|
|
WACHTER, WAT IS ER VAN DE NACHT?
| |
|
Wachter! wat is er van den nacht? Wachter! wat is er van den nacht? De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht", Jes. 21:11-12. De oogst is voorbijgaande, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost", Jer. 8:20.
|
|
Meneer Burggraaf, Hoe het met me gaat? Onbekeerd. Er zijn wel dingen gebeurt maar ik heb het weer afgebroken. Het was namelijk zo: half december waren we op weekend met de studie-vereniging(DC). Zondag-ochtend gingen we naar hersteld hervormd en 's avonds naar de ger. gem, een leesdienst. Ik vond het weekend erg tegenvallen, want de mensen waren erg lacherig enzo en weinig gesprekken over godsdienst. Tijdens de preek van ds. NN en ook in de leesdienst in de ger. gem werd ik er aan ontdekt hoe erge zondaar ik ben. Zondagavond ging ik een stukje lopen, want de mensen deden zulke idiote dingen, dus ik liep en liep en ondertussen zocht ik de Heere. En toen kreeg ik een enorme indruk van Gods heiligheid, de lengte van de eeuwigheid, mijn verdorvenheid, 's mensen ijdelheid, zodat ik amper durfde te slapen vanwege mijn angst om te sterven. Ik wilde dit vasthouden, maar dat gaat niet, ik kan niets helemaal niets. Een week later zakte de indruk weer helemaal weg en nu besef ik het helemaal niet meer. Maar het probleem is: dat ik ten diepste een rijke jongeling ben, vol van goede werken echt boordevol goede werken, ik weet ergens dat het verkeerd is en ik wil wel willen, maar dat lukt niet, ik kan het niet willen. En zo raak ik weer verstrikt in allerlei dingen en gedachten enzo. maar nog steeds, nog steeds onbekeerd, het is verschrikkelijk. Ik ben echt in alles verdorven. In alles. Volgende week dinsdag laat ik me uitschrijven uit de PKN. Ik kan er niet meer inblijven. U schrijft ergens: "We willen niet meer zijn die we zijn, namelijk een goddeloze." Ik vat het nu denk ik. Ik wil vanuit mezelf helemaal dat niet zijn, want stiekum vind ik mezelf nog wel goed. En dat is het probleem. Ik zelf werk de Heere alleen maar tegen (denk ik) ook toen ik die indrukken kreeg, ik ging er weer mee aan de slag. Gewoon alles in mij is vol goede werken. Meneer Burggraaf, het is echt heel erg hoe mensen over u denken hier in Nederland. Bijna iedereen heeft een hekel aan u. Maar er zijn er nog wel een aantal. Een broer van m'n collega is een kind van de Heere. Ik mocht hem ontmoeten op een verjaardag. Ik kan het niet, geloven, het lukt niet. Ik probeer de Heere wel te zoeken, maar het is zo gebroken allemaal. Overigens wil ik u nog van harte bedanken voor uw mail en uw reactie op mijn vragen. Het spijt me dat ik zo wettisch schrijf maar zo ben ik, en ik kan niet anders, biddend om redding, en zoekend naar verlossing.
een jongere
Geliefde vriend,
Padje lopen ten einde toe, want het Einde der Wet is Christus, tot rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft.
De allerhartelijkste groeten van een vriend,
GPPB.
PS. Lees Jes. 53 als je de hel niet meer kunt ontlopen.
(Deze webpage is een vervolg op: 'KAN HET OOK VOOR MIJ?')
|
|
|
|
|
|