 |
|
|
HIJ SPREEKT GEWIS TOT ELK DIE VOOR HEM LEEFT
| |
|
|
|
Geachte meneer Burggraaf,
Onze dominee leert in bijna iedere preek dat je zonder voorwaarden mag vertrouwen op de Heere en als je dat doet, zal je niet beschaamd uitkomen. Ik lees sinds kort uw website-artikelen. U wijst er steeds op dat Gods Woord leert dat je eerst als een goddeloze voor en door God gerechtvaardigd moet zijn, voordat er van een geloofsvertrouwen sprake kan zijn. Vijf jaar geleden heb ik voor het eerst mijn vertrouwen op de Heere gezet en mijzelf helemaal aan Hem toevertrouwd. Ik meende het werkelijk. Dat is lange tijd goedgegaan en het ging me in alles voor de wind, totdat er een plotseling sterfgeval plaatsvond van een van mijn liefste vriendinnen. Mijn liefde tot God is als een blad aan een boom verdwenen. In plaats God lief te hebben boven alles, is die liefde omgeslagen in haat. Toen het alles voor de wind ging, meende ik God lief te hebben en te vertrouwen, maar sinds ik mijn vriendin moet missen, is er van die liefde en dat vertrouwen niets, maar dan ook niets overgebleven. Ik kende mezelf niet, ik ben geen Gode-lievend mens, maar een Godhater! De dominee waarschuwde mij dat ik mijn geloof niet moet prijsgeven, maar ik heb hem verteld dat ik nog nooit geloofd heb. Het is allemaal inbeelding gebleken. Tijdens de begrafenis van mijn vriendin is mijn vertrouwen op God en mijn toevertrouwen aan God, met het stoffelijk overschot het graf ingegaan. Dat heb ik ook de dominee verteld, maar hij deed er heel belachelijk over. Ik moest geloven, punt uit! Hij wil mij niet meer te woord staan. Ik heb toen een brief naar de kerkenraad geschreven (dat is nu zo'n vijf maanden geleden), waarin ik mijn toestand heb verteld, maar ik heb nooit antwoord terug ontvangen. Mijn wijkouderling is met vakantie naar Spanje en de rest van de kerkenraad wil zich met mijn geval niet bemoeien. Meneer Burggraaf, ik ben ten einde raad. Kan zo'n Godhater als ik ben nog bekeerd worden?
een noodkreet van
Hanneke (anoniem).
Beste Hanneke,
Je bent een bevoorrecht mens! Ik wenste wel dat heel (reformatorisch) Nederland tot zulk een ontwaken mocht komen. Van nature zijn we zonder enige uitzondering Godhaters die aan de kennis van Zijn wegen geen lust hebben. Maar er zijn doorgaans heel weinig mensen die daar achtergebracht zijn en de last ervan inleven. Nee, Hanneke, ik ga je geen kussentjes onder je oksels naaien, want het is absoluut onmogelijk dat Godhaters ooit nog tot bekering komen. Het is wat dat betreft echt hopeloos, reddeloos en goddeloos met je gesteld, maar daarom ben je juist zo bevoorrecht. Zalig worden is voor Godhaters ten enenmale uitgesloten, tenminste.... bij de mensen, maar wat nu bij de mensen uitgesloten en onmogelijk is, is mogelijk bij God. Wanhoop maar aan jezelf, maar niet aan God! Je hoeft voor de zaligheid geen geloof mee te brengen, nee, want de zaligheid is er alleen voor diegenen die GANS ONTBLOOT zijn en geen helper hebben. Ontbloot van geloof, ontbloot van vertrouwen, ontbloot van dominees, ouderlingen en diakenen, ontbloot van alle menselijke en pastorale hulp, ontbloot van kerken, ontbloot van werken, ontbloot van ijver en verstand, ontbloot van vrienden en vriendinnen, ontbloot van levensgezellinnen...... Hopeloos, hulpeloos, reddeloos en goddeloos; geen geloof, geen hoop en geen greintje liefde....., daar komt vlees en wereld bij, en ook is de duivel van de partij. "Verloren, verloren, voor eeuwig verloren!"
"Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen", Jes. 63:1.
"Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij", Jes. 63:3.
"Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.", Hosea 6:1-3.
De Heere heeft op Godhaters gerekend, beste Hanneke...., want vijanden worden met God verzoend door de dood Zijns Zoons.
Ben je ten einde raad?
Wanhoop niet aan Christus, want Zijn Naam is Raad!
Voel je je één klomp zonde?
Wanhoop niet aan Christus, want Hij is tot zonde gemaakt, opdat wij zouden zijn rechtvaardigheid Gods in Hem.
Ben je aan het einde van je krachten?
Wanhoop niet aan Christus, want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven (Rom. 5:6).
Ben je aan het einde van al je vermeende werken?
Wanhoop niet aan Christus, want het Einde der Wet is Christus, tot rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft (Rom. 10:4).
Ben je met al het jouwe in de dood uitgekomen?
Wanhoop niet aan Christus, want Hij is de Opstanding en het Leven, al wie in Hem gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven (Joh. 11:25).
Dreig je van honger en dorst te bezwijken?
Wanhoop dan niet aan Christus, want Hij is het Brood des Levens en Hij is ook het Water des Levens. Hij is mijn Leven, mijn Zaligheid, mijn Wijsheid, mijn Rechtvaardigheid, mijn Heiligmaking, ja, al wat aan Hem is, is gans begeerlijk.
Dreig je te bezwijken onder een last van zonden en plagen? Gevoel je je straf- en helwaardig?
Laat Christus je zonde dragen en wegdragen, want de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem! Op Hem! En door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Heb je geen ogen om op Hem te zien?
Hij is machtig om op jou te zien! Hij spreekt levendmakend en rechtvaardigmakend tot dode, verloren en blinde zondaren: "Mijn oog zal op u zijn!" (Ps. 32:8).
Heb je geen benen om tot Hem te gaan?
Hij is machtig om tot jou te komen. Hij maakt Zichzelf aan Zijn ellendigen bekend: "Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik!"
Merk op mijn ziel wat antwoord God u geeft! Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft, en Hij heeft tot mij gezegd: "Ik leef en gij zult leven!"
Wees Gode en Zijn genade bevolen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|