|
In het RD van 12 november 2005, (pag. 21) staat een paginagroot SGP-artikel over de plaats van de vrouw. Drie dominees geven 'hun mening' over de plaats van de vrouw, te weten: ds. L.W. van der Meij, ds. W. Silfhout en ds. P. Vermaat. (Zie: Klik hier)
In het genoemde artikel staat een passage, waaruit blijkt dat vele SGP-dominees niet durven uitkomen voor de bijbelse plaats van de vrouw. Schaamteloos! Dominee Slomp, die tijdens de 2e Wereldoorlog publiek van leer trok tegen Hitlers agressie en ook tegen de landverraderlijke NSB-beweging, zou de SGP-dominees die niet in de publiciteit durven treden omtrent de bijbelse plaats van de vrouw, lafaards en bangbroeken noemen.
SGP-dominees die wel publiek beweren dat vrouwen in de politiek mogen, doen aan Schriftkritiek en horen, net als hun laffe stilzwijgende collega's, niet op de kansel thuis. Over de plaats van de vrouw is Gods Woord duidelijk genoeg en Gods Woord is t.a.v. fundamentele zaken nooit voor twee-erlei uitleg vatbaar, niet alleen t.a.v. het huwelijk, niet alleen t.a.v. kerkelijke ambten, maar ook t.a.v. politieke regeerambten. Dominees (of wie ook) die beweren dat de vrouw wel een kerkelijk en/of politiek regeerambt en/of een kerkelijke en/of politieke bestuursfunctie mag bekleden, mogen hun staat voor God weleens nakijken. Immers, de goddelijke natuur die Gods kinderen deelachtig zijn, beheerst het vernieuwde geweten en het wedergeboren hart en de Heilige Geest leidt hen in ALLE WAARHEID, dus in hetgeen God in Christus wil en doet verstaan de dingen die des Geestes Gods zijn. Menselijke (vervloekte) hermeneutiek heeft en kind van God gelukkig niet nodig, want er is maar één mening des Geestes en al Gods kinderen zijn van de Heere geleerd, de kleine en de grote. Denkt men nu werkelijk dat God Zijn kinderen overlaat aan en afhankelijk maakt van de tegenwoordige godonterende discussies omtrent de plaats van de vrouw? Iemand, of het nu een dominee is of niet, die het bijbelse bijzondere veralgemeniseert (zie: 'DE BANIER DER LEUGEN') en leert dat de vrouw wel mag regeren en besturen, heeft geen vernieuwd geweten, is de goddelijke natuur niet deelachtig en leeft in de zonde! Hiermee zeggen we niet dat een kind van God niet in de zonde kan vallen, integendeel, maar dat is heel wat anders dan dat men leert dat de vrouw mag regeren. Degenen die zulke dingen leren, betuigen dat zij van de duivel bearbeid worden en aan de vruchten kent men de boom! Gods Woord is voor het redelijke verstand al zeer duidelijk omtrent de plaats van de vrouw, laat staan dat een waar kind van God de dingen in twijfel trekt die Gods Woord zo duidelijk leert.
De plaats van de vrouw t.a.v. het huwelijk:
"Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij", Gen. 2:18.
"Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus", 1 Kor. 11:3.
"Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan den Heere; want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles", Ef. 5:22-24.
"Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest. Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid", 1 Tim. 2:11-15.
De plaats van de vrouw t.a.v. de kerkelijke ambten:
"Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken", 1 Kor. 14:34-35.
"Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest.", 1 Tim. 2:11-14.
De plaats van de vrouw t.a.v. politieke en regeerambten:
"Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest.", 1 Tim. 2:11-14.
"Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken", 1 Kor. 14:34:35.
Bij het woord "onderworpen" zeggen de Kanttekenaren: Namelijk den mannen, om van hen onderwijzing te ontvangen. Want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor enig gezag over of boven dengene, die onderwezen wordt.
U ziet, onze vaderen hebben, t.a.v. de plaats van de vrouw, de kerkelijke ambten niet gescheiden van de politieke ambten, want die mensen verstonden Gods Woord door de Heilige Geest.
De passage van ds. L.W. Van der Meij over de plaats van de vrouw is respectabel. Van der Meij houdt zich aan Gods Woord. T.a.v. het vrouwenstemrecht, laat hij zich helaas weer onbijbels uit. Niet wat vrouwen voor zichzelf zeker denken te weten dat ze mogen stemmen is norm, maar Gods Woord en Gods Woord alleen. (Zie: http://www.refdag.nl/artikel/1237375/Ds.+L.+W.+van+der+Meij.html)
Hoewel ds. W. Silfhout (zie: Klik hier)de vrouw op grond van Spreuken 31 geen regeerambt toekent, heeft hij er geen bezwaar tegen dat vrouwen in het bestuur van een SGP-kiesvereniging zitten. Daarmee loochent hij hetgeen hij eerder op grond van Spreuken 31 beweert. Vervolgens komt hij met een grote misleiding als hij zegt: "De verleiding is groot om teksten uit de Bijbel die gaan over huwelijk en gezin op te rekken en ze van toepassing te verklaren op de hele samenleving. Dat is niet eerlijk." Hiermee doet Silfhout voorkomen, alsof Gods Woord t.a.v. de plaats van de vrouw alleen maar teksten bevat die op het huwelijk betrekking hebben. Dat is een misleiding. De tekstwoorden in 1 Korinthe 14:34:35 hebben zowel betrekking op de kerk als op de maatschappij. Dacht Silfhout nu werkelijk dat Gods orde t.a.v. de plaats der vrouw bij de kerkdeuren en huwelijksteksten ophoudt te bestaan? Bespottelijk! Silfhout gaat te rade bij de letter en houdt er een mening op na. Dat doen biblicisten ook. Gods ware volk gaat niet te rade met vlees en bloed, maar worden door Gods Geest geleid in de verborgenheden des Evangelies, zowel de kleinen in Christus, als de 'groten', ze zijn allen van God geleerd, hoewel ze hier op aarde ten dele kennen. De mening van de Heilige Geest (ook t.a.v. de plaats van de vrouw) is echter niet voor twee-erlei uitleg vatbaar. Dat hebben wij reeds uit Gods Woord aangetoond. Ondanks zijn 'Spreuken 31-beroep', is Silfhout dus een verleider, want hij overschreidt de grens van Gods Woord en lapt de goddelijke scheppingsordinantie aan zijn laars. Het vrouwenstandpunt heeft namelijk alles te maken met Gods heilige ordinantie: God het Hoofd van Christus, Christus het Hoofd van de man, de man het hoofd der vrouw. God is niet alleen een God van de kerken, maar van de ganse aarde! Mensen die aan deze Goddelijke orde tornen, of ze nu Ger. Gem.-dominee zijn of niet, zijn arbeiders van de satan. (Zie: Klik hier).
De feministische mening van ds. P. Vermaat behoeft geen weerwoord, want die mening gaat helemaal alle bijbelse perken te buiten. (Zie: http://www.refdag.nl/artikel/1237374/Ds.+P.+Vermaat.html).
ALLE POLITIEKE PRO-VROUWEN MENINGEN ZIJN VERVLOEKT VAN DE HEERE ZEBAOTH! God zal het zien en zoeken!
GPP. Burggraaf
|
|