AUDIO PREKEN 2022
OUDEJAARSDAG 2022 - WANT HET EINDE DER WET IS CHRISTUS, TOT RECHTVAARDIGHEID, EEN IEGELIJK DIE GELOOFT - GPPB. (31-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OUDEJAARSDAG 2022 - WANT HET EINDE DER WET IS CHRISTUS, TOT RECHTVAARDIGHEID, EEN IEGELIJK DIE GELOOFT

Schriftlezing:
Romeinen 10

Tekst voor de prediking:
"Want het Einde der Wet is Christus, tot Rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft", Rom. 10:4.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS IS ALS HEERSER IN ISRAEL VOORTGEKOMEN UIT BETHLEHEM EFRATA EN IS GELOOFT EN AANGEBEDEN DOOR DE HERDERS EN DE WIJZEN UIT HET OOSTEN (2) - GPPB. (25-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS IS ALS HEERSER IN ISRAEL VOORTGEKOMEN UIT BETHLEHEM EFRATA EN IS GELOOFT EN AANGEBEDEN DOOR DE HERDERS EN DE WIJZEN UIT HET OOSTEN (2)

Schriftlezing:
Micha 5

Tekst voor de prediking:
"En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid", Micha 5:1.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WIJZEN UIT HET OOSTEN VIELEN NEDER EN AANBADEN HET KINDEKE EN ZIJ BOUWDEN HET HUIS GODS (1) - GPPB. (25-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WIJZEN UIT HET OOSTEN VIELEN NEDER EN AANBADEN HET KINDEKE EN ZIJ BOUWDEN HET HUIS GODS (1)

Schriftlezing:
Mattheus 2

Tekst voor de prediking:
"En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre", Matth. 2:11.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE KERKPOLITIEKE, DE POLITIEK-CORRUPTE EN DE LEUGENMONDEN VAN DE PRO-KILLERVACCIN-PSYCHOPATEN ZULLEN VOOR EEUWIG GESTOPT WORDEN (2) - GPPB. (18-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE KERKPOLITIEKE, DE POLITIEK-CORRUPTE EN DE LEUGENMONDEN VAN DE PRO-KILLERVACCIN-PSYCHOPATEN ZULLEN VOOR EEUWIG GESTOPT WORDEN (2)

Schriftlezing:
Psalm 62-63

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda. O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water. Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer; want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen. Alzo zou ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen. Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken. Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij. Maar dezen, die mijn ziel zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen der aarde. Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden. Maar de koning zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers zal gestopt worden", Ps. 63.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET ENE GESLACHT VALT VOOR GOD IN DE SCHULD EN HET ANDERE GESLACHT VALT VAN GOD AF (1) - GPPB. (18-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET ENE GESLACHT VALT VOOR GOD IN DE SCHULD EN HET ANDERE GESLACHT VALT VAN GOD AF (1)

Schriftlezing:
Richteren 2

Tekst voor de prediking:
"En een Engel des HEEREN kwam opwaarts van Gilgal tot Bochim, en Hij zeide: Ik heb ulieden uit Egypte opgevoerd, en u gebracht in het land, dat Ik uw vaderen gezworen heb, en gezegd: Ik zal Mijn verbond met ulieden niet verbreken in eeuwigheid. En ulieden aangaande, gij zult geen verbond maken met de inwoners dezes lands; hun altaren zult gij afbreken. Maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest; waarom hebt gij dit gedaan? Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen voor uw aangezicht niet uitdrijven; maar zij zullen u aan de zijden zijn, en hun goden zullen u tot een strik zijn. En het geschiedde, als de Engel des HEEREN deze woorden tot alle kinderen Israels gesproken had, zo hief het volk zijn stem op en weende. Daarom noemden zij den naam dier plaats Bochim; en zij offerden aldaar den HEERE. Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israels heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten. En het volk diende den HEERE, al de dagen van Jozua, en al de dagen der oudsten, die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij aan Israel gedaan had. Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven was, honderd en tien jaren oud zijnde; en zij hem begraven hadden in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-heres, op een berg van Efraim, tegen het noorden van den berg Gaas; en al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had. Toen deden de kinderen Israels, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij dienden de Baals. En zij verlieten den HEERE, hunner vaderen God, Die hen uit Egypteland had uitgevoerd, en volgden andere goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en bogen zich voor die, en zij verwekten den HEERE tot toorn. Want zij verlieten den HEERE, en dienden den Baal en Astharoth. Zo ontstak des HEEREN toorn tegen Israel, en Hij gaf hen in de hand der rovers, die hen beroofden; en Hij verkocht hen in de hand hunner vijanden rondom; en zij konden niet meer bestaan voor het aangezicht hunner vijanden", Richteren 2.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE HEERE REGEERT, HIJ IS GEWELDIGER DAN ALLE VALSE KERKLIJDERS, WEF-DRAKEN EN WHO-REPTIELEN BIJ ELKAAR (2) - GPPB. (11-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE HEERE REGEERT, HIJ IS GEWELDIGER DAN ALLE VALSE KERKLIJDERS, WEF-DRAKEN EN WHO-REPTIELEN BIJ ELKAAR (2)

Schriftlezing:
Psalm 93

Tekst voor de prediking:
"De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting. Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee. Uw getuigenissen zijn zeer getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, HEERE! tot lange dagen", Ps. 93.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VALSE KERK- EN NAAMBELIJDERS ZULLEN HET TEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN, MAAR GODS WARE VOLK ZAL NIET MEER KUNNEN KOPEN NOCH VERKOPEN (1) - GPPB. (11-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VALSE KERK- EN NAAMBELIJDERS ZULLEN HET TEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN, MAAR GODS WARE VOLK ZAL NIET MEER KUNNEN KOPEN NOCH VERKOPEN (1)

Schriftlezing:
Openbaring 13

Tekst voor de prediking:
"En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken. En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; en dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams. Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig", Openb. 13:11-18.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD HEB IK LIEF, WANT DIE GETROUWE HEERE, HOORT MIJNE STEM MIJN SMEKINGEN MIJN KLAGEN (2) - GPPB. (04-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD HEB IK LIEF, WANT DIE GETROUWE HEERE, HOORT MIJNE STEM MIJN SMEKINGEN MIJN KLAGEN (2)

Schriftlezing:
Psalm 116

Tekst voor de prediking:
"Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen; want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen. De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE! bevrijd mijn ziel. De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende. De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost. Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan. Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered van den dood, mijn ogen van tranen, mijn voet van aanstoot. Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden. Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. Ik zeide in mijn haasten: Alle mensen zijn leugenaars. Wat zal ik den HEERE vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen? Ik zal den beker der verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen. Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood Zijner gunstgenoten. Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt. Ik zal U offeren een offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen. Ik zal mijn gelofte den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. In de voorhoven van het huis des HEEREN, in het midden van u, o Jeruzalem! Hallelujah!" Ps. 116.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VERDRUKKING IN DEZE WERELD IS HET DEEL DER VROMEN, MAAR OOK DE OVERWINNING DER WERELD IN EN DOOR CHRISTUS (1) - GPPB. (04-12-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VERDRUKKING IN DEZE WERELD IS HET DEEL DER VROMEN, MAAR OOK DE OVERWINNING DER WERELD IN EN DOOR CHRISTUS (1)

Schriftlezing:
Johannes 16

Tekst voor de prediking:
"Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen", Joh. 16:33.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VAN GOD GEROEPEN GETUIGEN WORDEN VERZEGELD AAN HUN VOORHOOFDEN, ZODAT ZIJ NIET GEVANGEN WORDEN IN DE STRIKKEN VAN DE TOENEMENDE KETTERIJEN EN DIE ZICH DAARIN WEL LATEN STRIKKEN, ZIJN NIET VERZEGELD (2) - GPPB. (27-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VAN GOD GEROEPEN GETUIGEN WORDEN VERZEGELD AAN HUN VOORHOOFDEN, ZODAT ZIJ NIET GEVANGEN WORDEN IN DE STRIKKEN VAN DE TOENEMENDE KETTERIJEN EN DIE ZICH DAARIN WEL LATEN STRIKKEN, ZIJN NIET VERZEGELD (2)

Schriftlezing:
Openbaring 7:1-3 - Openbaring 8

Tekst voor de prediking:
"En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch tegen enigen boom. En ik zag een anderen engel opkomen van den opgang der zon, hebbende het zegel des levenden Gods; en hij riep met een grote stem tot de vier engelen, welke macht gegeven was de aarde en de zee te beschadigen, zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden", Openb. 7:1-3

"En toen Het het zevende zegel geopend had, werd er een stilzwijgen in den hemel, omtrent van een half uur. En ik zag de zeven engelen, die voor God stonden; en hun werden zeven bazuinen gegeven. En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. En de rook des reukwerks, met de gebeden der heiligen, ging op van de hand des engels voor God. En de engel nam het wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars, en wierp het op de aarde; en er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen, en aardbeving. En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden zich om te bazuinen. En de eerste engel heeft gebazuind, en er is geworden hagel en vuur, gemengd met bloed, en zij zijn op de aarde geworpen; en het derde deel der bomen is verbrand, en al het groene gras is verbrand. En de tweede engel heeft gebazuind, en er werd iets als een grote berg, van vuur brandende, in de zee geworpen; en het derde deel der zee is bloed geworden. En het derde deel der schepselen in de zee, die leven hadden, is gestorven; en het derde deel der schepen is vergaan. En de derde engel heeft gebazuind, en er is een grote ster, brandende als een fakkel, gevallen uit den hemel, en is gevallen op het derde deel der rivieren, en op de fonteinen der wateren. En de naam der ster wordt genoemd Alsem; en het derde deel der wateren werd tot alsem; en vele mensen zijn gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden. En de vierde engel heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd geslagen, en het derde deel der maan, en het derde deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag niet zou lichten; en van den nacht desgelijks. En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem: Wee, wee, wee, dengenen, die op de aarde wonen, van de overige stemmen der bazuin der drie engelen, die nog bazuinen zullen", Openb. 8.

.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE EERSTE VIER ZEGELS GEOPEND; HET WITTE, HET RODE, HET ZWARTE EN HET VALE PAARD GEOPENBAARD (1) - GPPB. (27-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE EERSTE VIER ZEGELS GEOPEND; HET WITTE, HET RODE, HET ZWARTE EN HET VALE PAARD GEOPENBAARD (1)

Schriftlezing:
Openbaring 6

Tekst voor de prediking:
"En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven. En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en den wijn niet. En toen Het het vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde", Openb. 6:1-8.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN WAARACHTIGE VRUCHT DES WAREN GELOOFS, IS HET RECHT GODS BEWAREN, PUBLIEK BEWAKEN EN AMBTELIJK LATEN GELDEN (2) - GPPB. (20-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN WAARACHTIGE VRUCHT DES WAREN GELOOFS, IS HET RECHT GODS BEWAREN, PUBLIEK BEWAKEN EN AMBTELIJK LATEN GELDEN (2)

Schriftlezing:
Jesaja 56

Tekst voor de prediking:
"Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht, en doet gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden. Welgelukzalig is de mens, die zulks doet, en des mensen kind, dat daaraan vasthoudt; die den sabbat houdt, zodat gij dien niet ontheiligt, en die zijn hand bewaart van enig kwaad te doen. En de vreemde, die zich tot den HEERE gevoegd heeft, spreke niet, zeggende: De HEERE heeft mij gans en al van Zijn volk gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre boom. Want alzo zegt de HEERE van de gesnedenen, die Mijn sabbatten houden, en verkiezen hetgeen, waartoe Ik lust heb, en vasthouden aan Mijn verbond; Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwigen naam zal Ik een ieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden. En de vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat hij dien niet ontheilige, en die aan Mijn verbond vasthouden; die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken. De Heere HEERE, Die de verdrevenen van Israel vergadert, spreekt: Ik zal tot hem nog meer vergaderen, nevens hen, die tot hem vergaderd zijn. Al gij gedierten des velds, komt om te eten, ja, al gij gedierten in het woud! Hun wachters zijn allen blind, zij weten niet; zij allen zijn stomme honden, zij kunnen niet bassen; zij zijn slaperig, zij liggen neder, zij hebben het sluimeren lief. En deze honden zijn sterk van begeerte, zij kunnen niet verzadigd worden, ja, het zijn herders, die niet verstaan kunnen; zij allen keren zich naar hun weg, elkeen naar zijn gewin, elk uit zijn einde. Komt herwaarts, zeggen zij: ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, ja, groter, veel treffelijker", Jes. 56.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


DEGENEN DIE DE GERECHTIGHEID VAN CHRISTUS KENNEN GAAN DE GERECHTIGHEID OOK NAJAGEN EN DEGENEN DIE HET NALATEN KENNEN CHRISTUS NIET (1) - GPPB. (20-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE DE GERECHTIGHEID VAN CHRISTUS KENNEN GAAN DE GERECHTIGHEID OOK NAJAGEN EN DEGENEN DIE HET NALATEN KENNEN CHRISTUS NIET (1)

Schriftlezing:
Jesaja 51

Tekst voor de prediking:
"Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt!" Jes. 51:1a

"Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet", Jes. 51:7.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GELIJKENIS VAN HET ONKRUID WORDT KERKBREED VERVALST, MAAR GELDT UITSLUITEND VOOR EEN ZENDINGSSITUATIE EN NIET BINNEN EEN VERBONDSSITUATIE, WANT IN DE GEMEENTE VAN CHRISTUS MOETEN DE KETTERS GECENSUREERD EN ALS ZIJ DAARIN VOLHARDEN, UITGERUKT WORDEN (2) - GPPB. (13-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GELIJKENIS VAN HET ONKRUID WORDT KERKBREED VERVALST, MAAR GELDT UITSLUITEND VOOR EEN ZENDINGSSITUATIE EN NIET BINNEN EEN VERBONDSSITUATIE, WANT IN DE GEMEENTE VAN CHRISTUS MOETEN DE KETTERS GECENSUREERD EN ALS ZIJ DAARIN VOLHARDEN, UITGERUKT WORDEN (2)

Schriftlezing:
Mattheus 13:24-58

Tekst voor de prediking:
"Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker. En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg. Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid. En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid? En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen? Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt. Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur", Matth. 13:24-30.

"Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers. En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; en de akker is de wereld; en het goede zaad, zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen; en de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld. De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; en zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden. Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore", Matth. 13:36-43.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET 'WEE U' VAN CHRISTUS OVER CHORAZIN, BETHSAIDA EN KAPERNAUM, GELDT OOK TEN VOLLE VOOR DE AFVALLIGE REFOKERKEN, TERWIJL GODS WARE VOLK MAG DELEN IN DE RUST EN VREDE MET GOD (1) - GPPB. (13-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET "WEE U" VAN CHRISTUS OVER CHORAZIN, BETHSAIDA EN KAPERNAUM, GELDT OOK TEN VOLLE VOOR DE AFVALLIGE REFOKERKEN, TERWIJL GODS WARE VOLK MAG DELEN IN DE RUST EN VREDE MET GOD (1)

Schriftlezing:
Mattheus 11

Tekst voor de prediking:
"Toen begon Hij de steden, in dewelke Zijn krachten meest geschied waren, te verwijten, omdat zij zich niet bekeerd hadden. Wee u, Chorazin! wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. Doch Ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan ulieden. En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn. Doch Ik zeg u, dat het den lande van Sodom verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u", Matth. 11:20-24.

"Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht", Matth. 11:28-30.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

KETTERS, KETTERIJEN EN VALSE LERAARS ZULLEN ER ALTIJD ZIJN, MAAR HET TEGENGETUIGENIS DER OPRECHTEN IS VERSTOMD IN ONZE AFVALLIGE DAGEN (2) - GPPB. (06-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
KETTERS, KETTERIJEN EN VALSE LERAARS ZULLEN ER ALTIJD ZIJN, MAAR HET TEGENGETUIGENIS DER OPRECHTEN IS VERSTOMD IN ONZE AFVALLIGE DAGEN (2)

Schriftlezing:
2 Petrus 2

Tekst voor de prediking:
"En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; en velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden", 2 Pet. 2:1-2.

"Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u", 1 Kor. 11:19.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE GEROEPEN KNECHTEN ZULLEN DE SCHANDELIJKE EN ONVRUCHTBARE REFOWERKEN DER DUISTERNIS PUBLIEK BESTRAFFEN, INCLUSIEF ELKE ONWETTIGE BESTRAFFINGSWIJZE (1) - GPPB. (06-11-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE GEROEPEN KNECHTEN ZULLEN DE SCHANDELIJKE EN ONVRUCHTBARE REFOWERKEN DER DUISTERNIS BIJBELS-RADICAAL BESTRAFFEN, INCLUSIEF ELKE ONWETTIGE BESTRAFFINGSWIJZE (1)

Schriftlezing:
Efeze 5:1-21 - Titus 1:10-16

Tekst voor de prediking:
"En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk ook te zeggen. Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht", Ef. 5:11-13.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2022 - DE INGEKANKERDE ROOMSE TWEE-MENS-LEER DER REFOKERKEN IS EEN SCHIZOFRENE VERMENGING VAN DE OUDE EN DE NIEUWE MENS, VAN VLEES EN GEEST, VAN WET EN EVANGELIE EN HEEFT DE DEFINITIEVE REFO-AFVAL BEWERKT (2) - GPPB. (31-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2022 - DE INGEKANKERDE ROOMSE TWEE-MENS-LEER DER REFOKERKEN IS EEN SCHIZOFRENE VERMENGING VAN DE OUDE EN DE NIEUWE MENS, VAN VLEES EN GEEST, VAN WET EN EVANGELIE EN HEEFT DE DEFINITIEVE REFO-AFVAL BEWERKT (2)

Schriftlezing:
Romeinen 8

Tekst voor de prediking:
"Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is. Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede; daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet. En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe", Rom. 8:4-9.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2022 - DE REFORMATIE-PREDIKING VAN DE PROFETEN WAS GERICHT TOT DE KONINGEN, TOT DE VALSE PROFETEN EN TOT HET GANSE VOLK, WAARUIT OPNIEUW BLIJKT DAT DE HUIDIGE SECTARISCHE REFO-DOMINEES GEEN GODDELIJKE ROEPING HEBBEN (1)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2022 - DE REFORMATIE-PREDIKING VAN DE PROFETEN WAS GERICHT TOT DE KONINGEN, TOT DE VALSE PROFETEN EN TOT HET GANSE VOLK, WAARUIT OPNIEUW BLIJKT DAT DE HUIDIGE SECTARISCHE REFO-DOMINEES GEEN GODDELIJKE ROEPING HEBBEN (1)

Note: 1. FvD-voorman Baudet legt met zijn recente godslasterlijke uitlatingen jegens "het kruis" en "het lijden", tegelijk de vinger bij de wonde der afvallige CU-SGP-gristenheid, omdat zij -met mijn woorden gezegd- doorlopend als slaven aan de kant staan van de duivelse globalisten/WEF en niet ten strijde trekken tegen het kwade, en daarin heeft hij volkomen gelijk.

2. PKN-ds en RD-clown, J. Belder, beweert dat stemmen op de FvD na de godslasterlijke uitlatingen van Baudet definitief niet meer kan, waarmee hij suggereert dat "stemmen op de fascistische SGP, geschiedt op de smalle weg!" Ik hoor de duivelen al schaterlachen om zijn godslasterlijk gesuggereerde onzin. (Op demopolitiek stemmen is zowiezo van God vervloekt).

Schriftlezing: Micha 3

Tekst voor de prediking:
"Voorts zeide ik: Hoort nu, gij hoofden Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! Betaamt het ulieden niet het recht te weten? Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen. Ja, zij zijn het, die het vlees mijns volks eten, en hun huid afstropen, en hun beenderen verbreken; en vaneen leggen, gelijk als in een pot, en als vlees in het midden eens ketels. Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn aangezicht te dier tijd voor hen verbergen, gelijk als zij hun handelingen kwaad gemaakt hebben. Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niet geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg. Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden. En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood worden; en zij zullen al te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods zijn. Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde. Hoort nu dit, gij hoofden van het huis Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! die van het gericht een gruwel hebt, en al wat recht is verkeert; bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem met onrecht. Haar hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen om geld; nog steunen zij op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen. Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten eens wouds", Micha 3.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NIET DOOR KRACHT, NOCH DOOR GEWELD, WANT DE WAARACHTIGE BEKERING EN DE STRIJD DES GELOOFS, GESCHIEDEN DOOR DE KRACHT DES HEILIGEN GEESTES (2) - GPPB. (23-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NIET DOOR KRACHT, NOCH DOOR GEWELD, WANT DE WAARACHTIGE BEKERING EN DE STRIJD DES GELOOFS, GESCHIEDEN DOOR DE KRACHT DES HEILIGEN GEESTES (2)

Schriftlezing: Zacharia 4

Tekst voor de prediking:
"Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het Woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen", Zach. 4:6.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WEE DAT LAND WELKS KONING EEN KIND IS, DOCH GEZEGEND DAT LAND WELKS KONING EEN EDELMAN IS (1) - GPPB. (23-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WEE DAT LAND WELKS KONING EEN KIND IS, DOCH GEZEGEND DAT LAND WELKS KONING EEN EDELMAN IS (1)

Schriftlezing: Prediker 10

Tekst voor de prediking:
"Wee u, land! welks koning een kind is, en welks vorsten tot in den morgenstond eten! Welgelukzalig zijt gij, land! welks koning een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter tijd eten, tot sterkte en niet tot drinkerij", Pred. 10:16-17.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET VERSCHIL TUSSEN HET BELIJDENDE NAAMCHRISTENDOM EN DE WARE BELIJDERS IN CHRISTUS (2) - GPPB. (16-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET VERSCHIL TUSSEN HET BELIJDENDE NAAMCHRISTENDOM EN DE WARE BELIJDERS IN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: 1 Johannes 4

Tekst voor de prediking:
"Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God; en alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld", 1 Joh. 4:1-3.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET WETTIG GEBRUIK DER WET EN HET GEREFORMATORISEERDE MISBRUIK ERVAN (1) - GPPB. (16-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET WETTIG GEBRUIK DER WET EN HET GEREFORMATORISEERDE MISBRUIK ERVAN (1)

Schriftlezing: 1 Timotheus 5

Tekst voor de prediking:
"Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof. Van dewelke sommigen afgeweken zijnde, zich gewend hebben tot ijdelspreking; willende leraars der wet zijn, niet verstaande, noch wat zij zeggen, noch wat zij bevestigen. Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand die wettelijk gebruikt; en hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, den hoereerders, dien, die bij mannen liggen, den mensendieven, den leugenaars, den meinedigen, en zo er iets anders tegen de gezonde leer is", 1 Tim. 1:5-10.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DANKDAG 2022 - DE DANKDAG VAN ZACHEUS, WAT ERAAN VOORAF GING EN WAT ER MEE GEPAARD GING - GPPB. (10-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DANKDAG 2022 - DE DANKDAG VAN ZACHEUS, WAT ERAAN VOORAF GING EN WAT ER MEE GEPAARD GING

Schriftlezing: Lukas 18:35-43 - Lukas 19:1-10

Tekst voor de prediking:
"En Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho. En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk; en zocht Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon was. En vooruitlopende, klom hij op een wilden vijgeboom, opdat hij Hem mocht zien; want Hij zou door dien weg voorbijgaan. En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven. En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap. En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen. En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder. En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was", Luk. 19:1-10.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE EIGENGERECHTIGHEID VAN DE RIJKE JONGELING BEANTWOORD MET DE WET (2) - GPPB. (09-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE EIGENGERECHTIGHEID VAN DE RIJKE JONGELING BEANTWOORD MET DE WET (2)

Schriftlezing: Lukas 16

Tekst voor de prediking:
"En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden. Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. De jongeling zeide tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog? Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij. Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen. En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan. En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods. Zijn discipelen nu, dit horende, werden zeer verslagen, zeggende: Wie kan dan zalig worden? En Jezus, hen aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden? En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels. En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven. Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten", Matth. 19:16-30.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE RIJKE MAN TYPEERT DE KERK VAN VANDAAG EN DE ARME LAZARUS TYPEERT GODS VOLK BUITEN DE LEGERPLAATS (1) - GPPB. (09-10-2022)   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE RIJKE MAN TYPEERT DE KERK VAN VANDAAG EN DE ARME LAZARUS TYPEERT GODS VOLK BUITEN DE LEGERPLAATS (1)

Schriftlezing: Lukas 16

Tekst voor de prediking:
"En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren; en begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren. En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijde smarten in deze vlam. Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten..


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE OVERTUIGINGSKRACHT IN DE PREDIKING VAN PAULUS (2) - GPPB. (02-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE OVERTUIGINGSKRACHT IN DE PREDIKING VAN PAULUS (2)

Schriftlezing: Handelingen 26

Tekst voor de prediking:
"En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden", Hand. 26:28.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tot de schriftgeleerden klonk het: 'Gij zijt niet ver van het Koninkrijk Gods' - tot de refokerken klinkt het: 'Gij zijt lichtjaren verwijderd van het Koninkrijk Gods' (1) - GPPB. (02-10-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
Tot de schriftgeleerden klonk het: "Gij zijt niet ver van het Koninkrijk Gods" - tot de refokerken klinkt het: "Gij zijt lichtjaren verwijderd van het Koninkrijk Gods" (1)

Schriftlezing: Markus 12:28-44

Tekst voor de prediking:
"En een der Schriftgeleerden horende, dat zij te zamen in woorden waren, en wetende, dat Hij hun wel geantwoord had, kwam tot Hem, en vraagde Hem: Welk is het eerste gebod van alle? En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel! de Heere, onze God, is een enig Heere. En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze. En de schriftgeleerde zeide tot Hem: Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; en Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen. 34 En Jezus ziende, dat hij verstandelijk geantwoord had, zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer vragen", Markus 12:28-34.

CHRISTUS PREEKT HET ONDERSCHEID IN GELOOFSWERKEN TUSSEN DE SCHAPEN EN DE BOKKEN, DE WIJZEN EN DE DWAZEN, DE VAN GOD GEROEPEN GETUIGEN EN DE VALSE LERAARS (2) - GPPB. (25-09-2022)(  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS PREEKT HET ONDERSCHEID IN GELOOFSWERKEN TUSSEN DE SCHAPEN EN DE BOKKEN, DE WIJZEN EN DE DWAZEN, DE VAN GOD GEROEPEN GETUIGEN EN DE VALSE LERAARS (2)

Schriftlezing: Mattheus 25

Tekst voor de prediking:
"En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen tot Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker hand. Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beerft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd. Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed? En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen? En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is. Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan. En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven", Matth. 25:31-46.

CHRISTUS VOORZEGT DE VERWOESTING VAN JERUZALEM, DE GROTE VERDRUKKING EN ZIJN WEDERKOMT OP DE WOLKEN DES HEMELS (1) - GPPB. (25-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS VOORZEGT DE VERWOESTING VAN JERUZALEM, DE GROTE VERDRUKKING EN ZIJN WEDERKOMT OP DE WOLKEN DES HEMELS (1))

Schriftlezing: Mattheus 24

Tekst voor de prediking:
"En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen. En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik u: Hier zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden. En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. 9 Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil. En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten. En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen; die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen; en die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen. Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen! Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat. Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden. Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. Ziet, Ik heb het u voorzegd! Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de binnenkameren; gelooft het niet. Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt tot het westen, alzo zal ook de toekomst van den Zoon des mensen wezen. Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden. En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve. En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen. En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen. Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging; en bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen. Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. Er zullen twee vrouwen malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden. Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal. Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen. Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen. Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards; Zo zal de heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; En zal hem afscheiden, en zijn deel zetten met de geveinsden; daar zal wening zijn en knersing der tanden", Matth. 24.

DE RECHTVAARDIGE ZAL HET WEL GAAN, DOCH DE GODDELOZE ZAL HET KWALIJK VERGAAN (2) - GPPB. (18-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE RECHTVAARDIGE ZAL HET WEL GAAN, DOCH DE GODDELOZE ZAL HET KWALIJK VERGAAN (2)

Schriftlezing: Jesaja 3-4

Tekst voor de prediking:
"Zeg den rechtvaardige dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. Wee de goddeloze het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden", Jes. 3:10:11.

Nabetrachting H.A. - Terwijl de wereld treurt om de dood van de paus-aanbiddende koningin Elizabeth, zullen Gods kinderen ter gedachtenis aan de dood des Heeren zich grotelijks verblijden (1) - GPPB. (18-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
Nabetrachting H.A. - Terwijl de wereld treurt om de dood van de paus-aanbiddende koningin Elizabeth, zullen Gods kinderen ter gedachtenis aan de dood des Heeren zich grotelijks verblijden (1)

Schriftlezing: Jesaja 57

Tekst voor de prediking:
"De rechtvaardige komt om en er is niemand die het ter harte neemt; en de weldadige lieden worden weggeraapt zonder dat er iemand op let, dat de rechtvaardige wordt weggeraapt wordt voor het kwaad", Jes. 57:1. - Geldt niet voor de Antichrist-omhelzende en pedo-beschermvrouwe, kon. Elizabeth.

BEDIENING H.A. - HET ETEN VAN HET BROOD EN HET DRINKEN VAN DE WIJN GESCHIEDT IN DE GEMEENSCHAP VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (11-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING H.A. - HET ETEN VAN HET BROOD EN HET DRINKEN VAN DE WIJN GESCHIEDT IN DE GEMEENSCHAP VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: 1 Korinthe 11

Tekst voor de prediking:
"Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam; en als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt. Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker. Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren. Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden", 1 Kor. 11:23-32.

VOORBEREIDING H.A. (2) - HET GEESTELIJK ETEN VAN HET VLEES VAN CHRISTUS EN HET DRINKEN VAN ZIJN BLOED, IS TOT WEDERGEBOORTE EN GELOOF (1) - GPPB. (11-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. (2) - HET GEESTELIJK ETEN VAN HET VLEES VAN CHRISTUS EN HET DRINKEN VAN ZIJN BLOED, IS TOT WEDERGEBOORTE EN GELOOF (1)

Schriftlezing: Johannes 6:23-71

Tekst voor de prediking:
"Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet. Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Want Ik ben uit den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den hemel nedergedaald is. En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den hemel nedergedaald? Jezus antwoordde dan, en zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij. Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. Ik ben het Brood des levens. Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. Dit is het Brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze Zijn vlees te eten geven? Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven. Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. Want Mijn vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank. Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem. Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die Mij eet, dezelve zal leven door Mij. Dit is het Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. Deze dingen zeide Hij in de synagoge, lerende te Kapernaum. Velen dan van Zijn discipelen, dit horende, zeiden: Deze rede is hard; wie kan dezelve horen? Jezus nu, wetende bij Zichzelven, dat Zijn discipelen daarover murmureerden, zeide tot hen: Ergert ulieden dit? Wat zou het dan zijn, zo gij den Zoon des mensen zaagt opvaren, daar Hij te voren was? De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. Maar er zijn sommigen van ulieden, die niet geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem verraden zou. En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader. Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. Jezus dan zeide tot de twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En een uit u is een duivel. En Hij zeide dit van Judas, Simons zoon, Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde een van de twaalven", Joh. 6:35-71.

**TWEE BLINDE LEIDSLIEDEN, OGG-DS. A. KORT EN HHK-DS. G.A. VAN DEN BRINK, VECHTEN OM EEN BEEN EN DE DUIVEL GAAT ER RAS MEE HEEN

VOORBEREIDING H.A. - GOD HOUDT ZICH OVER EEN TOT DE HEL VERNEDERD EN DOOR DE VROME GODSDIENST GESMAAD VOLK, DAT EVENWEL OP DE NAAM DES HEEREN BETROUWT (2) - GPPB. (04-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - GOD HOUDT ZICH OVER EEN TOT DE HEL VERNEDERD EN DOOR DE VROME GODSDIENST GESMAAD VOLK, DAT EVENWEL OP DE NAAM DES HEEREN BETROUWT (2)

Schriftlezing: Zefanja 3:12-20

Tekst voor de prediking:
"Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen. De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken. Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems! De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer zien. Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. De HEERE, uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. De bedroefden, om der bijeenkomst wil, zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de schimping is een last op haar. Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal; zekerlijk Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt de HEERE", Zef. 3:12-20.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WEE DE IJSELIJKE EN BEVLEKTE EN VERDRUKKENDE REFOKERK, DIE VOL IS VAN LICHTVAARDIGE EN TROUWELOZE DOMINEES, DIE HET HEILIGE ONTHEILIGEN (1) - GPPB. (04-09-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WEE DE IJSELIJKE EN BEVLEKTE EN VERDRUKKENDE REFOKERK, DIE VOL IS VAN LICHTVAARDIGE EN TROUWELOZE DOMINEES, DIE HET HEILIGE ONTHEILIGEN (1)

Schriftlezing: Zefanja 3:1-11

Tekst voor de prediking:
"Wee der ijselijke, en der bevlekte, der verdrukkende stad! Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet op den HEERE; tot haar God nadert zij niet. Haar vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen. Haar profeten zijn lichtvaardig, gans trouweloze mannen; haar priesters verontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld aan", Zef. 3:1-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS-EN-DE-BELIAL-BELIJDERS ZULLEN VERDELGD WORDEN, DOCH SION WORDT DOOR RECHT VERLOST (2) - GPPB. (28-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS-EN-DE-BELIAL-BELIJDERS ZULLEN VERDELGD WORDEN, DOCH SION WORDT DOOR RECHT VERLOST (2)

