GRIJPENDE WOLVEN
GRIJPENDE WOLVEN IN SCHAAPSKLEDEREN        
Plaats in winkelmandjeMandje
"Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven", Matth. 7:15.

"Wacht u voor de valse profeten!" Er is geen tekst in de Bijbel die zo van toepassing is in onze dagen als Mattheüs 7:15. In onze dagen staan er meer valse profeten in schaapsklederen op de kansel dan dat er hoorders onder zitten, en zo de herder, zo het volk. Sinds de zondeval zijn er vele verleiders in de wereld gekomen (2 Joh. 1:7) en evenzovelen heulen met de Antichrist. Er is een wereldwijde valse eenheid aanstaande tussen Rome, de christelijke wereld en allerhande mohammedaanse godsdiensten, met de paus aan het roer van de nieuwe wereldorde. In opdracht van de Antichrist moeten vele 'gereformeerde' spionnen hiervoor baanbrekend werk verrichten om de nieuwe wereldorde zo snel mogelijk gestalte te geven.
De apostelen hebben zich voor de valse profeten gewacht. Petrus ontmaskerde Simon de tovenaar en Paulus deed hetzelfde bij Elymas de tovenaar, alias Bar-jezus (Hand 13:6). Luther ontmaskerde Rome en het pausdom en Kohlbrugge heeft de neonomiaanse puriteinen en de dacostiaanse piëtisten bij het grofvuil gezet en hen met het Woord geveld. Huntington heeft de vloer aangeveegd met het arminiaanse geraamte in zijn dagen en Van der Groe heeft voornamelijk de brand gestoken in de steeds toenemende leer van Pelagius en degenen die de zekerheid des geloofs niet tot het wezen des geloofs rekenen heeft Van der Groe gebrandmerkt als semi-pelagianen, ofwel valse profeten. Zulk een bijbelse getrouwheid hadden die mannen van geen Vreemde; ze hebben het van de Getrouwe Getuige Zelf geleerd, zoals ook Paulus het van Christus Zelf geleerd heeft. "Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus", Gal. 1:12.
Zo is het met al Gods ware kinderen en knechten. Zij hebben de heilswaarheid van Jezus Zelf geleerd en leren dat ook anderen, het stof van hun voeten schuddende als men de waarheid van het Evangelie niet in liefde wil aannemen. Voor al Gods ware geroepen knechten geldt: "Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren, zo zal Ik u doen wederkeren; gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren", Jer. 15:19.
Vooral in de zendingsgemeenten in Azië en Europa was Paulus bijzonder alert op de ingekropen valse broeders (Gal. 2:4). Zelfs Petrus wordt door Paulus ernstig bestraft als hij veinst met de Joden uit de besnijdenis in Antochië. De betoverde Galatiërs noemt de apostel uitzinnig, omdat zij zich zo snel lieten betoveren door de valse leraars. En hij drukt zijn geestelijke zoon, Timotheüs, een hart onder de riem om de valse leraars de mond te snoeren: "Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt. Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen. En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneüs en Filetus; die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof", 2 Tim. 2:15-18.
Vooral Paulus heeft zijn hele ambtelijke loopbaan moeten strijden tegen de valse profeten als een getrouw apostel van Jezus Christus en heeft zich nimmer onder het juk van anderen laten brengen. Dat was wel pure genade, maar het is ook de dure roeping van al Gods kinderen en geroepen knechten om zich niet onder de macht van de valse leraars te laten brengen. Ik weet echter geen huidige dominee op te noemen die zich daarvoor wacht. Er is geen publieke stem meer in de kerken en daarom is het alles de dood in de pot. Massa's studenten worden aangenomen op grond van wat ze in hun hersens hebben opgeslagen aan letterkennis, maar ze worden niet onderzocht op bekering, roeping en zending bij God vandaan. De geleerdheid zit bij velen een voet te hoog. Men denkt werkelijk dat een doctor in de godgeleerdheid van meerwaarde is in Gods ogen dan een eenvoudige van God geleerde kolenboer. Ook in de HHK rollen de fabrieksdominees van de lopende band die hun kennis allemaal uit de boeken gestolen hebben; bevindelijk vreemd zijn aan de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze en de Wet als een doe-je-best regel voorschrijven in het stuk der dankbaarheid. Zo wordt het kerkvolk massaal kussentjes onder de oksels genaaid met een 'doe-maar', 'neem-maar-aan' en een 'valse-vrede' godsdienst. En ook in afgescheiden kringen is men generaal betoverd door de wet in inzettingen bestaande, maar met de wortel van alle kwaad -de geldgierigheid- heeft men geen moeite. Ondertussen kan men wel goed meehuilen met de wolven in het bos: "Oooch, mocht het nog is komme te gebeuren", terwijl men er vast van overtuigd is dat er helemaal niets gebeuren zal. De kerkelijke traditie is zodanig versteend, dat er van de kerken niets meer uit gaat. Dat heeft het halfverloste christendom in de hand gewerkt: wel wedergeboren, maar nog niet gerechtvaardigd in het geweten door het geloof.
Paulus spreekt gans anders tot de Kerke Gods: "Indien gij dan met Christus de eerste beginselen der wereld zijt afgestorven, wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet, met inzettingen belast? Namelijk raak niet, en smaak niet, en roer niet aan. Welke dingen alle verderven door het gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der mensen; dewelke wel hebben een schijn rede van wijsheid in eigenwilligen godsdienst en nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, doch zijn niet in enige waarde, maar tot verzadiging van het vlees", Kol. 2:20-23.

"Wacht u voor de valse profeten!"
Maar over de gehele breedte van de gereformeerde gezindte heeft men zich er niet voor gewacht, maar de valse leraars ruim baan gegeven, zowel in wettische als in evangelische zin.
In onze tekstwoorden worden de discipelen door Christus echter uitdrukkelijk gewaarschuwd voor de valse profeten die de dwalingen onder een schone schijn bedektelijk invoeren. Christus waarschuwt Zijn jongeren echter niet alleen DAT er in het laatste der dagen vele valse profeten zullen zijn die de waarheid van het Evangelie verdraaien tot hun eigen en veler verderf, maar Hij zegt ook waaraan zij te herkennen zijn, namelijk dat dezulken in schaapsklederen tot hen zullen komen. Hier gaat het dus niet over de publieke ketters die luid en duidelijk hun ketterijen proclameren en voor iedereen te herkennen zijn, nee, het gaat hier over arbeiders van de satan die zich voordoen in de gedaante van een engel des lichts. Dat betekent dat dezulken zich vermommen in een evangelisch jasje om de ketterijen bedektelijk in te voeren. "En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen", 2 Pet. 2:1.
Het gaat er dus heel subtiel aan toe als de valse profeten zich in schaapsklederen hullen en op kousevoeten evangeliseren en hun valse leringen onder het volk verspreiden. In navolging van Christus waarschuwt Paulus uitdrukkelijk voor dit bedrog: "Maar wat ik doe, dat zal ik nog doen, om de oorzaak af te snijden dengenen, die oorzaak hebben willen, opdat zij in hetgeen zij roemen, bevonden mochten worden gelijk als wij. Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken", 2 Kor. 11:12-15.
De Kanttenaren merken bij deze tekst op: "Sommigen duiden dit alzo, alsof deze valse apostelen ook de gemeenten voor niet dienden, gelijk Paulus; doch dit strijdt met hetgeen 2 Kor. 11:20 van hen getuigd wordt. De mening dan is dat Paulus daarom ook zonder vergelding in de gemeenten van Achaje wil dienen, opdat, zo hij veranderde van doen, en bezolding van hen ontving, deze lieden niet zouden roemen, dat zij daarin deden gelijk Paulus en de zijnen, die wel in het eerst voor niets schenen gediend te hebben, wanneer zij nog slecht en klein waren onder hen, maar als zij vrijmoediger en van meerder aanzien geworden waren, ook hunne bezolding namen, zowel als zij; tot welken roem hij hun geen gelegenheid wil geven."

Paulus had evenwel geen emerituskas in het verschiet en weigerde zelfs een tractement aan te nemen. "Ik heb niemands zilver, of goud, of kleding begeerd. En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben. Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen", Hand. 20:33-35. Hetgeen Paulus anderen voorschreef in Efeze 4:28: "Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft", bracht hij -wat het laatste betreft- zelf in de praktijk. Paulus wilde in Christus een voorbeeld zijn voor allen en ook IN ALLES hetgeen Gode welbehaaglijk is. "Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus", 1 Kor. 11:1.

