|
|
EN HIJ LIET ZICH VAN HEM VERBIDDEN...
| |
|
|
Geachte heer Burggraaf, Laatst had ik met iemand een discussie over het woord 'verbidden'. Dit woord komt enkele malen voor in het O.T. Vraag: Hoe is het mogelijk dat God, Die alwetend is, Zich laat verbidden? Misschien kunt u, vanuit bijbels perspectief, hier enig licht op werpen.
Met vriendelijke groet, Een jongere
Beste jongere, Ja, de Heere laat Zich soms -of zelfs dikwijls- verbidden, namelijk door de geweldigers des geloofs, want die nemen het Koninkrijk der hemelen met geweld (Matth. 11:12). Zo staat het tenminste in Gods Woord en het is ook de bevinding der heiligen, maar het komt nogal geweldadig over, zou je zeggen. Dit genoemde geweld in Matth. 11:12 geschiedt echter niet door kracht, noch door geweld, maar door 's Heeren Geest op grond van de voorbidding van Christus. Verbidden betekent echter niet dat God van gedachte verandert door ons bidden, want God de Heere wordt niet veranderd en daarom ben ik, wormpje Jakobs, nog niet verteerd. Dat de Heere Zich laat verbidden, kunnen we inderdaad vinden in het O.T. en wel in de volgende Schriftgedeelten: Genesis 25:21: "En Izak bad den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd." 1 Kronieken 5:20: "Doch zij werden geholpen tegen hen, en de Hagarenen werden in hun hand gegeven, en allen, die met hen waren; omdat zij tot God riepen in den krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden, dewijl zij op Hem vertrouwden." 2 Kronieken 33:13: "En [Manasse] bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is." Ezra 8:23: "Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden." Jesaja 19:22: "En de HEERE zal de Egyptenaars dapper slaan, en genezen; en zij zullen zich tot den HEERE bekeren, en Hij zal Zich van hen verbidden laten, en Hij zal hen genezen."
Ook in het NT vinden we talloze malen dat de Heere Zich laat verbidden, ofwel Zich ontfermt over verloren zondaars. 'Verbidden' betekent namelijk eenvoudig gezegd: 'Zich ontfermen over' en dat doet God alleen in Christus, dus bij degenen die in Hem geloven. Christus zegt in Johannes 16:23 tot Zijn discipelen: "Al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven." Als de Heere Zich laat verbidden, doet Hij dat alleen op grond van Zijn wil des besluits middels een aanhoudend geloofsgebed. Er is een wil des bevels van God en een wil des besluits van God. De wil des bevels van God heeft de Heere in Zijn Woord geopenbaard, maar de wil des besluits van God betreft Zijn verborgen raad. De wil des bevels van God komt niet altijd overeen met de wil des besluits van God. Voorbeeld: God had middels Jona de goddeloze stad Nineve het oordeel der verwoesting aangezegd, maar toen de Ninevieten zich bekeerden in zak en as, dan staat er van des Heeren bevel in Jona 3:10: "En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet." Krachtens Gods bevel zou Nineve verwoest worden, maar de wil des besluits van God was anders. God had namelijk van eeuwigheid besloten om het niet te doen. Maar de openbaring van dat besluit ging door de weg van het recht, namelijk van hetgeen zij zich waardig gemaakt hadden en voor eeuwig verdiend hadden: de eeuwige straf. Zo gaat het ook in de weg van de waarachtige bekering. De wil des bevels van God gaat altijd aan de wil des besluits vooraf. Alvorens wij genade ontvangen, laat God het ons eens worden met het vonnis der verwoesting: "Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven", Gen. 2:17. De rechtvaardigmaking des zondaars voor God gaat dus altijd gepaard met de gewillige strafaanvaarding, want zalig worden gaat nooit ten koste van het recht Gods, maar geschiedt altijd door en op grond van het recht Gods, namelijk in Christus. "De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem", en dat wordt zo'n eeuwig wonder voor degenen die weten en gevoelen de straf dubbel en dwars verdiend te hebben, zodat ze met aanvaarding van hun vonnis, om genade smeken. Ja, en dan valt genade vrij! Je zou ervan gaan preken! Maar ik moet je vraag beantwoorden over het 'verbidden'. De Heere liet Zich dus ook verbidden door de Ninevieten, met name door de koning van Nineve, die zich diep vernederd had voor de Heere en al het volk daartoe het bevel gegeven had, zelfs tot de beesten toe. God veranderde toen niet van gedachte, nee, Hij liet Zijn eeuwige raad gelden, namelijk de wil des besluits van God. God is rechtvaardig en barmhartig, dus niet alleen rechtvaardig en niet alleen barmhartig, maar altijd rechtvaardig en barmhartig. We kunnen dus nooit alleen door een barmhartig God behouden worden, nee, we kunnen alleen behouden en verhoord worden door een God Die zowel rechtvaardig is als barmhartig, namelijk in Christus. God laat Zich dus verbidden op grond van Zijn wil des besluits en dat in Christus. We kunnen God niet bewegen door het gebed, nee, de Heere is in Zichzelf bewogen over het lot van verloren zondaren. We kunnen God niet van koers wijzigen, nee, want Zijn raad zal bestaan, Hij zal al Zijn welbehagen doen. We kunnen God dus niet verbidden in de zin van 'om Hem op andere gedachten te brengen', nee, God láát Zich verbidden, krachtens Zijn soeverein welbehagen en op grond van de voorbidding van Christus. We kunnen de Heere wel heilig dwingen door het geloof, zoals Jakob aan de Jabok dat deed: "Ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent." En zoals de Emmaüsgangers dat mochten beoefenen in Lukas 24:29: "En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven." Maar ook dat heilig dwingen geschiedt alleen op grond van de voorbidding van Christus. We zien dat ook in het leven van de Kananese vrouw die als een hondeke voor de voeten van Christus blijft liggen door het geloof. God laat Zich verbidden als we niets meer hebben te verliezen, of liever gezegd als we alles erdoor gebracht hebben en als een verloren smekeling aan Zijn voeten komen, op genade of ongenade. God laat Zich niet op grond van onze verlorenheid verbidden, maar God schenkt alleen de verbrijzelden van hart het geloof, aan blinden het gezicht en aan gevangen vrijheid, krachtens Zijn Eigen Getuigenis. En als zulke verloren smekelingen aan Gods genadetroon om genade smeken, betuigen zij daarmee dat zij midden in de dood liggen en niets dan de hel verdiend hebben. Dan valt genade vrij en dan wordt het louter vrije soevereine genade voor een geestelijk gestorven mens die zichzelf kwijt is in een Ander en mag roemen in een genadig God. "Die God is onze Zaligheid, wie zou die hoogste Majesteit, dan niet met eerbied prijzen?"
Beste jongere, heb je die God in Christus al leren kennen en beminnen door het geloof? Ja, ben je reeds door Hem gekend en bemind?
Gode bevolen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|