Schriftlezing: Jesaja 1

Tekst voor de prediking:
"Het gezicht van Jesaja, den zoon van Amoz, hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van Juda. Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde! want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden. Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren; maar Israel heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet. Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts. Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door de vreemden. En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als een belegerde stad. Zo niet de HEERE der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden. Hoort des HEEREN woord, gij oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij volk van Gomorra! Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken. Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft zulks van uw hand geeist, dat gij Mijn voorhoven betreden zoudt? Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat Mijn ziel, zij zijn Mij tot een last; Ik ben moede geworden, die te dragen. En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed. Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen. Leert goed te doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte, doet den wees recht, handelt de twistzaak der weduwe. Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede dezes lands eten; maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult gij van het zwaard gegeten worden; want de mond des HEEREN heeft het gesproken. Hoe is de getrouwe stad tot een hoer geworden! Zij was vol recht, gerechtigheid herbergde daarin, maar nu doodslagers. Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. Uw vorsten zijn afvalligen, en metgezellen der dieven, een ieder van hen heeft geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen na; den wezen doen zij geen recht, en de twistzaak der weduwen komt voor hen niet. Daarom spreekt de Heere, HEERE der heirscharen, de Machtige Israels: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. En Ik zal Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. En Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd worden. Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid", Jes. 1:1-27.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

AL GODS WARE VOLK WORDT MET CHRISTUS BUITEN DE WIJNGAARD GEWORPEN DOOR DE HUURLINGEN DIE CHRISTUS GEDURIG KRUISIGEN (1) - GPPB. (28-08-2022)   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
AL GODS WARE VOLK WORDT MET CHRISTUS BUITEN DE WIJNGAARD GEWORPEN DOOR DE HUURLINGEN DIE CHRISTUS GEDURIG KRUISIGEN (1)

Schriftlezing: Mattheus 21:17-46

Tekst voor de prediking:
"Hoort een andere gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en groef een wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien den landlieden, en reisde buiten 's lands. Toen nu de tijd der vruchten genaakte, zond hij zijn dienstknechten tot de landlieden, om zijn vruchten te ontvangen. En de landlieden, nemende zijn dienstknechten, hebben den een geslagen, en den anderen gedood, en den derden gestenigd. Wederom zond hij andere dienstknechten, meer in getal dan de eersten, en zij deden hun desgelijks. En ten laatste zond hij tot hen zijn zoon, zeggende: Zij zullen mijn zoon ontzien. Maar de landlieden, den zoon ziende, zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis aan ons behouden. En hem nemende, wierpen zij hem uit, buiten den wijngaard, en doodden hem. Wanneer dan de heer des wijngaards komen zal, wat zal hij dien landlieden doen? Zij zeiden tot hem: Hij zal den kwaden een kwaden dood aandoen, en zal den wijngaard aan andere landlieden verhuren, die hem de vruchten op haar tijden zullen geven", Matth. 21:33-41.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALS DE OPWAS IN HET GELOOF EN IN DE LIEFDE ONTBREEKT, DAN IS ER OOK GEEN WARE BROEDERLIEFDE, NOCH LIJDEN OM CHRISTUS' WIL (2) - GPPB. (21-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALS DE OPWAS IN HET GELOOF EN IN DE LIEFDE ONTBREEKT, DAN IS ER OOK GEEN WARE BROEDERLIEFDE, NOCH LIJDEN OM CHRISTUS' WIL (2)

Schriftlezing: 2 Thessalonicensen 1

Tekst voor de prediking:
"Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus: Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt; alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt; een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt het Koninkrijk Gods, voor hetwelk gij ook lijdt; alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken; en u, die verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel met de engelen Zijner kracht; met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. Dewelken zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag. Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der roeping, en vervulle al het welbehagen Zijner goedigheid, en het werk des geloofs met kracht, opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus", 2 Thess. 1


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VALSE LERAREN EN HUURLINGEN HANTEREN GEEN BLOEDIG ZWAARD, MAAR GODS GEROEPEN GETUIGEN SNIJDEN HET WOORD RECHT EN HET VROME VLEES AF (1) - GPPB. (21-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VALSE LERAREN EN HUURLINGEN HANTEREN GEEN BLOEDIG ZWAARD, MAAR GODS GEROEPEN GETUIGEN SNIJDEN HET WOORD RECHT EN HET VROME VLEES AF (1)

Schriftlezing: 2 Timotheus 2

Tekst voor de prediking:
"Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt. Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen", 2 Tim. 2:15-16.

"Vervloekt zij, die des HEEREN werk bedriegelijk doet; ja, vervloekt zij, die zijn zwaard van het bloed onthoudt!" Jer. 48:10.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN BEDRIEGLIJKE WEEGSCHAAL IS DEN HEERE EEN GRUWEL, MAAR EEN VOLKOMEN WEEGSTEEN IS ZIJN WELGEVALLEN - GPPB. (14-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN BEDRIEGLIJKE WEEGSCHAAL IS DEN HEERE EEN GRUWEL, MAAR EEN VOLKOMEN WEEGSTEEN IS ZIJN WELGEVALLEN (2)

Schriftlezing: Spreuken 11

Tekst voor de prediking:
"Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen", Spr. 11:1.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE HEERE GEEFT WIJSHEID EN UIT ZIJN MOND KOMT KENNIS EN VERSTAND, MAAR HIJ SPREEKT ZIJN WEE UIT OVER DEGENEN DIE ZICH VERHEUGEN IN HET KWADE (1) - GPPB. (14-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE HEERE GEEFT WIJSHEID EN UIT ZIJN MOND KOMT KENNIS EN VERSTAND, MAAR HIJ SPREEKT ZIJN WEE UIT OVER DEGENEN DIE ZICH VERHEUGEN IN HET KWADE (1)

Schriftlezing: Spreuken 2

Tekst voor de prediking:
"Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt; om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt; ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid; zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten; dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden. Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand. Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen; opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren. Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad. Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn; zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden; om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt; van degenen, die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis; die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden; welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen; om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit; die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond haars Gods vergeet; want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen. Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen; opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen. Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden", Spr. 2.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VROUW OP HET SCHARLAKENRODE BEEST IS DE HOER VAN HET NWO-BABYLON, WAAMEE DE VN, EU, VS, WEF, WHO, CIA, FBI, RD, SGP INVOLVED ZIJN (2) - GPPB. (07-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VROUW OP HET SCHARLAKENRODE BEEST IS DE HOER VAN HET NWO-BABYLON, WAAMEE DE VN, EU, VS, WEF, WHO, CIA, FBI, RD, SGP INVOLVED ZIJN (2)

Schriftlezing: Openbaring 17

Tekst voor de prediking:
"En een uit de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel der grote hoer, die daar zit op vele wateren; met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. En hij bracht mij weg in een woestijn, in den geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlaken rood beest, dat vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen. En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en paarlen, en had in hare hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid harer hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote verwondering. En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen. Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is. Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit. En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig tijds blijven. En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve. En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest. Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen", Openb. 17:1-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE EERSTE TORENBOUW VAN BABEL DOOR GOD VERWOEST EN DE TWEEDE TORENBOUW VAN BABEL -VN/EU- DOOR GOD VERBRAND (1) - GPPB. (07-08-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE EERSTE TORENBOUW VAN BABEL DOOR GOD VERWOEST EN DE TWEEDE TORENBOUW VAN BABEL -VN/EU- DOOR GOD VERBRAND (1)

Schriftlezing: Genesis 11

Tekst voor de prediking:
"En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden. Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij woonden aldaar. En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem. En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden! Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden. En de HEERE zeide: Ziet, zij zijn enerlei volk, en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, dat zij beginnen te maken; maar nu, zoude hun niet afgesneden worden al wat zij bedacht hebben te maken? Kom aan, laat Ons nedervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat iegelijk de spraak zijns naasten niet hore. Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen. Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de HEERE over de ganse aarde", Gen. 11:1-9.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PREKEN NAAR HET HART VAN JERUZALEM IS -CHRISTUS ALLEEN- PREKEN VOOR HET VOLK DAT GRAS IS (2) - GPPB. (31-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PREKEN NAAR HET HART VAN JERUZALEM IS -CHRISTUS ALLEEN- PREKEN VOOR HET VOLK DAT GRAS IS (2)

Schriftlezing: Jesaja 40

Tekst voor de prediking:
"Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden. Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God! Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden. En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard worden; en alle vlees te gelijk zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid. O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie hier is uw God! Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht. Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden", Jes. 40:1-11.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS LEGT HET EEUWIGE ONDERSCHEID AAN DE DAG TUSSEN ZIJN GEROEPEN GETUIGEN EN DE HUURLINGEN, TUSSEN WARE SCHAPEN OP DE SMALLE WEG EN DE BASTAARDEN OP DE BREDE WEG (1) - GPPB. (31-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS LEGT HET EEUWIGE ONDERSCHEID AAN DE DAG TUSSEN ZIJN GEROEPEN GETUIGEN EN DE HUURLINGEN, TUSSEN WARE SCHAPEN OP DE SMALLE WEG EN DE BASTAARDEN OP DE BREDE WEG (1)

Schriftlezing: Johannes 10

Tekst voor de prediking:
"Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar. Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen. Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend", Joh. 10:1-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOZEF TOT ONDERKONING VERHOOGD IN EGYPTE EN TOT REDDENDE HAND GESTELD IN HET LAND ZIJNER VERDRUKKING (2) - GPPB. (24-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
JOZEF TOT ONDERKONING VERHOOGD IN EGYPTE EN TOT REDDENDE HAND GESTELD IN HET LAND ZIJNER VERDRUKKING (2)

Schriftlezing: Genesis 41

Tekst voor de prediking:
"Toen zeide Jozef tot Farao: De droom van Farao is een; hetgeen God is doende, heeft Hij Farao te kennen gegeven. Die zeven schone koeien zijn zeven jaren; die zeven schone aren zijn ook zeven jaren; de droom is een. En die zeven ranke en lelijke koeien, die na gene opkwamen, zijn zeven jaren; en die zeven ranke van den oostenwind verzengde aren zullen zeven jaren des hongers wezen. Dit is het woord, hetwelk ik tot Farao gesproken heb: hetgeen God is doende, heeft Hij Farao vertoond. Zie, de zeven aankomende jaren, zal er grote overvloed in het ganse land van Egypte zijn. Maar na dezelve zullen er opstaan zeven jaren des hongers; dan zal in het land van Egypte al die overvloed vergeten worden; en de honger zal het land verteren. Ook zal de overvloed in het land niet gemerkt worden, vanwege dienzelven honger, die daarna wezen zal; want hij zal zeer zwaar zijn. En aangaande, dat die droom aan Farao ten tweeden maal is herhaald, is, omdat de zaak van God vastbesloten is, en dat God haast, om dezelve te doen. Zo zie nu Farao naar een verstandigen en wijzen man, en zette hem over het land van Egypte. Farao doe zo, en bestelle opzieners over het land; en neme het vijfde deel des lands van Egypte in de zeven jaren des overvloeds. En dat zij alle spijze van deze aankomende goede jaren verzamelen, en koren opleggen, onder de hand van Farao, tot spijze in de steden, en bewaren het. Zo zal de spijze zijn tot voorraad voor het land, voor zeven jaren des hongers, die in Egypteland wezen zullen; opdat het land van honger niet verga. En dit woord was goed in de ogen van Farao, en in de ogen van al zijn knechten. Zo zeide Farao tot zijn knechten: Zouden wij wel een man vinden als dezen, in welken Gods Geest is? Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien dat God u dit alles heeft verkondigd, zo is er niemand zo verstandig en wijs, als gij. Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik groter zijn dan gij. Voorts sprak Farao tot Jozef: Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld. En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en leide hem een gouden keten aan zijn hals; en hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland. En Farao noemde Jozefs naam Zafnath Paaneah, en gaf hem Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, tot een vrouw; en Jozef toog uit door het land van Egypte. Jozef nu was dertig jaren oud, als hij stond voor het aangezicht van Farao, koning van Egypte; en Jozef ging uit van Farao’s aangezicht, en hij toog door gans Egypteland. En het land bracht voort, in de zeven jaren des overvloeds, bij handvollen. En hij vergaderde alle spijze der zeven jaren, die in Egypteland was, en deed de spijze in de steden; de spijze van het veld van elke stad, hetwelk rondom haar was, deed hij daar binnen. Alzo bracht Jozef zeer veel koren bijeen, als het zand der zee, totdat men ophield te tellen: want daarvan was geen getal. En Jozef werden twee zonen geboren, eer er een jaar des hongers aankwam, die Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde. En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, zeide hij God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders. En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, zeide hij God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking. Toen eindigden de zeven jaren des overvloeds, die in Egypte geweest was.
.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ENGE-POORT-DOORGANGERS EN DE SMALLE-WEG-KRUIPERS WORDEN NAUWELIJKS ZALIG, TERWIJL DE GODSDIENSTIGE REST OVER DE STUKKEN HEEN SPRINGT TEN VERDERVE (1) - GPPB. (24-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ENGE-POORT-DOORGANGERS EN DE SMALLE-WEG-KRUIPERS WORDEN NAUWELIJKS ZALIG, TERWIJL DE GODSDIENSTIGE REST OVER DE STUKKEN HEEN SPRINGT TEN VERDERVE (1)

Schriftlezing: 1 Petrus 4

Tekst voor de prediking:
"En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?" 1 Pet. 4:18.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET DODELIJKE OORDEEL GODS OVER ACHAB EN IZEBEL EN HUN NAGESLACHT, WAARIN DE VALSE-HANDREIKENDE ACHAB-KERKEN ZULLEN DELEN (2) - GPPB. (17-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET DODELIJKE OORDEEL GODS OVER ACHAB EN IZEBEL EN HUN NAGESLACHT, WAARIN DE VALSE-HANDREIKENDE ACHAB-KERKEN ZULLEN DELEN (2)

Schriftlezing: 2 Koningen 9

Tekst voor de prediking:
"Toen riep de profeet Elisa een van de zonen der profeten, en hij zeide tot hem: Gord uw lenden, en neem deze oliekruik in uw hand, en ga heen naar Ramoth in Gilead. Als gij daar zult gekomen zijn, zo zie, waar Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, is; en ga in, en doe hem opstaan uit het midden zijner broederen, en breng hem in een binnenste kamer. En neem de oliekruik, en giet ze uit op zijn hoofd, en zeg: Zo zegt de HEERE: Ik heb u tot koning gezalfd over Israel. Doe daarna de deur open, en vlied, en vertoef niet. Zo ging de jongeling, die jongeling van den profeet, naar Ramoth in Gilead. En toen hij inkwam, ziet, daar zaten de hoofdmannen van het heir, en hij zeide: Ik heb een woord aan u, o hoofdman! En Jehu zeide: Tot wien van ons allen? En hij zeide: Tot u, o hoofdman! Toen stond hij op, en ging in huis; hij dan goot de olie op zijn hoofd, en hij zeide tot hem: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u gezalfd tot koning over het volk des HEEREN, over Israel. En gij zult het huis van Achab, uw heer, slaan, opdat Ik het bloed van Mijn knechten, de profeten, en het bloed van alle knechten des HEEREN, wreke van de hand van Izebel. En het ganse huis van Achab zal omkomen; en Ik zal van Achab uitroeien, wat mannelijk is, ook den beslotene en verlatene in Israel. Want Ik zal het huis van Achab maken als het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat, en als het huis van Baesa, den zoon van Ahia. Ook zullen de honden Izebel eten op het stuk lands van Jizreel, en er zal niemand zijn, die haar begrave. Toen deed hij de deur open en vlood. En als Jehu uitging tot de knechten zijns heren, zeide men tot hem: Is het al wel? Waarom is deze onzinnige tot u gekomen? En hij zeide tot hen: Gij kent den man en zijn spraak. Maar zij zeiden: Het is leugen; geef het ons nu te kennen. En hij zeide: Zo en zo heeft hij tot mij gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik heb u gezalfd tot koning over Israel. Toen haastten zij zich, en een iegelijk nam zijn kleed, en leide het onder hem, op den hoogsten trap; en zij bliezen met de bazuin, en zeiden: Jehu is koning geworden! Alzo maakte Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, een verbintenis tegen Joram. (Joram nu had Ramoth in Gilead bewaard, hij en gans Israel, uit oorzake van Hazael, den koning van Syrie; maar de koning Joram was wedergekeerd, opdat hij zich te Jizreel helen liet van de slagen, die hem de Syriers geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie.) En Jehu zeide: Zo het ulieder wil is, laat niemand van de stad uittrekken, die ontkome, om dit in Jizreel te gaan verkondigen. Toen reed Jehu, en toog naar Jizreel; want Joram lag aldaar; en Ahazia, de koning van Juda, was afgekomen, om Joram te bezien. De wachter nu stond op den toren te Jizreel, en zag den hoop van Jehu, als hij aankwam, en zeide: Ik zie een hoop. Toen zeide Joram: Neem een ruiter, en zend dien hunlieden tegemoet, en dat hij zegge: Is het vrede? En de ruiter te paard toog heen hem tegemoet, en zeide: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om naar achter mij. En de wachter gaf het te kennen, zeggende: De bode is tot hen gekomen, maar hij komt niet weder. Toen zond hij een anderen ruiter te paard; en als deze tot hen gekomen was, zeide hij: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om naar achter mij. En de wachter gaf dit te kennen, zeggende: Hij is tot aan hen gekomen, maar hij komt niet weder; en het drijven is als het drijven van Jehu, den zoon van Nimsi, want hij drijft onzinniglijk. Toen zeide Joram: Span aan. En men spande zijn wagen aan. Zo toog Joram, de koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een ieder op zijn wagen; en zij togen uit Jehu tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van Naboth, den Jizreeliet. Het geschiedde nu, als Joram Jehu zag, dat hij zeide: Is het ook vrede, Jehu? Maar hij zeide: Wat vrede, zo lang als de hoererijen van uw moeder Izebel, en haar toverijen zo vele zijn? Toen keerde Joram zijn hand, en vlood, en zeide tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia! Maar Jehu spande den boog met volle kracht, en schoot Joram tussen zijn armen, dat de pijl door zijn hart uitging; en hij kromde zich in zijn wagen. Toen zeide Jehu tot Bidkar, zijn hoofdman: Neem, werp hem op dat stuk lands van Naboth, den Jizreeliet; want gedenk, als ik en gij nevens elkander achter zijn vader Achab reden, dat hem de HEERE dezen last opleide, zeggende: Zo Ik gisteravond niet gezien heb het bloed van Naboth, en het bloed zijner zonen, zegt de HEERE, en Ik u dat niet vergelde op dit stuk lands, zegt de HEERE. Nu dan, neem, werp hem op dat stuk lands, naar het woord des HEEREN. Als Ahazia, de koning van Juda, dat zag, zo vlood hij door den weg van het huis des hofs; doch Jehu vervolgde hem achterna, en zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan den opgang naar Gur, die bij Jibleam is; en hij vlood naar Megiddo, en stierf aldaar. En zijn knechten voerden hem naar Jeruzalem, en zij begroeven hem in zijn graf, bij zijn vaderen in de stad Davids. In het elfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda. En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit. Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer? En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen. En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar. Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter. En zij gingen heen om haar te begraven; doch zij vonden niet van haar, dan het bekkeneel, en de voeten, en de palmen harer handen. Toen kwamen zij weder, en gaven het hem te kennen, en hij zeide: Dit is het woord des HEEREN, dat Hij gesproken heeft door den dienst van Zijn knecht Elia, den Thisbiet, zeggende: Op het stuk lands van Jizreel zullen de honden het vlees van Izebel eten. En het dode lichaam van Izebel zal zijn gelijk mest op het veld, in het stuk lands van Jizreel, dat men niet zal kunnen zeggen: Dit is Izebel", 2 Kon. 9.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GELOOFSONBUIGZAAMHEID VAN NABOTH JEGENS ACHAB OMTRENT DE ERVE DER VADEREN EN DE JUDASDAAD VAN IZEBEL JEGENS NABOTH (1) - GPPB. (17-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GELOOFSONBUIGZAAMHEID VAN NABOTH JEGENS ACHAB OMTRENT DE ERVE DER VADEREN EN DE JUDASDAAD VAN IZEBEL JEGENS NABOTH (1)

Schriftlezing: 1 Koningen 21

Tekst voor de prediking:
"Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth, een Jizreeliet, een wijngaard had, die te Jizreel was, bij het paleis van Achab, den koning van Samaria. Dat Achab sprak tot Naboth, zeggende: Geef mij uw wijngaard, opdat hij mij zij tot een kruidhof, dewijl hij nabij mijn huis is; en ik zal u daarvoor geven een wijngaard, die beter is dan die; of, zo het goed in uw ogen is, zal ik u in geld deszelfs waarde geven. Maar Naboth zeide tot Achab: Dat late de HEERE verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou! Toen kwam Achab in zijn huis, gemelijk en toornig over het woord, dat Naboth, de Jizreeliet, tot hem gesproken had, en gezegd: Ik zal de erve mijner vaderen niet geven. En hij leide zich neder op zijn bed, en keerde zijn aangezicht om, en at geen brood. Maar Izebel, zijn huisvrouw, kwam tot hem, en sprak tot hem: Wat is dit, dat uw geest dus gemelijk is, en dat gij geen brood eet? En hij sprak tot haar: Omdat ik tot Naboth, den Jizreeliet, gesproken en hem gezegd heb: Geef mij uw wijngaard om geld, of, zo het u behaagt, zal ik u een wijngaard in zijn plaats geven; maar hij heeft gezegd: Ik zal u mijn wijngaard niet geven. Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israel regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, geven. Zij dan schreef brieven in den naam van Achab, en verzegelde ze met zijn signet; en zond de brieven tot de oudsten en tot de edelen, die in zijn stad waren, wonende met Naboth. En zij schreef in die brieven, zeggende: Roept een vasten uit, en zet Naboth in de hoogste plaats des volks; en zet tegenover hem twee mannen, zonen Belials, die tegen hem getuigen, zeggende: Gij hebt God en den koning gezegend; en voert hem uit, en stenigt hem, dat hij sterve. En de mannen zijner stad, die oudsten en die edelen, die in zijn stad woonden, deden gelijk als Izebel tot hen gezonden had; gelijk als geschreven was in de brieven, die zij tot hen gezonden had. Zij riepen een vasten uit; en zij zetten Naboth in de hoogste plaats des volks. Toen kwamen de twee mannen, zonen Belials, en zetten zich tegenover hem; en de mannen Belials getuigden tegen hem, tegen Naboth, voor het volk, zeggende: Naboth heeft God en den koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en stenigden hem met stenen, dat hij stierf. Daarna zonden zij tot Izebel, zeggende: Naboth is gestenigd en is dood. Het geschiedde nu, toen Izebel hoorde, dat Naboth gestenigd en dood was, dat Izebel tot Achab zeide: Sta op, bezit den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, erfelijk, dien hij u weigerde om geld te geven; want Naboth leeft niet, maar is dood. En het geschiedde, als Achab hoorde, dat Naboth dood was, dat Achab opstond, om naar den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, af te gaan, om dien erfelijk te bezitten. Doch het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, zeggende: Maak u op, ga henen af, Achab, den koning van Israel, tegemoet, die in Samaria is; zie hij is in den wijngaard van Naboth, waarhenen hij afgegaan is, om dien erfelijk te bezitten. En gij zult tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: Hebt gij doodgeslagen, en ook een erfelijke bezitting ingenomen? Daartoe zult gij tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: In plaats dat de honden het bloed van Naboth gelekt hebben, zullen de honden uw bloed lekken, ja het uwe! En Achab zeide tot Elia: Hebt gij mij gevonden, o, mijn vijand? En hij zeide: Ik heb u gevonden, overmits gij uzelven verkocht hebt, om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN. Zie, Ik zal kwaad over u brengen, en uw nakomelingen wegdoen; en Ik zal van Achab uitroeien wat mannelijk is, mitsgaders den beslotene en verlatene in Israel. En Ik zal uw huis maken gelijk het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat, en gelijk het huis van Baesa, den zoon van Ahia; om de terging, waarmede gij Mij getergd hebt, en dat gij Israel hebt doen zondigen. Verder ook over Izebel sprak de HEERE, zeggende: De honden zullen Izebel eten, aan den voorwal van Jizreel. Die van Achab sterft in de stad, zullen de honden eten; en die in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten. Doch er was niemand geweest gelijk Achab, die zichzelven verkocht had, om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN, dewijl Izebel, zijn huisvrouw, hem ophitste. En hij deed zeer gruwelijk, wandelende achter de drekgoden; naar alles, wat de Amorieten gedaan hadden, die God voor het aangezicht van de kinderen Israels uit de bezitting verdreven had. Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde, en een zak om zijn vlees leide, en vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam. En het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, zeggende: Hebt gij gezien, dat Achab zich vernedert voor Mijn aangezicht? Daarom dewijl hij zich vernedert voor Mijn aangezicht, zo zal Ik dat kwaad in zijn dagen niet brengen; in de dagen zijns zoons zal Ik dat kwaad over zijn huis brengen", 1 Kon. 21.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BIJBELLEZING - PAULUS BEHOEFT ZICHZELF NIET AAN TE PRIJZEN, WANT DE GEMEENTE VAN KORINTHE WAS ZIJN BRIEF IN CHRISTUS - GPPB. (13-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BIJBELLEZING - PAULUS BEHOEFT ZICHZELF NIET AAN TE PRIJZEN, WANT DE GEMEENTE VAN KORINTHE WAS ZIJN BRIEF IN CHRISTUS

Schriftlezing: 2 Korinthe 3

Tekst voor de prediking:
"Beginnen wij onszelven wederom u aan te prijzen? Of behoeven wij ook, gelijk sommigen, brieven van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving van u? Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen; als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten. En zodanig een vertrouwen hebben wij door Christus bij God. Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. En indien de bediening des doods in letteren bestaande, en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden. Hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid. Want ook het verheerlijkte is zelfs niet verheerlijkt in dezen dele, ten aanzien van deze uitnemende heerlijkheid. Want indien hetgeen te niet gedaan wordt, in heerlijkheid was, veel meer is, hetgeen blijft, in heerlijkheid. Dewijl wij dan zodanige hoop hebben, zo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken; en doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide, opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt. Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt. Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart. Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen. De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid. En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest", 2 Kor. 3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE AANGENAME PREDIKING VAN CHRISTUS DOOR DE JODEN GEPREZEN, MAAR TOEN HIJ GING SEPAREREN WILDEN ZIJ HEM VAN DE STEILTE TE PLETTER GOOIEN (2) - GPPB. (10-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE AANGENAME PREDIKING VAN CHRISTUS DOOR DE JODEN GEPREZEN, MAAR TOEN HIJ GING SEPAREREN WILDEN ZIJ HEM VAN DE STEILTE TE PLETTER GOOIEN (2)

Schriftlezing: Lukas 4

Tekst voor de prediking:
"En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen. En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was: de Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart; om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren. En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld. En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester! genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland. En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland. Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was. En er waren vele melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier. En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden. En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg", Luk. 4:15-30.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE GEROEPEN KNECHTEN VERWERPEN PUBLIEK DE BEDEKSELEN DER SCHANDE DIE MEN IN ONZE DAGEN KERKBREED REFORMATORISEERT (1) - GPPB. (10-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE GEROEPEN KNECHTEN VERWERPEN PUBLIEK DE BEDEKSELEN DER SCHANDE DIE MEN IN ONZE DAGEN KERKBREED REFORMATORISEERT (1)

Schriftlezing: 2 Korinthe 4

Tekst voor de prediking:
"Daarom dewijl wij deze bediening hebben, naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo vertragen wij niet; maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods", 2 Kor. 4:1-2.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GETROUWHEID VAN DE GEMEENTE FILADELFIA AAN DE ZAAK VAN CHRISTUS IS BIJKANS VERDWENEN IN ONZE DAGEN, DAARENTEGEN GROEIT DE REFO-SYNAGOGE DES SATANS MET DE DAG (2) - GPPB. (03-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GETROUWHEID VAN DE GEMEENTE FILADELFIA AAN DE ZAAK VAN CHRISTUS IS BIJKANS VERDWENEN IN ONZE DAGEN, DAARENTEGEN GROEIT DE REFO-SYNAGOGE DES SATANS MET DE DAG (2)

Schriftlezing: Openbaring 3

Tekst voor de prediking:
"En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent: Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt", Openb. 3:7-13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD ZAL DE OPRECHTEN IN CHRISTUS DOEN HEERSEN OVER DE WEF-TYRANNEN DIE HIJ ALS DE BEESTEN ZAL DOEN VERGAAN (1) - GPPB. (03-07-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD ZAL DE OPRECHTEN IN CHRISTUS DOEN HEERSEN OVER DE WEF-TYRANNEN DIE HIJ ALS DE BEESTEN ZAL DOEN VERGAAN (1)

Schriftlezing: Psalm 49

Tekst voor de prediking:
"Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners der wereld, zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm! Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn. Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp. Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, als de ongerechtigen, die op de hielen zijn, mij omringen? Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen; niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven; (want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden); dat hij ook voortaan geduriglijk zou leven, en de verderving niet zien. Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. Hun binnenste gedachte is, dat hun huizen zullen zijn in eeuwigheid, hun woningen van geslacht tot geslacht; zij noemen de landen naar hun namen. De mens nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, die vergaan. Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben hun nakomelingen een welbehagen in hun woorden. Sela. Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning. Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. Sela. Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt; want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen. Hoewel hij zijn ziel in zijn leven zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven goed doet; zo zal zij toch komen tot het geslacht harer vaderen; tot in eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan", Ps. 49.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS KONINKRIJK IS EEN SCEPTER DER RECHTMATIGHEID DIE GODS ELLENDIGE VOLK KRIJGT TOEGEREIKT EN DOOR WELKE DE GODDELOZEN VERTREDEN ZULLEN WORDEN (2) - GPPB. (26-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS KONINKRIJK IS EEN SCEPTER DER RECHTMATIGHEID DIE GODS ELLENDIGE VOLK KRIJGT TOEGEREIKT EN DOOR WELKE DE GODDELOZEN VERTREDEN ZULLEN WORDEN (2)

Schriftlezing: Psalm 46

Tekst voor de prediking:
"Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen; laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela. De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten. God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond. De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt. De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht. Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, den boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt. Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde. De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela", Ps. 46.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BRUID VAN CHRISTUS, VERGEET (VERLAAT) UW VOLK EN UWS VADERS HUIS EN DE KONING ZAL LUST HEBBEN AAN UW SCHOONHEID (1) - GPPB. (26-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BRUID VAN CHRISTUS, VERGEET (VERLAAT) UW VOLK EN UWS VADERS HUIS EN DE KONING ZAL LUST HEBBEN AAN UW SCHOONHEID (1)

Schriftlezing: Psalm 45

Tekst voor de prediking:
"Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid. Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. En rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren. Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden. Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. Al Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden. Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke staatsdochteren; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken. Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel. In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis. In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten over de ganse aarde. Ik zal Uws Naams doen gedenken van elk geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos", Ps. 45.

Vers 11: Dit is een aanspraak aan de Bruid: Verlaat de afgodische religie, die onder uw volk en in uws vaders huis in zwang gaat, zoals Abraham het goddeloze Ur der Chaldeen moest verlaten op Gods bevel - PS. Abraham had niet de keuze om Gods bevel wel of niet op te volgen; omdat God het gezegd had, gebeurde het !


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN WAARACHTIG GETUIGE REDT ZIELEN, MAAR DE LASTERAARS VAN GODS GEROEPEN GETUIGEN ZULLEN DOOR GODS BEREN VERSCHEURD WORDEN (2) - GPPB. (19-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN WAARACHTIG GETUIGE REDT ZIELEN, MAAR DE LASTERAARS VAN GODS GEROEPEN GETUIGEN ZULLEN DOOR GODS BEREN VERSCHEURD WORDEN (2)

Schriftlezing: 2 Koningen 2

Tekst voor de prediking:
"Een waarachtig getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger", Spr. 14:25.

"En hij ging van daar op naar Beth-el. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op! En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen", 2 Kon. 2:23-24.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

RED DEGENEN DIE TER DOOD GEGREPEN ZIJN; ZOWEL IN NATUURLIJK OPZICHT ALS IN GEESTELIJK OPZICHT EN DIE HET NALATEN ZAL GOD OORDELEN (1) - GPPB. (19-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
RED DEGENEN DIE TER DOOD GEGREPEN ZIJN; ZOWEL IN NATUURLIJK OPZICHT ALS IN GEESTELIJK OPZICHT EN DIE HET NALATEN ZAL GOD OORDELEN (1)

Schriftlezing: Spreuken 24

Tekst voor de prediking:
"Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt. Wanneer gij zegt: Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet merken? En Die uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar zijn werk", Spr. 24:11-12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

MOZES DOOR GOD GEROEPEN EN BEKWAAMGEMAAKT VOOR DE BRANDENDE BRAAMBOS DIE NIET VERTEERDE (2) - GPPB. (12-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
MOZES DOOR GOD GEROEPEN EN BEKWAAMGEMAAKT VOOR DE BRANDENDE BRAAMBOS DIE NIET VERTEERDE (2)

Schriftlezing: Exodus 3

Tekst voor de prediking:
"En Mozes hoedde de kudde van Jethro, zijn schoonvader, den priester in Midian; en hij leidde de kudde achter de woestijn, en hij kwam aan den berg Gods, aan Horeb. En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd. En Mozes zeide: Ik zal mij nu daarheen wenden, en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos niet verbrandt. Toen de HEERE zag, dat hij zich daarheen wendde, om te bezien, zo riep God tot hem uit het midden van het braambos, en zeide: Mozes, Mozes! En hij zeide: Zie, hier ben ik! En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig land. Hij zeide voorts: Ik ben de God uws vaders, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes verborg zijn aangezicht, want hij vreesde God aan te zien. En de HEERE zeide: Ik heb zeer wel gezien de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord, vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend. Daarom ben Ik nedergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, vloeiende van melk en honig, tot de plaats der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten. En nu, zie, het geschrei der kinderen Israels is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking, waarmede de Egyptenaars hen verdrukken. Zo kom nu, en Ik zal u tot Farao zenden, opdat gij Mijn volk (de kinderen Israels) uit Egypte voert. Toen zeide Mozes tot God: Wie ben ik, dat ik tot Farao zou gaan; en dat ik de kinderen Israels uit Egypte zou voeren? Hij dan zeide: Ik zal voorzeker met u zijn, en dit zal u een teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer gij dit volk uit Egypte geleid hebt, zult gijlieden God dienen op dezen berg. Toen zeide Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen? En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZIJN, Die IK ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israels zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden!" Ex. 3:1-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WARE GELOOFSMOED VAN AMRAM EN JOCHEBED EN DE ONTFERMING VAN DE DOCHTER VAN FARAO OVER DE DRIE MAANDEN OUDE MOZES (1) - GPPB. (12-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WARE GELOOFSMOED VAN AMRAM EN JOCHEBED EN DE ONTFERMING VAN DE DOCHTER VAN FARAO OVER DE DRIE MAANDEN OUDE MOZES (1)

Schriftlezing: Exodus 2

Tekst voor de prediking:
"En een man van het huis van Levi ging, en nam een dochter van Levi. En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij schoon was, zo verborg zij hem drie maanden. Doch als zij hem niet langer verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en met pek; en zij leide het knechtje daarin, en leide het in de biezen, aan den oever der rivier. En zijn zuster stelde zich van verre, om te weten, wat hem gedaan zou worden. En de dochter van Farao ging af, om zich te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden aan den kant der rivier; toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen. Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreen! Toen zeide zijn zuster tot Farao's dochter: Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, die dat knechtje voor u zoge? En de dochter van Farao zeide tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en riep des knechtjes moeder. Toen zeide Farao's dochter tot haar: Neem dit knechtje heen, en zoog het mij; ik zal u uw loon geven. En de vrouw nam het knechtje en zoogde het. En toen het knechtje groot geworden was, zo bracht zij het tot Farao's dochter, en het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen", Ex. 2:1-10.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTEREN 2022 - PETRUS VERVULD ZIJNDE MET DE HEILIGE GEEST, MAAKT ZICH OP HET SCHERPST VAN DE WOORDSNEDE VRIJ VAN HET GODEVIJANDIGE SANHEDRIN/REFODOM (2) - GPPB. (04-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTEREN 2022 - PETRUS VERVULD ZIJNDE MET DE HEILIGE GEEST, MAAKT ZICH OP HET SCHERPST VAN DE WOORDSNEDE VRIJ VAN HET GODEVIJANDIGE SANHEDRIN/REFODOM (2)

Schriftlezing: Handelingen 4

Tekst voor de prediking:
"En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen daarover tot hen de priesters, en de hoofdman des tempels, en de Sadduceen; zeer ontevreden zijnde, omdat zij het volk leerden, en verkondigden in Jezus de opstanding uit de doden. En zij sloegen de handen aan hen, en zetten ze in bewaring tot den anderen dag; want het was nu avond. En velen van degenen, die het woord gehoord hadden, geloofden; en het getal der mannen werd omtrent vijf duizend. En het geschiedde des anderen daags, dat hun oversten en ouderlingen en Schriftgeleerden te Jeruzalem vergaderden; en Annas, de hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en Alexander, en zovele er van het hogepriesterlijk geslacht waren. En als zij hen in het midden gesteld hadden, vraagden zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden dit gedaan? Toen zeide Petrus, vervuld zijnde met den Heiligen Geest, tot hen: Gij oversten des volks, en gij ouderlingen van Israel! Alzo wij heden rechterlijk onderzocht worden over de weldaad aan een krank mens geschied, waardoor hij gezond geworden is; zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt, Welken God van de doden heeft opgewekt, door Hem, zeg ik, staat deze hier voor u gezond. Deze is de Steen, Die van u, de bouwlieden, veracht is, Welke tot een hoofd des hoeks geworden is. En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden. Zij nu, ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij ongeleerde en slechte mensen waren, verwonderden zich, en kenden hen, dat zij met Jezus geweest waren. En ziende den mens bij hen staan, die genezen was, hadden zij niets daartegen te zeggen. En hun geboden hebbende uit te gaan buiten den raad, overlegden zij met elkander, zeggende: Wat zullen wij dezen mensen doen? Want dat er een bekend teken door hen geschied is, is openbaar aan allen, die te Jeruzalem wonen, en wij kunnen het niet loochenen. Maar opdat het niet meer en meer onder het volk verspreid worde, laat ons hen scherpelijk dreigen, dat zij niet meer tot enig mens in dezen Naam spreken. En als zij hen geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganselijk niet zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus. Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te horen dan God. Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben. Maar zij dreigden hen nog meer, en lieten ze gaan, niets vindende, hoe zij hen straffen zouden, om des volks wil; want zij verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied was. Want de mens was meer dan veertig jaren oud, aan welken dit teken der genezing geschied was. En zij, losgelaten zijnde, kwamen tot de hunnen, en verkondigden al wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd hadden. En als dezen dat hoorden, hieven zij eendrachtelijk hun stem op tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt hebt den hemel, en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve zijn. Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht? De koningen der aarde zijn te zamen opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde. Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou. En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken; daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus. En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid. En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen. En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen. Want er was ook niemand onder hen, die gebrek had; want zovelen als er bezitters waren van landen of huizen, die verkochten zij, en brachten den prijs der verkochte goederen, en legden dien aan de voeten der apostelen. En aan een iegelijk werd uitgedeeld, naar dat elk van node had. En Joses, van de apostelen toegenaamd Barnabas (hetwelk is, overgezet zijnde, een zoon der vertroosting), een Leviet, van geboorte uit Cyprus, Alzo hij een akker had, verkocht dien, en bracht het geld, en legde het aan de voeten der apostelen", Hand. 4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTEREN 2022 - DE LICHAMELIJKE EN GEESTELIJKE GENEZING VAN DE KREUPELE MAN AAN DE SCHONE POORT EN HET BEDROG HIERVAN IN ONZE DAGEN (1) - GPPB. (05-06-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTEREN 2022 - DE LICHAMELIJKE EN GEESTELIJKE GENEZING VAN DE KREUPELE MAN AAN DE SCHONE POORT EN HET BEDROG HIERVAN IN ONZE DAGEN (1)

Schriftlezing: Handelingen 3

Tekst voor de prediking:
"Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar den tempel, omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende ure; en een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in den tempel gingen; welke, Petrus en Johannes ziende, als zij in den tempel zouden ingaan, bad, dat hij een aalmoes mocht ontvangen. En Petrus, sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op ons. En hij hield de ogen op hen, verwachtende, dat hij iets van hen zou ontvangen. En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij hem op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast. En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God. En al het volk zag hem wandelen en God loven. En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was. En als de kreupele, die gezond gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep al het volk gezamenlijk tot hen in het voorhof, hetwelk Salomo’s voorhof genaamd wordt, verbaasd zijnde. En Petrus, dat ziende, antwoordde tot het volk: Gij Israelietische mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden doen wandelen? De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten. Maar gij hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou geschonken worden; en den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. En door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte gezondheid gegeven, in uw aller tegenwoordigheid. En nu, broeders, ik weet, dat gij het door onwetendheid gedaan hebt, gelijk als ook uw oversten. Maar God heeft alzo vervuld, hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten te voren verkondigd had, dat de Christus lijden zou. Betert (repent) u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, en Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is; Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal. En het zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit den volke. En ook al de profeten, van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen te voren verkondigd. Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheden", Hand. 3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EFRAIM, EEN AFGODENDIENAAR, EEN BOTTE DUIF, EEN VERBRANDE KOEK, TOT BEKERING GEBRACHT, OMDAT HIJ IN CHRISTUS BIJ GOD TE BOEK STOND ALS EEN DIERBARE ZOON (2) - GPPB. (29-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EFRAIM, EEN AFGODENDIENAAR, EEN BOTTE DUIF, EEN VERBRANDE KOEK, TOT BEKERING GEBRACHT, OMDAT HIJ IN CHRISTUS BIJ GOD TE BOEK STOND ALS EEN DIERBARE ZOON (2)

Schriftlezing: Hosea 14

Tekst voor de prediking:
"Bekeer u, o Israel! tot den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid. Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen. Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden. Ik zal hunlieder afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd. Ik zal Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon. Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon. Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon. Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen", Hos. 14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EFRAIM IS EEN TYPE VAN DE OUDE MENS ONDER DE WET, WANT HIJ HANGT DE BAAL AAN EN IS VOL LEUGEN EN BEDROG (1) - GPPB. (29-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EFRAIM IS EEN TYPE VAN DE OUDE MENS ONDER DE WET, WANT HIJ HANGT DE BAAL AAN EN IS VOL LEUGEN EN BEDROG (1)

Schriftlezing: Hosea 12-13

Tekst voor de prediking:
"Als Efraim sprak, zo beefde men, hij heeft zich verheven in Israel; maar hij is schuldig geworden aan den Baal en is gestorven. En nu zijn zij voortgevaren te zondigen, en hebben zich van hun zilver een gegoten beeld gemaakt, afgoden naar hun verstand, die altemaal smedenwerk zijn; waarvan zij nochtans zeggen: De mensen, die offeren, zullen de kalveren kussen. Daarom zullen zij zijn als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat; als kaf van den dorsvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd", Hos. 13:1-3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HEMELVAARTSDAG 2022 - BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - GIJ ZULT MIJN GETUIGEN ZIJN - GPPB. (26-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HEMELVAARTSDAG 2022 - BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - "GIJ ZULT MIJN GETUIGEN ZIJN"

Schriftlezing: Handelingen 1

Tekst voor de prediking:
"Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen", Hand. 1:8-9.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE KERKPOLITIEKE ZONEN VAN SAMUEL VERTEGENWOORDIGEN ALLE REFOKERKEN EN DOMINEES - HET VOLK ISRAEL VERWERPT KONING JEHOVA EN ZIJN THEOCRATIE EN BEGEERT EEN KONING IN ZIJN TOORN (2) - GPPB. (22-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE KERKPOLITIEKE ZONEN VAN SAMUEL VERTEGENWOORDIGEN ALLE REFOKERKEN EN DOMINEES - HET VOLK ISRAEL VERWERPT KONING JEHOVA EN ZIJN THEOCRATIE EN BEGEERT EEN KONING IN ZIJN TOORN - aka Refodom (2)

Schriftlezing: 1 Samuel 8

Tekst voor de prediking:
"Het geschiedde nu, toen Samuel oud geworden was, zo stelde hij zijn zonen tot richters over Israel. De naam van zijn eerstgeborenen zoon nu was Joel, en de naam van zijn tweeden was Abia; zij waren richters te Ber-seba. Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht. Toen vergaderden zich alle oudsten van Israel, en zij kwamen tot Samuel te Rama; en zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben. Maar dit woord was kwaad in de ogen van Samuel, als zij zeiden: Geef ons een koning, om ons te richten. En Samuel bad den HEERE aan. Doch de HEERE zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn. Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook. Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal", 1 Sam. 8:1-9.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - SAMUEL PREEKT DAT GOD NOOIT GEKEND EN GEDIEND KAN WORDEN DOOR DE BAALS EN DE ASTHAROTHS -RD EN SGP- AAN DE HAND TE HOUDEN, WANT DAT IS CHRISTUS EN DE BELIAL (1) - GPPB. (22-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - SAMUEL PREEKT DAT GOD NOOIT GEKEND EN GEDIEND KAN WORDEN DOOR DE BAALS EN DE ASTHAROTHS -RD EN SGP- AAN DE HAND TE HOUDEN (1)

Schriftlezing: 1 Samuel 7

Tekst voor de prediking:
"En het geschiedde, van dien dag af, dat de ark des Heeren te Kirjath-jearim bleef, en de dagen werden twintig jaren; en het ganse huis van Israel klaagde den HEERE achterna. Toen sprak Samuel tot het ganse huis van Israel, zeggende: Indien gijlieden u met uw ganse hart tot den HEERE bekeert, zo doet de vreemde goden uit het midden van u weg, ook de Astharoths; en richt uw hart tot den HEERE, en dient Hem alleen, zo zal Hij u uit de hand der Filistijnen rukken. De kinderen Israels nu deden de Baals en de Astharoths weg, en zij dienden den HEERE alleen", 1 Sam. 7:2-4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALLE DOMINEES EN BELIJDERS DIE MET BABYLON -KERKELIJK OF FAMILIAIR- MEEVEINZEN, ZULLEN MET BABYLON VERDELGD WORDEN (2) - GPPB. (15-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALLE DOMINEES EN BELIJDERS DIE MET BABYLON -KERKELIJK OF FAMILIAIR- MEEVEINZEN, ZULLEN MET BABYLON VERDELGD WORDEN (2)

Schriftlezing: Openbaring 19

Tekst voor de prediking:
"En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft. En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid", Openb. 19:1-3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GROTE STAD BABYLON EN HAAR REFORMATORISCHE BIJWIJVEN IN 1 UUR VERNIETIGD (1) - GPPB. (15-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GROTE STAD BABYLON EN HAAR REFORMATORISCHE BIJWIJVEN IN 1 UUR VERNIETIGD (1)

Schriftlezing: Openbaring 18

Tekst voor de prediking:
"En na dezen zag ik een anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid. En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte; dewijl uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde", Openb. 18:1-3.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DOMINEES DIE DE TUCHT HATEN, HATEN DE WETENSCHAP, ZIJN ZONDER HET WARE GELOOF, ZONDER DE LIEFDE EN BUITEN CHRISTUS (2) GPPB. (08-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DOMINEES DIE DE TUCHT HATEN, HATEN DE WETENSCHAP, ZIJN ZONDER HET WARE GELOOF, ZONDER DE LIEFDE EN BUITEN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: Spreuken 12

Tekst voor de prediking:
"Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing haat, is onvernuftig", Spr. 12:1.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DAVID BIDT GOD OM ZIJN BEHOUDENIS EN DIE VAN DE KERKE GODS, OMDAT DE GOEDERTIERENE ONTBREEKT EN DE GETROUWEN WEINIGEN ZIJN (1) - GPPB. (08-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DAVID BIDT GOD OM ZIJN BEHOUDENIS EN DIE VAN DE KERKE GODS, OMDAT DE GOEDERTIERENE ONTBREEKT EN DE GETROUWEN WEINIGEN ZIJN (1)

Schriftlezing: Psalm 10,11,12

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Scheminith. Behoud, o HEERE; want de goedertierene ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart. De HEERE snijde af alle vleiende lippen, de grootsprekende tong; die daar zeggen: Wij zullen de overhand hebben met onze tong; onze lippen zijn onze! Wie is heer over ons? Om de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, dien hij aanblaast. De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. Gij, HEERE, zult hen bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid. De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden", Psalm 12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABAL LASTERT DAVID; ABIGAIL EIGENT DE SCHULD, GEEFT GETUIGENIS VAN DAVID EN ZEGT WAT NABAL IS, EEN BELIALSMAN (2) - GPPB. (01-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABAL LASTERT DAVID; ABIGAIL EIGENT DE SCHULD, GEEFT GETUIGENIS VAN DAVID EN ZEGT WAT NABAL IS: EEN BELIALSMAN (2)

Abigail gaf aan David getuigenis bij God vandaan, en daaraan zijn alle refo-dominees vreemdeling en vijand van, omdat ze Nabal de hand reiken !


Schriftlezing: 1 Samuel 25

Tekst voor de prediking:
"Toen nu Abigail David zag, zo haastte zij zich, en kwam van den ezel af, en zij viel voor het aangezicht van David op haar aangezicht, en zij boog zich ter aarde. En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd. Mijn heer stelle toch zijn hart niet aan dezen Belials man, aan Nabal; want gelijk zijn naam is, alzo is hij; zijn naam is Nabal, en dwaasheid is bij hem; en ik, uw dienstmaagd, heb de jongelingen van mijn heer niet gezien, die gij gezonden hebt", 1 Samuel 25:23-25.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

WELGELUKZALIG DIE AAN ALLE WATEREN ZAAIT, DIE DE HOEVEN VAN DE OS EN DE EZEL DERWAARTS HENEN ZENDT (1) - GPPB. (01-05-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
WELGELUKZALIG DIE AAN ALLE WATEREN ZAAIT, DIE DE HOEVEN VAN DE OS EN DE EZEL DERWAARTS HENEN ZENDT (1)

Schriftlezing: Mattheus 13

Tekst voor de prediking:
"Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt!" Jes. 32:20.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE TOTALE VERWOESTING VAN HET VALS-CHRISTELIJKE EDOM (2) - GPPB. (24-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE TOTALE VERWOESTING VAN HET VALS-CHRISTELIJKE EDOM (2)

Schriftlezing: Jesaja 32

Tekst voor de prediking:
"Staat op, gij geruste vrouwen, hoort mijn stem; gij dochters, die zo zeker zijt, neemt mijn redenen ter ore. Vele dagen over het jaar zult gij beroerd zijn, gij dochters, die zo zeker zijt, want de wijnoogst zal uit zijn, er zal geen inzameling komen. Beeft, gij geruste vrouwen; weest beroerd, dochters, die zo zeker zijt; trekt u uit, en ontbloot u, en gordt zakken om uw lendenen. Men zal rouwklagen over de borsten, over de gewenste akkers, over de vruchtbare wijnstokken. Op het land mijns volks zal de doorn en de distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad. Want het paleis zal verlaten zijn, het gewoel der stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn, tot in der eeuwigheid, een vreugde der woudezelen, een weide der kudden. Totdat over ons uitgegoten worde de Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden, en het vruchtbare veld zal voor een woud geacht worden. En het recht zal in de woestijn wonen, en de gerechtigheid zal op het vruchtbare veld verblijven. En het werk der gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid. En mijn volk zal in een woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde woningen, en in stille geruste plaatsen. Maar het zal hagelen, waar men afgaat in het woud, en de stad zal laag worden in de laagte. Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt!", Jes. 32:9-20.

"Want Mijn zwaard is dronken geworden in den hemel; ziet, het zal ten oordeel nederdalen op Edom, en op het volk, hetwelk Ik verbannen heb. Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het land der Edomieten. En de eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren; en hun land zal doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal van het smeer vet gemaakt worden. Want het zal zijn de dag der wraak des HEEREN, een jaar der vergeldingen, om Sions twistzaak. En hun beken zullen in pek verkeerd worden, en hun stof in zwavel; ja, hun aarde zal tot brandend pek worden. Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan". Jes. 34:5-10.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ZIET, EEN KONING ZAL REGEREN IN GERECHTIGHEID EN DE VORSTEN ZULLEN HEERSEN NAAR RECHT (1) - GPPB. (24-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ZIET, EEN KONING ZAL REGEREN IN GERECHTIGHEID EN DE VORSTEN ZULLEN HEERSEN NAAR RECHT (1)

Schriftlezing: Jesaja 32

Tekst voor de prediking:
"Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht. En die Man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land. En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken. En het hart der onbedachtzamen zal de wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden zal vaardig zijn, om bescheidenlijk te spreken. De dwaas zal niet meer genoemd worden milddadig, en de gierige zal niet meer mild geheten worden. Want een dwaas spreekt dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid, om huichelarij te plegen, en om dwaling te spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig te laten, en den dorstige drank te doen ontbreken. En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, als de arme spreekt. Maar een milddadige beraadslaagt milddadigheden, en staat op milddadigheden", Jes. 32:1-8.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2022 - CHRISTUS OPENBAART ZICH AAN ZIJN DICIPELEN EN IN HET BIJZONDER AAN THOMAS, IN DE KRACHT VAN ZIJN OPSTANDING (2) - GPPB. (17-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2022 - CHRISTUS OPENBAART ZICH AAN ZIJN DICIPELEN EN IN HET BIJZONDER AAN THOMAS, IN DE KRACHT VAN ZIJN OPSTANDING (2)

Schriftlezing: Johannes 20

Tekst voor de prediking:
"Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen. Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden. En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt den Heiligen Geest. Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden. En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden! Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig. En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben. Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek; maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam", Joh. 20:19-31.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2022 - DE BORGTOCHTELIJKE OPSTANDING VAN CHRISTUS UIT HET GEOPENDE GRAF EN DE DIK-BETAALDE COMPLOTLEUGEN VAN DE TOENMALIGE REFOPRIESTERSCHAAR (1) - GPPB. (17-04-2022)   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2022 - DE BORGTOCHTELIJKE OPSTANDING VAN CHRISTUS UIT HET GEOPENDE GRAF EN DE DIK-BETAALDE COMPLOTLEUGEN VAN DE TOENMALIGE REFOPRIESTERSCHAAR (1)

Schriftlezing: Mattheus 28

Tekst voor de prediking:
"En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien. En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven. En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw. En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden, en werden als doden. Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft. En gaat haastelijk henen, en zegt Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd. En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij henen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen. En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. En als zij heengingen, ziet, enigen van de wacht kwamen in de stad, en boodschapten den overpriesters al de dingen, die geschied waren. En zij vergaderd zijnde met de ouderlingen, en te zamen raad genomen hebbende, gaven zij den krijgsknechten veel gelds, en zeiden: Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. En indien zulks komt gehoord te worden van den stadhouder, wij zullen hem tevreden stellen, en maken, dat gij zonder zorg zijt. En zij, het geld genomen hebbende, deden, gelijk zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij de Joden tot op den huidigen dag. En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen", Matth. 28.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOEDE VRIJDAG 2022 - CHRISTUS IS TE ZIJNER TIJD VOOR DE GODDELOZEN GESTORVEN, OOK VOOR DE MOORDENAAR AAN HET KRUIS - GPPB. (15-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOEDE VRIJDAG 2022 - CHRISTUS IS TE ZIJNER TIJD VOOR DE GODDELOZEN GESTORVEN, OOK VOOR DE MOORDENAAR AAN HET KRUIS

Schriftlezing: Lukas 23:26-56

Tekst voor de prediking:
"En een der kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons. Maar de andere, antwoordende, bestrafte hem, zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? En wij toch rechtvaardiglijk; want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn", Luk. 23:39-43.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Joden riepen voor Pilatus uit dat het bloed van Christus over hen komen zou en dat oordeel is doorgegaan tot op de huidige dag (2) - GPPB. (10-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
De Joden riepen voor Pilatus uit dat het bloed van Christus over hen komen zou en dat oordeel is doorgegaan tot op de huidige dag (2)

Schriftlezing: Mattheus 27:1-31

Tekst voor de prediking:
"En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen", Matth. 27:25.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De sekte van Jezus de Nazarener die overal tegengesproken wordt (1) - GPPB. (10-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
De sekte van Jezus de Nazarener die overal tegengesproken wordt (1)

Schriftlezing: Handelingen 24

Tekst voor de prediking:
"Want wij hebben dezen man bevonden te zijn een pest, en een, die oproer verwekt onder al de Joden, door de ganse wereld, en een oppersten voorstander van de sekte der Nazarenen", Hand. 24:5.

"Maar wij begeren wel van u te horen, wat gij gevoelt; want wat deze sekte aangaat, ons is bekend, dat zij overal tegengesproken wordt", Hand. 28:22.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De afval van Gehazi staat symbool voor de afval van de refokerken (2) - GPPB. (03-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
De afval van Gehazi staat symbool voor de afval van de refokerken (2)

Schriftlezing: 2 Koningen 5:20-27

Tekst voor de prediking:
"Gehazi nu, de jongen van Elisa, den man Gods, zeide: Zie, mijn heer heeft Naaman, dien Syrier belet, dat men uit zijn hand niet genomen heeft, wat hij gebracht had; maar zo waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en zal wat van hem nemen! Zo volgde Gehazi Naaman achterna. En toen Naaman zag, dat hij hem naliep, viel hij van den wagen af, hem tegemoet, en hij zeide: Is het wel? En hij zeide: Het is wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, van het gebergte van Efraim gekomen; geef hun toch een talent zilvers en twee wisselklederen. En Naaman zeide: Belieft het u, neem twee talenten. En hij hield aan bij hem, en bond twee talenten zilvers in twee buidels, met twee wisselklederen, en hij leide ze op twee van zijn jongens, die ze voor zijn aangezicht droegen. Als hij nu op de hoogte kwam, nam hij ze van hun hand, en bestelde ze in een huis; en hij liet de mannen gaan, en zij togen heen. Daarna kwam hij in, en stond voor zijn heer. En Elisa zeide tot hem: Van waar, Gehazi? En hij zeide: Uw knecht is noch herwaarts noch derwaarts gegaan. Maar hij zeide tot hem: Ging niet mijn hart mede, als die man zich omkeerde van op zijn wagen u tegemoet? Was het tijd, om dat zilver te nemen, en om klederen te nemen, en olijfbomen, en wijngaarden, en schapen, en runderen, en knechten, en dienstmaagden? Daarom zal u de melaatsheid van Naaman aankleven, en uw zaad in eeuwigheid! Toen ging hij uit van voor zijn aangezicht, melaats, wit als de sneeuw", 2 Kon. 5:20-27.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

En er waren vele melaatsen in Israel ten tijde van den profeet Elisa en geen van hen werd gereinigd dan Naaman de Syrier (1) - GPPB. (03-04-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
"En er waren vele melaatsen in Israel ten tijde van den profeet Elisa en geen van hen werd gereinigd dan Naaman de Syrier" (1)

Schriftlezing: 2 Koningen 5:1-19

Tekst voor de prediking:
"Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie, was een groot man voor het aangezicht zijns heren, en van hoog aanzien; want door hem had de HEERE den Syriers verlossing gegeven; zo was deze man een strijdbaar held, doch melaats. En er waren benden uit Syrie getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land van Israel gevankelijk gebracht, die in den dienst der huisvrouw van Naaman was. Deze zeide tot haar vrouw: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet, die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen. Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel is. Toen zeide de koning van Syrie: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israel zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen. En hij bracht den brief tot den koning van Israel, zeggende: Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, zie, ik heb mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij hem ontledigt van zijn melaatsheid. En het geschiedde, als de koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn klederen scheurde, en zeide: Ben ik dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij zendt, om een man van zijn melaatsheid te ontledigen? Want voorwaar, merkt toch, en ziet, dat hij oorzaak tegen mij zoekt. Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, gehoord had, dat de koning van Israel zijn klederen gescheurd had, dat hij tot den koning zond, om te zeggen: Waarom hebt gij uw klederen gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er een profeet in Israel is. Alzo kwam Naaman met zijn paarden en met zijn wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa. Toen zond Elisa tot hem een bode, zeggende: Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen, en gij zult rein zijn. Maar Naaman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mij zelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen. Zijn niet Abana en Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met grimmigheid. Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn? Zo klom hij af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods; en zijn vlees kwam weder, gelijk het vlees van een kleinen jongen; en hij werd rein. Toen keerde hij weder tot den man Gods, hij en zijn ganse heir, en kwam, en stond voor zijn aangezicht en zeide: Zie, nu weet ik, dat er geen God is op de ganse aarde, dan in Israel! Nu dan, neem toch een zegen van uw knecht. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien ik het neme! En hij hield bij hem aan, opdat hij het nam, doch hij weigerde het. En Naaman zeide: Zo niet; laat toch uw knecht gegeven worden een last aarde van een juk muildieren; want uw knecht zal niet meer brandoffer of slachtoffer aan andere goden doen, maar den HEERE. In deze zaak vergeve de HEERE uw knecht: wanneer mijn heer in het huis van Rimmon zal gaan, om zich daar neder te buigen, en hij op mijn hand leunen zal en ik mij in het huis van Rimmon nederbuigen zal; als ik mij alzo nederbuigen zal in het huis van Rimmon, de HEERE vergeve toch uw knecht in deze zaak. En hij zeide tot hem: Ga in vrede. En hij ging van hem een kleine streek lands", 2 Kon. 5:1-19.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

'ZON STA STIL TE GIBEON EN GIJ MAAN IN HET DAL VAN AJALON' - GPPB. (27-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
"ZON STA STIL TE GIBEON EN GIJ MAAN IN HET DAL VAN AJALON"

Schriftlezing: Jozua 10

Tekst voor de prediking:
"Toen toog Jozua op van Gilgal, hij en al het krijgsvolk met hem, en alle strijdbare helden. Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Vrees u niet voor hen, want Ik heb ze in uw hand gegeven; niemand van hen zal voor uw aangezicht bestaan. Alzo kwam Jozua snellijk tot hen; den gansen nacht over was hij van Gilgal opgetrokken. En de HEERE verschrikte hen voor het aangezicht van Israel; en hij sloeg hen met een groten slag te Gibeon, en vervolgde hen op den weg, waar men naar Beth-horon opgaat, en sloeg hen tot Azeka en tot Makkeda toe. Het geschiedde nu, toen zij voor het aangezicht van Israel vluchtten, zijnde in den afgang van Beth-horon, zo wierp de HEERE grote stenen op hen van den hemel, tot Azeka toe, dat zij stierven; daar waren er meer, die van de hagelstenen stierven, dan die die kinderen Israels met het zwaard doodden. Toen sprak Jozua tot den HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten voor het aangezicht der kinderen Israels overgaf, en zeide voor de ogen der Israelieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon! En de zon stond stil, en de maan bleef staan, totdat zich het volk aan zijn vijanden gewroken had. Is dit niet geschreven in het boek des oprechten? De zon nu stond stil in het midden des hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen dag. En er was geen dag aan dezen gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem eens mans alzo verhoorde; want de HEERE streed voor Israel", Joz. 10:7-14.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET -OFF THE GRID- LEVEN VAN DE PROFEET ELIA AAN DE BEEK KRITH - GPPB. (27-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET -OFF THE GRID- LEVEN VAN DE PROFEET ELIA AAN DE BEEK KRITH

Schriftlezing: 1 Koningen 17

Tekst voor de prediking:
"En Elia, de Thisbiet, van de inwoneren van Gilead, zeide tot Achab: Zo waarachtig als de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord! Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot hem, zeggende: Ga weg van hier, en wend u naar het oosten, en verberg u aan de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen. Hij ging dan heen, en deed naar het woord des HEEREN; want hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is. En de raven brachten hem des morgens brood en vlees, desgelijks brood en vlees des avonds; en hij dronk uit de beek. En het geschiedde ten einde van vele dagen, dat de beek uitdroogde; want geen regen was in het land geweest", 1 Kon. 17:1-7.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET DANK- EN LOFLIED VAN DEBORA EN BARAK NA DE OVERWINNING OP HET LEGER VAN SISERA (1) - GPPB. (20-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET DANK- EN LOFLIED VAN DEBORA EN BARAK NA DE OVERWINNING OP HET LEGER VAN SISERA (1)

Schriftlezing: Richteren 5

Tekst voor de prediking:
"Voorts zong Debora, en Barak, de zoon van Abinoam, ten zelven dage, zeggende: Looft den HEERE, van het wreken der wraken in Israel, van dat het volk zich gewillig heeft aangeboden. Hoort, gij koningen, neemt ter oren, gij vorsten! Ik, den HEERE zal ik zingen, ik zal den HEERE, den God Israels, psalmzingen. HEERE! toen Gij voorttoogt van Seir, toen Gij daarheen traadt van het veld van Edom, beefde de aarde, ook droop de hemel, ook dropen de wolken van water. De bergen vervloten van het aangezicht des HEEREN; zelfs Sinai van het aangezicht des HEEREN, des Gods van Israel. In de dagen van Samgar, den zoon van Anath, in de dagen van Jael, hielden de wegen op, en die op paden wandelden, gingen kromme wegen. De dorpen hielden op in Israel, zij hielden op; totdat ik, Debora, opstond, dat ik opstond, een moeder in Israel. Verkoos hij nieuwe goden, dan was er krijg in de poorten; werd er ook een schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel? Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE! Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van! Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten. Waak op, waak op, Debora, waak op, waak op, spreek een lied! maak u op, Barak! en leid uw gevangenen gevangen, gij zoon van Abinoam. Toen deed Hij de overgeblevenen heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet mij heersen over de geweldigen. Uit Efraim was hun wortel tegen Amalek. Achter u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn de wetgevers afgetogen, en uit Zebulon, trekkende door den staf des schrijvers. Ook waren de vorsten in Issaschar met Debora; en gelijk Issaschar, alzo was Barak; op zijn voeten werd hij gezonden in het dal. In Rubens gedeelten waren de inbeeldingen des harten groot. Waarom bleeft gij zitten tussen de stallingen, om te horen het geblaat der kudden? De gedeelten van Ruben hadden grote onderzoekingen des harten. Gilead bleef aan gene zijde van de Jordaan; en Dan, waarom onthield hij zich in schepen! Aser zat aan de zeehaven, en bleef in zijn gescheurde plaatsen. Zebulon, het is een volk, dat zijn ziel versmaad heeft ter dood, insgelijks Nafthali, op de hoogten des velds. De koningen kwamen, zij streden; toen streden de koningen van Kanaan, te Thaanach aan de wateren van Megiddo; zij brachten geen gewin des zilvers daarvan. Van den hemel streden zij, de sterren uit haar loopplaatsen streden tegen Sisera. De beek Kison wentelde hen weg, de beek Kedumin, de beek Kison; vertreed, o mijn ziel! de sterken. Toen werden de paardenhoeven verpletterd, van het rennen, het rennen zijner machtigen. Vloekt Meroz, zegt de Engel des HEEREN, vloekt haar inwoners geduriglijk; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp des HEEREN, tot de hulp des HEEREN, met de helden. Gezegend zij boven de vrouwen Jael, de huisvrouw van Heber, den Keniet; gezegend zij ze boven de vrouwen in de tent! Water eiste hij, melk gaf zij; in een herenschaal bracht zij boter. Haar hand sloeg zij aan den nagel, en haar rechterhand aan den hamer der arbeidslieden; en zij klopte Sisera; zij streek zijn hoofd af, als zij zijn slaap had doorgenageld en doorgedrongen. Tussen haar voeten kromde hij zich, viel henen, lag daar neder; tussen haar voeten kromde hij zich; hij viel; alwaar hij zich kromde, daar lag hij geheel geschonden! De moeder van Sisera keek uit door het venster, en schreeuwde door de tralien: Waarom vertoeft zijn wagen te komen! Waarom blijven de gangen zijner wagenen achter? De wijsten harer staatsvrouwen antwoordden; ook beantwoordde zij haar redenen aan zichzelve: Zouden zij dan den buit niet vinden en delen? een liefje, of twee liefjes, voor iegelijken man? Voor Sisera een buit van verscheidene verven, een buit van verscheidene verven, gestikt; van verscheiden verf aan beide zijden gestikt, voor de buithalzen?", Richt. 5.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEBORA EN BARAK VOEREN MET DE TIENDUIZEND HELDEN DE KRIJG DES HEEREN, TERWIJL DE REFO-PRIESTERSCHAAR MEELIFT MET DE WAGENS VAN SISERA (1) - GPPB. (20-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEBORA EN BARAK VOEREN -MET DE TIENDUIZEND HELDEN- DE KRIJG DES HEEREN, TERWIJL DE REFO-PRIESTERSCHAAR MEELIFT MET DE WAGENS VAN SISERA (1)