En hoe is het in onze dagen? God dienen en de mammon tegelijk is gemeengoed geworden op het erf der kerk en niet in het minst onder het leger onbekeerde en ongeroepen ambtsdragers, waaraan we in onze dagen geen gebrek hebben. Geen kerk uitgezonderd. En wie bekommert zich over de kudde van Christus? Geen enkele herder, want zij durven de grijpende wolven niet in hun ribben aan te pakken -zoals David als herdersjongen deed- en zij laten de vossen die de wijngaard verderven vrij hun gang gaan. De Goede Herder onderricht Zijn schapen echter niet alleen in de gevaren die hen bedreigen, nee, Hij bedeelt hen ook met verscheidene genadegaven, met name die van de onderscheiden kennis om de geesten te beproeven of zij uit God zijn. En Hij versterkt hen gedurig met Zijn genade en kracht in de zwakheid van hun bestaan.
Er zei eens een leraar dat niet ieder kind van God de gave des onderscheids heeft. Op grond van Gods Woord geloof ik daar niets van. Het is een valse drogreden. Want "er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij", Joh. 6:45.
En Johannes leert door de inspiratie des Geestes in 1 Johannes 2:27: "En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven." Dat geldt voor al Gods ware kinderen en knechten naar de mate des geloofs. "Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid", Rom. 12:7-8.
Maar het afvallige christendom in onze dagen heeft zichzelf leraars vergaderd naar hun eigen begeerlijkheid en die de heerlijkheden van het Koninkrijk Gods niet schromen te lasteren. Wijk af van dezulken, want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen onder een schone schijn.

"Wacht u voor de valse profeten!"
Wacht u ervoor, want ze gaan listig te werk en zijn in schaapsklederen gehuld, ten aanzien van hun gewaad, gepraat en gelaat, hebbende de schijn der godzaligheid, doch de kracht derzelve verloochend.
"Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden; die der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden doen; dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen", Luk. 20:46-47.
Valse profeten in schaapsklederen geven zich dus uit voor apostelen van Christus, niet zelden onder de schijn van een ruim klinkend evangelie om de zielen der eenvoudigen te verkeren, maar het zijn niets anders dan pelagiaanse aartsketters die naam willen maken, geschenken aannemen en met hun verderfelijke ketterijen het recht Gods buigen.
Waarom noemt Christus hen grijpende wolven?
Omdat zij de schapen van Christus uiteen willen drijven, hen van Hem te scheiden en om de leer van Christus bedektelijk te lasteren als zijnde een dogma van ondergeschikt belang. Dezulken propageren een valse oecumene van gelijkheid, vrijheid en broederschap, onder de dekmantel van "eenheid in de levende Christus", uitstijgende boven alle leerverschillen om het antichristelijke beest uit de afgrond de hand te reiken en Christus en Zijn leer van elkander te scheiden. Ze doen zich voor als gunnende christenen, die kwistig met de beloften van het Evangelie zwaaien om de massa te paaien, om zo een kunstmatige opwekking te forceren waarvan zij dan de eer zoeken op te strijken. Die tactiek brengt tevens veel geld in het laatje. Er is niets nieuws onder de zon. Voor en tijdens de Reformatie stuurde Rome Tetsel eropuit, om de mensen onder een schone schijn van de godsdienst het geld uit de zakken te kloppen. "Als 't geld in 't kistje klinkt, 't zieltje in de hemel springt." En de betoverde massa gaf grof geld voor dat bedrog. Dat is nog niet veranderd. De massa wil nu eenmaal bedrogen worden. In Paulus' dagen rende de massa achter Diana, de seksgodin der Efeziërs, aan, om hun vleselijke lusten de vrije teugel te kunnen geven. En dat terwijl de orthodoxe Joden zich streng aan de voorschriften van Mozes hielden, maar ondertussen het volk ophitsten en een oproer tegen Paulus verwekten, omdat hij hun winstgevende godsdienst met wortel en tak afbrak met de leer van de ergernis van het kruis. Een mens is een kuddedier en van dat feit maken de valse profeten gretig gebruik om hun valse leer bedektelijk en op een menslievende wijze in te voeren. Dezulken lopen doorgaans over van de liefde, doch als je ze confronteert met de bediening des doods en de dood van Christus, blijkt die liefde niets anders te zijn dan verkapte haat. Je moet dezulken maar eens met de Wet op hun vrome tenen trappen, dan berst er al gauw een adder uit. Ze voeren in ALLES de strijd tegen vlees en bloed, omdat hun wapens vleselijk zijn en niet krachtig in de Heere. Weet u wat de valse profeten in schaapsklederen vooral leren? Dat de mens in staat is gehoor te geven aan het gebod des Heeren: "Bekeert u en gelooft het Evangelie." Gods volk komt met dat gebod in de dood uit, omdat zij van zichzelf alleen maar de dood kunnen braken. Maar de vrije-wils godsdienst kan met het gebod Gods nog aardig uit de voeten en gaat er zelfs mee aan de slag en men gaat van beter naar best. Daarmee loochent men de absoluutheid van de zondeval en ook de absoluutheid van de vrije genadeleer van Christus. En dat is juist wat de duivel zo gaarne wil wat de mensen zullen geloven. Want als de zondeval in Adam voor de mens niet zo absoluut is zoals er geschreven staat in Romeinen 3:10-19, dan is het paradijsvonnis ook niet zo absoluut zoals het staat geschreven in Genesis 2:17. De mens wordt in staat geacht om over het stuk der ellende heen te stappen en Christus aan te nemen en/of te verwerpen al naar gelang het de mens gelegen komt. Van de Wet Gods maakt men een oudwijfse regel des levens, om die te doen uit dankbaarheid, terwijl zulke wetsbetrachters geheel zonder de Wet leven, zoals de rechtzinnige Saulus van Tarsen in zijn eertijds (Rom. 7:9). Valse leraars zijn er dus altijd op uit om de daadwerkelijke vergeving der zonden, ofwel de rechtvaardiging door het geloof, na te bootsen met een schijngeloof en met een evangelie van beneden naar boven. Valse profeten in schaapsklederen leren een geloof zonder verzekering des Geestes, ontkennen het inwendige getuigenis des Heiligen Geestes en verdraaien de waarheid van het Evangelie in een doe-het-zelf religie. Als het zaad in de akker niet valt EN STERFT, dan brengt het echter geen vrucht voort. Achter de dood ligt het Leven en Gods uitverkorenen sterven de wetsdood, afgesneden van alle gerechtigheid die uit de Wet is, alvorens in Christus Gode levend gemaakt te worden door de stem van de Zoon van God. "Doden zullen horen...."

"Maar wacht u voor de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven."
Grijpende wolven in schaapsklederen vallen niet zo gemakkelijk op. Ze gaan niet rond als briesende leeuwen, want die zijn direct te herkennen. Ze vertonen zich in de gedaante van een schaap en ze begeven zich als een schaap onder de schapen. Ze doen zich doorgaans heel nederig voor en gunnen iedereen de zaligheid. Ze verspreiden een groot schijnend (kunst)licht onder de dekmantel van het Evangelie en leren dat Christus voor alle mensen gestorven is, met 2 Petrus 3:9 op hun valse lippen. En dat de keuze aan de mens is om voor Christus en de zaligheid te kiezen, of die te verwerpen. Dat is het eigenlijke werk van de valse profeten, namelijk om de lere Christi in discrediet te stellen met de valse leer van de vrije wil. Men wil de massa in beweging krijgen om het levende Kind te veroordelen. Met een schoon gelaat propageren de valse leraars een christus van navolging om de ergernis van het kruis te niet te doen, opdat zij maar niet vervolgd zouden worden (Gal. 6:2).
Valse profeten in schaapsklederen, kunnen soms ook heel bevindelijk praten. Het maakt de duivel niet uit, of dat een mens ter helle reist met een ingebeelde hemel of als een brute zondaar. Valse bevinding is de duivel net zo welkom als een bordeel. Zo lang de mens 'de mogelijkheid van zaligworden' vanaf de kansel krijgt ingepompt, heeft de duivel niets te vrezen dat zo'n mens ernst maakt met zijn bekering. En ook als de mens meent God te kunnen bewegen tot genade met een belijdenisje der zonden, is de duivel ook heel tevreden met de belijdende massa. Immers, Judas beleed ook zijn zonden voor het Sanhedrin, maar is toch voor eeuwig verloren gegaan. Belijdenis der zonden is op geen enkele manier een instap tot de vergeving der zonden, anders is genade geen genade meer, maar een verdienste. Valse leraren in schaapsklederen proberen het volk ook te verleiden met een tijdgeloof en dat voor het ware geloof te houden. Ze spannen de maaikar achter de zaaikar en hebben direct vrucht. Het zaad wat op steenachtige plaatsen gezaaid wordt, komt direct op, en als het 'geloofsplantje' kwijnt en tenslotte verdort, noemt men zo'n gestalte 'de beproeving des geloofs'. En wee degenen die zulke kleine 'geloofsplantjes' de grond in trappen, want dan is het samen-op-weg-hek ineens van de kerkdam.
Valse profeten in schaapsklederen zijn er altijd op uit om een kunstmatige godsdienst in het leven te roepen en te houden met de nodige sentimenten en allerlei humanitaire gevoelens die er velen doet afglijden naar de godsdienst van Voltaire, die nooit verder gekomen is dan de religie van de verlichting en die van het humanisme, namelijk vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Valse profeten zijn er altijd geweest, maar ze hebben in onze dagen wel vrij spel. Als de kudde van Christus een hechte gemeenschap vormt, dan hebben de wolven weinig kans. Maar nu alles verdeeld en afgescheiden is wat kerk heet, hebben de vossen die de wijngaard verderven vrij spel. De kerkelijke entertainment breidt zich uit als een olievlek en de kerkelijke jeugdkampen wedijveren met de wereld.
De valse profeten in schaapsklederen zijn dus in werkelijkheid niet zoals ze zich voordoen. Het zijn geen gunnende predikers die zielen voor Christus wensen te winnen, zoals zij zeggen dat zij doen. Integendeel, van binnen zijn zij grijpende wolven, zielenmoordenaars, die met de leer van de vrije wil vele zielen ten verderve slepen. Christus zegt nadrukkelijk dat het VAN BINNEN grijpende wolven zijn. Aan de buitenkant laten ze dat niet merken, maar dat lukt hen slechts ten dele. Want voor degenen die hun zinnen geoefend hebben in en door het Woord der genade kijken dwars door deze verleiders heen, beproeven hun geesten op grond van de Schrift en missen God erin.
Van binnen zijn het grijpende wolven. Hoe zijn dezulken te herkennen? Het eerste wat altijd opvalt, is, dat dezulken Gods getuigende kinderen altijd op hun woorden trachten te vangen, of zij hem/haar ook niet veroordelen kunnen. Dat was het dagelijkse werk van de Sanhedristen, namelijk om Jezus te vangen op Zijn woorden, zodat zij Hem veroordelen konden. Het tweede wat opvalt, is, dat zulke wolven in schaapsklederen, als zij niets vinden kunnen waarmee zij Gods kinderen kunnen blameren, dat zij dan overgaan tot het verdraaien van hun geloofsgetuigenis, zodat de woorden die gesproken zijn in een totaal ander licht komen te staan. Het voornaamste kenmerk van de valse profeten in schaapsklederen, is, dat zij met een vals getuigenis Gods kinderen proberen zwart te maken en van hen getuigenis een karikatuur maken. Met dat helse spel willen zij de zielen van de kleingelovigen misleiden en hen aftrekken van de waarheid van het Evangelie.
De Heere Jezus zegt dat zij aan hun vruchten te herkennen zijn. "Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen?" Matth. 7:16.
Van binnen zijn het grijpende wolven en grijpende wolven hebben ook vruchten, namelijk doornen, scherpe tanden, waarmee zij de jonge druifjes in de wijngaard des Heeren trachten te verslinden. Weet je wanneer deze grijpende wolven hun slag slaan? Bij nacht, als de wijzen slapen met de dwazen. Dan komt de duivel en zaait onkruid tussen de tarwe. Dan wordt de Bijbel met de Koran vereenzelvigd, en dan zoekt men christenen met moslims te verzoenen en te verenigen. Dat is het werk van de valse profeten in schaapsklederen. Van binnen zijn het grijpende wolven die van de vrije genadeleer van Christus afdingen en de vrije wil er tegenover plaatsen, of liever gezegd er voor in de plaats zetten. Een duidelijk voorbeeld hiervan is Arminius en zijn nageboorte. Nota bene opgeleid in Geneve. De Reformatie heeft wat dat betreft de ogen in de zak gehad. In Engeland heeft John Wesley de toon aangegeven t.a.v. de vrije wilsleer. En in onze dagen laat men tal van buitenlandse sprekers opdraven die de mensen onder hypnose brengen met hun valse doctrine en er vervolgens bij de hoorders op aandringen om eigenhandig op Gods bevelen te reageren. Is de keuze eenmaal gemaakt, dan is het klaar en dan kan men voortaan vrij en blij door het leven gaan. En mochten er zijn die in de problemen komen met hun geweten, geen nood, dan kan men altijd nog bij Hegger uithuilen die zulke zielen dan direct over het paard tilt en na gedane biecht dezulken inzegent met een zalvend klinkende zaligverklaring, waarvan de paus nog rilt.
En dan zijn er ook nog van die grijpende wolven die bij hun hoorders beginnen aan te dringen, met name bij de jongeren, onder het JIJDAAR-motto: "Waar wacht je nog op?" Dus de mens is niet meer dood in zonden en misdaden, maar is in staat om het besluit te nemen om in Christus te geloven. Die poppenkast wordt dan omlijst met pop- en gospelmuziek en vervolgens verschijnt de kop van een valse profeet op een levensgroot scherm om al zijn gebaren van armen en benen vast te leggen en de woorden als een echo de zaal in te laten rollen. Ja, dat is de opzweepgodsdienst van de tegenwoordige opwekkingsbewegingen. Ook in de kerken is het niet veel beter gesteld, want van de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze zijn wel talloze blauwdrukken in omloop, maar het ware Schibboleth is generaal ingewisseld voor het namaak 'Sibbolet' en dat maakt nu juist het fundamentele verschil uit. De 'CH' wordt erin gemist, ofwel de Christus der Schriften. Aan valse christussen hebben we geen gebrek in onze dagen en dat geldt voor de volle breedte van de gereformeerde gezindte. Gods ware volk houdt het in geen kerk uit, want er is geen plaats voor het levende Kind in de kerkelijke herberg. Dat is ook voorzegd: "Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen", Joh. 16:2.
U zegt: Ja, maar in onze kerk gebeurt dat niet. Dan zegt Christus dat u liegt, want Hij zegt: "Ze zullen u uit de SYNAGOGEN (meervoud) werpen", geen kerk uitgezonderd! En als u er nog in kunt blijven zonder dat men u haat en vervolgt, dan mag u zich wel afvragen of u werkelijk het eigendom van Christus bent. Christus zegt namelijk tot Zijn ware volk en knechten dat zij uitgeworpen ZULLEN worden, want een dienstknecht is niet meerder dan zijn Heer'. Ze hebben Hem vervolgd, gehaat, gesmaad, uitgeworpen en ten dode toe vervolgd en er is nog lijden overig. En Paulus, die het ook aan levende lijve ondervonden heeft, schrijft in 2 Tim. 3:12: "En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden."
