AUDIO PREKEN 2021
Oudejaarsdag 2021 - In de raad en vergadering der oprechten wordt des Heeren lof verteld door degenen die er lust in hebben - GPPB. (31-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
Oudejaarsdag 2021 - In de raad en vergadering der oprechten wordt des Heeren lof verteld door degenen die er lust in hebben

Schriftlezing: Psalm 111

Tekst voor de prediking:
"Hallelujah! Ik zal den HEERE loven van ganser harte; in den raad en vergadering der oprechten. De werken des HEEREN zijn groot; zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben. Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid. Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; de HEERE is genadig en barmhartig. Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt; hun gevende de erve der heidenen. De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; al Zijn bevelen zijn getrouw. Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid. Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Zijn Naam is heilig en vreselijk. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; allen, die ze doen, hebben goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid", Ps. 111.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2e Kerstdag 2021 - Davids voorbede voor Salomo en zijn loflied over de meerdere Salomo (2) - GPPB. (26-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
2e Kerstdag 2021 - Davids voorbede voor Salomo en zijn loflied over de meerdere Salomo (2)

Schriftlezing: Psalm 72

Tekst voor de prediking:
"Voor Salomo. O God! geef den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des konings. Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht. De bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen, met gerechtigheid. Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen. Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen. In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij. En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen, en zijn vijanden zullen het stof lekken. De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen. Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft. Hij zal den arme en nooddruftige verschonen, en de zielen der nooddruftigen verlossen. Hij zal hun zielen van list en geweld bevrijden, en hun bloed zal dierbaar zijn in zijn ogen. En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen. Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde. Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen. Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, Die alleen wonderen doet. En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen. De gebeden van David, den zoon van Isai, hebben een einde", Ps. 72.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2e Kerstdag 2021 - Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde in de mensen van het welbehagen (1) - GPPB. (26-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
2e Kerstdag 2021 - Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde in de mensen van het welbehagen (1)

Schriftlezing: Lukas 2

Tekst voor de prediking:
"En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen", Lukas 2:13-14.

* Het arminiaanse kerstevangelie van xandernieuws ontmaskerd.
X- Schrijft doorgaans goede (vertaalde) artikelen, maar hangt een volbloed arminiaanse godsdienst aan.


https://www.xandernieuws.net/algemeen/hoop-in-de-hoogste-god-en-vrede-op-aarde-goede-wil-in-mensen/

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1e Kerstdag 2021 - De Namen en betekenissen van het Kind in de kribbe en de Zoon des Vaders (2) - GPPB. (25-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
1e Kerstdag 2021 - De Namen en betekenissen van het Kind in de kribbe en de Zoon des Vaders (2)

Schriftlezing: Jesaja 9

Tekst voor de prediking:
"Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen", Jes. 9:5-6.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1e Kerstdag 2021 - Alzo zal Hij ons redden van Assur, d.m.v. zeven herders en acht vorsten, strijdende onder de Banier des Heersers van Israel (1) - GPPB. (25-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
1e Kerstdag 2021 - Alzo zal Hij ons redden van Assur, d.m.v. zeven herders en acht vorsten, strijdende onder de Banier des Heersers van Israel (1)

Schriftlezing: Micha 5

Tekst voor de prediking:
"En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israels. En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde. En Deze zal Vrede zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze paleizen zal treden, zo zullen wij tegen hem stellen zeven herders, en acht vorsten uit de mensen. Die zullen het land van Assur afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen, en wanneer hij in onze landpale zal treden", Micha 5:1-5


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OGG-ds. A. KORT SPEELT INTERVIEW-ZIEKE SLACHTOFFERROL, MANIPULEERT ZIJN EIGEN BRIEF EN RECHTVAARDIGT ZICHZELF OVER DE RUGGEN VAN ABRAHAM EN LOT (2) - GPPB. (19-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OGG-ds. A. KORT SPEELT INTERVIEW-ZIEKE SLACHTOFFERROL, MANIPULEERT ZIJN EIGEN BRIEF EN RECHTVAARDIGT ZICHZELF OVER DE RUGGEN VAN ABRAHAM EN LOT (2)

Schriftlezing: Genesis 18:22-33 - Genesis 19:1-14

Tekst voor de prediking:
"Toen ging Lot uit tot hen aan de deur en hij sloot achter zich toe en hij zeide: mijn broeders, doet toch geen kwaad", Gen. 19:6-7.

Toen de mannen uit Sodom bij ds. Kort op de stoep stonden, ging hij languit op de bank liggen en hield de deur gesloten, en dacht bij zichzelf: blijf daar maar lekker staan, totdat je een ons weegt, wat gaat het mij aan?


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE TWEE TROMPETTEN VAN GODS GETUIGENIS KLINKEN NOG, MAAR NIEMAND TREKT TEN STRIJDE (1) - GPPB. (19-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE TWEE TROMPETTEN VAN GODS GETUIGENIS KLINKEN NOG, MAAR NIEMAND TREKT TEN STRIJDE (1)

Schriftlezing:
Numeri 10

Tekst voor de prediking:
"Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk zult gij ze maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers. Als zij met dezelve blazen zullen, dan zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst. Maar als zij met de ene zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israel. Als gij met een gebroken geklank blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd zijn, optrekken. Maar als gij ten tweeden male met een gebroken klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren, optrekken; met een gebroken klank zullen zij blazen tot hun optochten. Maar in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, doch geen gebroken geklank maken. En de zonen van Aaron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten. En wanneer gijlieden in uw land ten strijde zult trekken tegen den vijand, die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken; zo zal uwer gedacht worden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en gij zult van uw vijanden verlost worden. Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in uw gezette hoogtijden, en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen, en over uw dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het aangezicht uws Gods; Ik ben de HEERE, uw God!" Num. 10:1-10.

"Zij hebben met de trompet getrompet, en hebben alles bereid, maar niemand trekt ten strijde; want Mijn brandende toorn is over de gehele menigte van het land", Ezech. 7:14.


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING H.A. - ENIGE VERTROOSTING, ENIGE TROOST DER LIEFDE, ENIGE GEMEENSCHAP DES GEESTES, ENIGE INNERLIJKE BEWEGINGEN EN ONTFERMINGEN IN CHRISTUS (2) - GPPB. (12-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING H.A. - ENIGE VERTROOSTING, ENIGE TROOST DER LIEFDE, ENIGE GEMEENSCHAP DES GEESTES, ENIGE INNERLIJKE BEWEGINGEN EN ONTFERMINGEN IN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: 2 Filippensen 2

Tekst voor de prediking:
"Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is der liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke bewegingen en ontfermingen zijn; zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van een gemoed en van een gevoelen zijnde. Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven. Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is. Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; en in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is; opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders", Filipp. 1:11.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2e VOORBEREIDING H.A. - ZO VERKONDIG DE DOOD DES HEEREN TOTDAT HIJ KOMT (1) - GPPB. (12-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
2e VOORBEREIDING H.A. - ZO VERKONDIG DE DOOD DES HEEREN TOTDAT HIJ KOMT (1)

Schriftlezing: 1 Korinthe 11

Tekst voor de prediking:
"Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam; en als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt. Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker. Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren. Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden", 1 Kor. 11:23-32.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VERVLOEKTE ROOMSE MARIA-IKOON-CULTUS-RELIGIE VAN DR. ACHITOFEL HUIJGEN MET HET ZWAARD DES GEESTES IN STUKKEN GEHOUWEN (2) - GPPB. (05-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VERVLOEKTE ROOMSE MARIA-IKOON-CULTUS-RELIGIE VAN DR. ACHITOFEL HUIJGEN MET HET ZWAARD DES GEESTES IN STUKKEN GEHOUWEN (2)

Schriftlezing: Zacharia 10

Tekst voor de prediking:
"Begeert van den HEERE regen, ten tijde des spaden regens; de HEERE maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het veld. Want de terafim spreken ijdelheid, en de waarzeggers zien valsheid, en zij spreken ijdele dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn zij henengetogen als schapen, zij zijn onderdrukt geworden; want er was geen herder. Tegen de herders was Mijn toorn ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen zal Zijn kudde bezoeken, het huis van Juda, en Hij zal hen stellen, gelijk het paard Zijner majesteit in den strijd. Van hetzelve zal de hoeksteen, van hetzelve zal de nagel, van hetzelve zal de strijdboog, te zamen zullen van hetzelve alle drijvers voortkomen. En zij zullen zijn als de helden, die in het slijk der straten treden in den strijd, en zij zullen strijden; want de HEERE zal met hen wezen; en zij zullen die beschamen, die op paarden rijden. En Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik behouden, en Ik zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en zij zullen wezen, alsof Ik hen niet verstoten had; want Ik ben de HEERE, hun God, en Ik zal ze verhoren. En zij zullen zijn als een held van Efraim, en hun hart zal zich verblijden, als van den wijn; en hun kinderen zullen het zien, en zich verblijden, hun hart zal zich verheugen in den HEERE. Ik zal hen toesissen, en zal ze vergaderen, want Ik zal ze verlossen; en zij zullen vermenigvuldigd worden, gelijk zij te voren vermenigvuldigd waren. En Ik zal hen onder de volken zaaien, en zij zullen Mijner gedenken in verre plaatsen; en zij zullen leven met hun kinderen, en wederkeren. Want Ik zal ze wederbrengen uit Egypteland, en Ik zal ze vergaderen uit Assyrie; en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun niet genoeg wezen. En Hij zal door de zee gaan, die benauwende, en Hij zal de golven in de zee slaan, en al de diepten der rivieren zullen verdrogen; dan zal de hoogmoed van Assur nedergeworpen worden, en de schepter van Egypte zal wegwijken. En Ik zal hen sterken in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt de HEERE", Zach. 10.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VERVLOEKTE ROOMSE MARIA-IKOON-CULTUS-RELIGIE VAN DR. ACHITOFEL HUIJGEN MET HET ZWAARD DES GEESTES IN STUKKEN GEHOUWEN (1) - GPPB. (05-12-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VERVLOEKTE ROOMSE MARIA-IKOON-CULTUS-RELIGIE VAN DR. ACHITOFEL HUIJGEN MET HET ZWAARD DES GEESTES IN STUKKEN GEHOUWEN (1)

Schriftlezing: Jeremia 10

Tekst voor de prediking:
"Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis Israels! Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten. Want de inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het is hout, dat men uit het woud gehouwen heeft, een werk van des werkmeesters handen met de bijl. Men pronkt het op met zilver en met goud; zij hechten ze met nagelen en met hameren, opdat het niet waggele. Zij zijn gelijk een palmboom van dicht werk, maar kunnen niet spreken; zij moeten gedragen worden, want zij kunnen niet gaan; vreest niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen, ook is er geen goeddoen bij hen. Omdat niemand U gelijk is, o HEERE! zo zijt Gij groot, en groot is Uw Naam in mogendheid. Wie zou U niet vrezen, Gij Koning der heidenen? Want het komt U toe; omdat toch onder alle wijzen der heidenen, en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is. In een ding zijn zij toch onvernuftig en zot: een hout is een onderwijs der ijdelheden. Uitgerekt zilver wordt van Tarsis gebracht, en goud van Ufaz, tot een werk des werkmeesters en van de handen des goudsmids; hemelsblauw en purper is hun kleding, een werk der wijzen zijn zij al te zamen. Maar de HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende God, en een eeuwig Koning; van Zijn verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen Zijn gramschap niet verdragen. (Aldus zult gijlieden tot hen zeggen: De goden, die den hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde, en van onder dezen hemel.) Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door Zijn wijsheid, en den hemel uitgebreid door Zijn verstand. Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, een ieder goudsmid is beschaamd van het gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen; en er is geen geest in hen. Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen zij vergaan. Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. Raap uw kramerij weg uit het land, gij inwoneres der vesting! Want zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de inwoners des lands op ditmaal wegslingeren, en zal ze benauwen, opdat zij het vinden. O, wee mij over mijn breuk! mijn plage is smartelijk; en ik had gezegd: Dit is immers een krankheid, die ik wel dragen zal! Mijn tent is verstoord, en al mijn zelen zijn verscheurd; mijn kinderen zijn van mij uitgegaan, en zij zijn er niet; er is niemand meer, die mijn tent uitspant, en mijn gordijnen opricht. Want de herders zijn onvernuftig geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; daarom hebben zij niet verstandiglijk gehandeld, en hun ganse weide is verstrooid. Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken. Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte. Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest" Jer. 10.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

VOORBEREIDING HEILIG AVONDMAAL - DE LAST VAN BARUCH AFGENOMEN EN ZIJN ZIEL TOT EEN BUIT GESTELD (2) - GPPB. (28-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING HEILIG AVONDMAAL - DE LAST VAN BARUCH AFGENOMEN EN ZIJN ZIEL TOT EEN BUIT GESTELD (2)

Schriftlezing: Jeremia 45

Tekst voor de prediking:
"Het woord, dat de profeet Jeremia gesproken heeft tot Baruch, den zoon van Nerija, als hij die woorden uit den mond van Jeremia in een boek schreef, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende: Alzo zegt de HEERE, de God Israels, van u, o Baruch! Gij zegt: Wee nu mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moede van mijn zuchten, en vind geen rust! Zo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land. En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; want zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen, waar gij zult henentrekken" Jer. 45.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

DE RADICALE REFORMATIE ONDER DE GODZALIGSTE KONING JOSIA EN DE IN GODS WOORD VOORZEGDE DEFORMATIE VAN DE AFVALLIGE REFOKERKEN (1) - GPPB. (28-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE RADICALE REFORMATIE ONDER DE GODZALIGSTE KONING JOSIA EN DE IN GODS WOORD VOORZEGDE DEFORMATIE VAN DE AFVALLIGE REFOKERKEN (1)

Schriftlezing: 2 Koningen 23

Tekst voor de prediking:
"Toen zond de koning [Josia] henen, en tot hem verzamelden al die oudsten van Juda en Jeruzalem. En de koning ging op in het huis des HEEREN, en met hem alle man van Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, en de priesters en de profeten, en al het volk, van den minste tot den meeste; en hij las voor hun oren al de woorden van het boek des verbonds, dat in het huis des HEEREN gevonden was. De koning nu stond aan den pilaar, en maakte een verbond voor des HEEREN aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen met ganser harte en met ganser ziele te houden, bevestigende de woorden dezes verbonds, die in dit boek geschreven zijn. En het ganse volk stond in dit verbond. En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baal, en voor het beeld van het bos, en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar Beth-el dragen. Daartoe schafte hij de Chemarim af, die de koningen van Juda gesteld hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de steden van Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die voor Baal, de zon, en de maan, en de andere planeten, en al het heir des hemels rookten. Hij bracht ook het beeld van het bos uit het huis des HEEREN weg, buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron, en verbrandde het aan de beek Kidron, en vergruisde het tot stof; en hij wierp het stof daarvan op de graven der kinderen des volks. Daartoe brak hij de huizen der schandjongens af, die aan het huis des HEEREN waren, alwaar de vrouwen huisjes voor het beeld van het bos weefden. En hij bracht al de priesters uit de steden van Juda, en verontreinigde de hoogten, alwaar die priesters gerookt hadden, van Geba af tot Ber-seba toe; en hij brak de hoogten der poorten af, ook die aan de deur der poort van Jozua, den overste der stad, was, welke aan iemands linkerhand was, in de stadspoort gaande. Doch de priesters der hoogten offerden niet op het altaar des HEEREN te Jeruzalem; maar zij aten ongezuurde broden in het midden van hun broederen. Hij verontreinigde ook Thofeth, dat in het dal der kinderen van Hinnom is, opdat niemand zijn zoon of zijn dochter voor den Molech door het vuur deed gaan. En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-melech, den hoveling, die in Parvarim was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur. Verder de altaren die op het dak der opperzaal van Achaz waren, die de koningen van Juda gemaakt hadden, mitsgaders de altaren, die Manasse in de twee voorhoven van het huis des HEEREN gemaakt had, brak de koning af; en hij verbrijzelde ze van daar, en wierp het stof daarvan in de beek Kidron. De hoogten ook, die vooraan Jeruzalem waren, dewelke waren ter rechterhand van den berg Mashith, die Salomo, de koning van Israel, voor Astoreth, het verfoeisel der Sidoniers, en voor Kamos, het verfoeisel der Moabieten, en voor Milchom, den gruwel der kinderen Ammons, gebouwd had, verontreinigde de koning. Insgelijks brak hij de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij vervulde hun plaats met mensenbeenderen. Daartoe ook het altaar, dat te Beth-el was, en de hoogte, die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij verbrandde het bos. En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep. Verder zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik zie? En de lieden der stad zeiden tot hem: Het is het graf van den man Gods, die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar van Beth-el gedaan hebt, uitgeroepen heeft. En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen verroere. Zo bevrijdden zij zijn beenderen, met de beenderen van den profeet, die uit Samaria gekomen was. Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria waren, die de koningen van Israel gemaakt hadden, om den HEERE tot toorn te verwekken; en hij deed dezelve naar al de daden, die hij te Beth-el gedaan had. En hij slachtte al de priesteren der hoogten, die daar waren, op de altaren, en verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. En de koning gebood het ganse volk, zeggende: Houdt den HEERE, uw God, pascha, gelijk in dit boek des verbonds geschreven is. Want gelijk dit pascha was er geen gehouden, van de dagen der richteren af, die Israel gericht hadden, noch in al de dagen der koningen van Israel, noch der koningen van Juda. Maar in het achttiende jaar van den koning Josia, werd dit pascha den HEERE te Jeruzalem gehouden. En ook deed Josia weg de waarzeggers, en de duivelskunstenaars, en de terafim, en de drekgoden, en alle verfoeiselen, die in het land van Juda en in Jeruzalem gezien werden; opdat hij bevestigde de woorden der wet, die geschreven waren in het boek, dat de priester Hilkia in het huis des HEEREN gevonden had. En voor hem was geen koning zijns gelijke, die zich tot den HEERE, met zijn ganse hart, en met zijn ganse ziel, en met zijn ganse kracht, naar al de wet van Mozes, bekeerd had; en na hem stond zijns gelijke niet op. Nochtans keerde zich de HEERE van den brand Zijns groten toorns niet af, waarmede Zijn toorn brandde tegen Juda, om al de tergingen, waarmede Manasse Hem getergd had. En de HEERE zeide: Ik zal Juda ook van Mijn aangezicht wegdoen, gelijk als Ik Israel weggedaan heb; en Ik zal deze stad Jeruzalem verwerpen, die Ik verkoren heb, en het huis, waarvan Ik gezegd heb: Mijn Naam zal daar wezen. Het overige nu der geschiedenissen van Josia, en al wat hij gedaan heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen den koning van Assyrie, naar de rivier Frath; en de koning Josia toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo, als hij hem gezien had. En zijn knechten voerden hem dood op een wagen van Megiddo, en brachten hem te Jeruzalem, en begroeven hem in zijn graf; en het volk des lands nam Joahaz, den zoon van Josia, en zalfden hem, en maakten hem koning in zijns vaders plaats. Drie en twintig jaren was Joahaz oud, toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hamutal, de dochter van Jeremia, van Libna. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vaderen gedaan hadden. Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij leide het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds. Ook maakte Farao Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning, in de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam in Jojakim; maar Joahaz nam hij mede, en hij kwam in Egypte, en stierf aldaar. En Jojakim gaf dat zilver en dat goud aan Farao; doch hij schatte het land, om dat geld naar het bevel van Farao te geven; een ieder naar zijn schatting eiste hij het zilver en goud af van het volk des lands, om aan Farao Necho te geven. Vijf en twintig jaren was Jojakim oud, toen hij koning werd, en regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zebudda, een dochter van Pedaja, van Ruma. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vaders gedaan hadden, 2 Kon. 23


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

DE GODDELOZE KONING MANASSE ALS EEN GODDELOZE GERECHTVAARDIGD (2) - GPPB. (21-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GODDELOZE KONING MANASSE ALS EEN GODDELOZE GERECHTVAARDIGD (2)

Schriftlezing: 2 Kronieken 33

Tekst voor de prediking:
"Manasse was twaalf jaren oud, als hij koning werd, en regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had. Want hij bouwde de hoogten weder op, die zijn vader Jehizkia afgebroken had, en richtte den Baals altaren op, en maakte bossen, en boog zich neder voor al het heir des hemels, en diende ze; en bouwde altaren in het huis des HEEREN, van hetwelk de HEERE gezegd had: Te Jeruzalem zal Mijn Naam zijn tot in eeuwigheid. Daartoe bouwde hij altaren voor al het heir des hemels, in beide de voorhoven van het huis des HEEREN. En hij deed zijn zonen door het vuur gaan, in het dal des zoons van Hinnom, en pleegde guichelarij, en gaf op vogelgeschrei acht, en toverde, en hij stelde waarzeggers en duivelskunstenaren; en hij deed zeer veel kwaads in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken. Hij stelde ook de gelijkenis van een gesneden beeld, die hij gemaakt had, in het huis Gods, van hetwelk God gezegd had tot David en tot zijn zoon Salomo: In dit huis, en te Jeruzalem, dat Ik uit alle stammen van Israel verkoren heb, zal Ik Mijn Naam zetten tot in eeuwigheid. En Ik zal den voet van Israel niet meer doen wijken van het land, dat Ik uw vaderen besteld heb; alleenlijk zo zij waarnemen te doen, al hetgeen Ik hun geboden heb, naar de ganse wet, en inzettingen, en rechten, door de hand van Mozes. Zo deed Manasse Juda en de inwoners te Jeruzalem dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had. De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op. Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen, en bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is. En na dezen bouwde hij den buitenmuur aan de stad Davids, aan de westzijde van Gihon in het dal, en tot den ingang van de Vispoort, en omsingelde Ofel, en verhief dien zeer; hij leide ook krijgsoversten in alle vaste steden in Juda. En hij nam de vreemde goden en die gelijkenis uit het huis des HEEREN weg, mitsgaders al de altaren, die hij gebouwd had op den berg van het huis des HEEREN, en te Jeruzalem; en hij wierp ze buiten de stad. En hij richtte het altaar des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, en zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God Israels, dienen zouden. Maar het volk offerde nog op de hoogten, hoewel aan den HEERE, hun God. Het overige nu der geschiedenissen van Manasse, en zijn gebed tot zijn God, ook de woorden der zieners, die tot hem gesproken hebben in den Naam van den HEERE, den God Israels, ziet, die zijn in de geschiedenissen der koningen van Israel; en zijn gebed, en hoe God Zich van hem heeft laten verbidden, ook al zijn zonde, en zijn overtreding, en de plaatsen, waarop hij hoogten gebouwd, en bossen en gesneden beelden gesteld heeft, eer hij vernederd werd, ziet, dat is beschreven in de woorden der zieners. En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in zijn huis; en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats. Amon was twee en twintig jaren oud, als hij koning werd, en regeerde twee jaren te Jeruzalem. En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk als zijn vader Manasse gedaan had; want Amon offerde al den gesneden beelden, die zijn vader Manasse gemaakt had, en diende ze. Maar hij vernederde zich niet voor het aangezicht des HEEREN, gelijk Manasse, zijn vader, zich vernederd had; maar deze Amon vermenigvuldigde de schuld. En zijn knechten maakten een verbintenis tegen hem, en doodden hem in zijn huis. Maar het volk des lands sloeg hen allen, die de verbintenis tegen den koning Amon gemaakt hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats", 2 Kron. 33.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

GOD VERKLAART DE AFVALLIGE HOOGKERKELIJKE REFO-PRIESTERSCHAAR ONWETTIG, OMDAT ZIJ DEEL UITMAKEN VAN VALSE KERKEN, HET HEILIGE NIET ONDERSCHEIDEN VAN HET ONHEILIGE EN GEEN VERSCHIL MAKEN TUSSEN HET ONREINE EN HET REINE (1) - GPPB. (21-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD VERKLAART DE AFVALLIGE HOOGKERKELIJKE REFO-PRIESTERSCHAAR ONWETTIG, OMDAT ZIJ DEEL UITMAKEN VAN VALSE KERKEN, HET HEILIGE NIET ONDERSCHEIDEN VAN HET ONHEILIGE EN GEEN VERSCHIL MAKEN TUSSEN HET ONREINE EN HET REINE (1)

Schriftlezing: Ezechiel 22

Tekst voor de prediking:
"Mensenkind, zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is, dat zijn plasregen niet heeft gehad ten dage der gramschap. De verbintenis harer profeten is in het midden van haar als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de zielen op, den schat en het kostelijke nemen zij weg; haar weduwen vermenigvuldigen zij in het midden van haar. Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd. Haar vorsten zijn in het midden van haar als wolven, die een roof roven, om bloed te vergieten, en om zielen te verderven; opdat zij gierigheid zouden plegen. Haar profeten nu pleisteren hen met loze kalk; ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken. Het volk des lands pleegt enkel verdrukking, en bedrijft enkel roverij, ook onderdrukken zij den ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling verdrukken zij zonder recht. Ik zocht nu een man uit hen, die den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen uitgegoten; door het vuur Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg heb Ik op hun hoofd gegeven, spreekt de Heere HEERE", Ezech. 22:24-31.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

GODS VOLK MOET ZICH WACHTEN VOOR DE GRUWELIJKE VERLEIDING DER VALSE LERAREN, DOOR OP TE WASSN IN DE GENADE EN KENNIS VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (14-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS VOLK MOET ZICH WACHTEN VOOR DE GRUWELIJKE VERLEIDING DER VALSE LERAREN, DOOR OP TE WASSN IN DE GENADE EN KENNIS VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: 2 Petrus 3

Tekst voor de prediking:
"Gij dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid; maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen", 2 Pet. 3:17-18.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

DE BAN DER AFSNIJDING TOEGEPAST - VOOR AFVALLIGE BELIJDERS EN VALSE LERAARS VAN EEN SODOMITISCHE VALSE-LEER-KERK (PKN-WAARDER), WAARIN GODS WOORD WORDT VERVALST EN DE SACRAMENTEN WORDEN VERKRACHT, GELDT, DAT HET HEN BETER WARE DAT ZIJ DE WEG DER GERECHTIGHEID NIET GEKEND HADDEN (1) - GPPB. (14-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE BAN DER AFSNIJDING TOEGEPAST - VOOR AFVALLIGE BELIJDERS EN VALSE LERAARS VAN EEN SODOMITISCHE VALSE-LEER-KERK (o.a. PKN-WAARDER), WAARIN GODS WOORD WORDT VERVALST EN DE SACRAMENTEN WORDEN VERKRACHT, GELDT, DAT HET HEN BETER WARE DAT ZIJ DE WEG DER GERECHTIGHEID NIET GEKEND HADDEN (1)

Schriftlezing: 2 Petrus 2

Tekst voor de prediking:
"Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk", 2 Pet. 20-22.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

DE BOZE MENSEN EN BEDRIEGERS ZULLEN TOT ERGER VOORTGAAN VERLEIDENDE EN WORDENDE VERLEID (2) - GPPB. (07-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE BOZE MENSEN EN BEDRIEGERS ZULLEN TOT ERGER VOORTGAAN VERLEIDENDE EN WORDENDE VERLEID (2)

Schriftlezing: 2 Timotheus 4

Tekst voor de prediking:
"Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; en zullen hun gehoor van de Waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen", 2 Tim. 4:2-3.


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

CHRISTUS IS GEZET TOT EEN VAL EN OPSTANDING VOOR VELEN EN TOT EEN TEKEN DAT WERELDWIJD EN KERKBREED WEDERSPROKEN WORDT (1) - GPPB. (07-11-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS IS GEZET TOT EEN VAL EN OPSTANDING VOOR VELEN EN TOT EEN TEKEN DAT WERELDWIJD EN KERKBREED WEDERSPROKEN WORDT (1)

Schriftlezing: Lukas 2:21-52

Tekst voor de prediking:
"En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem. En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien. En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen; zo nam hij Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide: Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. (En ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden", Luk. 2:25-32.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2021 - DE WIJZE EN DE DWAZE BOUWER (2) - GPPB. (31-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2021 - DE WIJZE EN DE DWAZE BOUWER (2)

Schriftlezing: Mattheus 7:13-29

Tekst voor de prediking:
"Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden. Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen. Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; en er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond. En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft; en de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot. En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer; want Hij leerde hen, als macht hebbende, en niet als de Schriftgeleerden", Matth. 7:13-29.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2021 - DE RECHTVAARDIGING VAN DE GODDELOZE STAAT IN HET KADER VAN DE VRIJMAKING DOOIR DE ZOON (1) - GPPB. (31-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2021 - DE RECHTVAARDIGING VAN DE GODDELOZE STAAT IN HET KADER VAN DE VRIJMAKING DOOIR DE ZOON (1)

Schriftlezing: Romeinen 4

Tekst voor de prediking:
"Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid", Rom. 4:5.

"Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn", Joh. 8:36.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VIJFDE ENGEL VERKLAART AAN JOHANNES DE BETEKENIS VAN DE HOER OP HET BEEST, HAAR ONDERGANG EN DE INEENSTORTING VAN HET VIERDE RIJK EN VAN DE WERELDHANDEL (2) - GPPB. (24-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VIJFDE ENGEL VERKLAART AAN JOHANNES DE BETEKENIS VAN DE HOER OP HET BEEST, HAAR ONDERGANG EN DE INEENSTORTING VAN HET VIERDE RIJK EN VAN DE WERELDHANDEL (2)

Schriftlezing: Openbaring 17

Tekst voor de prediking:
"En een uit de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel der grote hoer, die daar zit op vele wateren; met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. En hij bracht mij weg in een woestijn, in den geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlaken rood beest, dat vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen. En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en paarlen, en had in hare hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid harer hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote verwondering. En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen. Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is. Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit. En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven. En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve. En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest. Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen. En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien, en tongen. En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zullen haar met vuur verbranden. Want God heeft hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening doen, en dat zij hun koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn. En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde", Openb. 17.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ZEVEN ENGELEN GIETEN DE ZEVEN FIOLEN VAN GODS GRAMSCHAP UIT OVER DEGENEN DIE HET BEELD VAN HET BEEST AANBIDDEN, INCLUSIEF HET AFVALLIGE REFODOM (1) - GPPB. (24-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ZEVEN ENGELEN GIETEN DE ZEVEN FIOLEN VAN GODS GRAMSCHAP UIT OVER DEGENEN DIE HET BEELD VAN HET BEEST AANBIDDEN, INCLUSIEF HET AFVALLIGE REFODOM (1)

Schriftlezing: Openbaring 16

Tekst voor de prediking:
"En ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: Gaat henen, en giet de zeven fiolen van den toorn Gods uit op de aarde. En de eerste ging henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden. En de tweede engel goot zijn fiool uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee. En de derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed. En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt; dewijl zij het bloed der heiligen, en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig. En ik hoorde een anderen van het altaar zeggen: Ja, Heere, Gij almachtige God! Uwe oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde engel goot zijn fiool uit op de zon; en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur. En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven. En de vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en zijn rijk is verduisterd geworden; en zij kauwden hun tongen van pijn; en zij lasterden den God des hemels vanwege hun pijnen, en vanwege hun gezweren; en zij bekeerden zich niet van hun werken. En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon komen zullen. En ik zag uit den mond des draaks, en uit den mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets, drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods. Ziet, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie. En zij hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Armageddon. En de zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied. En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot. En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. En een grote hagel, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot", Openb. 16.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE TOTALE VERWOESTING VAN HET GEESTELIJKE, WERELDLIJKE EN MYSTIEKE BABYLON EN DE HEMELSE VREUGDE DAAROVER (2) - GPPB. (17-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE TOTALE VERWOESTING VAN HET GEESTELIJKE, WERELDLIJKE EN MYSTIEKE BABYLON EN DE HEMELSE VREUGDE DAAROVER (2)

Schriftlezing: Openbaring 18

Tekst voor de prediking:
"En na dezen zag ik een anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid. En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte; dewijl uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt. Want haar zonden zijn de ene op de andere gevolgd tot den hemel toe, en God is harer ongerechtigheden gedachtig geworden. Vergeldt haar, gelijk als zij ulieden vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, waarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel. Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien. Daarom zullen haar plagen op een dag komen, namelijk dood, en rouw, en honger, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt. En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd en weelde gehad hebben, zullen haar bewenen, en rouw over haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen zien; van verre staande uit vreze van haar pijniging, zeggende: Wee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad, want uw oordeel is in een ure gekomen. En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw maken over haar, omdat niemand hun waren meer koopt; waren van goud, en van zilver, en van kostelijk gesteente, en van paarlen, en van fijn lijnwaad, en van purper, en van zijde, en van scharlaken; en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren vaten, en allerlei vaten van het kostelijkste hout, en van koper, en van ijzer, en van marmersteen; en kaneel, en reukwerk, en welriekende zalf, en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe, en lastbeesten, en schapen; en van paarden, en van koetswagens, en van lichamen, en de zielen der mensen. En de vrucht der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan; en al wat lekker en wat heerlijk was, is van u weggegaan; en gij zult hetzelve niet meer vinden. De kooplieden dezer dingen, die rijk geworden waren van haar, zullen van verre staan uit vreze van haar pijniging, wenende en rouw makende; en zeggende: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad, en purper, en scharlaken, en versierd met goud, en met kostelijk gesteente, en met paarlen; want in een ure is zo grote rijkdom verwoest. En alle stuurlieden, en al het volk op de schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden van verre; en riepen, ziende den rook van haar brand, en zeggende: Wat stad was deze grote stad gelijk? En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden. Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld. En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden", Openb. 18.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WREEKT UZELVEN NIET BEMINDEN, MAAR GEEFT DE TOORN PLAATS, WANT ER IS GESCHREVEN: MIJ KOMT DE WRAKE TOE, IK ZAL HET VERGELDEN, ZEGT DEN HEERE (1) - GPPB. (17-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WREEKT UZELVEN NIET BEMINDEN, MAAR GEEFT DE TOORN PLAATS, WANT ER IS GESCHREVEN: MIJ KOMT DE WRAKE TOE, IK ZAL HET VERGELDEN, ZEGT DEN HEERE (1)

