|
|
KINDERDOOP EN/OF GELOOFSDOOP
| |
|
Zie ook: 'OVERDOOP, EEN GROTE ZONDE'
Foto: Zendeling Willibrord predikt de gerechtigheid Christi in de heidense Nederlanden en stoot een afgodsbeeld omver.
|
|
Van een inzender: Ik zit met de opvattingen over de geloofsdoop: als de doop in plaats gekomen is van de besnijdenis volgens de verbondsleer, wat is dan de belofte voor de verbondskinderen die niet behouden worden en zich niet bekeren? Zij krijgen toch geen land zoals de Joden land kregen? En is de besnijdenis niet gewoon vervangen door de geestelijke besnijdenis van de wedergeboorte met als zegel op die wedergeboorte de doop? De doop is voor mij nog een raadsel... als de kinderdoop bijbels is, hoe kan het dan dat de meeste kinderdoopkerken vrienden zijn van Rome? Ik ben het met u eens dat op geloof gedoopt worden heel riskant is omdat alleen de Heere het hart kent en niemand kan onderscheiden of iemand wedergeboren is of niet want dat moet uit de vruchten blijken, toch? Veel baptisten zien de roomse kinderdoop als onbijbels en zelfs occult... erg verwarrend allemaal die verdeeldheid over de doop. Ik wil gewoon de Bijbel gehoorzamen en de verwarring is groot... Bovendien, de RK is hartstikke arminiaans 'avant la lettre' en heeft de kinderdoop... al zou je kunnen redeneren dat die kerk een valse kerk geworden is en het in het begin niet was.
Geachte inzender: De Doop is niet zozeer in de plaats gekomen van de besnijdenis, want de besnijdenis gold uitsluitend de Joden onder de Wet. De Doop begon met de geloofsdoop in de nieuwtestamentische bedeling en daarmee verbonden is de kinderdoop. Dat geldt ook als heidenen tot bekering en het geloof in Christus komen, dan worden zij gedoopt EN hun kinderen. Zo is het ook in Nederland begonnen. Ook wij zijn heidenen en geen Joden. Nederland was zendingsveld (Willibrord en Bonefatius) en toen er heidenen tot het geloof kwamen, werden zij gedoopt en hun kinderen. Van dat geslacht ben ik een nakomeling. Zo gaat het door in de lijn der geslachten, ja, tot in het duizendste geslacht. De Doop is een genadig sacrament en heeft met het doen der Wet niets meer te maken. De besnijdenis was een puur Joodse instelling en was -hoewel op Gods bevel- een menselijke handeling en 'een wettisch' (hoewel wettig) teken des verbonds. Immers, Abraham geloofde al in God toen hij nog in de voorhuid was, dus voor dat hij besneden was. De Doop is het zichtbare Evangelie, een teken en zegel van Gods verbond en geschiedt in Gods Drie-enige Naam tot vergeving der zonden voor een iegelijk die gelooft. Welke belofte voor verbondskinderen die onbekeerd blijven? Antw.: De belofte van de verbondswraak: "Wee u, Kapernaum, wee u, Bethsaida...!" Dezulken zullen met dubbele slagen geslagen worden, ofwel het loon op het ongeloof ontvangen, nl. een eeuwig afgrijzen. Zij krijgen wel een land, namelijk het land waarheen Korach, Dathan en Abiram gereisd zijn, een land waar de worm niet sterft en waar het vuur niet uitgeblust wordt. Haast u en spoedt u om uws levens wil... De oudtestamentische besnijdenis was het teken van het verbond tussen God en het Joodse volk. De besnijdenis geschiedde onder de Wet en was bloedig, omdat de Testamentmaker -Christus- nog niet gekomen en gestorven was. De besnijdenis was verbonden met het doen der Wet in inzettingen bestaande (Rom. 2:25). Dat is in Christus niet meer het geval (Ef. 2:11-22). De H. Doop geschiedt onder de genade en ziet op de betekende zaak in Christus door het geloof, is onbloedig omdat het Bloed der verzoening reeds gevloeid heeft. De H. Doop is een tegenbeeld van het ingaan in de ark van Noach waardoor degenen die ingingen behouden werden van de watervloed (1 Pet. 3:21). Kanttekeningen: "De doop wordt alzo genoemd, omdat hij een sacrament is van onze behoudenis uit het algemeen verderf der wereldse mensen, gelijk de ark was een middel van de lichamelijke behoudenis van Noach en de zijnen uit het verderf der eerste wereld." De H. Doop is (ook) een zichtbaar teken van Gods verbondstrouw en dient tot versterking van het ware geloof. Voor de ware gelovigen is de Doop veel meer dan een teken en zegel van het verbond, want het is ook een bevestiging van de afwassing der zonden in het kader van de toepassing van het heil (Hand. 22:16). Bij de kinderdoop wordt uitgegaan van gelovige ouders, want in het kader van het verbond heeft niemand het recht om onbekeerd te zijn. Toch geschiedt de kinderdoop niet op grond van het geloof der ouders, maar omdat zij en hun zaad in het verbond begrepen zijn en daarom gedoopt moeten wezen. Kinderdoop maakt dus geen verbondskinderen, dat zijn ze, en daarom moeten ze gedoopt worden, namelijk in de lijn der geslachten. Het verbond met Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind. HIJ, GOD bevestigt het verbond en niet het geloof. Daarom moeten verbondskinderen van ouders die zelf niet wedergeboren zijn wel gedoopt worden, want het hangt niet aan het geloof, maar aan God in Wiens Drie-enige Naam gedoopt wordt. Dat blijkt duidelijk uit Petrus' woorden in Handelingen 2:38-39: "En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal." Dus de tot het geloof gekomen pinksterlingen lieten zich dopen op Gods bevel tot vergeving der zonden, en gaven ook hun kinderen door de doop aan de Heere, in Wiens Naam zij gedoopt werden. En daaruit roept de Heere diegenen tot het geloof welke Hij van eeuwigheid uitverkoren heeft. Verbondskinderen niet dopen is puur ongeloof en de soevereine God niet God willen laten zijn. De roomse kinderdoop geschiedt dikwijls uit puur bijgeloof, maar daarom is de Doop wel de Doop, MITS die ambtelijk geschiedt in de Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes. Omdat de Roomse kerk ook de kinderdoop hanteert, is de kinderdoop om die reden niet onbijbels. (Zie ook rubriek: 'INGEZONDEN STUKKEN', artikel: 'VRAGEN OVER DE DOOP')
vr. gr. GPPB.
PS. "Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; en opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden den toegang door een Geest tot den Vader. Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest", Ef. 2:11-22.
|
|
|
|
|
|