Schriftlezing: Richteren 4

Tekst voor de prediking:
"Maar de kinderen Israels voeren voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, als Ehud gestorven was. Zo verkocht hen de HEERE in de hand van Jabin, koning der Kanaanieten, die te Hazor regeerde; en zijn krijgsoverste was Sisera; dezelve nu woonde in Haroseth der heidenen. Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE; want hij had negenhonderd ijzeren wagenen, en hij had de kinderen Israels met geweld onderdrukt, twintig jaren. Debora nu, een vrouw, die een profetesse was, de huisvrouw van Lappidoth, deze richtte te dier tijd Israel. En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-el, op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels gingen op tot haar ten gerichte. En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van Kedes-nafthali; en zij zeide tot hem: Heeft de HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en trek op den berg Thabor, en neem met u tien duizend man, van de kinderen van Nafthali, en van de kinderen van Zebulon? En Ik zal aan de beek Kison tot u trekken Sisera, den krijgsoverste van Jabin, met zijn wagenen en zijn menigte; en Ik zal hem in uw hand geven? Toen zeide Barak tot haar: Indien gij met mij trekken zult, zo zal ik heen trekken; maar indien gij niet met mij zult trekken, zo zal ik niet trekken. En zij zeide: Ik zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera verkopen in de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes. Toen riep Barak Zebulon en Nafthali bijeen te Kedes, en hij toog op, op zijn voeten, met tien duizend man; ook toog Debora met hem op. Heber nu, de Keniet, had zich afgezonderd van Kain, uit de kinderen van Hobab, Mozes’ schoonvader; en hij had zijn tenten opgeslagen tot aan den eik in Zaanaim, die bij Kedes is. Toen boodschapten zij Sisera, dat Barak, de zoon van Abinoam, op den berg Thabor getogen was. Zo riep Sisera al zijn wagenen bijeen, negenhonderd ijzeren wagenen, en al het volk, dat met hem was, van Haroseth der heidenen tot de beek Kison. Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is de dag, in welken de HEERE Sisera in uw hand gegeven heeft; is de HEERE niet voor uw aangezicht henen uitgetogen? Zo trok Barak van den berg Thabor af, en tien duizend man achter hem. En de HEERE versloeg Sisera, met al zijn wagenen, en het ganse heirleger, door de scherpte des zwaards, voor het aangezicht van Barak; dat Sisera van den wagen afklom, en vluchtte op zijn voeten. En Barak jaagde ze na, achter de wagenen en achter het heirleger, tot aan Haroseth der heidenen. En het ganse heirleger van Sisera viel door de scherpte des zwaards, dat er niet overbleef tot een toe. Maar Sisera vluchtte op zijn voeten naar de tent van Jael, de huisvrouw van Heber, den Keniet; want er was vrede tussen Jabin, den koning van Hazor, en tussen het huis van Heber, den Keniet. Jael nu ging uit, Sisera tegemoet, en zeide tot hem: Wijk in, mijn heer, wijk in tot mij, vrees niet! En hij week tot haar in de tent, en zij bedekte hem met een deken. Daarna zeide hij tot haar: Geef mij toch een weinig waters te drinken, want mij dorst. Toen opende zij een melkfles, en gaf hem te drinken, en dekte hem toe. Ook zeide hij tot haar: Sta in de deur der tent; en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand. Daarna nam Jael, de huisvrouw van Heber, een nagel der tent, en greep een hamer in haar hand, en ging stilletjes tot hem in, en dreef den nagel in den slaap zijns hoofds, dat hij in de aarde vast werd; hij nu was met een diepen slaap bevangen en vermoeid, en stierf. En ziet, Barak vervolgde Sisera; en Jael ging uit hem tegemoet, en zeide tot hem: Kom, en ik zal u den man wijzen, dien gij zoekt. Zo kwam hij tot haar in, en ziet, Sisera lag dood, en de nagel was in den slaap zijns hoofds. Alzo heeft God te dien dage Jabin, den koning van Kanaan, te ondergebracht, voor het aangezicht der kinderen Israels. En de hand der kinderen Israels ging steeds voort, en werd hard over Jabin, den koning van Kanaan, totdat zij Jabin, den koning van Kanaan, hadden uitgeroeid", Richt. 4.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS BIDDAG 2022 - DE DOOR GOD GEBODEN VRIJMAAKPLICHT DOOR ALLE REFOKERKEN EN DOMINEES VERWORPEN EN HET BLOEDIGE OORDEEL DAAROP - GPPB. (14-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS BIDDAG 2022 - DE DOOR GOD GEBODEN VRIJMAAKPLICHT DOOR ALLE REFOKERKEN EN DOMINEES VERWORPEN EN HET BLOEDIGE OORDEEL DAAROP

Schriftlezing: Ezechiel 33

Tekst voor de prediking:
"En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: Mensenkind! spreek tot de kinderen uws volks, en zeg tot hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands een man uit hun einden nemen, en dien voor zich tot een wachter stellen; en hij het zwaard ziet komen over het land, en blaast met de bazuin, en waarschuwt het volk; en een, die het geluid der bazuin hoort, wel hoort, maar zich niet laat waarschuwen; en het zwaard komt, en neemt hem weg, diens bloed is op zijn hoofd. Hij hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen, behoudt zijn ziel. Wanneer daarentegen de wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; en het zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg; die is wel in zijn ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des hand des wachters eisen. Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen. Als Ik tot den goddeloze zeg: O goddeloze, gij zult den dood sterven! en gij spreekt niet, om den goddeloze van zijn weg af te manen; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Maar als gij den goddeloze van zijn weg afmaant, dat hij zich van dien bekere, en hij zich van zijn weg niet bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. Daarom, gij mensenkind! zeg tot het huis Israels: Gijlieden spreekt aldus, zeggende: Dewijl onze overtredingen en onze zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe zouden wij dan leven? Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? Gij dan, o mensenkind! zeg tot de kinderen uws volks: De gerechtigheid des rechtvaardigen zal hem niet redden ten dage zijner overtreding; en aangaande de goddeloosheid des goddelozen, hij zal om dezelve niet vallen, ten dage als hij zich van zijn goddeloosheid bekeert; en de rechtvaardige zal niet kunnen leven door dezelve zijn gerechtigheid, ten dage als hij zondigt. Als Ik tot den rechtvaardige zeg, dat hij zekerlijk leven zal, en hij op zijn gerechtigheid vertrouwt, en onrecht doet, zo zullen al zijn gerechtigheden niet gedacht worden, maar in zijn onrecht, dat hij doet, daarin zal hij sterven. Als Ik ook tot den goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven! en hij zich van zijn zonde bekeert, en recht en gerechtigheid doet; geeft de goddeloze het pand weder, betaalt hij het geroofde, wandelt hij in de inzettingen des levens, zodat hij geen onrecht doet; hij zal zekerlijk leven, hij zal niet sterven. Al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen hem niet gedacht worden; hij heeft recht en gerechtigheid gedaan, hij zal zekerlijk leven.", Ezech. 33:1-16.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS IS VER BOVEN ALLE OVERHEID, ENGELEN, SCHEPSELEN, NAMEN, MACHTEN EN KRACHTEN VERHEVEN EN HIJ HEEFT ALLE DINGEN AAN ZIJN VOETEN ONDERWORPEN (2) - GPPB. (13-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS IS VER BOVEN ALLE OVERHEID, ENGELEN, SCHEPSELEN, NAMEN, MACHTEN EN KRACHTEN VERHEVEN EN HIJ HEEFT ALLE DINGEN AAN ZIJN VOETEN ONDERWORPEN (2)

Schriftlezing: Kolossensen 1

Tekst voor de prediking:
"Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; en heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult", Efeze 1:21-23.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

IN WELKE WIJ VERLOSSING HEBBEN DOOR ZIJN BLOED, NAMELIJK DE VERGEVING DER MISDADEN (1) - GPPB. (13-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
IN WELKE WIJ VERLOSSING HEBBEN DOOR ZIJN BLOED, NAMELIJK DE VERGEVING DER MISDADEN (1)

Schriftlezing: Efeze 1

Tekst voor de prediking:
"Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde; in Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid", Efeze 1:5-8.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CHRISTUS IS GEKOMEN DOOR WATER EN BLOED - DE HEILIGE DRIE-EENHEID IN DE HEMEL EN DE HEILIGE DRIE-EENHEID OP AARDE (2) - GPPB. (06-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
CHRISTUS IS GEKOMEN DOOR WATER EN BLOED - DE HEILIGE DRIE-EENHEID IN DE HEMEL EN DE HEILIGE DRIE-EENHEID OP AARDE (2)

Schriftlezing: 1 Johannes 5

Tekst voor de prediking:
"Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren; en een iegelijk, die liefheeft Dengene, Die geboren heeft, die heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren is. Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar. Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. Wie is het, die de wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? Deze is het, Die gekomen is door water en bloed, namelijk Jezus, de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het, Die getuigt, dat de Geest de waarheid is. Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn tot een. Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis van God, welke Hij van Zijn Zoon getuigd heeft. Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon. En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon. Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet. Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben. Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal God bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, zeg ik, die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve zonde zeg ik niet, dat hij zal bidden. Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood. Wij weten, dat een iegelijk, die uit God geboren is, niet zondigt; maar die uit God geboren is, bewaart zichzelven, en de boze vat hem niet. Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele wereld ligt in het boze. Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige Leven", 1 Joh. 5.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE BETEKENIS VAN HET OVERVALLEN WORDEN DOOR DE ZONDE IN HET LEVEN DER GENADE (1) - GPPB. (06-03-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE BETEKENIS VAN HET "OVERVALLEN" WORDEN DOOR DE ZONDE IN HET LEVEN DER GENADE (1)

Schriftlezing: Galaten 6

Tekst voor de prediking:
"Broeders, indien ook een mens overvallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus. Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed. Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen. Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen. En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die hem onderwijst. Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen. Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs. Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met mijn hand. Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden. Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld. Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel. En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen", Gal. 6.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EN IN HUN MOND IS GEEN BEDROG GEVONDEN; WANT ZIJ ZIJN ONBERISPELIJK VOOR DEN TROON VAN GOD (2) - GPPB. (27-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EN IN HUN MOND IS GEEN BEDROG GEVONDEN; WANT ZIJ ZIJN ONBERISPELIJK VOOR DEN TROON VAN GOD (2)

Schriftlezing: Openbaring 14

Tekst voor de prediking:
"En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden. En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem veler wateren, en als een stem van een groten donderslag. En ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers; en zij zongen als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren. Dezen zijn het, die met vrouwen niet bevlekt zijn, want zij zijn maagden; dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen Gode en het Lam. En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor den troon van God. En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft. En er is een andere engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. En een derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteken aan zijn voorhoofd, of aan zijn hand, die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam. En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt. Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus", Openb. 14:1-12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN LIED HAMMAALOTH - GODS VOLK DAT OP DE HEERE VERTROUWT IS ALS DE BERG SION, ONWANKELBAAR IN CHRISTUS (1) - GPPB. (27-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN LIED HAMMAALOTH - GODS VOLK DAT OP DE HEERE VERTROUWT IS ALS DE BERG SION, ONWANKELBAAR IN CHRISTUS (1)

Schriftlezing: Psalm 123-125

Tekst voor de prediking:
"Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid. Want de scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht. HEERE! doe den goeden wel, en dengenen, die oprecht zijn in hun harten. Maar die zich neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn!" Ps. 125.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - DE VOORBEREIDING VAN ASAF, DE BEDIENING VAN CHRISTUS EN DE NABETRACHTING VAN ASAF (2) - GPPB. (20-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - DE VOORBEREIDING VAN ASAF, DE BEDIENING VAN CHRISTUS EN DE NABETRACHTING VAN ASAF (2)

Schriftlezing: Psalm 73

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van Asaf. Immers is God Israel goed, dengenen, die rein van harte zijn. Maar mij aangaande, mijn voeten waren bijna uitgeweken; mijn treden waren bijkans uitgeschoten. Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd. Daarom omringt hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad. Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte. Zij zetten hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde. Daarom keert zich Zijn volk hiertoe, als hun wateren eens vollen bekers worden uitgedrukt, dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den Allerhoogste? Ziet, dezen zijn goddeloos; nochtans hebben zij rust in de wereld; zij vermenigvuldigen het vermogen. Immers heb ik te vergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen. Dewijl ik den gansen dag geplaagd ben, en mijn straffing is er alle morgens. Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo spreken; ziet, zo zou ik trouweloos zijn aan het geslacht Uwer kinderen. Nochtans heb ik gedacht om dit te mogen verstaan; maar het was moeite in mijn ogen; totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde merkte. Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoestingen. Hoe worden zij als in een ogenblik tot verwoesting, nemen een einde, worden te niet van verschrikkingen! Als een droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt, o Heere, dan zult Gij hun beeld verachten. Als mijn hart opgezwollen was, en ik in mijn nieren geprikkeld werd, toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot beest bij U. Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde! Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid. Want ziet, die verre van U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U afhoereert; maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen", Ps. 73.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - HET KONINKRIJK GODS IS BINNEN ULIEDEN - GODS VOLK MOET VEEL LIJDEN EN VERWORPEN WORDEN OM CHRISTUS WIL (1) - GPPB. (20-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - HET KONINKRIJK GODS IS BINNEN ULIEDEN - GODS VOLK MOET VEEL LIJDEN EN VERWORPEN WORDEN OM CHRISTUS WIL (1)

Schriftlezing: Lukas 17

Tekst voor de prediking:
"En gevraagd zijnde van de Farizeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden. En Hij zeide tot de discipelen: Er zullen dagen komen, wanneer gij zult begeren een der dagen van den Zoon des mensen te zien, en gij zult dien niet zien. En zij zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat niet heen, en volgt niet. Want gelijk de bliksem, die van het ene einde onder den hemel bliksemt, tot het andere onder den hemel schijnt, alzo zal ook de Zoon des mensen wezen in Zijn dag. Maar eerst moet Hij veel lijden, en verworpen worden van dit geslacht", Luk. 17:20-25.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - OM CHRISTUS WIL LIJDEN MET HET EVANGELIE IS EEN WAARACHTIG BEWIJS EN EEN TOETSSTEEN VAN HET WARE DISCIPELSCHAP VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (13-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - OM CHRISTUS WIL LIJDEN MET HET EVANGELIE IS EEN WAARACHTIG BEWIJS EN EEN TOETSSTEEN VAN HET WARE DISCIPELSCHAP VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing: 2 Timotheus 1

Tekst voor de prediking:
"Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is, aan Timotheus, mijn geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere. Ik dank God, Wien ik diene van mijn voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag; zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden; als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont. Om welke oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die in u is, door de oplegging mijner handen. Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren, noch mijns die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het Evangelie, naar de kracht Gods; Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie; waartoe ik gesteld ben een prediker, en een apostel, en een leraar der heidenen; om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag", 2 Tim. 1:1-12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE PRIESTER EN DE LEVIET VERTEGENWOORDIGEN DE VACUUM-VERPAKTE REFO-PRIESTERSCHAAR EN DE BARMHARTIGE SAMARITAAN TYPEERT CHRISTUS (1) - GPPB. (13-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE PRIESTER EN DE LEVIET VERTEGENWOORDIGEN DE VACUUM-VERPAKTE REFO-PRIESTERSCHAAR EN DE BARMHARTIGE SAMARITAAN TYPEERT CHRISTUS (1)

Schriftlezing: Lukas 10

Tekst voor de prediking:
"En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? En Hij zeide tot hem: Wat is in de wet geschreven? Hoe leest gij? En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven. En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geantwoord; doe dat, en gij zult leven. Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? En Jezus, antwoordende, zeide: Een zeker mens kwam af van Jeruzalem naar Jericho, en viel onder de moordenaars, welke, hem ook uitgetogen, en daartoe zware slagen gegeven hebbende, heengingen, en lieten hem half dood liggen. En bij geval kwam een zeker priester denzelven weg af, en hem ziende, ging hij tegenover hem voorbij. En desgelijks ook een Leviet, als hij was bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en ging tegenover hem voorbij. Maar een zeker Samaritaan, reizende, kwam omtrent hem, en hem ziende, werd hij met innerlijke ontferming bewogen. En hij, tot hem gaande, verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen beest, voerde hem in de herberg en verzorgde hem. En des anderen daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf ze den waard, en zeide tot hem: Draag zorg voor hem: en zo wat gij meer aan hem ten koste zult leggen, dat zal ik u wedergeven, als ik wederkom. Wie dan van deze drie dunkt u de naaste geweest te zijn desgenen, die onder de moordenaars gevallen was? En hij zeide: Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo zeide dan Jezus tot hem: Ga heen, en doe gij desgelijks. En het geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis. En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde. Doch Martha was zeer bezig met veel dienens, en daarbij komende, zeide zij: Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg dan haar, dat zij mij helpe. En Jezus, antwoordende, zeide tot haar: Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen; maar een ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden", Luk. 10:25-42.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DOMINEES DIE TUSSEN EEN LICHAMELIJKE GENEZING DOOR CHRISTUS EN DE WEDERGEBOORTE EEN IS-GELIJK-TEKEN ZETTEN, ZIJN GENADELOZE VALSE LERAARS (2) - GPPB. (06-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DOMINEES DIE TUSSEN EEN LICHAMELIJKE GENEZING DOOR CHRISTUS EN DE WEDERGEBOORTE EEN IS-GELIJK-TEKEN ZETTEN, ZIJN GENADELOZE VALSE LERAARS (2)

Schriftlezing: Markus 5

Tekst voor de prediking:
"En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had, en veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare daaraan ten koste gelegd en geen baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was; deze van Jezus horende, kwam onder de schare van achteren, en raakte Zijn kleed aan; want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden. En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen was. En terstond Jezus, bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt? En Hij zag rondom om haar te zien, die dat gedaan had. En de vrouw, vrezende en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam en viel voor Hem neder, en zeide Hem al de waarheid. En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede, en zijt genezen van deze uw kwaal", Mark. 5:25-34.

GG-BLAD "DE SAAMBINDER" PROPVOL KETTERIJEN


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET AFVALLIGE REFODOM GEEFT WEF-PREMIER RUTTE, DIE DE ABORTUSSLACHTHUIZEN OP VOLLE TOEREN LAAT DRAAIEN EN NL HEEFT UITGELEVERD AAN DE NAZI-TYRANNIEKE WEF, EEN ACHT EN DAARMEE GOOIT HET AFVALLIGE REFODOM CHRISTUS DEFINITIEF OVERBOORD (1) - GPPB. (06-02-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET AFVALLIGE REFODOM GEEFT WEF-PREMIER RUTTE, DIE DE ABORTUSSLACHTHUIZEN OP VOLLE TOEREN LAAT DRAAIEN EN NL HEEFT UITGELEVERD AAN DE NAZI-TYRANNIEKE WEF, EEN ACHT EN DAARMEE GOOIT HET AFVALLIGE REFODOM CHRISTUS DEFINITIEF OVERBOORD (1)

Schriftlezing: Jeremia 5

Tekst voor de prediking:
"Doch ik zeide: Zekerlijk, deze zijn arm; zij handelen zottelijk, omdat zij den weg des HEEREN, het recht hun Gods niet weten. Ik zal gaan tot de groten, en met hen spreken, want die weten den weg des HEEREN, het recht huns Gods; maar zij hadden te zamen het juk verbroken, en de banden verscheurd", Jer. 5:4-5.

"Dewelken, daar zij het recht Gods weten, namelijk, dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn, niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen", Rom. 1:32.


DE GEALLIEERDEN WAREN GOED GENOEG OM EUROPA TE BEVRIJDEN VAN DE NAZI-TYRANNIE, TERWIJL DIEZELFDE NAZI-TYRANNIE MET RD-VLAG EN SGP-WIMPEL WORDT BINNENGEHAALD EN TOEGEJUICHT, INCLUSIEF DOOR DE AFVALLIGE REFO-PRIESTERSCHAAR ! CANADA IS NOG VOL MET GEUZENBLOED, MAAR REFO-NL PLUILT UIT VAN NAAMGRISTLIJKE NSB-VERRADERS !


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE GOD EREN WORDEN GEHAAT, VERVOLGD EN NAAR HET LEVEN GESTAAN, TERWIJL HUURLINGEN WERKEN OM LOON, GESCHENKEN AANNEMEN EN HET RECHT BUIGEN (2) - GPPB. (30-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE GOD EREN WORDEN GEHAAT, VERVOLGD EN NAAR HET LEVEN GESTAAN, TERWIJL HUURLINGEN WERKEN OM LOON, GESCHENKEN AANNEMEN EN HET RECHT BUIGEN (2)

Schriftlezing: Handelingen 4

Tekst voor de prediking:
"Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te horen dan God. Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben", Hand. 4:19-20

"En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken", Hand. 4:29.

"Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan den mensen. De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende Hem aan het hout. Deze heeft God door Zijn rechter hand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israel te geven bekering en vergeving der zonden. En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn. Als zij nu dit hoorden, barstte hun het hart, en zij hielden raad, om hen te doden", Hand. 5:29-33.

"Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij. Wien van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? En zij hebben gedood degenen, die te voren verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, van Welken gijlieden nu verraders en moordenaars geworden zijt. Gij, die de wet ontvangen hebt door bestellingen der engelen, en hebt ze niet gehouden! Als zij nu dit hoorden, berstten hun harten, en zij knersten de tanden tegen hem", Hand. 7:51-57.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1. WIE HET ZIJN DIE GOD EREN; 2. WAT HET IS OM DOOR GOD GE-EERD TE WORDEN; 3. WIE HET ZIJN DIE GOD VERSMADEN; 4. WAT HET IS OM DOOR GOD LICHT GEACHT TE WORDEN (1) - GPPB. (30-01-2022)(  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
1. WIE HET ZIJN DIE GOD EREN; 2. WAT HET IS OM DOOR GOD GE-EERD TE WORDEN; 3. WIE HET ZIJN DIE GOD VERSMADEN; 4. WAT HET IS OM DOOR GOD LICHT GEACHT TE WORDEN (1)

Schriftlezing: 1 Samuel 2

Tekst voor de prediking:
"De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen", 1 Sam. 2:6.

"Doch de zonen van Eli waren kinderen Belials; zij kenden den HEERE niet", 1 Sam. 2:12.

"Want die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden", 1 Sam. 2:30b.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WAARACHTIGE BEKERING IN HET LEVEN VAN DE VERLOREN ZOON EN DE NEP-BEKERINGSLEER IN DE REFFOKERKEN (2) - GPPB. (23-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WAARACHTIGE BEKERING IN HET LEVEN VAN DE VERLOREN ZOON EN DE NEP-BEKERINGSLEER IN DE REFFOKERKEN (2)

Schriftlezing: Lukas 15

Tekst voor de prediking:
"En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen. En de jongste van hen zeide tot den vader: Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt. En hij deelde hun het goed. En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk. En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden. En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien. En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger! Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u; en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen. En opstaande ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden. Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; en brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn. En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei, en tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn. En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft. Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem. Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn. Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht. En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden", Luk. 15:11-32.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET GOUDEN JUK VAN CHRISTUS IS ZACHT EN ZIJN GENADELAST IS LICHT, IN TEGENSTELLING TOT HET IJZEREN JUK DER WET (1) - GPPB. (23-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET GOUDEN JUK VAN CHRISTUS IS ZACHT EN ZIJN GENADELAST IS LICHT, IN TEGENSTELLING TOT HET IJZEREN JUK DER WET (1)

Schriftlezing: Mattheus 11

Tekst voor de prediking:
"Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht", Matth. 11:28-30.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ZWAAR BEPROEFDE JOB IS BELUST OM ZIJN ZAAK TE VERDEDIGEN VOOR ZIJN BESCHULDIGENDE VRIENDEN EN OOK VOOR GOD (2) - GPPB. (16-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ZWAAR BEPROEFDE JOB IS BELUST OM ZIJN ZAAK TE VERDEDIGEN VOOR ZIJN BESCHULDIGENDE VRIENDEN EN OOK VOOR GOD (2)

Schriftlezing: Job 13

Tekst voor de prediking:
"Ziet, dat alles heeft mijn oog gezien, mijn oor gehoord en verstaan. Gelijk gijlieden het weet, weet ik het ook; ik zwicht niet voor u. Maar ik zal tot den Almachtige spreken, en ben belust mij te verdedigen voor God. Want gewisselijk, gij zijt leugenstoffeerders; gij allen zijt nietige medicijnmeesters. Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen. Hoort toch mijn verdediging, en merkt op de twistingen mijner lippen. Zult gij voor God onrecht spreken, en zult gij voor Hem bedriegerij spreken? Zult gij Zijn aangezicht aannemen? Zult gij voor God twisten? Zal het goed zijn, als Hij u zal onderzoeken? Zult gij met Hem spotten, gelijk men met een mens spot? Hij zal u gewisselijk bestraffen, zo gij in het verborgene het aangezicht aanneemt. Zal u niet Zijn hoogheid verschrikken, en Zijn vreze over u vallen? Uw gedachtenissen zijn gelijk as, uw hoogten als hoogten van leem. Houdt stil van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, wat het zij. Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden nemen, en mijn ziel in mijn hand stellen? Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen. Ook zal Hij mij tot zaligheid zijn; maar een huichelaar zal voor Zijn aangezicht niet komen. Hoort naarstiglijk mijn rede, en mijn aanwijzing met uw oren. Ziet nu, ik heb het recht ordentelijk gesteld; ik weet, dat ik rechtvaardig zal verklaard worden. Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven. Alleenlijk doe twee dingen niet met mij; dan zal ik mij van Uw aangezicht niet verbergen. Doe Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij niet verbaasd. Roep dan, en ik zal antwoorden; of ik zal spreken, en geef mij antwoord. Hoeveel misdaden en zonden heb ik? Maak mijn overtreding en mijn zonden mij bekend. Waarom verbergt Gij Uw aangezicht, en houdt mij voor Uw vijand? Zult Gij een gedreven blad verbrijzelen, en zult Gij een drogen stoppel vervolgen? Want Gij schrijft tegen mij bittere dingen; en Gij doet mij erven de misdaden mijner jonkheid. Gij legt ook mijn voeten in den stok, en neemt waar al mijn paden; Gij drukt U in de wortelen mijner voeten, en hij veroudert als een verrotting, als een kleed, dat de mot opeet", Job 13.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOB WIJST ZIJN VALSE VRIENDEN OP GODS LESSEN IN DE DIERENWERELD EN PROFETEERT DAT GOD DE KONINGEN DER AARDE VRESELIJK IS (1) - GPPB. (16-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
JOB WIJST ZIJN VALSE VRIENDEN OP GODS LESSEN IN DE DIERENWERELD EN PROFETEERT DAT GOD DE KONINGEN DER AARDE VRESELIJK IS (1)

Schriftlezing: Job 12

Tekst voor de prediking:
"Maar Job antwoordde en zeide: Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven! Ik heb ook een hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen? Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot. Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen. De tenten der verwoesters hebben rust, en die God tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand toebrengt. En waarlijk, vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven. Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen. Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet? In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen. Zal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand. Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand. Ziet, Hij breekt af, en het zal niet herbouwd worden; Hij besluit iemand, en er zal niet opengedaan worden. Ziet, Hij houdt de wateren op, en zij drogen uit; ook laat Hij ze uit, en zij keren de aarde om. Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet dwalen. Hij voert de raadsheren beroofd weg, en de rechters maakt Hij uitzinnig, Den band der koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lenden. Hij voert de oversten beroofd weg, en de machtigen keert Hij om. Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg. Hij giet verachting over de prinsen uit, en Hij verslapt den riem der geweldigen. Hij openbaart de diepten uit de duisternis, en des doods schaduwe brengt Hij voort in het licht. Hij vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt de volken uit, en leidt ze. Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is. Zij tasten in de duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen, als een dronkaard", Job 12.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE LIBERALE EN GODSDIENSTIGE WERELD HEBBEN CHRISTUS ZONDER OORZAAK GEHAAT, GELDT OOK ALLEN DIE VAN CHRISTUS ZIJN (2) - GPPB. (09-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE LIBERALE EN GODSDIENSTIGE WERELD HEBBEN CHRISTUS ZONDER OORZAAK GEHAAT, GELDT OOK ALLEN DIE VAN CHRISTUS ZIJN (2)

Schriftlezing: Johannes 16

Tekst voor de prediking:
"Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. Gedenk des Woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. Maar al deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft. Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader. Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. Maar dit geschiedt, opdat het woord vervuld worde, dat in hun wet geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat. Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest", Joh. 15:16-27.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

IN CHRISTUS BLIJVEN DOOR IN HEM TE BLIJVEN, IN ZIJN GEBODEN, LIEFDE EN LEER TE BLIJVEN (1) - GPPB. (09-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
IN CHRISTUS BLIJVEN DOOR IN HEM TE BLIJVEN, IN ZIJN GEBODEN, LIEFDE EN LEER TE BLIJVEN (1)

Schriftlezing: Johannes 15

Tekst voor de prediking:
"Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn. Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde. Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde. Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt", Joh. 15:1-15.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINEHAS OEFENDE GERICHT EN DE PLAAG WERD OPGEHOUDEN, IN TEGENSTELING TOT DE AFVALLIG-CENSUURLOZE REFOKERKEN, DIE AAN BAAL PEOR -AKA MOLOCH- OFFEREN (RD/SGP/SODOM/ROME/KILLERVACCIN/NAZI-DONOR/QR-CODE/666) EN DE LICHAAMS- EN ZIELSVERWOESTENDE PLAGEN OVER ZICH HEBBEN UITGEROEPEN (2) - GPPB. (02-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINEHAS OEFENDE GERICHT EN DE PLAAG WERD OPGEHOUDEN, IN TEGENSTELING TOT DE AFVALLIG-CENSUURLOZE REFOKERKEN, DIE AAN BAAL PEOR -AKA MOLOCH- OFFEREN (RD/SGP/SODOM/ROME/KILLERVACCIN/NAZI-DONOR/QR-CODE/666) EN DE LICHAAMS- EN ZIELSVERWOESTENDE PLAGEN OVER ZICH HEBBEN UITGEROEPEN (2)

Schriftlezing: Psalm 106

Tekst voor de prediking:
"Ook hebben zij zich gekoppeld aan Baal-peor, en zij hebben de offeranden der doden gegeten. En zij hebben den Heere tot toorn verwekt met hun daden, zodat de plaag een inbreuk onder hen deed. Toen stond Pinehas op, en hij oefende gericht, en de plaag werd opgehouden. En het is hem gerekend tot gerechtigheid, van geslacht tot geslacht tot in eeuwigheid", Ps. 106:28-31.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DAVID ZEGT DE OPROERIGE WERKERS DER ONGERECHTIGHEID DE PIJLEN EN DE PLAGEN GODS AAN (1) - GPPB. (02-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DAVID ZEGT DE OPROERIGE WERKERS DER ONGERECHTIGHEID DE PIJLEN EN DE PLAGEN GODS AAN (1)

Schriftlezing: Psalm 62, 63 en 64

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik. Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid. Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl; om in verborgen plaatsen den oprechte te schieten; haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet. Zij sterken zichzelven in een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen; zij zeggen: Wie zal ze zien? Zij doorzoeken allerlei schalkheid; ten uiterste doorzoeken zij, wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart. Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er. En hun tong zal hen doen aanstoten tegen zichzelven; een ieder, die hen ziet, zal zich wegpakken. En alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen, en Zijn doen verstandelijk aanmerken. De rechtvaardige zal zich verblijden in den HEERE, en op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart zullen zich beroemen", Ps. 64.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NIEUWJAARSDAG 2022 - DE SCEPTER VAN CHRISTUS ELIMINEERT DE WOEDENDE VOLKEN EN DE SAMENZWERENDE KONINGEN - GPPB. (01-01-2022)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NIEUWJAARSDAG 2022 - DE SCEPTER VAN CHRISTUS ELIMINEERT DE WOEDENDE VOLKEN EN DE SAMENZWERENDE KONINGEN

Schriftlezing: Psalm 2

Tekst voor de prediking:
"Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende: Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen", Ps. 2.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


http://www.providencemountainranch.com