Schriftlezing: Romeinen 12

Tekst voor de prediking:
"Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere", Rom. 12:19.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DANKDAG 2021 - 'IK DANK U HEERE DAT GIJ TOORNIG OP MIJ GEWEEST ZIJT, MAAR UW TOORN IS AFGEKEERD EN GIJ TROOST MIJ' - GPPB. (10-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DANKDAG 2021 - "IK DANK U HEERE DAT GIJ TOORNIG OP MIJ GEWEEST ZIJT, MAAR UW TOORN IS AFGEKEERD EN GIJ TROOST MIJ"

Schriftlezing: Jesaja 12

Tekst voor de prediking:
"En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils; en zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is. Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijke dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem. Juich en zing vrolijk, gij inwoners van Sion! want de Heilige Israels is groot in het midden van u", Jes. 12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DANK- EN LOFLIED VAN DE UITVERKORENEN OP DE OVERWINNING VAN CHRISTUS OVER DOOD, HEL EN GRAF (2) - GPPB. (10-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DANK- EN LOFLIED VAN DE UITVERKORENEN OP DE OVERWINNING VAN CHRISTUS OVER DOOD, HEL EN GRAF (2)

Schriftlezing: Jesaja 25

Tekst voor de prediking:
"HEERE! Gij zijt mijn God, U zal ik verhogen, Uw Naam zal ik loven, want Gij hebt wonder gedaan; Uw raadslagen van verre zijn waarheid en vastigheid. Want Gij hebt van de stad een steenhoop gemaakt; de vaste stad tot een vervallen hoop; het paleis der vreemdelingen, dat het geen stad meer zij, in eeuwigheid zal zij niet herbouwd worden. Daarom zal U een machtig volk eren, de stad der tirannische volken zal U vrezen. Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed tegen een wand. Gelijk de hitte in een dorre plaats, zult Gij de onstuimigheid der vreemdelingen nederdrukken; gelijk de hitte door de schaduw ener dikke wolk, zal het gezang der tirannen vernederd worden. En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. En Hij zal op dezen berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natien bedekt zijn. Hij zal den dood verslinden tot overwinning, en de Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen; en Hij zal de smaadheid Zijns volks van de ganse aarde wegnemen; want de HEERE heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid. Want de hand des HEEREN zal op dezen berg rusten; maar Moab zal onder Hem verdorst worden, gelijk het stro verdorst wordt tot mest. En Hij zal Zijn handen uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen met de lagen hunner handen. En Hij zal de hoge vesten uwer muren buigen, vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het stof toe doen reiken", Jes. 25.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS VERWOESTENDE OORDELEN ZULLEN LOSBARSTEN OMDAT GODS INZETTINGEN VERANDERD WORDEN DOOR DE REFOKERKEN EN DE REFODOMINEES (1) - GPPB. (10-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS VERWOESTENDE OORDELEN ZULLEN LOSBARSTEN OMDAT GODS INZETTINGEN VERANDERD WORDEN DOOR DE REFOKERKEN EN DE REFODOMINEES (1)

Schriftlezing: Jesaja 24

Tekst voor de prediking:
"Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven", Jes. 24:5-6.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS OORDELEN OVER DE SODOMITISCHE REFOKERKEN, REFO-MEDIA EN REFO-POLITIEK (2) - GPPB. (03-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS OORDELEN OVER DE SODOMITISCHE REFOKERKEN, REFO-MEDIA EN REFO-POLITIEK (2)

Schriftlezing: Deuteronomium 32

Tekst voor de prediking:
"Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift", Deuteronomium 32:32-33.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALLE PLANT DIE GOD NIET PLANT WORDT UITGEROEID (1) - GPPB. (03-10-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALLE PLANT DIE GOD NIET PLANT WORDT UITGEROEID (1)

Schriftlezing: Mattheus 15:1-20

Tekst voor de prediking:
"Toen kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden tot Hem: Weet Gij wel, dat de Farizeen deze rede horende, geergerd zijn geweest? Maar Hij, antwoordende zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. Laat hen varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in den gracht vallen", Mattheus 15:12-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ZEVEN VROUWEN ZULLEN EEN MAN AANGRIJPEN, NAMELIJK, DES HEEREN SPRUIT, TOT SIERAAD EN TOT HEERLIJKHEID (2) - GPPB. (26-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ZEVEN VROUWEN ZULLEN EEN MAN AANGRIJPEN, NAMELIJK, DES HEEREN SPRUIT, TOT SIERAAD EN TOT HEERLIJKHEID (2)

Schriftlezing: Jesaja 3:16-26 - Jesaja 4

Tekst voor de prediking:
"En te dien dage zullen zeven vrouwen een man aangrijpen, zeggende: Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen wij bekleed zijn, laat ons alleenlijk naar uw naam genoemd worden, neem onze smaadheid weg. Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot sieraad en heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen, die het ontkomen zullen in Israel. En het zal geschieden, dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een iegelijk, die geschreven is ten leven te Jeruzalem; als de Heere zal afgewassen hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des oordeels, en door den Geest der uitbranding. En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen", Jes. 4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD ZAL STOK EN STAF WEGNEMEN, DE HELD EN DE KRIJGSMAN EN DE PROFEET, EN VROUWEN ZULLEN HET AFGODISCHE REFODOM STIJVEN IN DE DODELIJKE DROOMWERELD WAARIN MEN LEEFT (1) - GPPB. (26-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD ZAL STOK EN STAF WEGNEMEN, DE HELD EN DE KRIJGSMAN EN DE PROFEET, EN VROUWEN ZULLEN HET AFGODISCHE REFODOM STIJVEN IN DE DODELIJKE DROOMWERELD WAARIN MEN LEEFT (1)

Schriftlezing: Jesaja 3

Tekst voor de prediking:
"Want ziet, de Heere, HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok en den staf, allen stok des broods, en allen stok des waters; den held en den krijgsman, den rechter en den profeet, en den waarzegger, en den oude; den overste van vijftig, en den aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze onder de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale is. En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen; en het volk zal gedrongen worden, de een zal zijn tegen den ander, en een iegelijk tegen zijn naaste; de jongeling zal stout zijn tegen den oude, de verachte tegen den eerlijke. Wanneer iemand zijn broeder uit het huis zijns vaders zal aangrijpen, zeggende: Gij hebt een kleed, wees ons ten overste, laat toch dezen aanstoot onder uw hand wezen; zo zal hij in dien dag zijn hand opheffen, zeggende: Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; zet mij niet tot een overste des volks. Want Jeruzalem heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl hun tong en zijn handelingen tegen den HEERE zijn, om de ogen Zijner heerlijkheid te verbitteren. Het gelaat huns aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij uit, gelijk Sodom; zij verbergen ze niet. Wee hunlieder ziel; want zij doen zichzelven kwaad. Zegt den rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden. De drijvers Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken zij in. De HEERE stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen. Wat is ulieden, dat gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen vermaalt? spreekt de Heere, HEERE der heirscharen", Jes. 3:1-15.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ZWARE OORDELEN ZULLEN WORDEN UITGESTORT OVER HET AFVALLIGE REFODOM (2) - GPPB. (19-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ZWARE OORDELEN ZULLEN WORDEN UITGESTORT OVER HET AFVALLIGE REFODOM (2)

Schriftlezing: Jesaja 2

Tekst voor de prediking:
"Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN. Maar Gij hebt Uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der vreemden tonen zij hun behagen. En hun land is vervuld met zilver en goud, en hunner schatten is geen einde; hun land is ook vervuld met paarden, en hunner wagenen is geen einde. Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner handen buigen zij zich neder, voor hetgeen hun vingeren gemaakt hebben. Daar bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert zich; daarom zult Gij het hun niet vergeven. Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. De hoge ogen der mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde; en tegen alle hoge en verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken van Basan; en tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; en tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; en tegen alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste schilderijen. En de hoogheid der mensen zal gebogen, en de hoogheid der mannen zal vernederd worden; en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. En elkeen der afgoden zal ganselijk vergaan. Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. In dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden afgoden, welke zij zich gemaakt hadden, om zich daarvoor neder te buigen, wegwerpen voor de mollen en de vledermuizen; gaande in de reten der rotsen, en in de kloven der steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk te verschrikken. Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem in zijn neus is, want waarin is hij te achten?" Jes. 2:5-22.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE AFVAL VAN HET REFODOM VOORZEGD DOOR DE PROFEET JESAJA (1) - GPPB. (19-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE AFVAL VAN HET REFODOM VOORZEGD DOOR DE PROFEET JESAJA (1)

Schriftlezing: Jesaja 1

Tekst voor de prediking:
"Het gezicht van Jesaja, den zoon van Amoz, hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van Juda. Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde! want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden. Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren; maar Israel heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet. Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts. Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door de vreemden. En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad. Zo niet de HEERE der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden. Hoort des HEEREN woord, gij oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij volk van Gomorra! Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken. Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft zulks van uw hand geeist, dat gij Mijn voorhoven betreden zoudt? Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat Mijn ziel, zij zijn Mij tot een last; Ik ben moede geworden, die te dragen. En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed. Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen. Leert goed te doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte, doet den wees recht, handelt de twistzaak der weduwe. Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede dezes lands eten; maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult gij van het zwaard gegeten worden; want de mond des HEEREN heeft het gesproken. Hoe is de getrouwe stad tot een hoer geworden! Zij was vol recht, gerechtigheid herbergde daarin, maar nu doodslagers. Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. Uw vorsten zijn afvalligen, en metgezellen der dieven, een ieder van hen heeft geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen na; den wezen doen zij geen recht, en de twistzaak der weduwen komt voor hen niet. Daarom spreekt de Heere, HEERE der heirscharen, de Machtige Israels: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. En Ik zal Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. En Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd worden. Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid. Maar er zal verbreking zijn der overtreders, en der zondaars te zamen; en die den HEERE verlaten, zullen omkomen. Want zij zullen beschaamd worden om der eiken wil, die gijlieden begeerd hebt, en gij zult schaamrood worden, om der hoven wil, die gij verkoren hebt. Want gij zult zijn als een eik, welks bladeren afvallen, en als een hof, die geen water heeft. En de sterke zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen", Jes. 1.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE BRON VAN HET WATER DES LEVENS KOMT VANUIT DE TROON GODS, WORDT GEDRONKEN DOOR DE BRUID EN SPRINGT TOT IN HET EEUWIGE LEVEN (2) - GPPB. (12-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE BRON VAN HET WATER DES LEVENS KOMT VANUIT DE TROON GODS; WORDT GEDRONKEN DOOR DE BRUID EN SPRINGT TOT IN HET EEUWIGE LEVEN (2)

Schriftlezing: Openbaring 22

Tekst voor de prediking:
"En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams. In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen. En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, om Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast moet geschieden. Zie, Ik kom haastiglijk zalig is hij, die de woorden der profetie dezes boeks bewaart. En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neder om aan te bidden voor de voeten des engels, die mij deze dingen toonde. En hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen, die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God. En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. En zie, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet. Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster. En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet. Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is. Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen", Openb. 22.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE BRUID VAN CRISTUS SMEEKT OM DE TWEEDE KOMST VAN HAAR LIEFSTE EN OM ZIJN VRUCHTBAARMAKENDE BEDIENING (1) - GPPB. (12-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE BRUID VAN CHRISTUS SMEEKT OM DE TWEEDE KOMST VAN HAAR LIEFSTE EN OM ZIJN VRUCHTBAARMAKENDE BEDIENING (1)

Schriftlezing: Hooglied 8

Tekst voor de prediking:
"Och, dat Gij mij als een Broeder waart, zuigende de borsten mijner moeder! dat ik U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij mij niet verachten. Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen. Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve lust! Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar Liefste? Onder den appelboom heb ik u opgewekt, daar heeft u uw moeder met smart voortgebracht, daar heeft zij u met smart voortgebracht, die u gebaard heeft. Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen; ja, de rivieren zouden ze niet verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem te enenmale verachten. Wij hebben een kleine zuster, die nog geen borsten heeft; wat zullen wij onze zuster doen in dien dag, als men van haar spreken zal? Zo zij een muur is, wij zullen een paleis van zilver op haar bouwen; en zo zij een deur is, wij zullen haar rondom bezetten met cederen planken. Ik ben een muur en mijn borsten zijn als torens. Toen was ik in Zijn ogen als een, die vrede vindt. Salomo had een wijngaard, te Baal-hamon; hij gaf dezen wijngaard aan de hoeders, een ieder bracht voor deszelfs vrucht duizend zilverlingen. Mijn wijngaard, dien ik heb, is voor mijn aangezicht; de duizend zilverlingen zijn voor u, o Salomo! maar tweehonderd zijn voor de hoeders van deszelfs vrucht. O gij bewoonster der hoven! de metgezellen merken op uw stem; doe ze Mij horen. Kom haastelijk, mijn Liefste! en wees Gij gelijk een ree, of gelijk een welp der herten op de bergen der specerijen", Hoogl. 8.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - HET BRUILOFTSLIED VAN CHRISTUS EN ZIJN BRUID (2) - GPPB. (05-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - HET BRUILOFTSLIED VAN CHRISTUS EN ZIJN BRUID (2)

Schriftlezing: Psalm 45

Tekst voor de prediking:
"Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid. Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren. Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden. Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. Al Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden. Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken. Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel. In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis. In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. Ik zal Uws Naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos", Ps. 45.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP (1) - GPPB. (05-09-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - ZIE, IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP (1)

Schriftlezing: Hooglied 5

Tekst voor de prediking:
"Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij", Openb. 3:20.

"Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen", Hoogl. 5:2.



-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - TERWIJL DE KONING AAN ZIJN RONDE TAFEL IS, GEEFT MIJN NARDUS ZIJN REUK (2) - GPPB. (29-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - TERWIJL DE KONING AAN ZIJN RONDE TAFEL IS, GEEFT MIJN NARDUS ZIJN REUK (2)

Schriftlezing: Spreuken 3

Tekst voor de prediking:
"Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn reuk", Hoogl. 1:12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ECHTE ZONEN WORDEN IN NATUURLIJK EN GEESTLIJK OPZICHT ONDERWEZEN EN GEKASTIJD, TERWIJL BASTAARDEN ZICH VERMAKEN IN DE KERKPOLITIEKE ONGERECHTIGHEID (1) - GPPB. (29-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ECHTE ZONEN WORDEN IN NATUURLIJK EN GEESTLIJK OPZICHT ONDERWEZEN EN GEKASTIJD, TERWIJL BASTAARDEN ZICH VERMAKEN IN DE KERKPOLITIEKE ONGERECHTIGHEID (1)

Schriftlezing: Spreuken 3

Tekst voor de prediking:
"Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden. Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf ze op de tafel uws harten. En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen. Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken. Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade. Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen. Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten; zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen. Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding; Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft. Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt! Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud. Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken. Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede. Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vast houdt, wordt gelukzalig. De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw. Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid. Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals. Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten. Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen. Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden", Spr. 3:1-26.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE VOLK ONDER HET KRUIS BEWAART DE GETROUWIGHEDEN IN LEER EN LEVEN IN EN DOOR HUN GETROUWE ZALIGMAKER (2) - GPPB. (22-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE VOLK ONDER HET KRUIS BEWAART DE GETROUWIGHEDEN IN LEER EN LEVEN IN EN DOOR HUN GETROUWE ZALIGMAKER (2)

Schriftlezing: Jesaja 26

Tekst voor de prediking:
"Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart", Jes. 26:2.

De zwakzinnigheid van de door het krankzinnige RD ge-interviewde lichtzinnige refo-dominees.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD LEGT EEN TOETSSTEEN AAN OMTRENT HET WEL OF NIET GELOVEN VAN DE VALSE PROFETEN-DROMEN-DROMERS, NAMELIJK, TEN VOORDEEL OF TEN OORDEEL (1) - GPPB. (22-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD LEGT EEN TOETSSTEEN AAN OMTRENT HET WEL OF NIET GELOVEN VAN DE VALSE PROFETEN-DROMEN-DROMERS, NAMELIJK, TEN VOORDEEL OF TEN OORDEEL (1)

Schriftlezing: Deuteronomium 13

Tekst voor de prediking:
" Wanneer een profeet, of dromen-dromer, in het midden van u zal opstaan, en u geven een teken of wonder; en dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen; gij zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromen-dromer niet horen; want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Den HEERE, uw God, zult gij navolgen, en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen, en Hem aanhangen. En diezelve profeet, of dromen-dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen", Deut. 13:1-5.

"Er zijn mannen, Belials-kinderen, uit het midden van u uitgegaan, en hebben de inwoners hunner stad aangedreven, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt; zo zult gij onderzoeken, en naspeuren, en wel navragen; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk een gruwel is in het midden van u gedaan", Deut. 13:13-14.


De zwakzinnigheid van de door het krankzinnige RD ge-interviewde lichtzinnige refo-dominees.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GIDEON RICHT EEN GEDENKTEKEN OP IN DE VORM VAN EEN GOUDEN EFOD, DAT EINDIGT IN DE AFGODERIJ (2) - GPPB. (15-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GIDEON RICHT EEN GEDENKTEKEN OP IN DE VORM VAN EEN GOUDEN EFOD, DAT EINDIGT IN DE AFGODERIJ (2)

Schriftlezing: Richteren 8:22-35

Tekst voor de prediking:
"Toen zeiden de mannen van Israel tot Gideon: Heers over ons, zo gij als uw zoon en uws zoons zoon, dewijl gij ons van der Midianieten hand verlost hebt. Maar Gideon zeide tot hen: Ik zal over u niet heersen; ook zal mijn zoon over u niet heersen; de HEERE zal over u heersen. Voorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, dewijl zij Ismaelieten waren. En zij zeiden: Wij zullen ze gaarne geven; en zij spreidden een kleed uit, en wierpen daarop een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof. En het gewicht der gouden voorhoofdsierselen, die hij begeerd had, was duizend en zevenhonderd sikkelen gouds, zonder de maantjes, en ketenen, en purperen klederen, die de koningen der Midianieten aangehad hadden, en zonder de halsbanden, die aan de halzen hunner kemelen geweest waren. En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde die in zijn stad, te Ofra; en gans Israel hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik. Alzo werden de Midianieten te ondergebracht voor het aangezicht der kinderen Israels, en hieven hun hoofd niet meer op. En het land was stil veertig jaren, in de dagen van Gideon. En Jerubbaal, de zoon van Joas, ging henen en woonde in zijn huis. Gideon nu had zeventig zonen, die uit zijn heupe voortgekomen waren; want hij had vele vrouwen. En zijn bijwijf, hetwelk te Sichem was, baarde hem ook een zoon; en hij noemde zijn naam Abimelech. En Gideon, de zoon van Joas, stierf in goeden ouderdom; en hij werd begraven in het graf van zijn vader Joas, te Ofra, des Abi-ezriets. En het geschiedde, als Gideon gestorven was, dat de kinderen Israels zich omkeerden, en de Baals nahoereerden; en zij stelden zich Baal-berith tot een God. En de kinderen Israels dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom. En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, dat is Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had.", Richt. 8:22-35.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GIDEON JAAGT DE OVERGEBLEVEN 15000 MIDIANIETEN ACHTERNA, WORDT VERRADEN TE SUKKOTH EN PNUEL, MAAR BEHAALT DE OVERWINNING EN GEEFT GOD DE EER (1) - GPPB. (15-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GIDEON JAAGT DE OVERGEBLEVEN 15000 MIDIANIETEN ACHTERNA, WORDT VERRADEN TE SUKKOTH EN PNUEL, MAAR BEHAALT DE OVERWINNING EN GEEFT GOD DE EER (1)

Schriftlezing: Richteren 8:1-23

Tekst voor de prediking:
"Toen zeiden de mannen van Efraim tot hem: Wat stuk is dit, dat gij ons gedaan hebt, dat gij ons niet riept, toen gij heentoogt om te strijden tegen de Midianieten? En zij twistten sterk met hem. Hij daarentegen zeide tot hen: Wat heb ik nu gedaan, gelijk gijlieden; zijn niet de nalezingen van Efraim beter dan de wijnoogst van Abi-ezer? God heeft de vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, in uw hand gegeven; wat heb ik dan kunnen doen, gelijk gijlieden? Toen liet hun toorn van hem af, als hij dit woord sprak. Als nu Gideon gekomen was aan de Jordaan, ging hij over, met de driehonderd mannen, die bij hem waren, zijnde moede, nochtans vervolgende. En hij zeide tot de lieden van Sukkoth: Geeft toch enige bollen broods aan het volk, dat mijn voetstappen volgt, want zij zijn moede; en ik jaag Zebah en Tsalmuna, de koningen der Midianieten, achterna. Maar de oversten van Sukkoth zeiden: Is dan de handpalm van Zebah en Tsalmuna alrede in uw hand, dat wij aan uw heir brood zouden geven? Toen zeide Gideon: Daarom, als de HEERE Zebah en Tsalmuna in mijn hand geeft, zo zal ik uw vlees dorsen met doornen der woestijn, en met distelen. En hij toog van daar op naar Pnuel, en sprak tot hen desgelijks. En de lieden van Pnuel antwoordden hem, gelijk als de lieden van Sukkoth geantwoord hadden. Daarom sprak hij ook tot de lieden van Pnuel, zeggende: Als ik met vrede wederkome, zal ik deze toren afwerpen. Zebah nu en Tsalmuna waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien duizend, al de overgeblevenen van het ganse leger der kinderen van het oosten; en de gevallenen waren honderd en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken. En Gideon toog opwaarts, den weg dergenen, die in tenten wonen, tegen het oosten van Nobah en Jogbeha; en hij sloeg dat leger, want het leger was zorgeloos. En Zebah en Tsalmuna vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen der Midianieten, Zebah en Tsalmuna, en verschrikte het ganse leger. Toen nu Gideon, de zoon van Joas, van den strijd wederkwam, voor den opgang der zon, zo ving hij een jongen van de lieden te Sukkoth, en ondervraagde hem; die schreef hem op de oversten van Sukkoth, en hun oudsten, zeven en zeventig mannen. Toen kwam hij tot de lieden van Sukkoth, en zeide: Ziet daar Zebah en Tsalmuna, van dewelke gij mij smadelijk verweten hebt, zeggende: Is de handpalm van Zebah en Tsalmuna alrede in uw hand, dat wij aan uw mannen, die moede zijn, brood zouden geven? En hij nam de oudsten dier stad, en doornen der woestijn, en distelen, en deed het den lieden van Sukkoth door dezelve verstaan. En den toren van Pnuel wierp hij af, en doodde de lieden der stad. Daarna zeide hij tot Zebah en Tsalmuna: Wat waren het voor mannen, die gij te Thabor doodsloegt? En zij zeiden: Gelijk gij, alzo waren zij, enerlei, van gedaante als koningszonen. Toen zeide hij: Het waren mijn broeders, zonen mijner moeder; zo waarlijk als de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden! En hij zeide tot Jether, zijn eerstgeborene: Sta op, dood hen; maar de jongeling trok zijn zwaard niet uit, want hij vreesde, dewijl hij nog een jongeling was. Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren. Toen zeiden de mannen van Israel tot Gideon: Heers over ons, zo gij als uw zoon en uws zoons zoon, dewijl gij ons van der Midianieten hand verlost hebt. Maar Gideon zeide tot hen: Ik zal over u niet heersen; ook zal mijn zoon over u niet heersen; de HEERE zal over u heersen", Richt. 8:1-23.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET NATUURLIJKE EN GEESTELIJKE ONDERSCHEID TUSSEN DE 31700 SOLDATEN DIE NAAR HUIS GESTUURD WERDEN -DE BEVREESDE 22.000 EN DE NIET-WAAKZAME 9700 SOLDATEN- EN DE WARE GIDEONSBENDE VAN 300 STRIJDBARE HELDEN DIE ONDER AANVOERING VAN GIDEON DE MIDIANIETEN VERSLAAN (2) - GPPB. (08-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET NATUURLIJKE EN GEESTELIJKE ONDERSCHEID TUSSEN DE 31700 SOLDATEN DIE NAAR HUIS GESTUURD WERDEN -DE BEVREESDE 22.000 EN DE NIET-WAAKZAME 9700 SOLDATEN- EN DE WARE GIDEONSBENDE VAN 300 STRIJDBARE HELDEN DIE ONDER AANVOERING VAN GIDEON DE MIDIANIETEN VERSLAAN (2)

Schriftlezing: Richteren 7

Tekst voor de prediking:
"Toen stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal. En de HEERE zeide tot Gideon: Des volks is te veel, dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft mij verlost. Nu dan, roep nu uit voor de oren des volks, zeggende: Wie blode en versaagd is, die kere weder, en spoede zich naar het gebergte van Gilead! Toen keerden uit het volk weder twee en twintig duizend, dat er tien duizend overbleven. En de HEERE zeide tot Gideon: Nog is des volks te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden, van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar al degene, van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken. En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal bukken om te drinken. Toen was het getal dergenen, die met hun hand tot hun mond gelekt hadden, driehonderd man; maar alle overigen des volks hadden op hun knieen gebukt, om water te drinken. En de HEERE zeide tot Gideon: Door deze driehonderd mannen, die gelekt hebben, zal Ik ulieden verlossen, en de Midianieten in uw hand geven; daarom laat al dat volk weggaan, een ieder naar zijn plaats. En het volk nam den teerkost in hun hand, en hun bazuinen; en hij liet al die mannen van Israel gaan, een iegelijk naar zijn tent; maar die driehonderd man behield hij. En hij had het heirleger der Midianieten beneden in het dal. En het geschiedde in denzelven nacht, dat de HEERE tot hem zeide: Sta op, ga henen af in het leger, want Ik heb het in uw hand gegeven. Vreest gij dan nog af te gaan, zo ga af, gij, en Pura, uw jongen, naar het leger. En gij zult horen, wat zij zullen spreken, en daarna zullen uw handen gesterkt worden, dat gij aftrekken zult in het leger. Toen ging hij af, met Pura, zijn jongen, tot het uiterste der schildwachten, die in het leger waren. En de Midianieten, en Amalekieten, en al de kinderen van het oosten, lagen in het dal, gelijk sprinkhanen in menigte, en hun kemelen waren ontelbaar, gelijk het zand, dat aan den oever der zee is, in menigte. Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er een man, die zijn metgezel een droom vertelde, en zeide: Zie, ik heb een droom gedroomd, en zie, een geroost gerstebrood wentelde zich in het leger der Midianieten, en het kwam tot aan de tent, en sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag. En zijn metgezel antwoordde, en zeide: Dit is niet anders, dan het zwaard van Gideon, den zoon van Joas, den Israelietischen man; God heeft de Midianieten en dit ganse leger in zijn hand gegeven. En het geschiedde, als Gideon de vertelling dezes drooms, en zijn uitlegging hoorde, zo aanbad hij; en hij keerde weder tot het leger van Israel, en zeide: Maakt u op, want de HEERE heeft het leger der Midianieten in ulieder hand gegeven. En hij deelde de driehonderd man in drie hopen; en hij gaf een iegelijk een bazuin in zijn hand, en ledige kruiken, en fakkelen in het midden der kruiken. En hij zeide tot hen: Ziet naar mij en doet alzo; en ziet, als ik zal komen aan het uiterste des legers, zo zal het geschieden, gelijk als ik zal doen, alzo zult gij doen. Als ik met de bazuin zal blazen, ik en allen, die met mij zijn, dan zult gijlieden ook met de bazuin blazen, rondom het ganse leger, en gij zult zeggen: Voor den HEERE en voor Gideon! Alzo kwam Gideon, en honderd mannen, die met hem waren, in het uiterste des legers, in het begin van de middelste nachtwaak, als zij maar even de wachters gesteld hadden; en zij bliezen met de bazuinen, ook sloegen zij de kruiken, die in hun hand waren, in stukken. Alzo bliezen de drie hopen met de bazuinen, en braken de kruiken; en zij hielden met de linkerhand de fakkelen, en met hun rechterhand de bazuinen om te blazen; en zij riepen: Het zwaard van den HEERE, en van Gideon! En zij stonden, een iegelijk in zijn plaats, rondom het leger. Toen verliep het ganse leger, en zij schreeuwden en vloden. Als de driehonderd met de bazuinen bliezen, zo zette de HEERE het zwaard des een tegen den anderen, en dat in het ganse leger; en het leger vluchtte tot Beth-sitta toe naar Tseredath, tot aan de grens van Abel-mehola, boven Tabbath. Toen werden de mannen van Israel bijeengeroepen, uit Nafthali, en uit Aser, en uit gans Manasse; en zij jaagden de Midianieten achterna. Ook zond Gideon boden in het ganse gebergte van Efraim, zeggende: Komt af den Midianieten tegemoet, en beneemt hunlieden de wateren, tot aan Beth-bara, te weten de Jordaan; alzo werd alle man van Efraim bijeengeroepen, en zij benamen hun de wateren tot aan Beth-bara, en de Jordaan. En zij vingen twee vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, en doodden Oreb op den rotssteen Oreb, en Zeeb doodden zij in de perskuip van Zeeb, en vervolgden de Midianieten; en zij brachten de hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, over de Jordaan", Richt. 7.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VELE HUURLINGEN CLAIMEN DE TWEEDE HELFT VAN DE ROEPING VAN GIDEON, -GA HEEN IN DEZE UW KRACHT- MAAR HET ZIJN GEEN STRIJDBARE HELDEN, DUS ZIJN ZIJ HELEMAAL NIET VAN GOD GEROEPEN (1) - GPPB. (08-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VELE HUURLINGEN EN NEP-ZENDELINGEN CLAIMEN DE TWEEDE HELFT VAN DE ROEPING VAN GIDEON, -GA HEEN IN DEZE UW KRACHT- MAAR HET ZIJN GEEN STRIJDBARE HELDEN ZOALS GIDEON DAT WAS, DUS ZIJN ZIJ HELEMAAL NIET VAN GOD GEROEPEN (1)

Schriftlezing: Richteren 6

1e toetssteen van een Goddelijke roeping: God roept nooit door vers 12 of vers 14, maar altijd door vers 12 en vers 14 tegelijk. In het kader van en Goddelijke roeping zijn de verzen 12 en 14 onafscheidelijk.

Tekst voor de prediking:
"Toen kwam een Engel des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die te Ofra is, welke aan Joas, den Abi-ezriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten. Toen verscheen hem de Engel des HEEREN, en zeide tot hem: 12. De HEERE is met u, gij, strijdbare held! Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven. Toen keerde zich de HEERE tot hem, en zeide: 14. Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israel uit der Midianieten hand verlossen; heb Ik u niet gezonden?" Richt. 6:12-14.

2e toetssteen van een Goddelijke roeping: - Alvorens de Midianieten te verslaan, moest Gideon eerst op Gods bevel de godsdienst zuiveren en het baal-altaar in stukken slaan en het baal-bos afhouwen en als brandhout aanwenden op het altaar Gods - Alle refo-dominees voldoen noch aan de 1e noch aan de 2e toetssteen want het zijn geen strijdbare helden, maar huurlingen die de bannen niet verdelgen, noch censurend preken tegen de roepende (sodomitische)kerkzonden, noch zich daarvan bijbels vrijmaken, noch van de afvallige refokerken, dus zijn het allemaal huurlingen en geen van hen is van God geroepen!

"En het geschiedde in dienzelven nacht, dat de HEERE tot hem zeide: Neem een var van de ossen, die van uw vader zijn, te weten, den tweeden var, van zeven jaren; en breek af het altaar van Baal, dat van uw vader is, en houw af het bos, dat daarbij is. En bouw den HEERE, uw God, een altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame plaats; en neem den tweeden var, en offer een brandoffer met het hout der hage, die gij zult hebben afgehouwen. Toen nam Gideon tien mannen uit zijn knechten, en deed, gelijk als de HEERE tot hem gesproken had", Richt. 6:25-27a.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALLE REFO-DOMINEES ZIJN ALS VROUWEN DIE HET VOLK KUSSENS ONDER DE OKSELS NAAIEN, DE BLOEMHOVEN INJAGEN, DE KOOL EN DE GEIT SPAREN EN DE BREUK OP HET LICHTST GENEZEN (1) - GPPB. (01-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALLE REFO-DOMINEES ZIJN ALS VROUWEN DIE HET VOLK KUSSENS ONDER DE OKSELS NAAIEN, DE BLOEMHOVEN INJAGEN, DE KOOL EN DE GEIT SPAREN EN DE BREUK OP HET LICHTST GENEZEN (1)

Schriftlezing: Ezechiel 13

Tekst voor de prediking:
"En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israels, die profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN Woord. Zo zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die hun geest nawandelen, en hetgeen zij niet gezien hebben! Uw profeten, o Israel, zijn als vossen in de woeste plaatsen. Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN. Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen. Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere HEERE. En Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis Israels niet geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk. Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten. Ziet, als die wand zal gevallen zijn, zal dan niet tot u gezegd worden: Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt? Daarom alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen. Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem pleisterden, zijn er niet; te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE. En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar; en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Wee die vrouwen, die kussens naaien voor alle okselen der armen, en maken hoofddeksels voor het hoofd van alle statuur, om de zielen te jagen! Zult gij de zielen Mijns volks jagen, en zult gij u de zielen in het leven behouden? En zult gij Mij ontheiligen bij Mijn volk, voor handvollen van gerst, en voor stukken broods, om zielen te doden, die niet zouden sterven, en om zielen in het leven te behouden, die niet zouden leven, door uw liegen tot Mijn volk, dat de leugen hoort? Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt naar de bloemhoven, en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die zielen losmaken, de zielen, die gij jaagt naar de bloemhoven. Daartoe zal Ik uw hoofddeksels scheuren, en Mijn volk uit uw hand redden, zodat zij niet meer in uw hand zullen zijn tot een jacht; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Omdat gijlieden het hart des rechtvaardigen door valsheid hebt bedroefd gemaakt, daar Ik hem geen smart aangedaan heb; en omdat gij de handen des goddelozen gesterkt hebt, opdat hij zich van zijn bozen weg niet afkeren zou, dat Ik hem in het leven behield; daarom zult gij niet meer ijdelheid zien, noch waarzegging gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw hand redden, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben", Ezech. 13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VOLTALLIGE REFO-PRIESTERSCHAAR DOOR GOD EXPOSED ALS DE AFVALLIGSTEN DER AFVALLIGEN (1) - GPPB. (01-08-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VOLTALLIGE REFO-PRIESTERSCHAAR DOOR GOD EXPOSED ALS DE AFVALLIGSTEN DER AFVALLIGEN (1)

Schriftlezing: Jeremia 6

Tekst voor de prediking:
"Ik heb u onder Mijn volk gesteld, tot een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers. De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. Men noemt ze een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen", Jer. 6:27-30.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

IN CHRISTUS IS GODS VOLK VOLKOMEN VRIJGEMAAKT VAN DE WET EN DEGENEN DIE DER WET NIET GESTORVEN ZIJN, ZIJN VIJANDEN VAN HET KRUIS VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (25-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
IN CHRISTUS IS GODS VOLK VOLKOMEN VRIJGEMAAKT VAN DE WET EN DEGENEN DIE DER WET NIET GESTORVEN ZIJN, ZIJN VIJANDEN VAN HET KRUIS VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: Romeinen 7

Tekst voor de prediking:
"Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft? Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans. Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt. Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden. Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter. Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik de begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren. Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood. En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven. En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. Want de zonde, oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood. Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed. Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate wierd zondigende door het gebod. Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde", Rom. 7:1-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VACUUM VERPAKTE REFO-PRIESTERSCHAAR PREEKT DE WET ALS EEN OUDWIJFSE TWEE-MENS-REGEL EN GODS WOORD GE-ISOLEERD EN DAT IS EEN ZIELSBEDRIEGLIJKE PREDIKING (1) - GPPB. (25-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VACUUM VERPAKTE REFO-PRIESTERSCHAAR PREEKT DE WET ALS EEN OUDWIJFSE TWEE-MENS-REGEL EN GODS WOORD GE-ISOLEERD EN DAT IS EEN ZIELSBEDRIEGLIJKE PREDIKING (1)

Schriftlezing: Romeinen 10

Tekst voor de prediking:
"Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat ik tot God voor Israel doe, is tot hun zaligheid. Want ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand. Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen. Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft", Rom. 10:1-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DOOR DE GEEST VAN CHRISTUS ZIJN DE KERKPOLITIEKE OUDWIJFSE REFO-FABELEN GEMAKKELIJK TE ONDERSCHEPPEN EN TE WEERLEGGEN (2) - GPPB. (18-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DOOR DE GEEST VAN CHRISTUS ZIJN DE KERKPOLITIEKE OUDWIJFSE REFO-FABELEN GEMAKKELIJK TE ONDERSCHEPPEN EN TE WEERLEGGEN (2)

Schriftlezing: 1 Timotheus 1 - 2 Timotheus 4

Tekst voor de prediking:
"Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid", 1 Tim. 1:4.

"En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.
Titus 1:14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren", 2 Tim. 4:4.

"Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit", 2 Pet. 1:16.


Afvallig Refodom geheel gevangen in en onderworpen aan de duivelse ideologie van de Illuminatie.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET GEVESTIGDE CHRISTENDOM WEIGERT HET GETUIGENIS VAN CHRISTUS AAN TE NEMEN EN OFFERT ZICHZELF EN HAAR KINDEREN OP HET GEN-TECH ALTAAR VAN DE BAAL-ZEBUB (1) - GPPB. (18-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET GEVESTIGDE CHRISTENDOM WEIGERT HET GETUIGENIS VAN CHRISTUS AAN TE NEMEN EN OFFERT ZICHZELF EN HAAR KINDEREN OP HET GEN-TECH ALTAAR VAN DE BAAL-ZEBUB (1)

Schriftlezing: Handelingen 22:17-22

Tekst voor de prediking:
"En het gebeurde mij, als ik te Jeruzalem wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in een vertrekking van zinnen was; en dat ik Hem zag, en Hij tot mij zeide: Spoed u, en ga in der haast uit Jeruzalem; want zij zullen uw getuigenis van Mij niet aannemen. En ik zeide: Heere, zij weten, dat ik in de gevangenis wierp, en in de synagogen geselde, die in U geloofden; en toen het bloed van Stefanus, Uw getuige, vergoten werd, dat ik daar ook bij stond, en mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen bewaarde dergenen, die hem doodden. En Hij zeide tot mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden. Zij hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij verhieven hun stem, zeggende: Weg van de aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk, dat hij leve", Hand. 22:17-22.

Afvallig Refodom geheel gevangen in en onderworpen aan de duivelse ideologie van de Illuminatie.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ZWAARBEPROEFDE JOB ONTMASKERT ZIJN VRIENDEN BIJ GOD VANDAAN DAT ZIJ TROUWELOZE EN VROOM-SNIJBONIGE GIFKIKKERS ZIJN (2) - GPPB. (11-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ZWAARBEPROEFDE JOB ONTMASKERT ZIJN VRIENDEN BIJ GOD VANDAAN DAT ZIJ TROUWELOZE EN VROOM-SNIJBONIGE GIFKIKKERS ZIJN (2)

Schriftlezing: Job 6

Tekst voor de prediking:
"Maar Job antwoordde en zeide: Och, of mijn verdriet recht gewogen wierd, en men mijn ellende samen in een weegschaal ophief! Want het zou nu zwaarder zijn dan het zand der zeeen; daarom worden mijn woorden opgezwolgen. Want de pijlen des Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij. Rochelt ook de woudezel bij het jonge gras? Loeit de os bij zijn voeder? Wordt ook het onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het witte des dooiers? Mijn ziel weigert uw woorden aan te roeren; die zijn als mijn laffe spijze. Och, of mijn begeerte kwame, en dat God mijn verwachting gave; en dat het Gode beliefde, dat Hij mij verbrijzelde, Zijn hand losliet, en een einde met mij maakte! Dat zou nog mijn troost zijn, en zou mij verkwikken in den weedom, zo Hij niet spaarde; want ik heb de redenen des Heiligen niet verborgen gehouden. Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat ik mijn leven verlengen zou? Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal? Is dan mijn hulp niet in mij, en is de wijsheid uit mij verdreven? Aan hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen verlaten. Mijn broeders hebben trouwelooslijk gehandeld als een beek; als de storting der beken gaan zij door; die verdonkerd zijn van het ijs, en in dewelke de sneeuw zich verbergt. Ten tijde, als zij van hitte vervlieten, worden zij uitgedelgd; als zij warm worden, verdwijnen zij uit haar plaats. De gangen haars wegs wenden zich ter zijde af; zij lopen op in het woeste, en vergaan. De reizigers van Thema zien ze, de wandelaars van Scheba wachten op haar. Zij worden beschaamd, omdat elkeen vertrouwde; als zij daartoe komen, zo worden zij schaamrood. Voorwaar, alzo zijt gijlieden mij nu niets geworden; gij hebt gezien de ontzetting, en gij hebt gevreesd. Heb ik gezegd: Brengt mij, en geeft geschenken voor mij van uw vermogen? Of bevrijdt mij van de hand des verdrukkers, en verlost mij van de hand der tirannen? Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb. O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, dat van ulieden is? Zult gij, om te bestraffen, woorden bedenken, en zullen de redenen des mismoedigen voor wind zijn? Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend. Maar nu, belieft het u, wendt u tot mij, en het zal voor ulieder aangezicht zijn, of ik liege. Keert toch weder, laat er geen onrecht wezen, ja, keert weder; nog zal mijn gerechtigheid daarin zijn. Zou onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden te verstaan geven?" Job 6.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE DOOR JOB WEERLEGDE VALS-VROOM SPREKENDE VRIENDEN VAN JOB IS DE KERK VAN VANDAAG OP ZIJN BEST (1) - GPPB. (11-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE DOOR JOB WEERLEGDE VALS-VROOM SPREKENDE VRIENDEN VAN JOB IS DE KERK VAN VANDAAG OP ZIJN BEST (1)

Schriftlezing: Job 5

Tekst voor de prediking:
"Roep nu, zal er iemand zijn, die u antwoorde? En tot wien van de heiligen zult gij u keren? Want den dwaze brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte. Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning. Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser. Wiens oogst de hongerige verteerde, dien hij ook tot uit de doornen gehaald had; de struikrover slokte hun vermogen in. Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde; maar de mens wordt tot moeite geboren; gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen tot vliegen. Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten; Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan; Die den regen geeft op de aarde, en water zendt op de straten; om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden. Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten. Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort wordt. Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in den middag. Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken. Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe. Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet. Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen. In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren. In den honger zal Hij u verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards. Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt. Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen. Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn. En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen. Ook zult gij bevinden, dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid der aarde. Gij zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te zijner tijd opgevoerd wordt. Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u", Job 5.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE VERVOLGDE VOLK WORDT GEHAAT OMDAT ZIJ VAN DE -GODSDIENSTIGE- WERELD NIET ZIJN, MAAR GETUIGEN DAT HUN WERKEN BOOS ZIJN (2) - GPPB. (04-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE VERVOLGDE VOLK WORDT GEHAAT OMDAT ZIJ VAN DE -GODSDIENSTIGE- WERELD NIET ZIJN, MAAR GETUIGEN DAT HUN WERKEN BOOS ZIJN (2)

Schriftlezing: Psalm 83 - Johannes 3:1-21

Tekst voor de prediking:
"En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn.

"De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn", Joh. 7:7.


- Publieke zonden en publieke overtreders moeten publiek bestraft (en gecensureerd) worden en niet via heimelijke brieven, aka de heimelijke brief van ds. A. Kort aan het gemeentebestuur van Krimpen.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE RD.NL-PROMOTIE VAN DE SCHANDALIGE WERKEN DER DUISTERNIS IS NORM GEWORDEN BINNEN HET REFODOM (1) - GPPB. (04-07-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE RD.NL-PROMOTIE VAN DE SCHANDALIGE WERKEN DER DUISTERNIS IS NORM GEWORDEN BINNEN HET REFODOM (1)

Schriftlezing: Efeze 5

Tekst voor de prediking:
"En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk ook te zeggen. Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht", Ef. 5:11-13.

- Publieke zonden en publieke overtreders moeten publiek bestraft (en gecensureerd) worden en niet via heimelijke brieven, aka de heimelijke brief van ds. A. Kort aan het gemeentebestuur van Krimpen.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

LASTERDRAKEN ZULLEN DE HEL VOL BRAKEN - AFVALLIGE KERKEN BEDRIJVEN AFVALLIGE ZENDINGSWERKEN - ALLEEN DE HEILIGE GEEST ZONDERT GODS GEROEPENEN AF EN ZENDT HEN UIT (2) - GPPB. (27-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
LASTERDRAKEN ZULLEN DE HEL VOL BRAKEN - AFVALLIGE KERKEN BEDRIJVEN AFVALLIGE ZENDINGSWERKEN - ALLEEN DE HEILIGE GEEST ZONDERT GODS GEROEPENEN AF EN ZENDT HEN UIT (2)

Schriftlezing: Handelingen 12 - Handelingen 13:1-12

Tekst voor de prediking:
"En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan. Dezen dan, uitgezonden zijnde van den Heiligen Geest, kwamen af tot Seleucie, en van daar scheepten zij af naar Cyprus", Hand. 13:2-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ZENDINGSROEP VAN JEHOVA KLINKT TOT AAN DE EINDEN DER AARDE IN DE TOEBRENGING VAN DE HEIDENEN, TERWIJL DE KLEENIAANSE BELIALSMANNEN ZICH VERGRIJPEN AAN HET WERK GODS (1) - GPPB. (27-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ZENDINGSROEP VAN JEHOVA KLINKT TOT AAN DE EINDEN DER AARDE IN DE TOEBRENGING VAN DE HEIDENEN, TERWIJL DE KLEENIAANSE BELIALSMANNEN ZICH VERGRIJPEN AAN HET WERK GODS (1)

Schriftlezing: Jesaja 45

Tekst voor de prediking:
"Wend u naar mij toe; wordt behouden alle gij einden der aarde! want Ik ben God en niemand meer", Jes. 45:22


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GRUWELIJKE KETTERIJEN VAN PELAGIUS ZIJN SPRINGLEVEND BINNEN DE REFO-KRINGEN (2) - GPPB. (20-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GRUWELIJKE KETTERIJEN VAN PELAGIUS ZIJN SPRINGLEVEND BINNEN DE REFO-KRINGEN (2)

Schriftlezing: Romeinen 5

Tekst voor de prediking:
"Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. Maar de dood heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding van Adam, welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou. Doch niet, gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. En niet, gelijk de schuld was door den een, die gezondigd heeft, alzo is de gift; want de schuld is wel uit een misdaad tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus. Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden. Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest; opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere", Rom. 5:12-21.

Enkele ketterijen van Pelagius:
- De mens heeft een vrije wil om het goede te doen;
- Loochening van de erfzonde en de zondeval;
- God heeft Adam sterfelijk geschapen;
- Niet bedreven zonden worden niet gestraft;
- Kinderen hebben geen aangeboren zonden, maar wordt zondeloos geboren;
- De mens van nature is niet dood in zonden en misdaden;
- De rechtvaardigmakende genade dient slechts tot hulp en bijstand, wat de mens zonder Gods hulp ook wel kan, zij het met meer moeite;
- Christus is de mens alleen gegeven tot navolging en is als Borg niet noodzakelijk en Zijn genade ook niet.

Het (semi)pelagianisme heeft ook binnen het Refodom zijn tienduizenden verslagen:
- Een geest van zelfgenoegzaamheid en autonome geloof-pretentie is een ingekankerde refo-trend;
- Iedereen moet in zijn/haar vals-godsdienstige waarde gelaten worden;
- Men spreekt van zachte dingen, men schout bedriegerijen, men heelt de breuk op het lichtst en men jaagt het volk de bloemhoven in en het volk heeft het gaarne alzo;
- Nazi-wetten/middelen worden gekerstend en zelfs gepromoot (o.a. abortus(vaccin), nazi-orgaandonatie, killer-nano-vaccin);
- De bijbels-separerende prediking is ingewisseld voor een kerkpolitieke prediking van vrijheid, gelijkheid en broederschap;
- Vrije genade is ingewisseld voor de vrije wil en/of meewerkende genade;
- De godsdienst wordt pasklaar gemaakt voor de mens door een evangelie-prediking naar de mens;
- De erfzonde heet zwakheid; bekering is verbetering;
- Het ware geloof is ingewisseld voor rationele kennis, drijvende op het doe-dat der wet en reizende met een ingebeelde hemel ter helle;
- Christus is voor het gros refo-belijders slechts een voorbeeld ter navolging van "liefdevol humanisme";
- Samenstemming van -Christus en de belial- is refobreed norm geworden;
- Het demoniserende refo-deepstate duo RD/SGP zijn de afgodskalveren binnen het Refodom;
- Het godslasterlijke-anti-scheppingsordelijke en onnatuurlijke homo-zijn is kerkbreed aanvaard, wordt zelfs gepromoot, met het ware geloof mogelijk geacht en ambtelijk ingezegend, welker verdoemenis rechtvaardig is;
- De twee sleutelen van het hemelrijk zijn verbeurd verklaard;
- Van een persoonlijke Goddelijke roeping tot het ambt is de huidige refo-priesterschaar vreemdeling en vijand, hetgeen uit de vruchten blijkt, want er is er niet eentje die publiek in de bressen staat t.a.v. de roepende zonden van kerk, land en volk, laat staan dat men zich van eigen homokerkhuis publiek vrijmaakt;
- De planting Gods -de Kerk der Reformatie- is uitgerukt, maar men bouwt vrolijk voort op drijfzand, zowel kerkelijk als geestelijk;
- De algehele kerkafval wordt gedemocratiseerd en de bestraffende man in de poort geterroriseerd;
- De oude mens onder de wet wordt verbroederd en vereenzelvigd met de nieuwe mens onder de genade;
- De publiek getuigende stem der gemeente Gods richting de overheid is verkocht aan de van God vervloekte fascistische SGP;
- De refo-brede democratische kerkvorm betekent verraad aan de kroonrechten van Christus;
- De oude mens wordt gedecoreerd en de nieuwe mens wordt genegeerd, belasterd, vervolgd en Christus in hem gekruisigd;
- De verkiezing van eeuwigheid wordt ge-arminianiseerd en de Goddelijke verwerping publiek verworpen, enz.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GODDELOZEN VLIEDEN WAAR GEEN VERVOLGER IS, MAAR ELKE RECHTVAARDIGE IS MOEDIG ALS EEN JONGE LEEUW (1) - GPPB. (20-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GODDELOZEN VLIEDEN WAAR GEEN VERVOLGER IS, MAAR ELKE RECHTVAARDIGE IS MOEDIG ALS EEN JONGE LEEUW (1)

Schriftlezing: Spreuken 28

Tekst voor de prediking:
"De goddelozen vlieden, waar geen vervolger is; maar ELKE rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw", Spr. 28:1.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JEREMIA BELIJDT DE ZONDEN DES VOLKS DRAGENDE HAAR SCHULDENLAST EN DOET WEDEROM VOORBEDE (2) - GPPB. (13-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
JEREMIA BELIJDT DE ZONDEN DES VOLKS DRAGENDE HAAR SCHULDENLAST EN DOET WEDEROM VOORBEDE (2)

Schriftlezing: Klaagliederen 5 - Obadja 1

Tekst voor de prediking:
"Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan. Ons erfdeel is tot de vreemdelingen gewend, onze huizen tot de uitlanders. Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn als de weduwen. Ons water moeten wij voor geld drinken; ons hout komt ons op prijs te staan. Wij lijden vervolging op onze halzen; zijn wij moede, men laat ons geen rust. Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden. Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet meer, en wij dragen hun ongerechtigheden. Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke. Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn. Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers. Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda. De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest. Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, en de jongens struikelen onder het hout. De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel. De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd. De kroon onzes hoofds is afgevallen; o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben! Daarom is ons hart mat, om deze dingen zijn onze ogen duister geworden. Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen. Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon is van geslacht tot geslacht. Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten? HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als van ouds. Want zoudt Gij ons ganselijk verwerpen? Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn?" Klaagl. 5.

