STUDENTENDAG CSFR
STUDIEDAG CSFR IN TROEBEL WATER  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Op 29 december 2005 kwam de 'christelijke' studentenvereniging CSFR bijeen om na te denken over de thema's "Materialisme en de afwezige God" en "Godsverduistering in de 21e eeuw". Sprekers waren: ds. W. Visscher (van de gereformeerde gemeente Amersfoort), ir. A. van Maldegem (natuurwetenschapper), drs. J. Reitsma (godsdienstsocioloog) en prof. dr. G. C. den Hertog (hoogleraar Theologische Universiteit Apeldoorn).

Of de CSFR echt een christelijke studentenvereniging is, mag vrij aan getwijfeld worden, want er zaten verschillende studentes met lange broeken in de zaal en de vaten met snack werden vrij geconsumeerd tijdens de spreekbeurten. Over materialisme gesproken. De afgebeelde foto in het RD (zie: Klik hier) staat dan ook in schril contrast met de gehouden referaten over het materialisme. Ook de verwoording van de thema's waren dermate atheïstisch geladen, dat hier eerder sprake is van een studiedag van het naamchristendom dan van ware christenen. Het eerste thema sprak over de afwezige God, maar dat is een ateïsche gedachte, want God is en blijft overalomtegenwoordig met Zijn Geest, alleen zijn er steeds minder mensen (wijze maagden) waarin de Heilige Geest woont. Ook de generale prediking is ontbloot van de bediening des Geestes, maar daarover werd met geen woord gerept. Het tweede thema was wel het toppunt van ateïsme en godslastering, want 'Godsverduistering' bestaat niet. God laat Zich niet verduisteren, de mens zelf is verduisterd en verblind!

De eerste spreker, ds. Visscher, noemde het materialisme als visie op de werkelijkheid de grootste ramp voor Europa van de afgelopen honderd jaar. Daarbij maakte hij de opmerking: "Waarom ervaren wij Gods aanwezigheid steeds minder? Omdat onze aardse agenda steeds voller wordt."
Ds. Visscher noemt het materialisme het grootste gevaar, maar dat moeten we hem betwisten, want het grootste struikelblok voor het huidige christendom is nog steeds het ongeloof en dat is ook in het verleden altijd zo geweest. Abraham, echter, bezat veel geld en goed, maar hij was in geen enkel opzicht materialistisch. Rijkdom is dus opzich geen struikelblok voor het geestelijke leven, maar het is wel de vraag hoe we aan al onze aardse rijkdom gekomen zijn. Abraham had zijn goederen in Gods gunst verkregen. Abrahams rijkdom staat dus in schril contrast met het zwarte geldcircuit en de geldgierigheid (een wortel van alle kwaad) dat tot in de meest bevindelijke kringen welig tiert en de ongunst van God verwekt. De oorzaak van de geldgierigheid is het ongeloof, de wortel van alle kwaad! Christus kon op bepaalde plaatsen niet vele krachten doen, niet vanwege het materialisme, maar vanwege het heersende ongeloof!
Vervolgens hield ds. Visscher de studenten vragenderwijs voor: "Waarom ervaren wij Gods aanwezigheid steeds minder?" Ds. Visscher sluit met deze opmerking alle aanwezigen in, alsof al die 200 aanwezigen, inclusief die langebroeken-studentes, ware gelovigen zijn, en alsof al die studenten in het verleden Gods aanwezigheid dikwijls ervaren hebben, maar nu steeds minder ervaren. Visscher spreekt in droombeelden en dat is ten aanzien van het geestelijke leven zielsmisleidend en gevaarlijker dan harddrugs. Ds. Visscher geeft zelf het antwoord op zijn opgeworpen vraag, namelijk: "Omdat onze aardse agenda steeds voller wordt."
Alweer een verondersteld droombeeld, een afleidingsmanoeuvre, want of onze aardse agenda nu vol of leeg is, er is geen mens die God zoekt, ook niet tot één toe (Rom. 3:11). Dat leert Gods Woord. Gods ware volk is een vondelingenvolk en een gevonden volk. "Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik", Jes. 65:1.
Ds. Visscher had de oorzaak bij zichzelf moeten zoeken, namelijk dat de huidige prediking ontbloot is van de ware separatie en van de bediening en autoriteit des Heiligen Geestes. De oplossingen waarmee ds. Visscher aan komt dragen, zoals: "aanhoudend lezen van de Bijbel, aanhoudend leven naar Gods geboden, een aanhoudend gebedsleven", vormen geen instappen tot de vergeving der zonden en het nieuwe leven in Christus, want door de werken der Wet zal niemand gerechtvaardigd worden. Visscher gaat er zomaar vanuit dat al die studenten christenen zijn en komt vervolgens met werkheilige oplossingen aandragen. Als God zaligmakend in ons leven gekomen is, is dat geschiedt door de weg van het recht, dus niet d.m.v. oplossingen, maar met de Verlossing, Christus Jezus Zelf!
Ds. Visscher besluit zijn referaat met de pelagiaanse opmerking van dr. Aalders: "Houd altijd het venster op de eeuwigheid open." Alsof de mens over het vermogen beschikt om de vensters op de eeuwigheid te openen, laat staan open te houden. In Genesis 3 hebben we de deur naar God op slot gegooid en we zullen nooit meer in kunnen gaan in het Koninkrijk der hemelen dan door de enge Poort, ofwel de Deur Christus in de toepassing des harten door vrije soevereine genade.

