TREKKING EN OPWEKKING
HET WEL ZIEN LIGGEN, MAAR ER NIET BIJ KUNNEN        
Plaats in winkelmandjeMandje
AANDACHT GEVRAAGD VOOR ZIELEN DIE HET WEL ZIEN LIGGEN, MAAR ER NIET BIJ KUNNEN.

Geachte heer Burggraaf,
Dank voor uw snelle en duidelijke reactie. (Zie: 'DODEN ZULLEN HOREN?') Wilt u zo vriendelijk zijn om mijn onderstaande opmerkingen door te lezen en van commentaar te voorzien?

A.D.: Overtuiging van zonden, gerechtigheid en oordeel geschiedt door de Heilige Geest.

GPPB.: Ja, en dat middels de Wet, de bediening des doods, want door de Wet is de kennis der zonden. (Joh. 16:8 - Rom. 3:20).

A.D.: Deze overtuiging kan geschieden bij wel- en niet uitverkorenen.

GPPB.: Zeker waar. (Matth. 22:13-14).

A.D.: Dit betekent dat de Heilige Geest mensen laat geloven dat wat in het Woord waar is betreffende de oordelen Gods. Echter dit geloven is niet het zaligmakend geloven, want het mist het vertrouwen dat de zonden zijn vergeven.(HC vrg 21)

GPPB.: Helemaal Schriftuurlijk waar. (Gelijkenis van de tien maagden), alleen leidt deze overtuigingskennis bij de uitverkorenen tot het geheim van Galaten 2:19.

A.D.: Wat voor geloven is dit dan?

GPPB.: Het is niet een historisch geloof, niet een wondergeloof, maar een overtuigingsgeloof in en door de Wet Gods en in het vonnis des drievoudigen doods. Een louter overtuigingsgeloof werkt alleen zelfbehoud en is benauwd voor de gevolgen van de zonden, of leidt zelfs tot de strop. Dit geloof is een wettisch werk des Geestes en zeer schadelijk voor de ziel om erin te rusten of ermee in zichzelf te keren. Gods uitverkorenen komen met dit overtuigingsgeloof d.m.v. de bediening des doods aan hun einde en aan het einde van de Wet (Gal. 2:19 - Rom. 10:4).

A.D.: Alleen bij uitverkorenen komt het tot een wedergeboorte.

GPPB.: JA! (1 Pet. 1:3 - 1 Pet. 1:23).

A.D.: In de wedergeboorte wordt het zaligmakende geloof geschonken.

GPPB.: Ja, tegelijkertijd, dus op moment van wedergeboorte. (Matth. 18:6 - Joh. 10:14).

A.D.: Tot dit zaligmakend geloof hoort het vast vertrouwen dat mij vergeving van de zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is. (HC vr 21) (dus tot het wezen des geloofs)

GPPB.: Helemaal waar! (Hand. 26:18 - Rom. 3:25 - Rom. 8:38 - 2 Tim. 1:12).

A.D.: Dit geloof kan klein/zwak maar ook groot/sterk zijn.

GPPB.: Volledig waar. (Matth. 17:20 - Rom. 14:1 - 1 Kor. 8:11 ; Efeze 4:13-14 - Matth. 15:28).

A.D.: De rechtvaardigmaking vindt plaats (tegelijkertijd) met de wedergeboorte. (Heel nadrukkelijk staat er 'rechtvaardigmaking' en niet 'rechtvaardiging').

GPPB.: De eerste regel is waar, maar de opmerking tussen haakjes niet, want er bestaat geen verschil tussen de rechtvaardigmaking en de rechtvaardiging. Dezelfde zaak wordt met beide woorden bedoeld, hoewel het woord 'rechtvaardiging' in de Bijbel niet voorkomt, maar wel bijbels is.

A.D.: Dit vind ik nu zo moeilijk want het lijkt mij dat wanneer je in de vierschaar van het geweten Gods hebt gestaan en je daadwerkelijk bent vrijgesproken je nooit meer twijfelt. Je hebt het toch immers uit Zijn mond gehoord?

GPPB.: Het ware geloof is altijd zeker, maar de gelovige dikwijls niet. De gelovige is vlees en Geest, aan twijfelingen en aanvallen onderhevig, hetgeen hem (dikwijls) doet twijfelen aan zijn staat (Lees Matth. 28:17), al naar gelang de beoefening des geloofs. Toch verliest een waar gelovige zijn geloof nooit, want daar staat de voorbidding van Christus garant voor. In de grootste aanvechtingen blijft er een beginsel van de ware zekerheid des geloofs in Christus op de bodem van het hart bestaan, alleen hebben we niet altijd de kracht ervan, maar dan toch wel de wetenschap. De Heere bevestigt echter altijd hetgeen Hij in de ziel gewrocht heeft door de Heilige Geest in nood en dood. Anders zou Gods volk omkomen. Maar de Heere houdt getrouw Zijn Woord, want Hij is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.

A.D.: Wat betekent dan opwassen in de genade?

GPPB.: "Hij moet wassen, maar ik minder worden", Joh. 3:30.

A.D.: Wat is dan het verschil tussen een klein/zwak en groot/sterk geloof? Is er dan een zwak en sterk vertrouwen? Hoe moet/kan ik dit zien?

GPPB.: Er is tussen klein/zwak en groot/sterk geloof alleen verschil in de kracht ervan; inhoudelijk is er geen verschil tussen een zwak en sterk geloof. Let wel: Klein geloof is onderscheiden van zwak geloof, want een klein geloof twijfelt aan de almacht van God en Christus. Dat is een grote zonde en wordt altijd bestraft, ook bij de discipelen. Een zwak geloof daarentegen zoekt zijn kracht, troost en sterkte geheel bij Christus, maar ervaart weinig kracht. Er is een sterk en zwak vertrouwen, zeker, maar beiden verbinden met Christus. Hoe dik de geloofsdraad moet zijn, is niet van belang. Een waar zaligmakend mosterdzaadgeloof in Christus is voor eeuwig genoeg.

A.D.: U zult mijn vragen wel meer dogmatisch dan zielbevindelijk vinden echter ik tob (opnieuw) met deze vragen. Ik ben mij ook bewust van Galaten 1:16 en 17, maar ik weet ook dat God middelijkerwijs wilt werken. Hij wilt mensen gebruiken om andere mensen te leren.

GPPB.: Je stelt belangwekkende en terzake doende vragen en je maakt gelijknamige opmerkingen. Ik leer ervan.

A.D.: Nu lees ik ook van een inwendige en een uitwendige roeping. Wat wordt hier mee bedoeld? Ik heb gelezen dat de inwendige roeping qua tijd samen valt met de wedergeboorte maar in orde vooraf gaat. Waarom maken de theologen het allemaal zo moeilijk? Tot zover mijn vragen.

GPPB.: 1. Een inwendige roeping is zaligmakend. Een uitwendige roeping is algemeen en blijft zonder geloof, zonder de toepassing in Christus. Uitwendig gezien worden alle hoorders des Evangelies geroepen, maar degenen die de Heilige Geest inwendig roept, dus krachtdadig, die komen tot het geloof in Christus en worden wedergeboren. De inwendige roeping IS de wedergeboorte en geschiedt op het spreken van de Borg (Joh. 5:25). 2. Aangezien een baby nog geen roggebrood eet, ook geestelijk niet, zijn er bepaalde zaken in het Woord die zwaar zijn om te verstaan (2 Pet. 3:16). Je moet je er niet door laten vermoeien en in dat geval moet je je laten voeden met de onvervalste melk van het Evangelie. Vraag niet om zwaarheid, maar om klaarheid en dan zal God je wel leiden in het effen recht des HEEREN, als en zoals het Hem belieft.

A.D.: U vroeg: Heb je de stem van de Zone Gods reeds gehoord als een dode, helwaardige zondaar, die maar 1 recht heeft, de welverdiende straf?
Ik kan u hierover helaas weinig anders zeggen dan het volgende. Toen ik een jaar of 15/16 was kregen wij een andere dominee. Deze dominee mocht het middel in Gods hand zijn dat ik de dingen anders ben gaan zien. Ik heb een ziel te verliezen. Als ik hier God niet leer kennen dan zal het voor eeuwig te laat zijn. Ik ben aan het werk gegaan. Veel lezen in Gods Woord en (helaas?) ook dogmatiek. Maar hoe meer ik las des te onmogelijker werd alles. Ik kwam niet dichterbij maar juist het omgekeerde vond (vind) plaats. Het werd steeds onmogelijker. Ik kan u zeggen dat ook ik onder het kruis heb gestaan en heb geroepen "Kruisigt Hem". Ik kan u zeggen dat ik baalde dat het niet gelukt was om Hem te doden. Niet de Joden niet de Romeinen maar ik kruisigde Hem aan het kruis. Ontsteltenis om daaraan ontdekt te worden! Vervolgens heb ik mogen zien dat het mijn zonden waren die de spijkers in Zijn handen sloegen, steeds opnieuw. Maar o wonder, o wonder dan nog zei Hij: "Wendt u naar Mij." Wat een liefde sprak daaruit. Maar Ik wilde niet door Hem gezaligd worden, tenminste niet op die manier. Je wilt toch ook niet dat je beste Vriend jouw schuld draagt. Nee, dan moet je zelf de schuld dragen die wil je niet overdragen aan je beste Vriend. Werken en nog eens werken. Toen heb ik mogen zien dat er geen andere weg is en dat dit juist het liefste werk is wat Hij wil doen. Maar wat deed ik? Ik vroeg niet om vergeving van mijn zonden maar juist om ellendekennis. Ik dacht dat mijn ellendekennis 'recht' zouden geven op Hem. Ellendekennis was belangrijker dan Christuskennis. Ik zag de ellendekennis als voorwaarde in plaats van als middel. En zo ploeterde ik maar door.

GPPB.: a. De ware Christuskennis kan er niet zijn zonder rechte ellendekennis. Is de eerste Adam niet geleerd, dan is de tweede Adam niet begeerd. Ik spreek niet voorwaardelijk, maar feitelijk. Het moet niet zo, nee, maar zo gaat het wel. We moeten deze zaken (Wet en Evangelie) nooit scheiden, hoewel ze zuiver onderscheiden zijn in hun bediening en uitwerking. Maar de mens wil zo graag met het ene of met het andere werken en dat baart een zee van twijfel omdat het dan Gods werk niet is.
b. Belijdenis van zonde en gewillige strafaanvaarding gaat -als het recht ligt- aan het vragen/bidden/smeken om vergeving van zonden vooraf. Niet als voorwaarde, maar omdat Gods Geest altijd zo werkt (1 Joh. 1:9). God maakt Zijn volk eerlijk, heerlijk en onvoorwaardelijk zalig en dat door recht (Jes. 1:27). Dat betekent dat degenen die door God worden vrijverklaard, zichzelf reeds hebben veroordeeld en verdoemd, niet alleen krachtens het vonnis der Wet, maar ook omdat zij zoveel kwaad tegen zoveel Goed hebben bedreven. Denk o.a. aan de moordenaar aan het kruis.

Vervolg A.D.: Toen kwam ik op een moment dat ik mediteerde dat ik ook helemaal niets hoefde te doen, nog sterker alles was reeds gedaan. Ik hoefde niets te doen, ik hoefde zelfs geen ellendekennis mee te nemen. Dit was een moment van uiterste rust. Een wonder ik hoefde niets te doen. Hij had alles volbracht en dan bedoel ik ook alles! Het werd het grootste wonder dat Hij naar de aarde is gekomen om mensen die niet naar Hem vroegen, ja Hem zelfs aan het kruis nagelde, vijanden van Hem, die in het paradijs Hem niet geloofde en Zijn Zoon niet geloofde ja zelfs doodde aan het kruis, toch nog ondanks wilde zaligen. God liet Zich doden door Zijn schepsel om die schepselen te zaligen. Wat een liefde!! Door die liefde (i.p.v. de ellendekennis) werd ik verslagen.

GPPB.: Nee, inderdaad, ellendekennis hoef je niet mee te brengen, want dat is een werk der Wet en des Geestes en daar vraagt niemand naar. Maar toen de Wet bij Paulus inkwam, stierf hij en werd Gode levendgemaakt. Dat is altijd de orde, maar laat God het doen. Laat u zaligen en laat u met God verzoenen! "Verslagen" zoals de Pinksterlingen verslagen werden in het hart op de scherpe en afsnijdende wetsprediking van Petrus, betekent in de grondtaal: "doorstoken". Dat is een werk der Wet. Of bedoel je dat je "verbroken" werd door de liefde? Dat kan al tijdens de trekkende liefde plaatsvinden die met de ellendekennis gepaard gaat. God zal Zijn uitverkorenen tot Christus voeren enwel met smeking en geween. Hoewel de dwaze maagden deze trekking, waarmee de Vader de Zijnen tot Christus trekt, misten, is de trekking zelf nog niet de wedergeboorte, want in de wedergeboorte (opwekking uit de geestelijke dood) wordt de ziel daadwerkelijk met God verzoend door de toegerekende gerechtigheid van Christus en dat door het geloof. Christus zegt in Johannes 6:44: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." Degenen die nog nooit opgewekt zijn, kunnen ook niet zeggen dat zij ooit echt getrokken zijn. De opwekking verklaart de trekking en niet andersom. Velen voelen zich getrokken, maar komen nooit tot de zaligmakende kennis der Waarheid. Velen zoeken, maar weinigen vinden. Velen worden geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren. Dat betekent niet -met eerbied gesproken- dat God krap in Zijn ingewanden zit, zeker niet, nee, de mens gaat om eigen schuld verloren, of hij wordt door vrije, soevereine genade behouden. En het zal uiteindelijk een schare zijn die niemand tellen kan.

Vervolg A.D.: Echter door het lezen en het horen van dat God mensen bekeert na ellendekennis ben ik opnieuw gaan vragen om ontdekkende genade dat ik maar meer en meer van mijzelf mocht zien, dat ik meer en meer God als een heilig, rechtvaardig God mocht gaan zien enz, want ik miste iets maar kon/kan het niet onder woorden brengen.

GPPB.: Ja, graaf maar dieper mensenkind, maar schrijf God niets voor. Hij weet veel beter hoe wij bekeerd moeten worden dan wij het weten. Werk niet met ellendekennis, want je komt ermee in de wanhoop. En als God de mens ontdekt en bekeert, willen we niet, want er is niemand die God zoekt, ook niet tot 1 toe. Christus zoekt, ja, Hij alleen en Hij zoekt alleen ten dode gedoemde zondaren. Hij vindt ze ook, reinigt hen door Zijn bloed, legt ze op Zijn schouder en draagt de door Hem gevonden schapen naar het Vaderhuis met de vele woningen. En o, als je dan zodanig dodelijk gewond bent en gewaar wordt dat je ten dode gedoemd bent, door de slangen gebeten, zie dan op het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt, om het dan uit Zijn Eigen mond te horen: "Ik leef en gij zult leven."

Vervolg A.D.: Toen las ik van de losmaking van de wedergeboorte van de rechtvaardigmaking (ik noem dit nu zo, maar dit is mij pas duidelijk geworden na het lezen van uw geschriften). Hierdoor dacht ik: o, als je wedergeboren bent dan zal God het werk dat Hij begonnen is ook voleinden. En in wezen is dit ook zo, maar ik beruste erin. In mijn hart bleef wel een vlammetje branden van verlangen naar Hem maar ik deed er niets meer aan. Mijn hart werd alsmaar harder. Ik dacht zal God ooit nog zo'n hard hart willen veranderen? Zal Hij het ooit weer week willen maken? Maar, o, wat een wonder Hij heeft opnieuw naar mij willen omzien. Opnieuw is er een hartelijke begeerte om Hem groot te maken. Maar opnieuw een begeerte naar Hem is echter geen zaligmakend geloof. Het zien van mooie dingen achter een etalageruit is wel mooi, maar dat is nog niet het bezit van die dingen die geëtaleerd zijn. U begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel. Mijn verantwoordelijkheid is als maar groter geworden. Zoveel genade ontvangen en dan nog geen geloof. Er is veel mest om mijn boom gelegd maar nog geen vruchten. Hoe lang heb ik nog te leven? Ik moet mij haasten om mijns levens wil maar ik weet het niet meer. Nee, ik geef daar God niet de schuld van! Ik ben schuldig. Hij heeft alles gedaan wat nodig is. Kortom ik weet het niet meer. Het is allemaal een hap/snap geschreven maar ik verwacht dat u er wel wat van begrijpt.

GPPB.: Geliefde vriend. Je mag duidelijk liggen onder de bearbeiding van Gods Geest, maar rust niet totdat Christus je Zelf zalig spreekt, zodat je bij God vandaan mag zeggen: "Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord." Je hebt de Schat zien liggen, maar nu moet je nog eigenaar worden van de akker, waarin die Schat verborgen ligt. Als 'zien nog geen hebben' is, is er nog geen sprake van waar geloof in Christus. Zien is alleen hebben door wedergeboorte, namelijk door het geloof in den Zoon van God. In jouw geval moet je nog alles kwijt, alles verkopen, om in bezit van de Schat in de akker te komen. Niet met geld, maar gratis om niet. "O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren en gij die geen geld hebt, komt koopt en eet, zonder prijs wijn en melk." Hij heeft ellendigen dat land, bereidt door Zijne sterke hand! Houdt moed, mijn vriend, God heeft tot het zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs (Jes. 45:19).

Vervolg A.D.: Betreffende dominees die u qua leer niet juist vindt kan ik u zeggen dat ik er een aantal gelezen heb. Aan de ene kant hebben zij mij verward maar ik heb er ook rijke zaken uit mogen halen. Voor mij geldt in hun geval Markus 9:38-40; zie verklaring MH.

GPPB.: Dankt God in alles!

PS. van A.D.: Is de uitleg van de HC door ds. J van Sliedrecht volgens u naar Gods Woord?

GPPB.: De Heere gebruikt wat en wie Hij wil, hoewel altijd overeenkomstig Zijn heilig Woord. Ds. Van Sliedrecht is niet erg zuiver in de leer; hij was een Comriaan, en leerde ook -in navolging van Comrie- een velerlei rechtvaardigmaking. Dat is helaas jammer en onbijbels. Ds. Van Sliedrecht was evenwel een Godvrezend man en hij heeft ook rijke en zielsverblijdende dingen geschreven, ook in andere geschriften. Het gaat er maar om of wij van de Heere Zelf geleerd zijn en dan valt de mens weg, want het is door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen. Hopelijk hoor ik D.V. nog eens van je vrijmaking in Christus. Gode van harte bevolen.

A.D.: Beste heer Burggraaf,
Dank voor uw snelle reactie. Het klinkt misschien vreemd maar ik ben blij dat u geen handen oplegt. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Het enige waar ik mee gebaat zal zijn is wat u schrijft: "Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord."

Gode bevolen!
En vriendelijke groet van,
A.D.


http://www.derokendevlaswiek.nl