waar dan heen? Dat leert ons Paulus in Hebreeën 13:13: "Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende."

Gode van harte bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl