|
|
GODDELIJKE ROEPING OF MENSELIJKE?
| |
|
|
Meneer Burggraaf, Recent las ik in het RD een artikel over de roeping tot het predikambt. Betreffende dominee (ds. W. Pieters) baseerde zijn roeping op grond van een dringende kanselvraag: "Heeft dit dorp weleens een dominee voortgebracht?" Mijn vraag is: Is dit een bijbelse roeping tot het predikambt?
Hartelijke groet, J.v.d.M.
--------------------------------
Geachte heer Van de M., De roeping tot het predikambt, of tot de evangeliebediening, moet altijd terug te vinden zijn in het Woord van God. Al degenen die zeggen een roeping te hebben om het Woord te preken, moeten door de Heere Zelf geroepen zijn door Woord en Geest. Iemand (al was het een engel uit de hemel) die op grond van een menselijke oproep zijn roeping baseert, of zichzelf die roeping aanmeet zoals Hananja dat deed, bedriegt zichzelf en anderen. Het barst in onze dagen van kleeniaanse kikkers die anderen nakwaken en pretenderen een roeping te hebben, maar God weet van dezulken niet af. Nu is het wel zo dat krachtens het ambt aller gelovigen elke gelovige tot getuige van Christus is geroepen. Jozua klaagde bij Mozes dat Eldad en Medad profeteerde in het leger, maar Mozes gaf Jozua een bestraffing, zeggende: "Zijt gij voor mij ijverende? Och, of al het volk des HEEREN profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen gave!" Num. 11:29. Dat betekent echter niet dat er geen bijzondere roeping tot de prediking van het Woord zou bestaan, want daarvan getuigt de Schrift op schier elke bladzijde. De profeten, apostelen en leraars geven getuigenis in de Schrift van hun Goddelijke roeping en zending. De prediking van het Woord kan alleen in Gods gunst plaatsvinden op grond van een Goddelijke roeping, waarbij de persoonlijke bekering en de bekwaamheid daartoe niet mogen ontbreken. De uitwendige roeping der kerk is ondergeschikt aan, of hoogstens een extra bevestiging van de inwendige roeping, maar is de roeping zelf niet. Er zijn immers tal van knechten Gods geweest die voor duizenden tot zegen gepreekt hebben, maar nooit een kerkelijke roeping ontvingen. Daarentegen zijn er duizenden (onbekeerde) leraars en ouderlingen die wel een kerkelijke roeping hebben, maar geen Goddelijke en zo een vloek voor de kerk zijn (uitspraak van George Whitefield). Als ds. Pieters niet meer te vertellen heeft over zijn roeping, als wat u ervan aanhaalt, is zijn roeping niet bijbels, laat staan Goddelijk. Ik wil het hierbij laten en u ook verwijzen naar wat Kohlbrugge over de roeping tot het ambt schrijft, hetgeen gepubliceerd is in het artikel: 'DE ROEPING TOT HET AMBT.'
vr. gr. GPPB.
|
|
|
|
|
|