Geen enkele refo-dominee is in geen enkel opzicht, wat Jeremia was bij God vandaan.

Jeremia stond in de bressen; was een door God gestelde wachttoren; was een bestraffende man in de poort; was een koperen muur en een ijzeren pilaar jegens de valse Joden; wordt driemaal afgesneden in zijn voorbede; eindigt in de Klaagliederen en doet belijdenis van de zonden des volks, dragende haar schuldenlast en doet wederom voorbede.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET FIJNE GOUD VERDONKERD, MAAR EDOM, OFWEL DE VALSE JODEN, KRIJGEN HUN AANSLAGEN JEGENS JAKOB DIK UITBETAALD (1) - GPPB. (13-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET FIJNE GOUD VERDONKERD, MAAR EDOM, OFWEL DE VALSE JODEN, KRIJGEN HUN AANSLAGEN JEGENS JAKOB DIK UITBETAALD (1)

Schriftlezing: Klaagliederen 4

Tekst voor de prediking:
"Hoe is het goud zo verdonkerd, het goede fijne goud zo veranderd! Hoe zijn de stenen des heiligdoms vooraan op alle straten verworpen! De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij nu gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers!", Klaagl. 4:1-2.

"En de ongerechtigheid der dochter mijns volks is groter dan de zonden van Sodom, dat als in een ogenblik omgekeerd werd, en geen handen hadden arbeid over haar", Klaagl. 4:6.

"Het is vanwege de zonden harer profeten, en de misdaden harer priesteren, die in het midden van haar het bloed der rechtvaardigen vergoten hebben", Klaagl. 4:13.

"Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen", Klaagl. 4:16.


Geen enkele refo-dominee is in geen enkel opzicht, wat Jeremia was bij God vandaan.

Jeremia stond in de bressen; was een door God gestelde wachttoren; was een bestraffende man in de poort; was een koperen muur en een ijzeren pilaar jegens de valse Joden; wordt driemaal afgesneden in zijn voorbede; eindigt in de Klaagliederen en doet belijdenis van de zonden des volks, dragende haar schuldenlast en doet wederom voorbede.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INTERVIEW-DOMINEE, A. KORT, KOMT UIT DE KAST: IK BEN NIET ANTI-HOMO (2) - GPPB. (06-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
INTERVIEW-DOMINEE, A. KORT, KOMT UIT DE KAST: "IK BEN NIET ANTI-HOMO" (2)

Schriftlezing: Ezechiel 37:16-28 - Zacharia 11

Tekst voor de prediking:
"Verder zeide de HEERE tot mij: Neem u nog eens dwazen herders gereedschap. Want ziet, Ik zal een herder verwekken in dit land; dat gereed is om afgesneden te worden, zal hij niet bezoeken; het jonge zal hij niet zoeken, en het verbrokene zal hij niet helen, en het stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees van het vette zal hij eten, en derzelver klauwen zal hij verscheuren. Wee den nietigen herder, den verlater der kudde! Het zwaard zal over zijn arm zijn, en over zijn rechteroog; zijn arm zal ten enenmale verdorren, en zijn rechteroog zal ten enenmale donker worden", Zach. 11:15-17.


https://www.ad.nl/rotterdam/homohatende-dominee-uit-krimpen-krijgt-bedreiging-na-bedreiging-ik-ontvang-plaatjes-van-blote-mannen~ab68d27e/202709456/

https://www.ad.nl/rotterdam/omstreden-krimpense-dominee-bidt-om-verlossing-van-de-overheid-vaccins-zorgen-voor-heel-veel-doden~ac2ed3d4/


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE OPWEKKING VAN HET DAL DORRE DOODSBEENDEREN M.B.T. DE JOODSE NATIE IN BALLINGSCHAP EN DE TOEPASSING ERVAN IN ONZE DAGEN (1) - GPPB. (06-06-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE OPWEKKING VAN HET DAL DORRE DOODSBEENDEREN M.B.T. DE JOODSE NATIE IN BALLINGSCHAP EN DE TOEPASSING ERVAN IN ONZE DAGEN (1)

Schriftlezing: Ezechiel 37

Tekst voor de prediking:
"De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor. En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het! Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN Woord. Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been. En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den Geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot den Geest: Zo zegt de Heere HEERE: Gij Geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de Geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. Toen zeide Hij tot mij: Mensenkind! deze beenderen zijn het ganse huis Israels; ziet, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord, en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden. Daarom, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal uw graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het land Israels. En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE", Ezech. 37:1-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE REFO-MASSA ZAL HET TEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN OM TE KUNNEN BLIJVEN KOPEN EN VERKOPEN (2) - GPPB. (30-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE REFO-MASSA ZAL HET TEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN OM TE KUNNEN BLIJVEN KOPEN EN VERKOPEN (2)

Schriftlezing: Openbaring 13

Tekst voor de prediking:
"En ik stond op het zand der zee. En ik zag uit de zee een beest opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van gods lastering. En het beest dat ik zag, was een pardel gelijk, en zijn voeten als eens beers voeten, en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote macht. En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke wonde werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest. En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve? En hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en gods lasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden. En het opende zijn mond tot lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, en die in den hemel wonen. En hetzelve werd macht gegeven, om den heiligen krijg aan te doen, en om die te overwinnen; en hetzelve werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk. En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld. Indien iemand oren heeft, die hore. Indien iemand in de gevangenis leidt, die gaat zelf in de gevangenis; indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het geloof der heiligen. En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken. En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; en dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams. Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig", Openb. 13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ROOMSE VERMENGINGSLEER VAN DE OUDE EN DE NIEUWE MENS IS GEEN VERVAL, MAAR AFVAL (1) - GPPB. (30-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ROOMSE VERMENGINGSLEER VAN DE OUDE EN DE NIEUWE MENS IS GEEN VERVAL, MAAR AFVAL (1)

Schriftlezing: Mattheus 9

Tekst voor de prediking:
"Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur. Noch doet men nieuwen wijn in oude leder zakken; anders zo bersten de leder zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de leder zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe leder zakken, en beide te zamen worden behouden", Matth. 9:16-17.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTERDAG 2021 - IN RAFIDIM BEGINT DE PINKSTER-VICTORIE OVER AMALEK (2) - GPPB. (23-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTERDAG 2021 - IN RAFIDIM BEGINT DE PINKSTER-VICTORIE OVER AMALEK (2)

Schriftlezing: Exodus 17

Tekst voor de prediking:
"Daarna toog de ganse vergadering van de kinderen Israels, naar hun dagreizen, uit de woestijn Sin, op het bevel des HEEREN, en zij legerden zich te Rafidim. Daar nu was geen water voor het volk om te drinken. Toen twistte het volk met Mozes, en zeide: Geeft gijlieden ons water, dat wij drinken! Mozes dan zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Waarom verzoekt gij den HEERE? Toen nu het volk aldaar dorstte naar water, zo murmureerde het volk tegen Mozes, en het zeide: Waartoe hebt gij ons nu uit Egypte doen optrekken, opdat gij mij, en mijn kinderen, en mijn vee, van dorst deedt sterven? Zo riep Mozes tot den HEERE, zeggende: Wat zal ik dit volk doen? Er feilt niet veel aan, of zij zullen mij stenigen. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Ga heen voor het aangezicht des volks, en neem met u uit de oudsten van Israel; en neem uw staf in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en ga heen. Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israel. En hij noemde den naam dier plaats Massa en Meriba, om den twist der kinderen Israels, en omdat zij den HEERE verzocht hadden, zeggende: Is de HEERE in het midden van ons, of niet? Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in Rafidim. Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn. Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels. En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste. Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging. Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel. En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier! En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!" Ex. 17.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTERDAG 2021 - HET DOOR GOD GEROEPEN OVERBLIJFSEL DAT DE NAAM DES HEEREN ONVOORWAARDELIJK AANROEPT, ZAL BEHOUDEN WORDEN (1) - GPPB. (23-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTERDAG 2021 - HET DOOR GOD GEROEPEN OVERBLIJFSEL DAT DE NAAM DES HEEREN ONVOORWAARDELIJK AANROEPT, ZAL BEHOUDEN WORDEN (1)

Schriftlezing: Joel 2

Tekst voor de prediking:
"En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien; ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten. En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als834 de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen", Joel 2:28-32.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING HEILIG AVONDMAAL - DE KLEINE KRACHT VAN DE ENGEL VAN FILADELFIA EN GODS KRACHT IN ZWAKHEID VOLBRACHT (2) - GPPB. (16-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING HEILIG AVONDMAAL - DE KLEINE KRACHT VAN DE ENGEL VAN FILADELFIA EN GODS KRACHT IN ZWAKHEID VOLBRACHT (2)

Schriftlezing: Openbaring 3

Tekst voor de prediking:
"En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent. Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt", Openb. 3:7-13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - GODS VOLK MET CHRISTUS IN DE GRONDELOZE MODDER GEZONKEN EN OVERSTROOMD DOOR DE VLOED, DOCH HOPENDE OP HAAR GOD (1) - GPPB. (16-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - GODS VOLK MET CHRISTUS IN DE GRONDELOZE MODDER GEZONKEN EN OVERSTROOMD DOOR DE VLOED, DOCH HOPENDE OP HAAR GOD (1)

Schriftlezing: Psalm 69

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel. Ik ben gezonken in grondeloze modder, waar men niet kan staan; ik ben gekomen in de diepten der wateren, en de vloed overstroomt mij. Ik ben vermoeid van mijn roepen, mijn keel is ontstoken, mijn ogen zijn bezweken, daar ik ben hopende op mijn God", Ps. 69:1-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HEMELVAARTSDAG 2021 - VOORBEREIDING H.A. - CHRISTUS IS OPGEVAREN IN DE HOOGTE EN HEEFT ZIJN VOLK -DE WEDERHORIGEN- MEDEGEZET IN DE HEMEL, OM ALTIJD BIJ HEM TE WONEN - GPPB. (13-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HEMELVAARTSDAG 2021 - VOORBEREIDING H.A. - CHRISTUS IS OPGEVAREN IN DE HOOGTE EN HEEFT ZIJN VOLK -DE WEDERHORIGEN- MEDEGEZET IN DE HEMEL, OM ALTIJD BIJ HEM TE WONEN

Schriftlezing: Psalm 67 en 68

Tekst voor de prediking:
"Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God!" Ps. 68:19.

"Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven. Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde? Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou", Ef. 4:8-10.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

AI MIJ - ER IS GEEN DRUIF OM TE ETEN, MIJN ZIEL BEGEERT VROEGRIJPE VRUCHT (2) - GPPB. (09-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
AI MIJ - ER IS GEEN DRUIF OM TE ETEN, MIJN ZIEL BEGEERT VROEGRIJPE VRUCHT (2)

Schriftlezing: Micha 7

Tekst voor de prediking:
"Ai mij! want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht. De goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder de mensen; zij loeren altemaal op bloed, zij jagen, een iegelijk zijn broeder, met een jachtgaren. Om met beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter oordeelt om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen", Micha 7:1-3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

MAAK U OP, WORD VERLICHT, WANT UW LICHT KOMT EN DE HEERLIJKHEID DES HEEREN GAAT OVER U OP (1) - GPPB. (09-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
MAAK U OP, WORD VERLICHT, WANT UW LICHT KOMT EN DE HEERLIJKHEID DES HEEREN GAAT OVER U OP (1)

Schriftlezing: Jesaja 60

Tekst voor de prediking:
"Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden", Jes. 60:1-2.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFO-PAUSELIJKE AFGODERIJ EN VERSMELTING VAN ALLE VALSE RELIGIES - DE WERELDLIJKE MACHTSSTRIJD EN DE BEDIENING DER VERZOENING WEGGENOMEN (2) - GPPB. (02-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFO-PAUSELIJKE AFGODERIJ EN VERSMELTING VAN ALLE VALSE RELIGIES - DE WERELDLIJKE MACHTSSTRIJD EN DE BEDIENING DER VERZOENING WEGGENOMEN (2)

Schriftlezing: Daniel 11:21-45, Daniel 12

Tekst voor de prediking:
"En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelven verheffen, en groot maken boven allen God, en hij zal tegen den God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het zal geschieden. En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken. En hij zal den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en met gewenste dingen. En hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs", Dan. 11:36-39.

"Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen", Dan. 12:10-11.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

KERKEN DIE DE ROEPENDE ZONDEBANNEN NIET VERDELGEN EN DE VALSE LERAARS NIET DE MOND STOPPEN, ZIJN VALSE KERKEN (1) - GPPB. (02-05-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
KERKEN DIE DE ROEPENDE ZONDEBANNEN NIET VERDELGEN EN DE VALSE LERAARS NIET DE MOND STOPPEN, ZIJN VALSE KERKEN (1)

Schriftlezing: Psalm 36 - Titus 1

Tekst voor de prediking:
"Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; in de hoop des eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner tijd; namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechten zoon, naar het gemeen geloof: Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker. Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb: Indien iemand onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis; die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil. Een uit hen, zijnde hun eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren. Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt. Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt", Titus 1.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE VOLK DAT DER WET GESTORVEN IS, HEEFT DE OUDE MENS MET ZIJN DODE WERKEN INEENS EN VOORGOED UITGEDAAN EN DE NIEUWE MENS, CHRISTUS, AANGEDAAN (2) - GPPB. (25-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE VOLK DAT DER WET GESTORVEN IS, HEEFT DE OUDE MENS MET ZIJN DODE WERKEN INEENS EN VOORGOED UITGEDAAN EN DE NIEUWE MENS, CHRISTUS, AANGEDAAN (2)

Schriftlezing: Kolossensen 3

Tekst voor de prediking:
"Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, en aangedaan hebt den nieuwen Mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft", Kol. 3:9-10.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WAT DE WARE LIEFDE UIT GOD IS EN WAT DE NABOOTSING ERVAN IS (1) - GPPB. (25-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WAT DE WARE LIEFDE UIT GOD IS EN WAT DE NABOOTSING ERVAN IS (1)

Schriftlezing: 1 Korinthe 13

Tekst voor de prediking:
"Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden. En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets. En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven. De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieen, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was. Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben. En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde", 1 Kor. 13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD BEZOEKT DE BOOSHEID DER WERELD EN DE ONGERECHTIGHEID DER GODDELOZEN; HIJ STOPT DE HOOGMOED DER STOUTEN EN VERNEDERT DE HOOVAARDIJ DER TIRANNEN (2) - GPPB. (18-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD BEZOEKT DE BOOSHEID DER WERELD EN DE ONGERECHTIGHEID DER GODDELOZEN; HIJ STOPT DE HOOGMOED DER STOUTEN EN VERNEDERT DE HOOVAARDIJ DER TIRANNEN (2)

Schriftlezing: Jesaja 13

Tekst voor de prediking:
"Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen. Ik zal maken, dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en een mens dan fijn goud van Ofir", Jes. 13:11-12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN KIND IS ONERVAREN IN HET WOORD DER GERECHTIGHEID, MAAR DE SOLDATEN CHRISTI ZIJN GEROEPEN EN GEOEFEND IN DE KRIJG (1) - GPPB. (18-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN KIND IS ONERVAREN IN HET WOORD DER GERECHTIGHEID, MAAR DE SOLDATEN CHRISTI ZIJN GEROEPEN EN GEOEFEND IN DE KRIJG (1)

Schriftlezing: Hebreen 5

Tekst voor de prediking:
"En is van God genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek. Van Denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt. Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste spijze. Want een iegelijk, die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want hij is een kind. Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads", Hebr. 5:10-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PAULUS PROFETEERDE DE ZWARE TIJDEN WAARIN WE LEVEN EN TEKENT ALLE EIGENSCHAPPEN VAN HET AFVALLIGE REFODOM (2) - GPPB. (11-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PAULUS PROFETEERDE DE ZWARE TIJDEN WAARIN WE LEVEN EN TEKENT ALLE EIGENSCHAPPEN VAN HET AFVALLIGE REFODOM (2)

Schriftlezing: 2 Timotheus 3

Tekst voor de prediking:
"En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden, verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods; hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van deze. Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden; vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen. Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is. Maar gij hebt achtervolgd mijn leer, wijze van doen, voornemen, geloof, lankmoedigheid, liefde, lijdzaamheid. Mijn vervolgingen, mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochie, in Ikonium en in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid. Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; en dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust", 2 Tim. 3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS GEROEPEN GETUIGEN OP AARDE ZIJN DE VIER SMEDEN EN DIE HEN VERTEGENWOORDIGEN IN DE HEMEL ZIJN DE VIER DIEREN VOOR GODS TROON (1)- GPPB. (11-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS GEROEPEN GETUIGEN OP AARDE ZIJN DE VIER SMEDEN EN DIE HEN VERTEGENWOORDIGEN IN DE HEMEL ZIJN DE VIER DIEREN VOOR GODS TROON (1)

Schriftlezing: Openbaring 4

Tekst voor de prediking:
"Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet. En terstond werd ik in den geest; en ziet, er was een troon gezet in den hemel, en er zat Een op den troon. En Die daarop zat, was in het aanzien den steen Jaspis en Sardius gelijk; en een regenboog was rondom den troon, in het aanzien der steen Smaragd gelijk. En rondom den troon waren vier en twintig tronen; en op de tronen zag ik de vier en twintig ouderlingen zittende, bekleed met witte klederen, en zij hadden gouden kronen op hun hoofden. En van den troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor den troon, welke zijn de zeven geesten Gods. En voor den troon was een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden des troons, en rondom den troon, vier dieren, zijnde vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegenden arend gelijk. En de vier dieren hadden elkeen voor zichzelven zes vleugelen rondom, en waren van binnen vol ogen; en hebben geen rust dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, en Die is, en Die komen zal. En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid leeft; zo vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen voor den troon, zeggende: Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen", Openb. 4.

"En ik hief mijn ogen op, en zag; en ziet, er waren vier hoornen. En ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn de hoornen, welke Juda, Israel en Jeruzalem verstrooid hebben. En de HEERE toonde mij vier smeden. Toen zeide ik: Wat komen die maken? En Hij sprak, zeggende: Dat zijn de hoornen, die Juda verstrooid hebben, zodat niemand zijn hoofd ophief; maar deze zijn gekomen om die te verschrikken, om de hoornen der heidenen neder te werpen, welke den hoorn verheven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien", Zach. 1:18-21.

"De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. En de een riep tot den ander, en zeide: Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol!" Jes. 6:2-3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2021 - DE GROTE LIEFDESGIFT DES VADERS - HET ONDERSCHEID TUSSEN DE KINDEREN GODS EN DE KINDEREN DES DUIVELS - DE TROOST VOOR DE KERKE GODS IN DE AANVECHTING, DAT ALS ONS HART ONS VEROORDEELD, GOD MEERDER IS DAN ONS HART EN ALLE DINGEN KENT (2) - GPPB. (04-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2021 - DE GROTE LIEFDESGIFT DES VADERS - HET ONDERSCHEID TUSSEN DE KINDEREN GODS EN DE KINDEREN DES DUIVELS - DE TROOST VOOR DE KERKE GODS IN DE AANVECHTING, DAT ALS ONS HART ONS VEROORDEELD, GOD MEERDER IS DAN ONS HART EN ALLE DINGEN KENT (2)

Schriftlezing: 1 Johannes 3

Tekst voor de prediking:
"Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is. Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem. Een iegelijk, die in Hem blijft, die zondigt niet; een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet gezien, en heeft Hem niet gekend. Kinderkens, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels openbaar. Een iegelijk, die de rechtvaardigheid niet doet, die is niet uit God, en die zijn broeder niet liefheeft, want dit is de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. Niet gelijk Kain, die uit den boze was, en zijn broeder doodsloeg; en om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren, en van zijn broeder rechtvaardig. Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat. Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; die zijn broeder niet liefheeft, blijft in den dood. Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen. Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem? Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. En hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. Geliefden! Indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God; en zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem. En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft", 1 Joh. 3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2021 - DE OPSTANDING EN HET TESTAMENT VAN CHRISTUS EN HET COMPLOTVERHAAL DER JODEN DIE DE WACHTSOLDATEN OMKOCHTEN MET BRIBE-MONEY (1) - GPPB. (04-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2021 - DE OPSTANDING EN HET TESTAMENT VAN CHRISTUS EN HET COMPLOTVERHAAL DER JODEN DIE DE WACHTSOLDATEN OMKOCHTEN MET BRIBE-MONEY (1)

Schriftlezing: Mattheus 28

Tekst voor de prediking:
"En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien. En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven. En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw. En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden, en werden als doden. Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft. En gaat haastelijk henen, en zegt Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd. En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij henen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen. En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. En als zij heengingen, ziet, enigen van de wacht kwamen in de stad, en boodschapten den overpriesters al de dingen, die geschied waren. En zij vergaderd zijnde met de ouderlingen, en te zamen raad genomen hebbende, gaven zij den krijgsknechten veel gelds, en zeiden: Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. En indien zulks komt gehoord te worden van den stadhouder, wij zullen hem tevreden stellen, en maken, dat gij zonder zorg zijt. En zij, het geld genomen hebbende, deden, gelijk zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij de Joden tot op den huidigen dag. En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen", Matth. 28.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOEDE VRIJDAG 2021 - JOHANNES HEEFT HET BLOED EN HET WATER UIT DE ZIJDE VAN CHRISTUS GEZIEN EN HEEFT ERVAN GETUIGT EN HIJ WEET DAT ZIJN GETUIGENIS WAARACHTIG IS - GPPB. (02-04-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOEDE VRIJDAG 2021 - JOHANNES HEEFT HET BLOED EN HET WATER UIT DE ZIJDE VAN CHRISTUS GEZIEN EN HEEFT ERVAN GETUIGT EN HIJ WEET DAT ZIJN GETUIGENIS WAARACHTIG IS

Schriftlezing: Johannes 19

Tekst voor de prediking:
"Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die heeft het getuigd, en zijn getuigenis is waarachtig; en hij weet, dat hij zegt, hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt", Joh. 19:34-35.

"Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is", Joh. 21:24.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE IN HET AANGEZICHT ROEMEN EN NIET IN HET HART, HANDELEN MET AANZIENS DES PERSOONS EN MOETEN PUBLIEK WEDERSTAAN WORDEN DOOR GEROEPEN DIENAARS DES GEESTES (2) - GPPB. (28-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE IN HET AANGEZICHT ROEMEN EN NIET IN HET HART, HANDELEN MET AANZIENS DES PERSOONS EN MOETEN PUBLIEK WEDERSTAAN WORDEN DOOR GEROEPEN DIENAARS DES GEESTES (2)

Schriftlezing: 2 Korinthe 5

Tekst voor de prediking:
"Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn. Want wij prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen degenen, die in het aangezicht roemen en niet in het hart. Want hetzij dat wij uitzinnig zijn, wij zijn het Gode; hetzij dat wij gematigd van zinnen zijn, wij zijn het ulieden. Want de liefde van Christus dringt ons; als die dit oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is. Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees; en indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees. Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem", 2 Kor. 5:10-21.
.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WERKERS VAN BEDEKSELEN DER SCHANDE EN VERVALSERS VAN GODS WOORD MOETEN PUBLIEK VERWORPEN WORDEN DOOR GEROEPEN DIENAARS DES GEESTES (1) - GPPB. (28-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WERKERS VAN BEDEKSELEN DER SCHANDE EN VERVALSERS VAN GODS WOORD MOETEN PUBLIEK VERWORPEN WORDEN DOOR GEROEPEN DIENAARS DES GEESTES (1)

Schriftlezing: 2 Korinthe 4

Tekst voor de prediking:
"Daarom dewijl wij deze bediening hebben, naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo vertragen wij niet; maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods. Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen, die verloren gaan; in dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil. Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. Maar wij hebben dezen schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit ons; als die in alles verdrukt worden, doch niet benauwd; twijfelmoedig, doch niet mismoedig; vervolgd, doch niet daarin verlaten; nedergeworpen, doch niet verdorven; altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden. Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus’ wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden. Zo dan, de dood werkt wel in ons, maar het leven in ulieden", 2 Kor. 4:1-12.
.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ONDERSCHEID TUSSEN DIENAARS DES GEESTES EN LETTERKNECHTEN (2) - GPPB. (21-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ONDERSCHEID TUSSEN DIENAARS DES GEESTES EN LETTERKNECHTEN (2)

Schriftlezing: 2 Korinthe 3

Tekst voor de prediking:
"Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend", 2 Kor. 3:5-6.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE APOSTOLISCHE WAARSCHUWING JEGENS DE VELE SCHRIFTVERVALSERS OOK IN ONZE DAGEN DIE GODS WOORD TE KOOP DRAGEN (VERVALSEN), IN TEGENSTELLING TOT GODS WARE GEROEPEN GETUIGEN DIE GODS WOORD PREDIKEN NAAR DE ZIN EN MENING DES GEESTES (1) - GPPB. (21-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE APOSTOLISCHE WAARSCHUWING JEGENS DE VELE SCHRIFTVERVALSERS OOK IN ONZE DAGEN DIE GODS WOORD TE KOOP DRAGEN (VERVALSEN), IN TEGENSTELLING TOT GODS WARE GEROEPEN GETUIGEN DIE GODS WOORD PREDIKEN NAAR DE ZIN EN MENING DES GEESTES (1)

Schriftlezing: 2 Korinthe 2

Tekst voor de prediking:
"Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan; dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? Want wij dragen niet, gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit God, in de tegenwoordigheid Gods, spreken wij het in Christus", 2 Kor. 2:15-17.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HOE VERBONDS-ONNASPEURLIJK JUDA EN MOAB VERENIGD ZIJN GEWORDEN DOOR HET HUWELIJK VAN BOAZ EN RUTH (2) - GPPB. (14-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HOE VERBONDS-ONNASPEURLIJK JUDA EN MOAB VERENIGD ZIJN GEWORDEN DOOR HET HUWELIJK VAN BOAZ EN RUTH (2)

Schriftlezing: Ruth 4

Tekst voor de prediking:
"En al het volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israel gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en maak uw naam vermaard in Bethlehem! En uw huis zij, als het huis van Perez (die Thamar aan Juda baarde), van het Zaad, dat de HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw. Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouwe, en hij ging tot haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde. Toen zeiden de vrouwen tot Naomi: Geloofd zij de HEERE, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven; en zijn naam worde vermaard in Israel! Die zal u zijn tot een verkwikker der ziel, en om uw ouderdom te onderhouden; want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem gebaard, dewelke u beter is dan zeven zonen. En Naomi nam dat kind, en zette het op haar schoot, en werd zijn voedster. En de naburinnen gaven hem een naam, zeggende: Aan Naomi is een zoon geboren; en zij noemden zijn naam Obed; deze is de vader van Isai, Davids vader", Ruth 4:11-17.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIGE DOOP - O, ONZE ZUSTER! WORDT GIJ TOT DUIZENDEN MILLIOENEN, EN UW ZAAD BEZITTE DE POORT ZIJNER HATERS! (1) - GPPB. (14-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIGE DOOP - O, ONZE ZUSTER! WORDT GIJ TOT DUIZENDEN MILLIOENEN, EN UW ZAAD BEZITTE DE POORT ZIJNER HATERS!

Schriftlezing: Genesis 24

Tekst voor de prediking:
"En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw Zaad bezitte de poort Zijner haters!" Gen. 24:60.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BIDDAG 2021 - JAKOBUS PREEKT DE VERROTTE RIJKDOM DER RIJKEN EN HET BIDDENDE LEVEN VAN GODS ARME LAZARUSVOLK - GPPB. (12-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BIDDAG 2021 - JAKOBUS PREEKT DE VERROTTE RIJKDOM DER RIJKEN EN HET BIDDENDE LEVEN VAN GODS ARME LAZARUSVOLK

Schriftlezing: Jakobus 5

Tekst voor de prediking:
"Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen. Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen. Ziet, het loon der werklieden, die uw landen gemaaid hebben, welke van u verkort is, roept; en het geschrei dergenen, die geoogst hebben, is gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. Gij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting. Gij hebt veroordeeld, gij hebt gedood den rechtvaardige; en hij wederstaat u niet. Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt. Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur. Mijn broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens, en der lankmoedigheid de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben. Ziet, wij houden hen gelukzalig, die verdragen; gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer. Doch voor alle dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt. Is iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge. Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel. Elias was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. En hij bad wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort. Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken", Jak. 5.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VERWERPING VAN DE VALSE OPNAME-LEER MET DE BIJBELSE OPNAME-LEER VAN GODS KINDEREN OP DE JONGSTE DAG EN DE GELOOFSTROOST ERVAN (2) - GPPB. (07-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VERWERPING VAN DE VALSE OPNAME-LEER MET DE BIJBELSE OPNAME-LEER VAN GODS KINDEREN OP DE JONGSTE DAG EN DE GELOOFSTROOST ERVAN (2)

Schriftlezing: 1 Thessalonicensen 4

Tekst voor de prediking:
"Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden", 1 Thess. 4:13-18.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS WOONT IN ZIJN VOLK DAT GEWORTELD EN GEGROND IS IN ZIJN LIEFDE (1) - GPPB. (07-03-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS WOONT IN ZIJN VOLK DAT GEWORTELD EN GEGROND IS IN ZIJN LIEFDE (1)

Schriftlezing: Efeze 3

Tekst voor de prediking:
"Om deze oorzaak buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens; opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt; opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods", Ef. 3:14-19.

Geworteld en gegrond zijn in de liefde, behoort tot de wedergeboren staat. Degenen die niet geworteld zijn in de liefde, zijn Gods kinderen niet. Degenen die de liefde voorwenden ten koste van Gods eer en leer, zijn niet geworteld in de liefde en leven nog als een oude mens onder de wet en in vijandschap jegens God en de naaste.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODE MEER GEHOORZAAM ZIJN DAN DE COVID-ELITE EN HUN 666-MIDDELEN- HET AANDOEN EN HANTEREN VAN DE WAPENEN DES LICHTS (2) - GPPB. (28-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje

NOTE: HONDERDEN WEBSITES DOWN DOOR UITVAL INTERNET-COMPUTER - OOK PROVIDENCEMOUNTAINRANCH - INMIDDELS VOLLEDIG HERSTELD.

Klik hier
GODE MEER GEHOORZAAM ZIJN DAN DE COVID-ELITE EN HUN 666-MIDDELEN- HET AANDOEN EN HANTEREN VAN DE WAPENEN DES LICHTS (2)

Schriftlezing: Romeinen 13

Tekst voor de prediking:
"Alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen. Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben; want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet te vergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet. Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om des gewetens wil. Want daarom betaalt gij ook schattingen; want zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk bezig zijnde. Zo geeft dan een iegelijk, wat gij schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, dien gij de eer schuldig zijt. Zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld. Want dit: Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; en zo er enig ander gebod is, wordt in dit Woord als in een hoofdsom begrepen, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven. De liefde doet den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet. En dit zeg ik te meer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben. De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts. Laat ons, als in den dag, eerlijk wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkameren en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid; maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden", Rom. 13.

Omtrent de covid-hysterie doen de refo-dominees een vals beroep op Romeinen 13 (gehoorzaamheid aan de overheid), ten koste van "het Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen" (Hand. 5:29), laat staan dat zij hun schapen waarschuwen voor de 666-c-vaccins en de satanische "great reset". Daarmee bewijzen zij opnieuw geen geroepen knechten van God te zijn.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET WETTIG-NOODZAKELIJK GEBRUIK VAN DE WAPENEN DER GERECHTIGHEID (1) - GPPB. (28-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET WETTIG-NOODZAKELIJK GEBRUIK VAN DE WAPENEN DER GERECHTIGHEID (1)

Schriftlezing: 2 Korinthe 6

Tekst voor de prediking:
"In het Woord der Waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter zijde en aan de linker zijde", 2 Kor. 6:7.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE PILATUS-COMMENTS VAN DE MIND-CONTROLLED DR. W. VAN VLASTUIN OP HET ABC-STATEMENT EXPOSED MET DE LEER VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (21-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE PILATUS-COMMENTS VAN DE MIND-CONTROLLED DR. W. VAN VLASTUIN OP HET ABC-STATEMENT EXPOSED MET DE LEER VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: Jeremia 6

Tekst voor de prediking:
"Ik heb u onder Mijn volk gesteld, tot een wachttoren, tot een vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers. De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. Men noemt ze een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen verworpen", Jer. 6:27-30.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE PILATUS-COMMENTS VAN DE MIND-CONTROLLED DR. W. VAN VLASTUIN OP HET ABC-STATEMENT EXPOSED MET DE LEER VAN CHRISTUS (1) - GPPB. (21-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE PILATUS-COMMENTS VAN DE MIND-CONTROLLED DR. W. VAN VLASTUIN OP HET ABC-STATEMENT EXPOSED MET DE LEER VAN CHRISTUS (1)

Schriftlezing: Psalm 74

Tekst voor de prediking:
"Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide? Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. Uw wederpartijders hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen gebruld; zij hebben hun tekenen tot tekenen gesteld. Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte. Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen. Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd. Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand. Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, noch iemand bij ons, die weet, hoe lang. Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde. Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde", Ps. 74:1-12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WACHTERS OP SIONS MUREN - DE BAZUIN AAN UW MOND (2) - GPPB. (14-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WACHTERS OP SIONS MUREN - DE BAZUIN AAN UW MOND (2)

Schriftlezing: Hosea 8

Tekst voor de prediking:
"De bazuin aan uw mond; hij komt als een arend tegen het huis des HEEREN; omdat zij Mijn verbond hebben overtreden, en zijn tegen Mijn wet afvallig geworden. Dan zullen zij tot Mij roepen: Mijn God! wij, Israel, kennen U. Israel heeft het goede verstoten; de vijand zal hem vervolgen. Zij hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden gemaakt, opdat zij uitgeroeid worden", Hos. 8:1-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VALSE GODSDIENST VAN HET REFODOM BESTAAT O.A. UIT DE AANNEMING DES PERSOONS - OOK T.A.V. DE DEEPSTATE-OVERHEID (1) - GPPB. (14-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VALSE GODSDIENST VAN HET REFODOM BESTAAT O.A. UIT DE AANNEMING DES PERSOONS - OOK T.A.V. DE DEEPSTATE-OVERHEID (1)

Schriftlezing: Jakobus 2

Tekst voor de prediking:
"Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons. Want zo in uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding; en gij zoudt aanzien dengene, die de sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; hebt gij dan niet in uzelven een onderscheid gemaakt, en zijt rechters geworden van kwade overleggingen?" Jak. 2:1-4.

* Ongenuanceerde en niet-bron-gerelateerde emails en brieven, waarin men niet bijbels ageert op grond van aantoonbare feiten, staan onder het oordeel van de overtreding van het gebod "Gij zult geen vals getuigenis geven tegen uw naasten", en dezulken staan schuldig aan de ganse wet, wie het ook betreft, gelijk geschreven is: "Want wie de gehele wet zal houden, en in een zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle. Want Die gezegd heeft: Gij zult geen overspel doen, Die heeft ook gezegd: Gij zult niet doden. Indien gij nu geen overspel zult doen, maar zult doden, zo zijt gij een overtreder der wet geworden. Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden", Jak. 2:10-12.

* Uit de ongenuanceerde reacties van sommige refo-dominees op de vragen van mevr. A. van Raven-M, blijkt weer eens duidelijk hoe zwanger men is van de valse godsdienst van de aanneming des persoons, met name van PKN-roddelmachine B. Tramper en van HHK-pedo-promotor D. Heemskerk, welker vossenpraktijken refobreed en trendmatig voortwoekeren gelijk de kanker.

* Het Refodom hangt als los zand aan elkaar, door de valse godsdienst van de aanneming des persoons. Het is een schande dat wereldse klokkenluiders, wetenschappers en huisartsen wereldwijd publiek alarm slaan vanwege de krankzinnige c-angsthazerij en de slaafse gehoorzaamheid aan de allesvernietigende c-maatregelen, die totaal overbodig zijn en geen enkel effect hebben, alleen om de valse PCR-test en het killer-vaccin door te drukken, terwijl binnen het Refodom GEEN ENKELE REFO-DOMINEE ZIJN STEM ERTEGEN VERHEFT, omdat zij allen onder het valse mom van "gehoorzaamheid aan de overheid", het "Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen", vertrappen, verraden en doodzwijgen, o.l.v. het refo-deepstate-duo RD/SGP, en dus ook volledig meewerken om met name de kleine kinderen te traumatiseren met die duivelse c-angsthazerij, en zelfs laten vaccineren (euthaniseren), ofwel hun eigen kinderen offeren aan de Moloch. (Lees het artikel van professor Pierre Capel via onderstaande link en maak je vrij van al die refo-baal-priesters die het stomme hondje spelen, of zelfs die krankzinnige overheids-maatregelen en de genetisch manipulerende nano-c-vaccins promoten met een vals beroep op Gods Woord).


https://www.xandernieuws.net/algemeen/professor-pierre-capel-kinderoffers-waren-toch-verleden-tijd/

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - GODS VOLK IS ZEER GEWILLIG OP DE DAG VAN GODS HEIRKRACHT EN DE BETEKENIS ERVAN (2) - GPPB. (07-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - GODS VOLK IS ZEER GEWILLIG OP DE DAG VAN GODS HEIRKRACHT EN DE BETEKENIS ERVAN (2)

Schriftlezing: Psalm 110-111-112-113

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. De HEERE zal den scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden. Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn. De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. De HEERE is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns. Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land. Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen", Ps. 110.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING H.A. - DE VERLOREN ZOON DOOR DE VADER OMHELSD, ONTVANGENDE EEN NIEUW KLEED, EEN RING AAN ZIJN VINGER EN SCHOENEN AAN DE VOETEN (1) - GPPB. (07-02-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING H.A. - DE VERLOREN ZOON DOOR DE VADER OMHELSD, ONTVANGENDE EEN NIEUW KLEED, EEN RING AAN ZIJN VINGER EN SCHOENEN AAN DE VOETEN (1)

Schriftlezing: Lukas 15

Tekst voor de prediking:
"En opstaande ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; en brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn", Luk. 15:20-24.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - GODS VOLK EN KNECHTEN WAREN EERTIJDS DUISTERNIS, MAAR NU LICHT IN DE HEERE EN WANDELEN ALS KINDERN DES LICHTS (2) - GPPB. (31-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - GODS VOLK EN KNECHTEN WAREN EERTIJDS DUISTERNIS, MAAR NU LICHT IN DE HEERE EN WANDELEN ALS KINDERN DES LICHTS (2)

Schriftlezing: Efeze 5

Tekst voor de prediking:
"Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts", Ef. 5:8.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - GODS VOLK EN KNECHTEN WANDELEN WAARDIGLIJK DER ROEPING WAARMEE ZIJ IN EN DOOR CHRISTUS GEROEPEN ZIJN (1) - GPPB. (31-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - GODS VOLK EN KNECHTEN WANDELEN WAARDIGLIJK DER ROEPING WAARMEE ZIJ IN EN DOOR CHRISTUS GEROEPEN ZIJN (1)

Schriftlezing: Efeze 4

Tekst voor de prediking:
"Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt", Ef. 4:1.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

MIJN RAAD ZAL BESTAAN EN IK ZAL AL MIJN WELBEHAGEN DOEN (2) - GPPB. (24-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
MIJN RAAD ZAL BESTAAN EN IK ZAL AL MIJN WELBEHAGEN DOEN (2)

Schriftlezing: Jesaja 46

Tekst voor de prediking:
"Mijn Raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen", Jes. 46:10.

De drie machtsblokken van de deepstate exposed !


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD EERT DEGENEN DIE HEM DOOR DE GEEST DES GELOOF EREN, MAAR DIE HEM VERSMADEN VALLEN IN TIJD VAN BPROEVING DOOR DE MAND EN ZULLEN DOOR GOD LICHT GEACHT WORDEN (1) - GPPB. (24-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD EERT DEGENEN DIE HEM DOOR DE GEEST DES GELOOF EREN, MAAR DIE HEM VERSMADEN VALLEN IN TIJDEN VAN BPROEVING DOOR DE MAND EN ZULLEN DOOR GOD LICHT GEACHT WORDEN (1)

Schriftlezing: 1 Samuel 2

Tekst voor de prediking:
"Die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden", 1 Sam. 2:30b.

De drie machtsblokken van de deepstate exposed !


------------------------------------------------------------------------------------------------

DE DEEPSTATE-COUP VAN ABSALOM TEGEN KONING DAVID DOOR GOD VERIJDELD (2) - GPPB. (17-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE DEEPSTATE-COUP VAN ABSALOM TEGEN KONING DAVID DOOR GOD VERIJDELD (2)

Schriftlezing: 2 Samuel 16:23, 2 Samuel 17, 2 Samuel 18:1-17

Tekst voor de prediking:
"En in die dagen was Achitofels raad, dien hij raadde, als of men naar Gods woord gevraagd had; alzo was alle raad van Achitofel, zo bij David als bij Absalom", 2 Sam. 16:23.

"En hij [Joab] nam drie pijlen, en stak ze in Absaloms hart, daar hij nog levend was in het midden van den eik. En tien jongens, wapendragers van Joab, omringden hem, en zij sloegen Absalom, en doodden hem. Toen blies Joab met de bazuin, en al het volk keerde af van Israel achterna te jagen, want Joab hield het volk terug. En zij namen Absalom, en wierpen hem in het woud, in een groten kuil, en stelden op hem een zeer groten steenhoop; en gans Israel vluchtte, een iegelijk naar zijn tent", 2 Sam. 18:14-17.


------------------------------------------------------------------------------------------------

DE SEPARERENDE PREDIKING VAN PAULUS VAN JEZUS CHRISTUS EN DIEN GEKRUISIGD (1) - GPPB. (17-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE SEPARERENDE PREDIKING VAN PAULUS VAN JEZUS CHRISTUS EN DIEN GEKRUISIGD (1)

Schriftlezing: 1 Korinthe 1:17-31 - 1 Korinthe 2

Tekst voor de prediking:
"Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods", 1 Kor. 1:23-24.

"Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd", 1 Kor. 2:2.


------------------------------------------------------------------------------------------------

HOE GOD AFREKENT MET DE VIJANDEN VAN ZIJN VOLK - HAMANS OPGANG EN ZIJN ONDERGANG, MORDECHAI VERHOOGD (2) - GPPB. (10-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HOE GOD AFREKENT MET DE VIJANDEN VAN ZIJN VOLK - HAMANS OPGANG EN ZIJN ONDERGANG, MORDECHAI VERHOOGD (2)

Schriftlezing: Esther 6-7

Tekst voor de prediking:
"Toen sprak de koning Ahasveros, en zeide tot de koningin Esther: Wie is die, en waar is diezelve, die zijn hart vervuld heeft, om alzo te doen? En Esther zeide: De man, de onderdrukker en vijand, is deze boze Haman! Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings en der koningin. En de koning stond op in zijn grimmigheid van den maaltijd des wijns, en ging naar den hof van het paleis. En Haman bleef staan, om van de koningin Esther, aangaande zijn leven verzoek te doen; want hij zag, dat het kwaad van de koning over hem ten volle besloten was. Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman gevallen op het bed, waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin verkrachten bij mij in het huis? Het woord ging uit des konings mond, en zij bedekten Hamans aangezicht. En Charbona, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings staande, zeide: Ook zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hang hem daaraan. Alzo hingen zij Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild", Es. 7:5-10.


------------------------------------------------------------------------------------------------

HET ONDERSCHEID TUSSEN DE WIJZEN EN DE DWAZEN MAAGDEN IN ONZE DAGEN (1) - GPPB. (10-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET ONDERSCHEID TUSSEN DE WIJZEN EN DE DWAZEN MAAGDEN IN ONZE DAGEN (1)

Schriftlezing: Mattheus 25

Tekst voor de prediking:
"Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich. Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! En Hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal", Matth. 25:1-13.


------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN IEGELIJK ZIJ IN ZIJN EIGEN GEMOED TEN VOLLE VERZEKERD DOOR HET WARE GELOOF - EN HET MISBRUIK ERVAN (2) - GPPB. (03-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN IEGELIJK ZIJ IN ZIJN EIGEN GEMOED TEN VOLLE VERZEKERD DOOR HET WARE GELOOF - EN HET MISBRUIK ERVAN (2)

Schriftlezing: Romeinen 14

Tekst voor de prediking:
"Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd", Rom. 14:5b.


------------------------------------------------------------------------------------------------

DRIE ONREINE GEESTEN ZIJN UITGEGAAN, HET RODE, HET ZWARTE EN HET VALE PAARD (1) - GPPB. (03-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DRIE ONREINE GEESTEN ZIJN UITGEGAAN, HET RODE, HET ZWARTE EN HET VALE PAARD (1)

Schriftlezing: Openbaring 6

Tekst voor de prediking:
"En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven. En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en den wijn niet. En toen Het het vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen, die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis, die zij hadden. En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen? En aan een iegelijk werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleinen tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, gelijk als zij. En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud wordt. En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen; en zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons, en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die op den troon zit, en van den toorn des Lams. Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan?

Note: Wie die drie onreine geesten binnen het Refodom zijn.


------------------------------------------------------------------------------------------------

NIEUWJAARSDAG 2021 - HET EERSTE WOORD VAN HET BEGIN DER SCHEPPING GODS IN DE SCHEPPING EN IN DE HERSCHEPPING - GPPB. (01-01-2021)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje

NOTE: Het uploaden van preken gaat steeds moeilijker de laatste maand, doordat de internet-connection geknepen en/of geblokt wordt tijdens het uploaden. Of zit dat in het feit dat "de Aarons en Hurs" hun vleselijke gemak ervan nemen? Of dat ze er helemaal niet zijn?

Klik hier
NIEUWJAARSDAG 2021 - HET EERSTE WOORD VAN HET BEGIN DER SCHEPPING GODS IN DE SCHEPPING EN IN DE HERSCHEPPING

Schriftlezing: Johannes 1

Tekst voor de prediking:
"In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. Hij was het Licht niet, maar was gezonden, opdat hij van het Licht getuigen zou. Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik. En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade. Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard. En dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden enige priesters en Levieten afzonden van Jeruzalem, opdat zij hem zouden vragen: Wie zijt gij? En hij beleed en loochende het niet; en beleed: Ik ben de Christus niet. En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? opdat wij antwoord geven mogen dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelven? Hij zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn: Maakt den weg des Heeren recht, gelijk Jesaja, de profeet, gesproken heeft. En de afgezondenen waren uit de Farizeen; en zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet? Johannes antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden onder ulieden, Dien gij niet kent; Dezelve is het, Die na mij komt, Welke voor mij geworden is, Wien ik niet waardig ben, dat ik Zijn schoenriem zou ontbinden. Deze dingen zijn geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende. Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! Deze is het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor mij geworden is, want Hij was eer dan ik. En ik kende Hem niet; maar opdat Hij aan Israel zou geopenbaard worden, daarom ben ik gekomen, dopende met het water. En Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien nederdalen uit den hemel, gelijk een duif, en bleef op Hem. En ik kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft, om te dopen met water, Die had mij gezegd: Op Welken gij den Geest zult zien nederdalen, en op Hem blijven, Deze is het, Die met den Heiligen Geest doopt. En ik heb gezien, en heb getuigd, dat Deze de Zoon van God is. Des anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods! En die twee discipelen hoorden hem dat spreken, en zij volgden Jezus. En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen: Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij? Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure. Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren. Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus. En hij leidde hem tot Jezus. En Jezus, hem aanziende, zeide: Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult genaamd worden Cefas, hetwelk overgezet wordt Petrus. Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galilea, en vond Filippus, en zeide tot hem: Volg Mij. Filippus nu was van Bethsaida, uit de stad van Andreas en Petrus. Filippus vond Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth. En Nathanael zeide tot hem: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Filippus zeide tot hem: Kom en zie. Jezus zag Nathanael tot Zich komen, en zeide van hem: Zie, waarlijk een Israeliet, in welken geen bedrog is. Nathanael zeide tot Hem: Van waar kent Gij mij? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Eer u Filippus riep, daar gij onder den vijgeboom waart, zag Ik u. Nathanael antwoordde en zeide tot Hem: Rabbi! Gij zijt de Zone Gods, Gij zijt de Koning Israels. Jezus antwoordde en zeide tot hem: Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom, zo gelooft gij; gij zult grotere dingen zien dan deze. En Hij zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij den hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op den Zoon des mensen", Joh. 1.


------------------------------------------------------------------------------------------------


http://www.providencemountainranch.com