|
|
VERNIEUWD VAN DAG TOT DAG = GENADE
| |
|
|
Van een inzender: In het ingezonden stuk van 'Simons a la Simons', stelt u dat Gods Woord nergens spreekt over het aandoen van de nieuwe mens. Vraag: Hebt u de volgende twee teksten over het hoofd gelezen? Efeze 4:24: "En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid." Kolossensen 3:10: "En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft."
Geachte inzender, In de contekst van het genoemde artikel ageer ik tegen de uitdrukking van ds. Simons: "In mijn levenswandel moet ik de nieuwe mens aandoen." Daarop heb ik geschreven dat nergens in Gods Woord gesproken wordt over het aandoen van de nieuwe mens, namelijk in uitwendige zin. Uit uw vraag blijkt terecht dat altijd weer duidelijkheid is geboden. In dit geval had de door u geciteerde zinsnede van mijn hand gecompleteerd moeten worden met: "in uitwendige zin", hetgeen ik inmiddels heb gedaan. Dank voor uw kritische meelezing! Overigens spreekt de Schrift nergens over 'het aandoen van de nieuwe mens', alsof het nog staat te gebeuren in het leven der genade. Nee, in Efeze 4:24 staat hetzelfde als in Kol. 3:10, namelijk "aangedaan HEBT." Zoals ook de oude mens gekruisigd IS (Rom. 6:6). In Christus geldt eerst het "zijn" en dan "worden". Ook hetgeen ik aanhaal uit Romeinen 13:14: "Doet aan den Heere Jezus...", staat er niet zo alsof het nog moet gebeuren, nee Gods kinderen hebben Christus aangedaan door het geloof. Eigenlijk had "Doet aan" vertaald moeten worden met: "Zijt bekleed met", of: "wees gekleed in". (Engels: 'Put on' - 'trek aan'). We are to "put on Christ" which means to be filled, "endued" with Christ's Spirit, be like Him (Rom. 13:14; Gal. 3:27). In het Grieks wordt het werkwoord: "en'duo" gebruikt en datzelfde woord wordt ook gebruikt in tal van andere teksten (SV), waarin niet de uitdrukking "doet aan", maar het woord "bekleed" wordt gebruikt, o.a. in 2 Kor. 5:3 en Openb. 15:6. "Zijt bekleed" klinkt minder activistisch geladen als "Doet aan." In Efeze 6:11: "Doet aan de gehele wapenrusting Gods", staat voor "doet aan" hetzelfde Griekse woord "en'duo", zodat we ook hier kunnen lezen: "'Zijt bekleed met', of: 'trek aan' de gehele wapenrusting Gods", en dat klinkt anders dan het werkheilige "doet aan". Wat valt er eigenlijk te doen als niet alleen Christus, maar ook Zijn weldaden ons in onze schoot geworpen worden? Het is alles vrije genade. Het woord 'enduo' staat in Ef. 6:11 wel in de gebiedende wijs, maar dat ziet juist op de genade, namelijk in het kader van de toepassing. Velen lezen dit soort teksten namelijk als een handvat voor een onverzoend mens om tot een zedelijke verbetering te komen. Anderen lezen dit soort teksten alsof de levensvernieuwing bij Gods volk nog staat te gebeuren, en daaruit volgt dan ook het procesmatige (roomse) heiligheidsstreven, waartegen ik in het genoemde artikel protesteer. Hetgeen Paulus schrijft in 2 Korinthe 4:16: "Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag", ziet op de dagelijkse vernieuwing, maar daarin doet de bekeerde mens niet mee, netzomin Gods ware volk meedoet als zij van dag tot dag ontledigd worden. Omdat Gods kinderen in Christus vernieuwd ZIJN, worden zij door de Geest der heiligmaking vernieuwd en gesterkt van dag tot dag. Dat ziet op de dagelijkse genadebehoefte van een ontledigde zondaar in Christus, en niet op een soort heiligmakingsladder die al hoger en hoger beklommen dient te worden. De gevolgen van al die uitwendige heiligheidsijver is met de torenbouw van Babel wel openbaar geworden en dat geldt ook geestelijk. Het aandoen van de nieuwe mens is geen aan-de-slag regel, om het 'in Christus zijn' vaste en tastbare vormen te geven, nee, Gods kinderen ZIJN vernieuwd en WORDEN vernieuwd van dag tot dag, namelijk naar de inwendige mens en dat werpt als vanzelf Gode welgevallige vrucht af. Maar vraag Gods ware keurlingen niet naar de vrucht, want dan zullen zij eenparig belijden: "Ik ben een groot beest bij God." Ja, zulke onvruchtbaren mogen vrolijk geschal maken, want de kinderen der eenzame zijn meer dan die de man heeft. Amen.
GPPB.
|
|
|
|
|
|