GESTORVEN VOOR MIJ?
GESTORVEN VOOR MIJ, ZAL MIJN ZWANENLIED ZIJN.        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte meneer Burggraaf,
De ingezonden brief "DE BELOFTEN, VOOR WIE?" heeft mij bijzonder geraakt. Ik heb lange tijd (jaren...) verstrikt gezeten in een wettische gestalte om een bepaalde diepte van zondekennis te bereiken, om zo voor de zaligheid in aanmerking te komen. Na het lezen van genoemde brief, is die vreselijke wettische gestalte zo goed als geheel van mij afgenomen. Lange tijd heb ik geen traan kunnen laten, maar na het lezen van die brief, brak mijn hart en ik heb voor het eerst mijn hart voor de Heere onder een zee van tranen mogen uitstorten. Het lijkt wel of ik nu een geopende toegang tot de genadetroon heb mogen ontvangen. Voorheen leek de hemel wel van koper en mijn hart van steen. Mijn hart gaat uit tot God Die leeft (en aan mijn ziel het leven geeft). Dat laatste heb ik tussen haakjes gezet, omdat ik dat mezelf niet durf toe te eigenen. Zou Christus wel voor mij gestorven zijn? Zou Hij mij in genade willen aanzien? Ik kreeg enige vrijmoedigheid om u hierover te schrijven. Ik ben wel blij dat mijn hart gebroken is, maar ik mis de vrijspraak, waarover u zoveel over rept in uw artikelen en ik voel duidelijk dat mijn schuld nog open staat. Misschien wilt u wat advies geven?

vriendelijke groet,
Linda M.


Beste Linda,
Dank de Heere in alles en blijf maar bedelen aan Gods genadetroon. Ik heb nog nooit gehoord dat God een smekeling aan de troon der genade heeft laten staan. Zoek het a.u.b. niet in je tranen, niet in je gebroken hart, want dat kunnen ophouders zijn. Zoek den Heere en leef. Het is groot dat de Heere een verlangen in je hart gewerkt heeft om Hem te leren kennen. Ik wilde wel dat heel Nederland dat verlangen mocht kennen, maar een verlangen naar God zonder het geloof in Christus en de vergeving der zonden is de wedergeboorte zelf niet. Rust niet, totdat de Heere Zelf in je hart van vrede spreekt. "De droefheid naar God werkt een onberouwlijke bekering tot zaligheid." Jawel, maar God legt echter geen enkele grond voor de zaligheid in de droefheid naar Hem, maar alleen in Christus door het ware geloof. Hem te kennen is het Leven, maar buiten Hem is alles de dood. Je hoeft niets te eigenen, beste Linda, laat God het werk doen en blijf maar (wenend) voor de Poort liggen, totdat Hij je eigent. God is altijd de Eerste, zowel in de schenking als in de aannemening. En als je niet wachten kunt: Hij wacht om genadig te zijn. Wanneer? Als je zoekt en niet kunt vinden. Als je als een verloren schaap openbaar komt. Hij zoekt en vindt verloren schapen, Hij redt en draagt, Hij is de Eerste en de Laatste, de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde. Hij is de Amen! Amen.
"Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven", Rom. 5:6.
In deze tekst heb ik voor het eerst in mijn leven mijn naam in de Bijbel gelezen. Ik was ervan verzekerd dat ik nooit meer zalig kon worden. Ik ging plankgas over de brede weg toen de Heere mij d.m.v. een boekje van Spurgeon arresteerde en mijn naam voorlas uit Rom. 5:6. Mijn naam is G.P.P. Goddeloos SS. Ik hoop dat jouw naam Linda Goddeloos SS mag worden. Er is Kracht voor krachtelozen en een Zaligmaker voor goddelozen! Blijf liggen voor de Poort. Klopt en u zal worden opengedaan! Ga die Deur niet zelf openen, want dat duldt Gods glorie niet. Vele, ja vele 'christenen' redden zichzelf met hun geloof, doen zelf de deur open en ze nemen Jezus aan, maar het redden van verloren zondaren is louter en alleen het werk van Christus. Ik geef het maatschappelijke advies van Naomi aan Ruth ook aan u door, maar dan in geestelijke zin: "Zit stil, mijn dochter, totdat gij weet, hoe de zaak zal vallen; want die Man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleind hebbe", Ruth 3:18. Blijf dus stil liggen als een smekeling voor de Poort, als een rechteloze heidin, totdat Hij je genadig zij. Lees daarbij het kostelijke gedicht, het wachtwoord der Hervormers, van Robert Mac.Cheyne, want daarin vind je de hele weg der bekering en der zaligheid beschreven. Rust niet, totdat je bij God vandaan zeggen mag: "Gestorven voor mij, zal mijn zwanenlied zijn!"

Gode bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl