BOEK DS. J.H. KOSTER
LEVENSSCHETS EN BRIEVEN VAN DS. J.H. KOSTER UIT MONTFOORT, WAARVAN DE KLOKKEN SINDS DE OPRICHTING VAN DE PKN IKABOD LUIDEN        
Plaats in winkelmandjeMandje

DE ZEKERHEID DES GELOOFS BEHOORT TOT HET WEZEN DES GELOOFS, MAAR WORDT O.A. DOOR GG-DS. C. HARINCK EN HHK-DS. D. HEEMSKERK MET DROGREDENEN ONTKEND

LEVENSSCHETS EN BRIEVEN VAN DS. J.H. KOSTER UIT MONTFOORT, WAARVAN DE KLOKKEN SINDS DE OPRICHTING VAN DE PKN "IKABOD" LUIDEN


Ds. Johannes Hermanus Koster
Geboren te Wissenkerke 13 oktober 1881
Overleden te Groenekan 15 februari 1949

Het boek over ds. J.H. Koster "Deze elledige riep en de Heere hoorde" bevat 231 pagina's en bestaat voor tweederde uit 30 brieven van ds. J.H. Koster, gericht aan zijn zielevriend dhr. H. Jonker, die woonachtig was in Den Haag en bij de bekende ds. J.P. Paauwe kerkte.

Ds. J.H. Koster, voor velen destijds bekend als "dominee Koster van Montfoort" was een zeer begenadigd prediker die de gave des onderscheids in grote mate deelachtig was, maar zijn bijbels oordeel tot vermeende bekeerlingen: "Kijk het nog maar eens na", zou vele belijders in onze dagen in woede doen ontsteken. Ja, voor de liefde staat men je tegen. Ds. Koster heeft als Nederlands Hervormd predikant in de volgende plaatsen het Woord mogen bedienen:

1. Wijckel [1908-1915]
2. 's Grevelduin-Capelle [1915-1918]
3. Wouterswoude [1918-1923]
4. Montfoort [1923-1943]
5. Maartensdijk [1943-1947]

In het gedeelte van de levensschets komt o.a. aan de orde:

1. Zijn bekering (pag. 22)
Note: Sumier verslag van zijn evenwel echte bekering, maar de vergelijking met "het zien van Mozes van het beloofde land", het sterven aan de Wet, "Jakob's zien van Rachel" is niet erg Schriftuurlijk te noemen, want het zien van Mozes van het beloofde land en het zien van Jacob van Rachel was in natuurlijk opzicht nog geen hebben, maar het geestelijke zien op Jezus door het geloof is hebben! Dat zien is niet gezichtelijk, maar gerichtelijk!

Paulus zegt in 1 Korinthe 15:8: "En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien." 1 seconde voor dat "geloofszien" kon hij eerder een ster van de hemel plukken dan in Christus geloven. Gezichtelijk zien op Jezus is geen hebben, maar inbeelding. Mozes' zag echter niet gezichtelijk, maar door het geloof, maar zijn zien is geen type van de rechtvaardiging door het geloof. "Het beloofde land" is meer een type van de heiligmaking, dan van de rechtvaardigmaking. De vijanden moesten uitgedreven worden door het geloof! Dat ziet op de strijd tussen vlees en Geest, hoewel de rechtvaardigmaking en de heiligmaking geen stappenplan is dat met streven bereikt kan worden, maar alleen door het geloof in Christus werkelijkheid is, gelijk geschreven is: "Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere", 1 Kor. 1:30-31.

De doortocht door de Rode Zee is veel meer een type van de rechtvaardigmaking dan het zien van het beloofde land. Ds. Koster had van het "zien des geloofs" een veel zuiverder beeld kunnen gebruiken, namelijk het zien op de door Mozes verhoogde slang in de woestijn door de slangen gebetenen. Dat is een zuiver beeld van het zien op de gekruisigde Christus door het geloof. "Zie het Lam Gods" in de toepassing, is hebben, vrijspraak, vrede, zaligheid.

2. Zijn roeping tot het predikambt (pag. 24)
Note: Er wordt alleen vermeld dat ds. Koster naderhand een roeping van God ontving, maar niet hoe die is geschied. Niet dat we aan zijn roeping twijfelen, maar een kort verslag van zaken had wel op zijn plaats geweest.

3. Zijn gesprek met ds. D. Th. Keck (pag. 39)
Note:
De weigering van ds. Keck (Bergambacht) om kinderen die door onrechtzinnige predikanten waren gedoopt niet in de doopboeken te willen schrijven, miste elke grond. De Reformatie erkende zelfs de roomse Doop (hoewel Kohlbrugge zegt dat alles van een valse kerk vals is, inclusief de scramenten). Kecks ontzetting uit zijn ambt had hij aan zichzelf te wijten. Ds. Keck diende na een tijd evenwel een aanvraag in om weer NHK predikant te mogen worden. Het antwoord van ds. Koster op de (schuld?)bekentenis van ds. Keck dat hij zonder de Heere uit de NHK was gegaan, mist eveneens elke grond. Koster gaf namelijk als antwoord dat hij vreesde dat ds. Keck weer zonder de Heere tot de NHK terug zou keren. Als ds. Keck in de schuld gekomen is met zijn schorsing, staat Kosters oordeel haaks op de bekering van Manasse, die door de Heere hersteld werd in zijn ambt als koning, nadat hij tot bekering was gekomen. Of ds. Keck in de schuld gekomen is met zijn schorsing, is mij echter niet bekend en het wordt dan ook niet duidelijk vermeld in het boek. Het voorval tussen ds. Keck en ds. Koster had op deze wijze dan ook nooit publiek de wereld in gemogen, vanwege de onvolledigheid ervan!

4. Voorval met ds. Paauwe (pag. 57)
Note: Dat ds. Paauwe dhr. Jonker niet binnenliet, omdat dhr. Jonker in de NHK onder ds. Koster aan het Heilig Avondmaal had deelgenomen, is wel een ernstige vorm van bekrompenheid van de kant van de door mij geachte ds. Paauwe.

5. Voorval met boekhandelaar Van Reenen (pag. 61)
Note:
Boekhandelaar Van Reenen, die in zijn blinde ijver een drietal boeken verbrandde, omdat de Naam van God erin vermeld stond als "Heer", kreeg een ernstige les van ds. Koster. De boekhandelaar werd gewezen op het feit dat de psalmboekjes waarin stond: "Heer' ai maak mij Uwe wegen", en: "Heer door goedheid aangedreven" dan ook aan de verbranding moesten worden overgegeven. Koster maakte vervolgens een vergelijk met de 30 zilverlingen van Judas en de verbranding van de drie boeken, met de opmerking: "Zo heeft elk mens zijn prijs." Ja, zeg dat wel.

6. Schriftuurlijke berisping van ds. Koster aan het adres van ds. Du Marchie van Voorthuysen (pag. 64)
Note:
Toen ds. Van Voorthuysen (die onder de bediening van ds. Koster tot bekering gekomen is), ds. Koster en ook zichzelf vergeleek met de verdronken Farao, voelde ds. Koster zich geroepen om ds. Van Voorthuysen te bestraffen door Van V. erop te wijzen dat Egypte nergens in de Bijbel het beeld van God is, maar dat Farao het beeld is van een verworpene. Koster: "Dat je jezelf erbuiten zet, moet je zelf weten, maar dat je er mij buiten zet, dat hoef je niet te doen". En ds. Van V. zweeg stil.
Ik haal dit fragment aan, omdat ds. Van Voorthuysen, voor wie ik overigens grote achting heb, zijn eigen preken dikwijls afbreuk deed door onschriftuurlijke uitdrukkingen. Bijv. "Een geopenbaarde Middelaar is nog geen toegepaste Middelaar". Als dat waar zou zijn, heeft Paulus zich blij gemaakt met niks, als hij zegt: "Het heeft Gode behaagd Zijn Zoon in mij te openbaren", Gal. 1:15-16.
Dat ds. Van V. zich van dit soort uitdrukkingen heeft bediend is heel jammer, want dat doet afbreuk aan de leer der Schrift. De berisping van ds. Koster aan het adres van ds. Van V. was zeer terecht, maar het heeft helaas niet veel geholpen. Afgezien van zijn onschriftuurlijke dubbelzinnige uitdrukkingen, wordt de rechte en noodzakelijke bijbelse separatie waarvan de preken van ds. Van V. doordrenkt zijn, volledig gemist in onze dagen.

7. De schorsing van ds. Koster in 1945 voor 8 maanden
Note:
De reden van de schorsing wordt in het boek niet vermeld en dat is een ernstige onvolledigheid. Ds. Koster zou geschorst zijn om zijn houding. Welke houding? Was het om zijn familiaire omgang met zijn NSB-zoon? Dat laatste is inderdaad verwerpelijk, want hand in hand gaan met NSB-ers is net zo goed landverraad, zoals dat ook geldt voor het lidmaatschap van de landverraderlijke NSB-SGP.

8. Zijn begrafenis door ds. E. du Marchie van Voorthuysen (pag. 72-91)
Note:
Ik wil slechts 1 treffende opmerking aanhalen uit de ernstige en getrouwe rouwpredikatie van ds. Du M. van Voorthuysen: "Mijn ziel zucht weleens: O God, zoudt Gij Nederland 1 knecht willen geven, die het ook kan zeggen hoe ver het weg is? Er is geen stem of opmerking. Wil ik eens wat zeggen? Niet 1 profeet is ons tot troost gebleven, die uitklaart de breuk en verlating Gods."

In de brieven van ds. Koster aan zijn vriend Jonker komt o.a. het volgende aan de orde: - Brief 2, 3, 4, 5, 6, 7. De toe-eigening des heils en de verwarring daarover; een ruimhartige blik (pag. 121).
Note: Over de toe-eigening des heils las ds. Koster "verwarring" in het boek van ds. Hooker "De heilzame wanhoop". Niet wat de wezenlijke stukken des geloofs betreffen, maar aangaande de orde, had ds. K. het zo anders geleerd. Koster had er wel goed aangedaan te vertellen in welke orde de Heere het hem geleerd had. Hooker legt nogal wat gewicht in het gebed van een onbekeerde ziel en als Koster dat "verwarrend" vindt, kan ik hem daarin volgen, want het gebed der goddelozen is de Heere een gruwel en zo wordt dat ook beleefd aan de kant van de ontdekte zondaar. Maar als er in Psalm 102:18 staat dat de Heere Zich zal wenden tot degenen die gans ontbloot zijn en niet versmaden zal hunlieder gebed, hetgeen we ook zien bij de Moordenaar aan het kruis, dan laten we dat maar eerbiedig staan, omdat God in Christus de aanbiddelijke Verhoorder hiervan is.

Ik denk dat ds. Koster dat ook bevindelijk kende: "Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde."
De Heere werkt evenwel ordelijk ook t.a.v. de toe-eigening des heils, echter nooit volgens een menselijk en/of kerkelijk schema, noch volgens scholastiek-filosofische systemen, aka de foederaal-theologen, zoals Gijsbertus Voetius, Herman Witsius, Petrus van Maastricht, enz.

Al Gods kinderen ontvangen Christus en Zijn weldaden in een punt des tijds (wedergeboorte), ineens en voor altijd, maar de een heeft er langer voor nodig om te weten wat hij allemaal in Christus heeft dan een ander. Welk kind van God zal ooit de volheid van Zijn genade ten volle kunnen bevatten?
Hoewel Gods kinderen elkaar herkennen in dit ene kruispunt, namelijk dat zij door God als goddelozen gerechtvaardigd en verlost zijn geworden in het oordeel, toen zij niet halfdood, maar geheel dood bevonden werden in zonden en misdaden, verdoemd door de Wet Gods en als door de wet der wet gestorvenen (Gal. 2:19) door Christus levend en zalig gesproken (Joh. 5:25).

Omdat God feilloos weet wie Hij tot Christus trekt (Joh. 6:44), is het anderzijds wel een ontzaggelijk wonder als een ziel met zijn volle bewustzijn als een totaal verloren zondaar openbaar komt voor God, tot zichzelf komt, en op genade of ongenade zijn Rechter om genade smeekt.

De evangelische invloeden die (soms diepgaand, soms nihil) gepaard gaan met de ware ontdekking zijn op zich echter niet zaligmakend, zolang Christus Zich niet aan de verloren ziel openbaart tot vergeving der zonden. Christus SPREEKT Zijn volk levend en zalig (Joh. 5:25), in de vergeving van al hun zonden, waarop de betreffende zondaar met Christus verenigd wordt door het geloof en de vrede ervaart tussen God en zijn geredde ziel. De Heere is niet na te rekenen in de bekering der zondaren, maar de ware bekering in Christus kan altijd wel de toets van Gods Woord doorstaan. Wie het zijn? De Heere kent degenen die de Zijnen zijn, maar het is absoluut noodzakelijk dat wij het ook weten om Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding. Bent u reeds het eigendom van Christus, geliefde lezer?

Ds. Koster: "Het is een bewijs van vleselijkheid, als een ziel buiten Christus zomaar alles opraapt en voor zaligmakende genade houdt. Wij willen Christus gebruiken in onze dingen, om onze failliete rommel weer op de been te helpen. En zo draait het maar om ons eigen "ik". O, dat lieve lieve "ik", die dode goddeloze pop en afgod waar we maar omheen springen als de priesters om hun Dagon en Israel om zijn gouden kalf." enz. (Sela - GPPB.).

Ds. Koster had een ruimhartige kerkblik en stelt dat Gods kinderen zich onder de onkerkelijken bevinden, en wellicht ook onder de gereformeerden, onder de roomsen en onder de modernen. Geen kerkistische blik dus, maar wel te ruimhartig, aangezien niets in de huidige afvallige refokerken nog "zuiver gereformeerd" genoemd kan worden en alles afval is wat de refokerkklokken slaan. Gods ware volk kan niet vereenzelvigd worden met de roomsen en de modernen, aangezien er geen "roomsen" en "modernen", noch "gereformeerden", noch "gelovigen" de Enge Poort doorkomen, dan alleen lijken die de oude-mens-dood gestorven zijn en in de Poort het Einde der wet, Christus, aan hun zielen krijgen geopenbaard, "Want het Einde der Wet is Christus, tot rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft", Rom. 10:4.

Brief 8. Het punt van de rechtvaardigmaking en de misvattingen van "het oude volk".
Note:
Ds. Koster stelde -geheel op grond van Gods Woord- de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consientie door het geloof aan het begin van het geestelijke leven. En wijst terecht de dwalingen aan die ontstaan zijn op de gezelschappen van het oude volk) en die in de Afscheiding gemeengoed geworden zijn (pag. 131).

Lees s.v.p. ook het artikel op het volgende blok: "VIERSCHAAR KARIKATUUR" en vele, vele andere aanverwante artikelen. Ook ben ik het met ds. Koster eens dat een gerechtvaardigde ziel pas een tijd later (soms jaren later) tot volle(re) ruimte kan komen, dus meer trapsgewijs. Dat herken ik ook vanuit mijn eigen zieleleven in het kader van de 2e bekering (Luk. 22:32), in de orde van Bethel en Pniel, zoals ook ds. Koster dat vanuit zijn eigen leven verhaalt, en wel op pag. 132. Een en al geestelijke herkenning en vereniging dus. Ach, ik ben van gisteren en weet niet, ken niet, ben niet, heb niet, deug niet; Hij is, Hij weet, Hij kent, Hij bemint, Hij heeft, ja, Hij is gisteren en heden Dezelfde, tot in eeuwigheid !

Brief 9. Kosters oordeel over de Afscheiding; de schorsing van ds. Paauwe; de kerkschuld; "dat de roomsen nog rooms zijn is onze schuld".

Note.: Ja, ds. Koster heeft het zuiver zien liggen, het oordeel over kerkelijk Nederland. En niet alleen dat, hij leefde de breuk IN. De NHK was een ondergaand wrak, al ver voor 1834, maar de Afscheiding heeft Paulus' woorden: "Indien dezen in het schip niet blijven, gij kunt niet behouden worden", Hand. 27:31, in de wind geslagen. Men is -tegen de Schrift in- in de reddingsbootjes gesprongen om het vege lijf te redden. Het werd een hele vloot, die uiteindelijk aan elkaar gekoppeld werden door ds. G.H. Kersten. Maar het bleef doorstormen, ook in de reddingsbootjes en zodoende repeteerde de breuk al meer en meer en ontstonden er hier en daar wat oud gereformeerde bootjes BV, terwijl het NHK-schip steeds verder zonk. Ondertussen was ook ds. Paauwe geschorst, omdat hij een paar vrijzinnige matrozen van het achterdek weigerde als dooplid in te schrijven. De schorsing van ds. Paauwe staat vrijwel gelijk aan de schorsing van ds. Keck. De motieven van beider predikanten kan ik helaas niet verdedigen. Als de kerk geen open deur meer heeft voor de wereld, houdt de kerk op kerk te zijn. Dat ligt met de schorsing van ds. De Cock en Ledeboer wel geheel anders. Ds. Paauwe heeft echter nooit een nieuwe kerk gesticht en hij is dan ook niet sektarisch te noemen. De Afscheiding daarentegen is wel sektarisch geworden, inclusief in de leer. Ds. Paauwe is gereformeerd gebleven, de Afscheiding niet en dat kan ook niet, want wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Ik steek de hand in eigen boezem. Over de motieven van ds. Paauwe heeft ds. Koster zijn wenkbrauwen gefronst. Koster: "Waar is bij het uitgaan van ds. Paauwe de eigen schuld gebleven?" Pag. 135.
Het NHK-schip is uiteindelijk leeggeroofd en aan de golven prijsgegeven door een stel SoW-kapers die er met de buit vandoor zijn gegaan, waarbij een groot aantal GB-matrozen zich lafhartig lieten meevoeren om als galeislaven dienst te doen op het PKN-schip dat echter een aan elkaar gekleide bodem heeft, een mast die gemaakt is met het brandhout uit Sodom en Gomorra en met alle GB-hens aan dek, richting Rome roeit.... MAAR.... er bleek nog een opgelapt reddingsbootje aan het achterdek van het NHK-wrak te hangen, die men met de doopnaam HNHK op de valreep te water liet. De piratenkapitein van het PKN-schip, Plaisier, pikte dit niet en brulde van het achterdek: "Verwijder die NHK-'N' van jullie boot, of anders kannoneer ik jullie reddingsboot regelrecht naar de kelder!" De HNHK-kapitein, Heemskerk, jammerde luid: "Laten we onderhandelen!" De piratenkapitein dreigde opnieuw en voor het laatst: "Haal die Nederlandse kerkvlag neer of ik jaag je naar de kelder." Ja, en toen heeft de bemanning van het HHK-bootje eieren voor geld gekozen, de NHK-vlag neergehaald en nu dobbert het Herstelde bootje gekrookte makrelen stuurloos in het rond, want het bleek allemaal zelfbehoud te zijn. Och, dat het zwaard van het Woord er nog eens een paar overboord wipte, want Jona zit nog steeds alleen op het strand van Nineve. En die overige NHK-matrozen dan op het wrak? O, dat zijn er niet zo veel meer, o, kijk, daar zit er een op een stuk scheepsbalk een preek van Kolhbrugge te lezen, en daar klemt er een zich vast aan een stuk afgebroken mast, maar ja, hun (klein)kinders worden natuurlijk niet gedoopt, want men is nergens lid en er is geen dominee die zijn vingers aan zulke aftanse drenkelingen wil branden. Ds. Paauwe is niet meer, dus drijven die paar overgebleven NHK-Baruchs die om des gewetens wil liever van 's Heeren wil en leiding afhankelijk blijven, op hoop van zegen straks de haven van de eeuwige rust binnen. God schept namelijk geen nieuwe schepen, noch knapt Hij de verscheurde en uit elkaar gerukte reddingsbootjes op, maar Hij zal wat nieuws scheppen, want met het vergaan van het oude NHK-schip is het niet afgelopen met Gods verbondsbemoeienissen voor Zijn strijdende Kerk, nee. De kerkschepen zullen echter allen vergaan, met man en muis, want God komt met Zijn oordelen. De dochteren van Juda hebben zich erover verheugd (Ps. 97:8). Het overblijfsel naar de verkiezing der genade wordt behouden, want God weet de Zijnen in de ure der verzoeking die over de gehele wereld komen zal wel te bewaren (Openb. 3:10). Sommigen op planken, en sommigen op enige stukken van het schip en alzo zal het geschieden, dat zij allen behouden aan het land komen (Hand. 27:44). Ja, zo heeft ds. Koster het ook verstaan, pag. 134.

-Om met het bestaan van Rome in de schuld te komen (pag. 136), is helaas onbijbelse doorvloeierij, want "zou ik niet haten, HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan? Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij", Ps. 139:21-22.. Het zal ook niet baten, want Rome is en blijft de Antichrist en wordt straks vernietigd met allen die het beest aanbidden en de hand reiken (Openb. 18:2).

Brief 10. Het gebod der liefde, 1 Kor. 13.
Ds. Koster: "Een korreltje levende beoefening van die zaken doet ons meer verstaan van alle vraagstukken dan alle mooie rechtzinnige redenering." Amen - GPPB.

Brief 11. Valse verdraagzaamheid = eigenliefde = gebrek aan liefde, aldus ds. Koster.
Note: Vooral ds. E. du M. Van Voorthuysen heeft hierin zeer getrouw gehandeld en daarom werd/wordt hij zo gehaat, ook in eigen kringen.

Brief 12. "Ons doen en laten" is 99% eigen werk, 1% Gods werk.
Note: Dat getuigt van grote zelfkennis, die echter niet misverstaan mag worden, want ds. Koster dacht niet klein van God.

Brief 15. Rechte zelfkennis, pag. 164, 166.
Note: Zeer lezenswaardig en nog meer navolgenswaardig!

Brief 16. Ikabod - Rehoboth; geen nieuwe reformatie maar zwaarste oordelen.
Note: Sela, maar God zal wat nieuws scheppen en Zijn vastgestaaft verbond met Abraham Zijn vrind, bevestigen van kind tot kind in Christus tot aan het einde der wereld.

Brief 17. "Gouden kalveren: Luther en Calvijn; Geest geweken uit de kerken; 'Maranatha..."
Note: Ja, want niemand, die zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods (Luk. 9:62). De Heere heeft gezegd: "Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem wederom verheerlijken", Joh. 12:28.
De Kerk mag dus wel wat doen en Paulus navolgen als hij zegt: "Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus", Filipp. 3:14.
Ja, dat noemt men tegenwoordig antinomiaans, want het gros belijders kijkt liever achterom naar de Wet van Mozes en loopt met antinomiaanse heiligheidskrukken de hel in.

Brief 18. "Alles werkt en woelt, kerk, wereld, Gods volk, predikers, bekeerd en onbekeerd en alles ligt onder het oordeel..."
Note: Duidelijk hoorbaar en tastbaar. Eigen schuld, mijn schuld en daarom getuig ik op bevel Gods ertegen!

Brief 20. "Ware broederschap is tenietgedaan. Het vrome vlees broedert en zustert er lustig op los..."
Note: 1e. O, wee mij want die breuk is smartelijk. 2e. Ja, aan dat heggeriaanse bedrog hebben we geen gebrek in onze dagen, maar het is nog linker geworden, aangezien alle refokerken ook de schandjongens en de trandgenders bij elkaar broedert en zustert. Je zou ervan gaan kotsen, nee, ja ook, maar ik heb er publiek tegen te getuigen, bij deze!

Brief 21. Geest uitgeblust onder Gods volk.
Note: Voelbaar, tastbaar, hoorbaar...!

Brief 24. Samenspraak met Jezus.
Note: Kostelijk en vindt weerklank op de bergen, tenminste bij mij.

Brief 25. Rijk in de rechtvaardigmaking, ellendig in de heiligmaking.
Note: Ja, wie het kent die weet het en valt er boven op, of liever gezegd: die valt er schoon tussenuit. Ja, amen lieve Heere Jezus!

Brief 27. A. Augustinus en Calvijn zijn blijven steken in de eerste beginselen, terwijl de pinksterkerk kwa kennis en beoefening in veel rijkere zaken stond. B. De ware troost "schrikkelijk antinomianisme" genoemd door het "vrome vlees".
Note: A. Men gelooft het niet. B. Ja, ik heb het al zo vaak gezegd, maar dat is altijd al zo geweest. Paulus had het meeste last van "gereformeerd synodaal!"

Brief 29. "Christelijke reisgezelschappen naar Palestina" en "reizigers naar 't hemelse Sion"; Israel alle toekomst ontzegt door communisten, gereformeerden en helaas ook door Calvijn..."
Note: Ja, met ds. Budding uit Waarder als reisleider voorop, inclusief met zwemticket voor de Dode Zee, maar Christus zegt: "Die achter Mij wil komen, neme zijn kruis op en volge Mij."

Brief 30. Troost voor Baruch(s)
Note: Amen - en ik mag dat uitspreken vanuit de bevinding der zaken, GPPB.

Epiloog
De opstellers lieten het boek op diverse plaatsen hinderlijk onvolledig, doch wat de brieven en de perkamenten aangaat: dringend aanbevolen, met de bede uit Amos 7:5, inclusief vers 9.

"Deze ellendige riep en de HEERE hoorde"
Levensschets en brieven van ds. J.H. Koster
ISBN 90 331 1976 5


PS. Niet te bestellen via deze site.


http://www.providencemountainranch.com