In het roomse Polen is men een campagne begonnen om Luther als een duivel te brandmerken. Ja, dat is het eigenlijke werk van de Antichrist, namelijk om Christus in Zijn volk te kruisigen. Grijpende wolven in schaapsklederen zijn dus aan hun vruchten te herkennen. Ze brengen geen vijgen voort, maar distels, omdat ze een kwade boom zijn, geworteld in de valse leer van de Antichrist en zij trachten de valse leer te vereenzelvigen met de ware genadeleer. Ze komen heel gunnend voor de dag, zoals de paus ook doet, maar ondertussen proberen zij een valse oecumene te bewerken, ten koste van het fundament der Kerk, de onfeilbare Godsleer van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is. Valse profeten in schaapskleren beroven Christus van Zijn kroonrechten, om zelf iets groots te willen zijn en vervolgens trachten zij met hun valse leringen het volk te verleiden tot schade van hun onsterfelijke zielen. Velen menen de betovering van de Galatiers van weleer overgroeid en te boven te zijn. Met de huidige kerken is het echter veel slechter gesteld dan de situatie van de gemeente van Galaten in de dagen van Paulus. De apostelen en profeten weerstonden de valse profeten in hun aangezicht, maar nu hebben de valse profeten het voor het zeggen in kerk en staat. Maar God zal lachen in hunlieder verderf als hun vreze komt. Hij komt, Hij komt om d' aard te richten, de wereld in gerechtigheid en alle volkeren in rechtmatigheid. Dan hebben de valse leraars geen been meer om op te staan, dan zullen de grijpende wolven roepen tot de bergen: "Valt op ons", en tot de heuvelen: "Bedekt ons, want de toorn van het Lam is gekomen."

"Wacht u voor de valse profeten."
Dat geldt dus niet alleen Rome en de PKN, maar alle kerken. Ze zullen tot u, volk des Heeren, komen! En als u dan slapende gevonden wordt, dan bent u een makkelijke prooi voor de grijpende wolven en dan kan het gebeuren dat u uw hele leven moet zuchten in het kasteel van reus wanhoop, omdat u niet gewaakt hebt en de wacht des Heeren niet hebt waargenomen. Habakuk stond op de wachttoren om het naderende onheil op tijd op te merken en alarm te slaan. Degenen die nu alarm slaan vanwege de valse prediking, worden genegeerd, inclusief door het HHK-moderamen. Maar dan leert Gods Woord dat zulk soort kerkleiders hun laatste benauwdheid nog niet gehad hebben. De kerk heeft een dienende functie, geen heersende. En degenen die zich in leer en/of leven komen te ontgaan, moeten onder de tucht geplaatst worden. Maar wat leert de praktijk? Dat de valse leraars hun gang kunnen gaan en dat de gewone leden, die tegen de valse leer en gelijknamige leraars optrekken, doodgezwegen worden en kerkrechtelijk monddood gemaakt worden. Dan is het tijd om tot publicatie van deze van God vervloekte kerkpolitiek over te gaan om deze valse profeten aan het licht te brengen, gelijk ook Christus, de profeten en apostelen hebben gedaan. In dat spoor zijn Luther en Calvijn gegaan, Bogerman, Gomarus, Kohlbrugge, Huntington, Henderson, Rutherford en zovele andere getuigen. Dat soort mannen zijn er nu niet meer te vinden onder het huidige korps predikanten. Het is weg, de eer is weggevoerd en men kan er goed bij leven. Ook ds. Mallan weent niet over de breuk en gelooft daarom ook niet dat er nog zijn die er wel over wenen. Dat zijn van die predikers die het alleen van zichzelf geloven en als zij de oefening des geloofs hebben, kan het zijn dat anderen het ook hebben, maar als zij het niet hebben, dan kunnen anderen het helemaal niet hebben. Het sektarisme en kerkisme loopt bij menige dominee zijn broekspijpen uit. Maar of de schapen Christi rondzwerven, deert men geen zier. Wacht maar, de oordelen zullen het wel openbaar maken wie God vreest en wie Hem niet vreest. De totstandkoming van de PKN heeft al heel veel aan het licht gebracht. Er zal nog veel meer aan het licht komen. Wie niet voor Hem is, is tegen Hem en wie niet vergadert die verstrooit de kudde van Christus. Dat is het werk van grijpende wolven in schaapsklederen, maar de Goede Herder weet Zijn verloren schapen feilloos te vinden, en dan neemt Hij hen op Zijn schouders en draagt hen naar Huis, naar het Vaderhuis met de vele woningen. Om daar wat te doen? Om daar de kronen der overwinning aan de gezegende voeten van het Lam te werpen; eeuwig van zich af te wijzen en op het Lam te wijzen en eeuwig te zingen van Zijn goedertierenheid. "En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; en Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de aarde", Openb. 5:9-10. Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl