RECHTVAARDIGING VAN EEUWIGHEID?
EEN JONGERE VRAAGT....        
Plaats in winkelmandjeMandje
Jongere: Geachte Heer Burggraaf,
Ik heb een paar vragen/opmerkingen over het 'habitus/actus' verhaal.
Uw toelichting heeft er aan mogen bijdragen dat de waarheid omtrent geloof en rechtvaardigmaking mij meer helder is. Het is waar dat deze dwaling ongelovigen de hemel in en de kleinen er uit praat. Toch heb ik er nog wat vragen over. Ik stelde voor mijzelf het volgende. Wij weten evenveel af van een 'rechtvaardigmaking van eeuwigheid' als dat Adam kennis had van zijn val toen hij geschapen was. Adam had daar geen kennis van en kon en mocht daar niets mee doen. Dat was een verborgen besluit Gods. Evenals Adam bekend was gemaakt met de wil van Gods eis, namelijk 'Doe dat en leef', verkondigt de Heere doormiddel van Zijn woord ons de rechtvaardigmaking door het geloof.
Die bekendmaking met de wil van God, dat de rechtvaardige door het geloof zal leven, sluit iedere andere rechtvaardigmaking uit. Er is dus geen rechtvaardigmaking zonder geloof, geen vereniging met Christus zonder geloof en zij dwalen die zeggen bekeerd te zijn maar nog niet 'kunnen' geloven en zijn in werkelijkheid onbekeerd. Mensen die 'gerust-bekommerd' voortleven werken met de wil van Gods besluit, omdat zij menen van eeuwigheid gerechtvaardig te zijn en in de tijd nog zullen worden gerechtvaardigd. Dat is even onbijbels en verstikkend als het 'werken' met de wil van Gods besluit aangaande de predestinatie: "Ik leef gewoon door want, ik kan er toch niets aan doen als ik niet uitverkoren ben."

GPPB.: Dat is allemaal zeer wel gezegd!

Jongere: Mijn vraag is, kunnen we stellen dat het besluit Gods even veel gezag heeft als zou het reeds uitgevoerd zijn? Als we de kanttekeningen lezen bij Openbaringen 13:8 wel.

GPPB.: Voor God wel en voor het geloof ook, want alle besluiten van eeuwigheid zijn voor God reeds realiteit, want God leeft niet bij de tijd, maar in de eeuwigheid, ja, Hij is van eeuwigheid en tot in der eeuwigheid. Met eerbied gesproken: God loopt niet achter de feiten aan. Voor de mens, die met Gods besluit niet werken kan, ligt dat geheel anders. Bovendien kan de mens alleen maar in tijdsbestekken denken, maar zo is het bij God niet, want Zijn gedachten zijn veel hoger dan de onze. Eén dag is bij de Heere als duizend jaar. Het geloof ziet echter de dingen zoals God ze ziet, echter naar de mate die God goeddunkt. Hoewel de raadsbesluiten Gods de oorsprong is van alle dingen, hebben wij ons te houden aan de wil des bevels van God, want wij kunnen niet werken met de wil des besluits van God. Gods besluit van de uitverkiezing is evenwel een troost voor Gods volk, want als de zaligheid van eeuwigheid vast ligt in Gods besluit, is er geen afval der heiligen mogelijk. Gods volk kan zich dus niet uit de besluiten Gods zondigen. Openbaring 13:8 geeft inderdaad aan dat de offerande van Christus vanaf het begin der schepping reeds effectief was in de harten der gelovigen, hoewel Hij nog gekruisigd moest worden. Dat bewijst dus ook dat het geloof de dingen die veraf zijn dichtbij haalt en eigent. Het Lam is al geslacht in de raadsbesluiten Gods, dus van de grondlegging der wereld. Zo zeker Gods besluit is, zo zeker is de uitvoering daarvan. Het is daarom voor God geen vraag of Zijn besluiten ooit wel tot uitvoering komen. De uitvoering van Gods besluiten liggen eeuwig en onveranderlijk vast in God Zelf. Hetgeen God besloten heeft in de eeuwigheid heeft inderdaad evenveel gezag als de uitvoering ervan, want Zijn Raad zal bestaan, Hij zal al Zijn welbehagen doen.

Jongere: Is het dan niet zo dat het besluit Gods om zondaren te rechtvaardigen op grond van Christus verdienste een rechtvaardigmaking van eeuwigheid is?

GPPB.: Nee, absoluut niet. De rechtvaardigmaking, dus de vergeving der zonden, kan alleen plaatsvinden tussen twee partijen, namelijk tussen een rechterlijke en een schuldige partij, dus tussen God als Rechter en de zondaar als beklaagde. Comrie leerde de rechtvaardiging van eeuwigheid, maar tussen welke Personen zou die dan plaats gehad moeten hebben? Tussen God en Christus? Dat is een godslasterlijke gedachte en nergens uit de Schrift te bewijzen. God heeft Zijn Zoon niets te vergeven, want Christus is zonder zonde. Christus heeft juist de vergeving der zonden verworven en kan die ook wegschenken als Middelaar van toepassing, want Hij is God. Tijdens Zijn omwandeling op aarde is Christus tot zonde gemaakt in de toerekening, maar Hij heeft de prijs van de zonde Zijns volks betaald met Zijn Eigen gerechtigheid, dus niet door toerekening! Christus heeft wel de last der zonden gedragen, de toorn van God over de zonden gedragen, is van God verlaten geweest, maar alleen borgtochtelijk en niet voor Zichzelf. Als Plaatsbekleder is Christus wel in de plaats van Zijn volk gaan staan, als misdadiger in de toerekening, maar Hij is op geen enkele wijze gerechtvaardigd door toerekening, integendeel, Hij heeft Zichzelf rechtvaardig verklaard: "Wie van u overtuigt Mij van zonde?" Joh. 8:46. Christus heeft de volkomenheid van Zijn Offerande Zelf uitgesproken: "Het is volbracht!"
Daar volgde geen vrijspraak des Vaders op, noch ging die eraan vooraf, want de Vader is volkomen bevredigd met het volbrachte werk van Zijn Zoon, zodat de Zoon op grond van Zijn aangebrachte gerechtigheid de heidenen zal opeisen als Zijn erfdeel en de einde der aarde tot Zijn bezitting (Ps. 2:8). T.a.v. de verwerving heeft Christus dus geheel en alleen het werk der verlossing op Zich genomen en volbracht (Ps. 40:7-8), door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid, hoewel het werk der verlossing nooit geďsoleerd mag worden van de Vader en de Heilige Geest. Zowel de Schepping als de herschepping is het werk van een Drie-enig God. Er is echter geen sprake van een rechtspraak die tussen de Vader en de Zoon achteraf zou hebben plaatsgevonden, ook niet van eeuwigheid. De vergeving der zonden is dus op geen enkele wijze op Christus van toepassing. Als dat zo zou zijn, is Christus een zondaar zoals wij. Dat is een godslasterlijke gedachte, want dan zou Hij tevergeefs gestorven zijn en dan was er ook geen zaligheid mogelijk. Dat Christus gerechtvaardigd is in de Geest (1 Tim. 3:16), slaat op geen enkele wijze op de rechtvaardigmaking (van eeuwigheid). "Gerechtvaardigd" heeft hier dezelfde betekenis als in Rom. 3:4, waar staat: "Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden en overwint, wanneer Gij oordeelt." Christus is God en is gerechtvaardigd (in het gelijk gesteld) in de Geest... dus als God(!), en heeft als zodanig bewezen onschuldig te zijn, ook t.a.v. Zijn menselijke natuur. Christus is niet voor de zonde bewaard gebleven -zoals vele valse leraars beweren-, nee, Christus KON niet zondigen, want Hij was een volmaakt mens, hoewel Hij de broederen in alles gelijk is geworden, doch uitgenomen de zonde. Hij is gestorven om ónze zonde en opgewekt om ónze rechtvaardigmaking. Er bestaat dus geen rechtvaardigmaking van eeuwigheid. De borgstelling van eeuwigheid is dus niet hetzelfde als de rechtvaardigmaking, want het laatste kan alleen in de tijd plaatsvinden, namelijk tussen een rechtvaardig God en een helwaardige zondaar op grond van de verdienste van Christus. De verworven gerechtigheid van Christus is een feit en de rechtvaardigmaking is een handeling. Een feit kan toegepast worden, maar een handeling moet plaatsvinden. Christus is opgestaan om onze rechtvaardigmaking (Rom. 4:25). Zowel in de dood als in de opstanding van Christus is Gods volk begrepen. Christus is niet alleen voor ons gestorven en opgestaan, maar wij ook met Hem, maar dat kunnen we alleen verstaan als we gerechtvaardigd zijn door het geloof. Het "onze..." in Rom. 4:25 ziet dus duidelijk op de rechtvaardiging door het geloof. De verworven gerechtigheid van Christus is er, die ligt klaar, om het zo eens te zeggen, maar dat vraagt wel om de persoonlijke toepassing ervan. Er is vergeving der zonden, want er is betaald. In de rechtvaardigmaking wordt er dus niet opnieuw betaald, maar dan wordt de doodschuldige zondaar met God verzoend, omdat er betaald is! En die aangebrachte gerechtigheid van Christus door welke wij voor God kunnen bestaan, kan alleen rechtmatig verkregen worden door de vrije rechtvaardigmaking des zondaars voor God in de toerekening van Christus' gerechtigheid door het geloof. Kortom, er is maar één rechtvaardigmaking, namelijk de rechtvaardigmaking door het geloof, zowel in de ogen Gods als in de geloofsbeleving der zaken.

Jongere: Zou u ook iets kunnen zeggen over het geloof van Petrus toen hij zijn Meester verloochende. Dit bijbelverhaal is denk ik een van de grootste bewijzen dat het geloof in de Heere Jezus genade bij God vandaan is bij aanvang en bij voortgang. Maar waar was dan het geloof van Petrus op dat moment?

GPPB.: Petrus geloofde in Christus op het moment dat hij Zijn Meester verloochende. Hij geloofde namelijk zelf niet wat hij zei tegen die dienstmaagd. Petrus wist dat hij loog, maar door mensenvrees stond hij niet in de kracht van het geloof. Petrus verloochende dus niet alleen zijn Meester, maar ook zijn geloof. Iemand die niet in Christus gelooft, kan Hem ten diepste ook niet verloochenen. Wel krachtens Doop of belijdenis, maar niet in het kader van de levende relatie tussen Christus en Zijn volk. Christus verloochenen als waar gelovige is dus dubbel vreselijk, omdat het zondigen is tegen de liefde Gods in Christus. Petrus was dus niet zonder geloof toen hij zijn Meester verloochende, maar hij vreesde en vrees blust niet de liefde zelf, maar wel de uitgaande daad van de liefde uit, want in de volmaakte liefde is geen vrees. Beste vriend, heb je Christus in Zijn liefde reeds geloofd en ook Zijn liefde ervaren zoals Petrus die (nieuwelings) mocht ervaren in de hel van zijn bestaan? Als dat door vrije soevereine genade zo mag zijn in ons leven, zijn we aan het bitterlijke wenen van Petrus over de zonde, en de allesovertreffende liefde van Christus voor een goddeloze hoop, geen vreemdeling, en dan zijn we ook geen vreemdeling aan Galaten 2:19, want indien wij met Hem gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven (2 Tim. 2:11). Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God (Openb. 19:1).


http://www.derokendevlaswiek.nl