Een andere spreker, dhr. Van Maldegem, beweerde dat "wij helemaal mee doen aan het 'goudenkalfinisme". Ook deze spreker sprak over "wij" en wekte daarmee de suggestie dat ook Gods ware volk meedoet aan de goudgod van de moderne cultuur. Gods ware volk is aan deze wereld gestorven en getuigen met Paulus: "Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld", Gal. 6:14. Volgens Van Maldegem kunnen christenen slecht tegenwicht bieden tegen het materialisme, "omdat ze grote delen van de Schrift niet serieus nemen, veel medechristenen niet accepteren en Gods schepping verwaarlozen." Dat feit tekent inderdaad de situatie van het huidige (naam)christendom, maar christenen die grote delen van de Schrift niet serieus nemen, zijn geen ware christenen en 'medechristenen' die grote delen van de Schrift aan hun laars lappen, zijn geen medechristenen in de ware zin des Woords, maar huichelaars. "Dat we Gods schepping verwaarlozen", zoals Maldegem suggereert, is reeds ruim 6000 jaar lang werkelijkheid. Gods schepping hebben we immers al verwaarloosd in het paradijs, want de aarde is om onzentwille vervloekt. God is echter de hele mensheid en ook de duivel een eeuwigheid voor geweest, met de Borgstelling van het Begin der Schepping Gods, Jezus Christus, Die alle macht heeft in hemel en op aarde. In Hem is Gods volk een nieuw schepsel en volmaakt rechtvaardig en heilig. Dat volk gaat niet de aarde verbeteren, maar verwacht met Petrus en al de heiligen naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13).

De godsdienstsocioloog dhr. Reitsma kwam t.a.v. het probleem van de materialistische cultuur met een andere oplossing aandragen, namelijk "De kerk moet meer luisteren naar mensen en minder preken." Alsof men al begonnen is zuiver te preken! Daaraan hebben we juist behoefte, maar dan wel preken zoals Paulus: "En mijn rede, en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht", 1 Kor. 2:4. Omdat het gros dominees preekt in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, dwaling op dwaling vermenigvuldigen, gaat er hoegenaamd niets meer uit van de huidige prediking en hebben de meest rechtzinnige kerken geen boodschap meer voor de wereld.

De Apeldoornse hoogleraar, prof. Den Hertog, sprak aanvankelijk ware woorden: "Ook in bevindelijk gereformeerde kring is God op een afstand komen te staan. Veel preken staan op zichzelf, hebben geen relatie met wat in ons dagelijks leven gebeurt."
Dat feit is maar al te waar. Om maar een voorbeeld te geven: Het gros Wekeromse discotheek-jongeren is lid van de Ger. Gem. en de Ger. Gem in Nederland en de betreffende kerkenraden doen net of hun neus bloedt. Prof. Den Hertog heeft gelijk als hij zegt "dat christenen niet te snel moeten afgeven op de verdorven wereld." Inderdaad, dat recht heeft de kerk zelfs nooit gehad, zeker niet in onze dagen, want de kerken zijn zelf verdorven tot op het bot en verdeeld als de beenderen aan het graf. Maar als prof. Den Hertog meent dat de oude (bijbelse?) apologetiek (verdediging van het ware christendom) heeft afgedaan en om aanpassing vraagt, dan mag ook prof. Den. Hertog zich weleens afvragen waar onze reformatoren dan mee bezig geweest zijn. Of is de mens sinds Genesis 3 veranderd? Absoluut niet en daarom is en blijft bijbelse apologetiek noodzakelijk t.a.v. de heersende dwalingen en ook in de verkondiging van het Evangelie, naar het apostolisch voorbeeld (Hand. 18:28). Er is maar één Kerk, namelijk de heilige algemene christelijke Kerk en die Kerk houdt het bij haar Hoofd, Jezus Christus, en Zijn zuivere apologetische prediking en goddelijke leer. Den Hertog had op grond van Gods Woord moeten zeggen: "Terug naar het 'oude'! Want niemand, die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter (Lukas 5:39).

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl