GRIJPENDE WOLVEN 2
VALSE PROFETEN IN SCHAAPSKLEDEREN        
Plaats in winkelmandjeMandje
"Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven", Matth. 7:15.

In de vorige aflevering hebben we gezegd dat er geen tekst in de Bijbel staat die zo toepasselijk is voor en van kracht is op het huidige christendom dan Matth. 7:15. Er is echter geen tekst die zo in de wind geslagen wordt in onze dagen dan Matth. 7:15.
Christus richt Zich in de tekst niet tot het christendom in het algemeen, nee, Hij richt Zich tot Zijn discipelen, tot de levende Kerk van alle tijden en plaatsen. In Gods Woord wordt er op vele plaatsen ook wel in algemene zin gesproken over de valse profeten die opstaan zullen om het volk te verleiden en wel zodanig dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden (Matth. 24:24). In Matth. 7:15 waarschuwt de Heere Jezus echter in het bijzonder Zijn discipelen, niet alleen vanwege het feit dat er vele valse profeten zullen zijn, maar dat zij zich ervoor wachten moeten. "WACHT U!" Dat is: "Kijk er voor uit, wees erop bedacht, stel u er tegen!" En dat hebben de apostelen dan ook getrouw gedaan. Dat hebben ook de reformatoren gedaan, hoewel de Reformatie in de kinderschoenen is blijven steken en de Nadere Reformatie is aan lager wal geraakt door de gerechtigheid van Christus achter te stellen en de vrome mens voor te stellen.
Nu komt echter eerst de vraag naar voren: Hoe hebben de apostelen zich ervoor gewacht? Door allerhande belijdenissen in te voeren? Nee, want de Drie Formulieren van Enigheid waren toen nog niet in zwang. Bovendien is het door de tijd wel bewezen dat de ondertekening van de genoemde Belijdenissen geen enkele garantie vormt dat de leer van Christus ook zuiver gepreekt wordt. Een kerkbelijdenis ZONDER de tucht in geval van vervalsing in leer en/of leven, is van geen betekenis, maar hetzelfde als een verkeersbord zonder strafvervolging in geval van overtreding.
In onze dagen van algehele leervrijheid mag iedere kerk Gods Woord en de Belijdenissen der Kerk naar eigen inzicht uitleggen, geen kerk uitgezonderd. Van het schip der kerk heeft men massaal een rondvaartboot gemaakt, waarin voor elk-wat-wils wel iets te beleven valt en waarin iedereen aan zijn trekken kan komen. De andere zijde van de medaille openbaart zich in de vele kerkelijke sekten en zuilen, waarachter de kerkelijke pantoffelhelden zich verschuilen en verschansen, om maar niet publiek in het strijdperk te hoeven treden, benauwd voor de opinie van de publieke massa. Die zijde van de kerkelijke medaille heeft van het kerkelijke schip een museum gemaakt, waarin de geijkte dogma's aan de kerkbalken te pronk hangen en waarin men alleen als toeschouwer wordt binnengelaten om de wijlen herauten en strijders ten velde ingelijst te bewieroken. Het oudvaderlijke verleden wordt verheerlijkt, maar dat dezelfde God nog leeft en regeert in eeuwigheid, hebbende alle macht in hemel en op aarde, wordt met vrome woorden wel beleden, maar tegelijk met kerkpolitieke preken en gelijknamige daden ontkend en met voeten getreden.
God gaat echter door met het volvoeren van Zijn raad, echter niet ten gunste van kerkelijk Nederland, dat massaal de erve der vaderen verlaten, of erger: verkocht heeft aan de Antichrist. Onze vaderen schuwden niet om in de bressen te gaan staan en de bazuin een zuiver geluid te laten geven, ten spijt van de smaad en de hoon van de godsdienstige en goddeloze wereld. Die geest des geloofs en dat geuzenbloed der vaderen is totaal verdwenen en we hebben er een verraderlijke kameleonsgeest voor in de plaats gekregen. Ik ben een vreemdeling in mijn eigen land geworden en ik schaam me diep om Nederlander te zijn, vooral buiten 's lands grenzen. Als gedoopte natie hebben we God verlaten, wat voordeel zouden we hebben? De Waldenzen omtrent de tijd der Reformatie hebben dikwijls letterlijk tot de laatste kogel gevochten als de kroonrechten van Christus op het spel stonden en bij die groep voel ik mij het meest thuis in de geest. Men leze het voortreffelijke boekje maar eens van de hand van dhr. B. Florijn: "Een kind der Waldenzen." Dat is geen kinderboekje, maar een stichtelijk boekje voor degenen die reeds kind in Christus geworden zijn. In dat boekje lezen we van een zekere dominee Arnaud, de legerleider der Waldenzen, en hoe deze godvrezende predikant met zijn nietig legertje gideonieten vele devisies roomse dragonders in de Naam des Heeren verslagen heeft en het roomse beest voor de God der Waldenzen heeft doen beven.
Ik zie dat dr. W.J. op 't Hof als doctorale aanvoerder van de HHK nog niet doen. Ik vrees dat als er werkelijk met 'scherp' geschoten zal moeten worden omwille van de kroonrechten van Christus, het huidige kerkelijke kader als eerste het hazenpad zal kiezen om het vege lijf te redden, de kudde aan zichzelf overlatend. Dat gebeurt nu al incidenteel, maar straks zal dat massaal gebeuren door herders waarvan men het nooit heeft verwacht.
Luther was van een heel andere geest: "Al zijn er net zoveel duivels als pannen op de daken, ik ga naar Worms." Om zichzelf te verdedigen? Welnee, om de lere Christi te verdedigen en de kudde veilig te stellen onder de schaduw Zijner vleugelen.
In onze dagen zijn er meer huurlingen dan ware herders. Een echte herder laat geen schaap in de kou staan, hetgeen een huurling gemakkelijk doet. Als de wolven der vervolging de kudde belagen, is er geen herder meer die voor zijn schapen zorgt. En dat er zware wolven zullen komen, is ons voorzegd in Handelingen 20:29: "Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. En uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich."
U zult zeggen: Dat gold toch alleen in de situatie van Paulus?
Antw.: Nee, dat geldt ook in onze dagen. Op de kudde van Christus komen altijd zware wolven af. Dat is altijd al zo geweest. Als een gemeente een ware knecht des Heeren als herder en leraar der gemeente mag hebben, dan zal de duivel niet zozeer tijdens, maar veelmeer NA zijn vertrek zijn slag slaan door middel van zware wolven, grijpende wolven, om de ware kinderen Gods in discrediet te stellen en verdacht te maken. "Om de discipelen af te trekken achter zich", zegt Paulus. Dat betekent: achter zich te stellen en zichzelf op de voorgrond te stellen. De duivel hoeft maar te rammelen met zijn ketting en dan nemen de huurlingen de benen en de valse profeten kunnen dan ruim hun gang gaan, tenminste onder de toelating des Heeren. Hij weet waar Zijn volk woont en gelegerd is, namelijk daar waar de troon des satans is. Ja, dat is het deel van de strijdende Kerk op aarde. Ze leeft midden in het vijandelijk grondgebied. En die strijd houdt maar niet op. Nee, want met de rust zijn we niet vertrouwd, volk des Heeren. We zouden de rust aanwenden tot een oorzaak voor het vlees. God loutert Zijn volk door strijd en lijden. Maar ik heb ook weleens zin om die wapenrusting Gods naast me neer te leggen en een poosje rust te nemen. Ja, het vlees wil rust, maar God rust niet voordat Hij Zijn Kerk Thuis heeft. Hij bedient de Zijnen met strijd, lijden, beproeving en soms zalige toeknikken. Hij maakt de Zijnen getrouw aan Hem en Zijn zaak.
Ds. Paauwe heeft wat dat betreft zijn kudde tot het einde toe getrouw bediend. Na zijn dood zijn er zware wolven gekomen en hebben Paauwe een soort goddelijke status toegekend, alsof hij de enige is geweest die ooit van God gezonden was. Het is wel zo dat er weinig predikanten meer zijn die kwa getrouwheid aan de zaak van Christus met Paauwe kunnen wedijveren, maar ds. Paauwe was absoluut niet de enige en bovendien was hij geen theoloog van formaat zoals dr. Kohlbrugge dat was. Aan de man Gods, Kohlbrugge, heeft kerkelijk Nederland zich vergrepen en daarvan komen de wrange vruchten steeds meer en meer openbaar. De Joden hebben zich aan Christus vergrepen. Hun kerk is niet lang daarna met de grond gelijk gemaakt. Ook de NHK is reeds opgehouden te bestaan (door ds. Paauwe voorzegd) en dat oordeel staat al de kerken te wachten. Waarom? Christus geeft het antwoord: "Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij bouwt de graven der profeten op, en versiert de graftekenen der rechtvaardigen; en zegt: Indien wij in de tijden onzer vaderen waren geweest, wij zouden met hen geen gemeenschap gehad hebben aan het bloed der profeten. Aldus getuigt gij tegen uzelven, dat gij kinderen zijt dergenen, die de profeten gedood hebben. Gij dan ook, vervult de mate uwer vaderen! Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:29-33.
U zegt: Maar zulke Farzieeërs zitten niet in onze kerkenraad.
Dus Christus heeft ijdelheid gesproken als Hij zegt: "Wacht u voor de valse profeten..." ? Ze ZULLEN er zijn, geen kerkverband uitgezonderd! Valse profeten in schaapsklederen staan nooit in de bressen, maar verlaten de kudde bij het minste gevaar. Dat 'verlaten' houdt niet altijd in dat zij naar een andere gemeente vertrekken, of voor hun ambt bedanken, nee, zij geven de schapen Christi geen aandacht en geen pastorale zorg. De huurlingen weiden zichzelf en als er 'gevaar' dreigt, bijv. een tuchtzaak, die een schaap van Christus aanhangig gemaakt heeft, dan is een huurling niet thuis. Een huurling gaat niet voor zijn schapen door het vuur. Laat staan dat hij voor de leer en de eer van Christus door het vuur gaat.
"Beproef de geesten of zij uit God zijn."
Omtrent de Pinksterdag was men eendrachtelijk bijeen in gebed en smeking tot God. En toen de discipelen vervolgd werden, steeg er een gebed op tot God: "En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken", Hand. 4:29. De apostelen waren Gode meer gehoorzaam dan de mensen.
Maar wat zien we nu? De HHK loopt naar de burgerlijke rechter om een verklaring voor recht af te smeken. Bespottelijk! De HHK gaat straks de geschiedenis in als de grote verliezer op het kerkelijke erf, omdat zij: 1. De erve der vaderen, ofwel het NHK-recht, zonder slag of stoot in de handen van de Antichrist hebben gespeeld. 2. Via de rechter van de PKN-Antichrist een zorgplicht afsmeken in geval zij de strijd om 'een verklaring voor recht' verliezen. 3. De schapen met een zorgplicht van de Antichrist opschepen omdat zij zelf de plicht van een getrouwe wachter niet waarnemen.
Ja, dat is het smeekschrift der HHK-edelen.
Wat een geloof, maar niet heus. Men strijdt om een lekke emmer. Och, dat God de bodem eens uit die emmer zou slaan, opdat al de herstelde en afgescheiden kerkelijke brokstukken nog eens tot puin zouden worden vermalen, inclusief de herders die zichzelf weiden en zich om de slachtschapen Christi niet bekommeren. God zal ze van hun hand eisen en dat zal echt niet meevallen. Er is verraad gepleegd en onschuldig bloed vergoten. Het kerkelijk erf zal verworden tot een Akeldama, een akker des bloeds. Dat is al begonnen met de weigering/verwerping van dr. H.F. Kohlbrugge. Dat verraad is bestendigd geworden door het feit dat er niet een predikant was die Kohlbrugge wilde bevestigen in het ambt. En zo Kohlbrugge toen behandeld is geworden, zo zou men hem nu nog (erger) behandelen. Ik geloof NIETS meer van degenen die Kohlbrugge wel vromelijk aanhalen op de kansel, want in de praktijk zouden het zijn kerkelijke verraders zijn geweest. En dat zijn ook de kerkelijke pilatussen die hun handen wassen in het bad der onschuld als het levende Kind wordt veroordeeld. Er is NIETS nieuws onder de zon.
Wacht u voor de valse profeten! Zij hebben hun mond vol oudvadercitaten, maar ze veranderen als een blad aan een boom als er aan eigen naam en eer wat te verliezen valt omwille van de waarheid van het Evangelie. Valse predikers in schaapsklederen kunnen -zeiden we reeds- objectief gezien heel Schriftuurlijk preken. Kijk maar naar Bileam. Hij sprak zelfs door de Geest des Heeren de schoonste profetieën uit. Maar toch was hij een valse profeet, want hij adviseerde Balak hoe hij de Israëlieten het beste kon verleiden tot zonde, namelijk door een schandelijke overtreding van het zevende gebod, zodat zij de toorn Gods over zich haalden. Bileam wenste de dood der oprechten wel te sterven, maar hij wenste niet als Mozes liever met Gods volk kwalijk behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonden te hebben. Bileam was een valse profeet, een kameleon. Hij schikte zich zoals de gelegenheid zich voordeed. Dat doen kameleons en op het 'christelijke' politieke erf krioelt het van de kameleons. Als de publieke opinie voor het vrouwenstandpunt is, zijn zij er heimelijk ook voor. In de wandelgangen zijn ze er tegen, maar als er gestemd moet worden, stemmen ze voor. Vandaag zijn ze er tegen en morgen zijn ze er voor. Men wil met de massa mee, want anders..., ja, wat anders? Anders komt men alleen te staan als aller uitvaagsel en afschrapsel bij het drekhoopje van Christus en daar bedankt men voor! Men wil vooruit boeren en de ijkmeter van die politieke business is het subsidiebedrag van de Staat en het aantal stemmen voor de partijzetels. Daar voert de SGP campagne voor, hetgeen een hard bewijs is voor puur ongeloof. De SGP-partijleiders hoeven niet bang te wezen dat ze straks in de geschiedenisboeken vermeld zullen worden als martelaren voor het vaderland. De SGP, een verlopen partij waarin de meeste stemmen gelden en waarin men Gods Woord niet meer haalbaar acht.
Zo gaat het ook bij de kerkelijke democratie. Wat men vandaag leert en verdedigt, verloochent men morgen. Het is maar net wat het volk graag wil horen. Wat men op de kansel leert op grond van Gods Woord, wordt onder de kansel metterdaad verloochend. Ik kan een aantal predikers opnoemen, die in de loop der jaren veranderd zijn als een blad aan een boom. In het verleden leken zij trouw aan de zaak van Christus en Zijn leer. Nu staan dezulken met overspannen gebaren algemene verzoening te verkondigen en worden life op screen gefilmd op het disco-podium van stichting JIJDAAR. Anderen hebben heel hun gereformeerde afkomst vaarwel gezegd en heulen nu samen met de Ger. Bond, die reeds een aantal jaren deel uitmaakt van de kerk van de Antichrist.
Ik heb destijds wel eens een NHK-predikant vanaf de kansel tegen de mannelijke broekendracht en kort haar onder vrouwen en meisjes tekeer horen gaan, en nu lopen zijn eigen dochters in broeken en hebben hun eer afgeknipt sinds vader predikant geworden is bij de PKN. Nou mag ineens alles, maar of Gods Naam erdoor gelasterd wordt, deert men niet.
Onlangs hoorde ik nog een dominee de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze recht prediken -hetgeen een zeldzaamheid is in onze dagen-, maar tijdens een pastoraal bezoek bij een van mijn kinderen, werd een aanwezige onbekeerde ouderling die zich voor 'bekeerd' uitgeeft door de dominee ingezegend in zijn ingebeelde genadestaat om de kerkelijke (valse) vrede te bewaren. Er wordt soms nog wel waarheid gepreekt, maar er is geen dominee nog te vertrouwen in zijn theologie. De leer van de rechtvaardigmaking hebben zij van een of andere oudvader gestolen en de leer der heiligmaking weer van een ander. Vandaag preken zij genade, morgen meewerkende genade. Vandaag staat het stoplicht voor de zonde op rood en morgen zegent men rijp en groen in, dikwijls letterlijk met oplegging der handen. Velen veranderen in de leer en vooral ten aanzien van de toepassing ervan met de dag en dat is een bewijs dat het leven in Christus ten enenmale gemist wordt. Als de genadige rechtvaardigmaking door de weg van het recht geleerd is, kan men dat nooit meer verloochenen. Als dat wel kan, is er wezenlijk iets mis.
Mannen als Van der Groe, Kohlbrugge, Huntington, Rutherford enz. zijn na hun bekering nooit een haar veranderd in de leer en de noodzakelijke separatie, maar altijd dezelfden gebleven van hetgeen zij van God geleerd hebben. Nu breken velen met de handen af wat men met de mond leert en belijdt. En een man als Hegger is zelfs als een hond wedergekeerd tot zijn paapse uitbraaksel. Vroeger waarschuwde hij getrouw tegen de valse leer van de Antichrist, maar tijdens de jaren '90 is hij 180 graden omgedraaid en noemt de paus -DE ANTICHRIST- zijn lieve broeder in Christus. Hegger propageert 'eenheid' tussen Rome en de Reformatie, nogwel 'eenheid' in de levende Christus. Ook schrijft hij boeken vol over de door hem gepromote eenheid, inclusief een aprobatie van PKN-voorman Plaisier en Rome-kardinaal Simones. De heggeriaanse eenheid gaat hoorbaar en tastbaar TEN KOSTE van de Goddelijke Waarheid, ten koste van de leer van Christus, ten koste van de kroonrechten van Christus, ten koste van de ware eenheid der Kerk, ten koste van de gemeenschap der heiligen, een valse oecumene dus. Zelf is Hegger inmiddels overgelopen naar het zusterkamp van de Antichrist, de PKN, genaamd en maakt op zijn oude dag dus deel uit van de Antichrist die hij voorheen zo fel heeft bestreden. Stichting 'In de Rechte Straat' heeft hij tot een Akeldama gemaakt met de verkoop van zijn recente valse boeken. Er draven zelfs HHK-dominees op om nog een graantje van die akker des bloeds mee te pikken door een spreekbeurt voor de IRS te vervullen.

"Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven."
In onze dagen van afval gelooft men -generaal gesproken- totaal NIETS van deze tekstwoorden. In de zogenaamde refo-web-kringen en in gelijknamige gezindsbladen gaan er zelfs stemmen op ten gunste van de paus, ten gunste van de vrije-wils-leer, ten gunste van het teken van het beest, ten gunste van de van God vervloekte anticonceptiemiddelen, ten gunste van de weerzinwekkende zonde van homofilie, en noem maar op. En de predikanten zwijgen als het graf, maar zegenen ondertussen wel (verboden) huwelijken in die morgen weer uit elkaar breken. HHK- en PKN-predikanten organiseren gezamenlijk jeugdkampen waarin sport- en zwemspel schaamteloos worden aangekondigd onder de dekmantel van het Evangelie.
"Wacht u voor de valse profeten!"
De Kerk der Reformatie is verkracht door de tegenwoordige Refo-beweging en ik stuur de stukken van dat geschonden lichaam door het land.
O, kerkelijk refoland, wat zal u de oordelen Gods zwaar vallen, die haastelijk staan te komen.
Ik steek de hand in eigen boezem, ik ga met mijn rug tegen de muur staan, maar het moet van mijn hart: de eer van Christus laat men stilzwijgend wegvoeren. Al dat gekakel achter de refo-zuiltjes verwekt bij de duivel de slappe lach en men denkt echt dat het allemaal nog wel mee zal vallen, want God is toch genadig.... Ja, maar NOOIT ten koste van Zijn recht, en als dat recht Gods -ten spijt van alle waarschuwingen- vertreden wordt, kunnen de Goddelijke verbondswraak en de verschrikkelijke gevolgen daarvan niet uitblijven. Dat is geen bangmakerij, maar voorzegd in Gods Woord.

De Kerk der Reformatie ligt echter niet in de handen der mensen, maar in de hand Gods. En de Kerk der Reformatie ligt verankerd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is (Ef. 2:20). En dat fundament wordt bewaakt door de sleutelen van het hemelrijk. Door daadwerkelijke toepassing van die (twee) sleutelen hebben de apostelen zich voor de valse profeten gewacht en ook de reformatoren -o.a. Luther, Calvijn, en John Knox- hebben dat gedaan. Om de sleutelen van het hemelrijk recht te kunnen toepassen, is nodig dat men bij God vandaan in staat gesteld is om de geesten te beproeven of zij uit God zijn. Waarom is er nu zo'n diep verval in de kerken? Omdat men over de hele breedte van de rechtzinnige kerken ambtsdragers verkiest en bevestigt die de gave des onderscheids ten enenmale missen en zelfs geen grond hebben deel te hebben aan de Enige Troost, beide in leven en sterven. Christus doet in Mattheus 7:15 echter geen oproep aan ambtsdragers die de gave des onderscheids missen. Dat geslacht geeft Hij over aan een kracht der dwaling, welke kerk het ook betreft. Christus steekt alleen en uitsluitend diegenen een hart onder de riem, die door Hem Zelf bekeerd, en/of geroepen, bekwaamgemaakt en gezonden zijn tot de dienst. De waarschuwing die Christus hier geeft aan Zijn discipelen, betekent ook dat zij op geen enkele wijze mandaat van Hem krijgen om valse en/of onbekeerde leraars/ouderlingen/diakenen in te zegenen en in het ambt te bevestigen. Zelfs nieuwelingen in de genade mogen niet in het ambt bevestigd worden (1 Tim. 3:6), want anders vallen dezulken in het oordeel des duivels. Ik kan er evenwel talloze gevallen van op noemen. George Whitefield, die getrouwe godsgezant zegt: "Onbekeerde leraars, ook al preken zij naar de Schrift, zijn een vloek voor de kerk." We zien dat duidelijk in het geval van Bileam en Judas.
Matth. 7:15 sluit dus een democratische kerkvorm en een gelijknamige ambtsdragersverkiezing uit. Kerkelijke democratie (meeste stemmen gelden) is een uitvinding van de duivel. Dat is ook de reden waarom de kerken zo verscheurd en (inwendig) verdeeld zijn tot op het bot, inclusief Gods volk. De Kerk van Christus staat onder het theocratisch gezag van Gods Woord en de Heilige Geest. Die Goddelijke toetssteen hebben de apostelen aangelegd voor de leer en ook ten aanzien van de kerkelijke tucht. Dat is weg in onze dagen. De eer (de kroonrechten van Christus) is weggevoerd. Wordt er echter gesjoemeld met de kerkelijke tucht, dan wijkt de Geest en dan neemt God de kandelaar weg. Maar God houdt de leraars der kerk verantwoordelijk voor de gevolgen hiervan en zal de schapen van hun hand eisen. "Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet meer tot spijze zullen zijn", Ezech. 34:10.
Als de kandelaar weggenomen is, is er ogenschijnlijk niets veranderd. Er wordt nog steeds (waarheid) gepreekt, de sacramenten worden bediend, de belijdenissen onderschreven, maar het Leven is eruit, de Heilige Geest is niet meer in de raderen en dan bezet de schijngodsdienst de preekstoelen en de kerkenraadsbanken. Dat is de kerkelijke situatie van vandaag, de zeldzame uitzonderingen nagelaten. Als God de kandelaar van zijn plaats weert, neemt Hij ook Zijn volk weg uit betreffende kerken en gemeenten. Er zijn al talloze refo-gemeenten waarin niet 1 kind van God te vinden is. God heeft ze weggenomen en de overblijvende rest een kracht der dwaling gezonden, omdat men weigert de tucht aan te nemen. Meestal gebeurt dat niet plotseling, maar allengskens. God neemt Zijn volk er allengskens uit weg en geeft er geen nieuwen voor in de plaats. Ten spijt van de duizenden stiekeme bekeringen die God en de mammon tegelijk kunnen dienen. Wat er vandaag de dag allemaal voor bekeerd moet doorgaan, kan dikwijls nog niet eens wedijveren met de schijnbekering van de dwaze maagden. De valse profeten hebben vrij spel. Ook in de HHK mag men de Godheid van Christus vanaf de preekstoel aanranden, zonder dat de tucht in werking treedt. Zulk soort kerken zijn tot de ondergang gedoemd. En aangezien het nu allemaal afscheiding is wat kerk heet, is er geen enkele verwachting van de kerken meer te verwachten. Als HHK-dominee's de PKN hun 'hoerachtige moeder' noemen, leveren zij zelf het bewijs dat de HHK een afscheiding is. Dat is het ook, want men heeft het Goddelijke kerkrecht ten enenmale verspeeld en aan de PKN-Antichrist prijsgegeven. De PKN is op geen enkele manier mijn kerkelijke moeder, integendeel, de PKN, inclusief de Gereformeerde Bond, maakt deel uit van de Antichrist en zij hebben mijn kerkelijke moeder, de NHK, verraden en vermoord. De HHK heeft geen enkel recht meer om de Reformatie te gedenken, want zij heeft dat recht voor een appel en een ei verkocht. Geen enkele PKN/HHK predikant heeft het recht zich nog Nederlands Hervormd te noemen. Dat recht is verspeeld. Waarom? "Daarom zeg tot hen: Dit is het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, niet hoort, en de tucht niet aanneemt; de waarheid is ondergegaan, en uitgeroeid van hun mond", Jer. 7:28. De eer (Gods) is weggevoerd. IKABOD. Christus heeft het alrede voorzegd: "Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt?" Joh. 5:44.

(wordt vervolgd op volgende blok)

GRIJPENDE WOLVEN, ZWARE WOLVEN...        
Plaats in winkelmandjeMandje
Valse profeten zijn doorgaans niet moeilijk te herkennen, maar als zij zich in schaapsklederen hullen, wordt het gevaarlijker. Een wolf in schaapsklederen is van een afstand niet te onderscheiden van de schapen. Je moet er dus onderzoek voor doen, de geesten beproeven of zij uit God zijn. De geesten beproeven is de dure roeping der Kerk en Christus roept Zijn volk en knechten er vele malen toe op, o.a. in Matth. 7:15.
Valse profeten in schaapsklederen kunnen overigens heel Schriftuurlijk preken. Maar let op hun gang, of het een gang is gelijk de reine dieren des velds. Reine dieren doen altijd TWEE dingen, namelijk zij herkauwen hun voedsel en stempelen hun pad doordat zij de klauw verdelen. Wordt een van de twee gemist, dan is het mis. Men kan een mooi paadje lopen, geen vuile vinger op te leggen, maar bij nader onderzoek moet men dikwijls niets hebben van het Brood des Levens dat echter nooit gegeten en herkauwd kan worden BUITEN de bevindelijke geloofskennis van Galaten 2:19. Geestelijk herkauwen en het pad stempelen doen alleen degenen die der Wet een lijk geworden zijn en in Christus gerechtvaardigd door het geloof in de vierschaar der consciëntie. Degenen die hiervan afdingen in de prediking, hebben hun autoriteit -voorzover zij die gehad hebben- voorgoed verspeeld. God ziet nauw toe.
Dan zijn er ook die kostelijk genadebrood kunnen uitstallen en mee-eten van 's Heeren tafel, maar als je hen gadeslaat, stempelen zij hun pad niet. Leer en leven komt niet overheen. Wat gepreekt wordt, breekt men met de handen af. Dikwijls zit de wortel van alle kwaad ertussen. De geldgod, de geldgierigheid. Het gevolg daarvan is, ALLE KWAAD in leer en leven. "Wacht u voor de valse profeten." Ze komen bedekt, of onder de schijn van een ruim Evangelie, of onder de schijn van een christelijke zedenleer. In het eerste geval stapt men over de Wet Gods heen en eigent men de zaligheid zichzelf toe, geheel buiten het recht om. In het tweede geval geeft men hoog op van een heilig leven, maar verloochent men de kracht ervan, omdat men Christus houdt voor het stuk der verlossing en voor het stuk der dankbaarheid neemt men de Wet ter hand om die te doen uit dankbaarheid. Het is een antinomiaanse leer, want dat is een leven zonder de Wet. De Wet wordt alleen bevestigd door het geloof in Christus. Het geloof in Christus HEEFT alle goede werken in Christus reeds gedaan. Het geloof is geen ingestorte kracht die het vlees in staat stelt tot het goede. Nee, dat is Rome ten voeten uit. Het geloof verzwakt de mens tot een weerloos vleselijk stuk ellende, ja, tot een mens, die dagelijks ondervindt dat hij geheel vleselijk is en verkocht onder de zonden, en dan toch de wetenschap van Christus gegrepen te zijn. Dat ondervinden ze ook, maar in uiterste zwakheid, opdat de kracht van Christus het alleen zij. De genade doet het alleen en geheel. Christus alleen en anders geen. Hij is niet iets maar ons Alles. Zijn gedrag is mijn zaligheid EN mijn wandel. Hij is mijn Rechtvaardigheid en mijn Heiligmaking. Zijn voetstappen worden niet bekend, want Zijn pad is in grote wateren. Geen mens kan de wandel naar de Geest bewerken. Er is veel nabootsing, veel wat erop lijkt. Veel beweging, veel programma's, veel activiteiten. Veel geschreeuw, maar weinig wol. Veel bekoring, maar weinig bekering. God bekeert de mens niet in zijn vrome porseleinkast. God bekeert geen rijke jongelingen. God bekeert geen jongelingsverenigingen. God bekeert geen jongerenavonden. Allemaal godsdienst zonder God. Een recht ontdekte ziel houdt het niet uit op de tegenwoordige jongerenavonden, waarop de Christus DER SCHRIFTEN doorlopend verloochend wordt met een doe-het-zelf religie en waarop de werking van de Heilige Geest wordt NAGEBOOTST, ja, waarop honderden jongeren buiten het recht om zalig gesproken worden. Om wat te bereiken? Om een grote aanhang te bewerken, om een massa bekeerlingen te kweken, om een naam te halen, om eer te boeken met zoveel plastieke vruchten op de plank. "En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden", Matth. 24:11.
God bekeert de verloren enkeling, die met het oordeel in zijn ziel ligt te kermen ergens achterin een vervallen schuur, of liggende in een droge sloot. God gebruikt nooit een valse prediking, soms wel een geroepen(!) valse leraar, ja, dat kan, (kijk maar naar Bileam), maar Hij gebruikt nooit een valse prediking. Valse leraars in schaapsklederen preken doorgaans wat erop lijkt. Je kunt het niet zondermeer veroordelen. Ik weet het meestal pas een dag later en ik moet het gepredikte altijd eerst herkauwen en het met Gods Woord beproeven. De uitkomst luidt dan niet tweeslachtig, zo van: er zat nog wel wat goeds in, nee, het is zuiver of vals. Het is naar de Schrift of in strijd met de Schrift. Het is naar het hart van Jeruzalem of het is een prediking naar de mens. Het is Christus door recht of een valse christus buiten het recht om. De zwakheid van de rede doet niet ter zake. De schoonheid der woorden evenmin. Ook de mate der gave doet niet mee. Is God erin? Is het leven erin? Is het Tota Scriptura? Sola Scriptura. Sola Gratia. Sola Fide. Het Woord, het Leven, Christus. Alleen, geheel en alles. Van a tot z, van eeuwigheid tot amen. De mens doet er niet in mee. Halleluja!

Wacht u voor de valse profeten in schaapsklederen. Het zijn grijpende wolven, met het Woord op de lippen, het Evangelie op de tong, engelen des lichts.
Is God, of is de mens aan het Woord? Werkt God met Zijn Woord of werkt de mens ermee? Als God werkt door Woord en Geest, geschiedt het vanzelf. Is de mens aan het Woord, dan moet men geloven, dan moet men het aannemen, dan moet er nog van alles, maar er gebeurt niets. Als God spreekt, dan gebeurt het. Gods woorden zijn daden. Zijn beloften falen nooit. Je kunt het stelen, maar gestolen goed gedijt niet. Dat moet je allemaal weer teruggeven, weer inleveren. God laat Zich niet bestelen. Christus is wel óm te stelen, want Hij is de Schoonste aller mensenkinderen. Maar Hij laat Zich niet stelen, zoals de Joden het volk wijsmaken tot op de huidige dag. Nee, onze Koning is van Isrels God gegeven! Hij heeft Zich tussenbeide gesteld in het dodelijkst tijdsgewricht. Hij heeft Zich geopenbaard en verklaard uit de Schriften. Hij overlaat ons dag aan dag met Zijne gunstbewijzen. En wij maar weglopen, opgeven, en de wapens laten hangen. "Dies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar konde niet", Jer. 20:9. Weg met al dat zelfmedelijden en die vleselijke krachteloosheid. Het is allemaal vijandschap, want Zijn kracht wordt in ZWAKHEID volbracht. Ja, en dan is Zijn genade werkelijk genoeg. Dan hoeft er echt geen christelijke zedenleer meer bij om nog goed voor de dag te komen. Christus eet met hoeren en tollenaars en dezulken gaan gerechtvaardigd naar huis. Christus schaamt Zich niet om Zich met het uitschot der wereld in te laten. Hij noemt dezulken bij hun naam en dan komen ze, onwederstandelijk! Men spreekt massaal over 'geloof' in onze dagen, maar een geloof zonder een sprekende Borg is van geen betekenis. Een geloofsblik op de verhoogde Christus gaat gepaard met Zijn spreken. Dan gaat de Bruid ook spreken: "En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet", Openb. 22:17.
Dat heeft met de vrije wil NIETS te maken. God laat de keuze niet aan de mens, Hij verkiest en doet naderen en doet tollenaren en zondaren wonen in Zijn huis, gewassen en gereinigd door het allesreinigende bloed Christi. Dan gaan dezulken ook preken, meepreken, want deze Geest getuigt met onze geest dat we kinderen Gods zijn (Rom. 8:16).

Als Mozes zijn handen omhoog heft, kunnen de Aärons en Hurs niet werkeloos blijven. Dan gaan zij meedragen en meepreken. En als het dat niet is, dan is het net niets. Preken is geen solo-optreden. Als God spreekt, zegge al het volk Gods "amen." Zoete bediening door de Heilige Geest. Afsnijdende bediening voor het vrome vlees. Verterende bediening voor het antinomiaanse vlees. Schuldmakende bediening voor Gods arme volk. Armmakende bediening na ontvangen weldaden. Rijkmakende bediening voor gans uitgeteerden. Verlossende bediening voor ter dood veroordeelden. Vrijsprekende bediening voor gevonnisten. Vrijmakende bediening voor verlamden. Borgstellende bediening voor hellevaarders. Vaderlijk meedogen voor vuile doorbrengers. Vergevende bediening voor vleselijken. Versterkende bediening voor stervenden en Thuishalende bediening voor arme Lazarussen.
Johannes de Doper verloor al zijn discipelen aan Christus. Hij was het niet, maar Die na hem kwam, Wien hij niet waardig was Zijn schoenriemen te ontbinden, Die was Het. "Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt." Tot zonde gemaakt, onder de misdadigers gerekend; de onwaardigste onder de mensen, veracht van het volk, door lijden tot Zijn heerlijkheid ingegaan. De dood gedood, het graf begraven, de hel tot een hel geworden, de zonde veroordeeld in het vlees. Het Woord is vlees geworden. Heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd door het geloof. Hij sprak ons levend in onze dood. "Ik leef en gij zult leven." Immanuel, God met ons. Meer hoeft niet. Met minder kan het niet. Christus ons aller Alles, namelijk voor diegenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn, als een hel gerechtvaardigd zijn, Gode voor zulk een verlossing dankbaar zijn in die altijd dankende Hogepriester aan de rechterhand des Vaders in de troon. Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl