|
|
MET OUDVADERS TEN DIS..., OF IS DAT MIS?
Klik hier
| |
|
|
Ds. C. de Jongste schrijft volgens recensent, ds. M. Vlietstra, in zijn onlangs geschreven boek: "Tot Mijn gedachtenis. Ten dis geleid" de volgende stelling: "Belijdenis doen moet iedereen, maar ten Avondmaal gaan moet niet ieder doen" Het commentaar van ds. M. Vlietstra op deze opmerking van ds. De Jongste is volkomen op zijn plaats. (zie RD-artikel: Klik hier).
Belijdenis des geloofs kan alleen afgelegd worden door het ware geloof in Christus. De Ger. Gem. (ik vrees geen kerkverband uitgezonderd) hebben belijdenis doen van het geloof verlaagd tot belijdenis doen van de waarheid. Wat heeft dat voor zin? Het is PUUR ROOMS! Ds. De Jongste is dus ROOMS in zijn opvattingen over belijdenis doen en ik vrees ook in zijn uitleg over de gang naar het Avondmaal, gezien de dwaalleer waarmee men in de Ger. Gem. bevangen is. Alleen al met zijn genoemde stelling geeft ds. De Jongste belijdende leden het recht om onbekeerd te zijn en maakt het doen van belijdenis des geloofs tot een wassen neus. Ds. Vlietstra heeft daar heel Schriftuurlijk op gereageerd. Ds. Vlietstra schreef tenslotte over het boek van ds. C. de Jongste: "Met genoegen heb ik dit boek gelezen. Stichtelijke lectuur in de goede zin van het woord: opbouwend!" Ja, dat is nu weer wat eenzijdig en pluimstrijkend uitgedrukt, want de Heere breekt eerst Zijn volk af om ze in Christus op te bouwen in het allerheiligst geloof. Bovendien is het boek van De Jongste weer het zoveelste 'oudvaderbuiksprekerboek', alsof Gods kinderen door het geloof van onze vaderen tot het geloof in Christus komen. Dat is allemaal afgoderij! God werkt nog precies eender als toen. Ds. John Warburton had helemaal geen oudvaderboeken, ook niet toen hij predikant was. Zo kan ik nog wel meer voorbeelden geven. Ook Thomas Boston had weinig of geen boeken en Huntington idem dito. Deze mannen waren lezende brieven van Christus en van God Zelf geleerd. Zo werkt de Heere nog! Als ik de tegenwoordige uitpuilende bibliotheken van predikanten gadesla, dan is dat maar al te dikwijls een waarachtig teken van geestelijke armoede. Een wedergeboren kind van vier jaar (denk aan Barendje van Asperen) had meer godgeleerde en geheiligde kennis als de tegenwoordige professoren in de godgeleerdheid. God zal de wijsheid der wijzen doen vergaan en al die tegenwoordige 'boekenkastgenade' teniet doen!
GPPB.
|
|
|
|
|
|