GEOPENBAARDE MIDDELAAR V
ALTIJD IN DE DOOD OVERGEVENEN OM JEZUS' WIL         
Plaats in winkelmandjeMandje
Van een inzender:
Even een opmerking n.a.v. de uitdrukking "een geopenbaarde Middelaar", zoals ds. B. die bezigde in het blad Terdege. De uitdrukking "een geopenbaarde Middelaar" klinkt me wat oppervlakkig in de oren, alsof er meerdere Middelaars Gods zijn dan Eén, namelijk Christus. Als Christus Zich in de ziel openbaart, dan heeft het geloof meer dan Genoeg tot zaligheid te omhelzen, dunkt me. Of zie ik het verkeerd? Nog een vraag: hoe komt men aan dit soort vage uitdrukkingen ofwel heilsonzekere omschrijvingen?

Beste inzender,
Wat uw opmerking aangaat, hebt u volkomen gelijk, want Christus is niet een, maar DE Christus der Schriften. Om in te gaan op uw vraag, het volgende. De uitdrukking "een geopenbaarde Middelaar" is afkomstig uit het gezelschapsleven, zoals ik ook al in de vorige afleveringen heb aangegeven, en deze uitdrukking plaatst men in het kader van de bevinding. Het is een geijkte uitdrukking waarmee men een bepaalde 'stand' wil aangeven in het 'genadeleven'.
Bevindelijke kennis aan een 'geopenbaarde Middelaar' is echter nog geen 'hebben', volgens zeggen. Vandaar dat ds. B. laat blijken dat je met een geopenbaarde Middelaar nog de dood in moet om in het bezit van Hem te komen. 'Een geopenbaarde Middelaar' is namelijk nog geen 'toegepaste Middelaar', volgens zeggen. Naast deze uitdrukking bestaan er nog tal van andere twijfelachtige uitdrukkingen, namelijk "zien is nog geen hebben", en "bedekte schuld is nog geen vergeven schuld", enz.
Ik weet precies wat men met al die uitdrukkingen bedoelt en aanvankelijk is het wel goed bedoeld, maar inhoudelijk zijn al die "open schuld" uitdrukkingen in flagrante strijd met de heilsleer van Gods Woord. Ook zijn genoemde uitdrukkingen zodanig verzelfstandigd dat men gekomen is tot de zogenaamde 'chronologische standenleer' à la Moerkerken, waarin de bijbelse Christologie totaal ontbreekt, of op zijn minst ondergeschikt is. Bijbelse bevinding moet staan in het kader van de onfeilbare Christologie der Schriften. De bevinding mag nooit een eigen leven gaan lijden en dus niet verzelfstandigd worden ten opzichte van de objectieve waarheid van Gods Woord. De zuivere geloofsbevinding drukt zich uit in bijbeltaal en is niet 'ja en/of nee', maar 'ja en amen' in Christus! In het licht van de bijbelse heilstoe-eigening is de 'standenleer' à la Moerkerken een vrij onnozele uiteenzetting van de heilstoe-eigening die elke bijbelse grond mist en om die reden ook zielsmisleidend is. Dat geldt ook voor allerlei allegorische exegese van de Schrift die in de Afscheiding hoogtij viert.
Ten aanzien van al die allegorische exegeten zegt Calvijn dat zij de Schrift tot een walmende pit maken. Volgens allerlei allegorische en exemplarische inlegkunde vangt de wedergeboorte aan met 'een beginsel van nieuw leven', waarin Christus de grote Onbekende is. De Schrift leert nergens 'een beginsel van nieuw leven', maar een nieuw schepsel in Christus! Al die 'open schuld' uitdrukkingen zijn puur rooms en gekweekt in het college van dr. Habitus, waarvan dr. Comrie grondlegger is. Aan deze kwestie wil ik niet veel tijd meer besteden, want het is een onnozel verhaal dat als 't volgt kan worden samengevat.

Op het college van dr. Habitus
Volgens de leer der Afscheiding begint het geestelijke leven in de donkere kamer van dr. Habitus waarbij Christus de grote onbekende is. De inlijving schijnt dan al wel plaatsgevonden te hebben, maar de wedergeboorte moet je kuyperiaans veronderstellen, omdat volgens de barometer van de Boezemsingel 'de schuld nog open staat'. De rector van het seminarie haast zich te zeggen dat het in die toestand niet zo blijven mag, maar in de moerkerker van dr. Habitus behoort 'geloven' vooralsnog niet tot de mogelijkheden. In die kerker is de ziel gedoemd voor een onbepaalde tijd in het duister te tasten. Geen blij vooruitzicht dus. Om 'te kunnen' geloven moet je een aanvraag indienen bij dr. Actus, maar de wachtlijst van dr. Actus is dermate uitgerekt, dat je je voor een tijd tevreden moet stellen met een beloofde bril waardoor je niet kunt kijken.
Na verloop van tijd plaatst de overigens 'hebbelijke' dr. Habitus je voor een soort geblindeerde spiegel, waarin je voor het eerst enige zonde ziet, waarover 'de bezwaren en geschillen commissie' dan het hoofd moet buigen om het 'ach en wee' geroep der ziel te verifiëren en er het keurmerk van echtheid op te plakken, zodat er bij de aanvraag 'om te mogen geloven' aan dr. Actus een aanbevelingsbrief gevoegd kan worden om het slepende proces te bespoedigen.
In de tussentijd mogen de patiënten van dr. Habitus bij hoge uitzondering weleens even vanachter de gordijnen naar buiten kijken, echter alleen als de zon al is ondergegaan, zodat je daar niet echt van opknapt. Het instrumentarium van dr. Habitus stelt niet zo heel veel voor, want behalve die geblindeerde spiegel heeft hij slechts 1 rolstoel ter beschikking, waarvan bij hoge uitzondering gebruik gemaakt mag worden als het zedelijke gedrag van een der patiënten zodanig uitblinkt, zoals de rijke jongeling dat ten toon spreidt. En als dan eindelijk 'de tiende ure' is aangebroken mag steeds één der nauwgezetste patiënten onder begeleiding van de pastoor even naar buiten, om in het zonnetje te worden rondgereden. Echter, na één rondje laat de dienstdoende pastoor een soort alledaags refrein horen dat je nog geen gelukkige bezitter bent van het heil, omdat er nog steeds geen borgsom betaald is die nodig is om je uit de kerker van dr. Habitus te kunnen ontslaan. Met het zien van de zon word je alleen maar een soort lokaas voorgehouden, een zogenaamde openbaring van het heil, maar daarmee moet je -volgens de raad der ouden- weer de dood in omdat 'zien nog geen hebben is'. Het wachten is dus op het vonnis, want die geblindeerde spiegel mag niet ineens de werkelijkheid onthullen, omdat 'de bezwaren en geschillen commissie' er beducht voor is dat de patiënt dan te schielijk op borgtocht vrijgelaten moet worden, vanwege de onhoudbare nood der ziel. En men wil nu eenmaal geen deining in het bekommerde kamp der embryo gecommuniceerden.
Eén keer in de zoveel jaar honoreert dr. Actus een aantal aanvragen, waarbij alleen 'oudgedienden' gekwalificeerd worden voor het revalidatiecentrum om daar nog een jaar of wat met krukken te leren lopen, om in die tijd geoefend en geactiveerd te worden de berg Sion te kunnen beklimmen, hetwelk na het ontslag uit het revalidatiecentrum van dr. Actus op de agenda staat. Op de weg naar de berg Sion worden ook weer allerlei standen beleefd en allerlei ups en downs doen zich voor, terwijl men met het monotone pelgrimslied: "geloof jij het van mij, dan geloof ik het van jouw", elkaar op de been houdt. Men is geleerd dat de weg naar de berg Sion al tot de smalle weg behoort, maar vanwege de vele gaten en de valkuilen in die weg, kan men nooit zeker zijn van een goede afloop. Vandaar dat men het traject van de toeleidende weg met krukken en rolstoelen probeert af te leggen, om door een goed zedelijk gedrag en een bepaalde scheefkijkende houding te promoveren op de wet van Mozes om zo toegelaten te worden tot de beklimming van de berg Sion. Aan de ernstige raadgeving van een zekere dominee Kohlbrugge: "Werp uw heiligheidskrukken verre van u, want gij komt er de berg Sion niet mee op", stoort men zich in het geheel niet, want hen is verteld dat die Kohlbrugge een bittere vijand is van de Afscheiding en daarom nooit geloofd mag worden en in plaats daarvan doodgezwegen dient te worden.
Aangezien de toeleidende weg langs de berg Sinaï leidt, nemen er velen de verkeerde afslag en houden de berg Sinaï voor de berg Sion. Aan de voet van de zedelijke berg aangekomen treurt men hevig om de reeds gevallen veteranen die tijdens hun beklimming van de berg Sinaï bij hopen door de bliksem getroffen zijn en een vroegtijdige dood zijn gestorven, maar toch het voordeel van de twijfel krijgen, omdat algemeen aangenomen wordt dat zij toch op 'de toeleidende weg' waren en noodzakelijkerwijs met een schrik in de hemel gevallen zijn. Bij hoge uitzondering kan het gebeuren dat sommige pelgrims de vrijstad bereiken, maar als men dan spreekt van een geopenbaarde Middelaar, dan schijnt dat Paulus zich ook vergist heeft, omdat de openbaring van de Middelaar de zaak zelf nog niet is. Volgens deze theorie moet Paulus een valse leraar zijn geweest, omdat hij nadat Christus in hem geopenbaard was, terstond de heidenen het Evangelie heeft gepredikt, terwijl volgens genoemde theorie Paulus nog met een open schuld over de wereld ging. Dat Paulus het sterven aan de Wet (Gal. 2:19) noodzakelijk stelt om het Einde der Wet, Christus, te leren kennen tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft, wordt op de Boezemsingel voor het gemak overgeslagen, omdat men daarmee totaal geen raad weet en er ook geen kennis aan heeft. Laat staan dat men raad weet met het feit dat Gods ware volk kennis heeft aan hetgeen Paulus schrijft in 2 Korinthe 4:11: "Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden."

Bovenstaande bevinding gaat dus wel een aantal mijlen dieper dan hetgeen ds. B. voorwendt, namelijk "dat men met een geopenbaarde Middelaar nog de dood in moet", hetgeen meer op veronderstelling gebaseerd is dan op de werkelijkheid van de Schriftuurlijke bevinding. Ik ben het met u eens dat met dit soort gewichtige 'open schuld' uitspraken men niets weet van het feit om als een uitbraaksel der hel gerechtvaardigd te worden om vervolgens naar de diepte af te steken, om dan als een gevangene van Christus altijd in de dood te worden overgegeven op het kolenvuur van heiligmaking.
Zo zijn er vele bekommerde en verzekerde belijders die Christus wel volgen om der broden wil, maar Hem verlaten als het op de ware bevinding aankomt, namelijk om de wetsdood met Christus te sterven en op te staan in en met Hem als een totaal nieuw schepsel, volkomen rechtvaardig en volmaakt heilig in Hem, evenwel totaal vleselijk, verkocht onder de zonde, altijd de doding des Heeren Jezus in zich omdragende. Och, het is altijd wel een klein kuddeke geweest dat mag delen in het welbehagen des Vaders, maar zoals u ziet, wel in een totaal andere zin dan men op de Boezemsingel krijgt ingepompt.


vr. gr. GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl