AUDIO PREKEN 2023
ATTENTIE - TEMP-FILE MOET REGELMATIG GELEEGD WORDEN VOOR OPTIMALE ONLINE-WERKING        
Plaats in winkelmandjeMandje

ATTENTIE - "AUDIO PREKEN 2024" EN "2024 THEOLOGIE EINDTIJD/RUBRIEK" ZIJN REEDS OP DEZE WEBSITE GEPUBLICEERD, MAAR ALS DIT NIET OP UW COMPUTER VERSCHIJNT, MOET U UW TEMP-FILE LEGEN IN LOCAL/APPDATA/TEMP, WAARIN HET OUDE FRAME VAN DEZE WEBSITE IS OPGESLAGEN EN DIE MOET VERWIJDERD WORDEN, WANT DAN PAS WORDT HET NIEUWE FRAME MET DE 2024-PREKEN EN 2024-ARTIKELEN ZICHTBAAR ALS U ONLINE GAAT

OUDEJAARSDAG 2023 - JOHANNES KRIJGT EEN BLIK IN HET NIEUWE JERUZALEM, NEDERDALENDE VAN GOD UIT DE HEMEL (2) - GPPB. (31-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OUDEJAARSDAG 2023 - JOHANNES KRIJGT EEN BLIK IN HET NIEUWE JERUZALEM, NEDERDALENDE VAN GOD UIT DE HEMEL (2)

Schriftlezing:
Openbaring 21

Tekst voor de prediking:
"En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw. En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet. Die overwint, zal alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. En tot mij kwam een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal. En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de namen der twaalf geslachten der kinderen Israels. Van het oosten waren drie poorten, van het noorden drie poorten, van het zuiden drie poorten, van het westen drie poorten. En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams. En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien; de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk. En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, naar de maat eens mensen, welke des engels was. En het gebouw van haar muur Jaspis; en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk. En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd. Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet, het achtste Beryl, het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth, het twaalfde Amethyst. En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, een iedere poort was elk uit een paarl; en de straat der stad was zuiver goud; gelijk doorluchtig glas. En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. En haar poorten zullen niet gesloten worden des daags; want aldaar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams", Openb. 21.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OUDEJAARSDAG 2023 - CHRISTUS HANTEERT DE SLEUTELS DER HEL OM ZIJN VOLK DER HEL TE ONTRUKKEN EN OM DE DUIVEL, DE GOG EN DE MAGOG ERIN TE WERPEN (1) - GPPB. (31-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OUDEJAARSDAG 2023 - CHRISTUS HANTEERT DE SLEUTELS DER HEL OM ZIJN VOLK DER HEL TE ONTRUKKEN EN OM DE DUIVEL, DE GOG EN DE MAGOG ERIN TE WERPEN (1)

Schriftlezing:
Openbaring 20

Tekst voor de prediking:
"En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en een grote keten in zijn hand; en hij greep den draak, de oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; en wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geeindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden. En ik zag tronen, en zij zaten op dezelve; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en deszelfs beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren. Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geeindigd waren. Deze is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren. En wanneer de duizend jaren zullen geeindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden worden. En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee. En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden. En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. En ik zag een groten witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden. En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs", Openb. 20.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2e KERSTDAG 2023 - SIMEON PROFETEERT OVER CHRISTUS: EEN LICHT TOT VERLICHTING DER HEIDENEN EN TOT ZALIGHEID VAN ZIJN VOLK ISRAEL; DAT HIJ GEZET IS TOT EEN VAL EN OPSTANDING VELER IN ISRAEL, TOT EEN TEKEN DAT WEDERSPROKEN ZAL WORDEN, EN DAT ER EEN ZWAARD DOOR MARIA'S ZIEL ZOU GAAN (2) - GPPB. (25-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
2e KERSTDAG 2023 - DE PROFETIE VAN SIMEON OVER CHRISTUS GAAT OOK IN ONZE DAGEN IN VERVULLING, WANT CHRISTUS IS GEZET TOT EEN VAL EN OPSTANDING VELER BELIJDERS EN TOT EEN TEKEN DAT WEDERSPROKEN ZAL WORDEN (2)

Schriftlezing:
Lukas 2:25-52

Tekst voor de prediking:
"En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem. En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien. En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen; zo nam hij Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide: Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw Woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. (En ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden", Luk. 2:25-35.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2e KERSTDAG 2023 - DE HERDERS UIT EFRATHA'S VELDEN WAREN HET UITSCHOT VAN DE WERELD, MAAR DIE HAD GOD UITVERKOREN OM VOOR HEN DE HEMEL TE OPENEN, OPDAT ZIJ DE GEBOORTE VAN CHRISTUS UIT DE MOND DES ENGELS ZOUDEN VERNEMEN, HET KINDEKE JEZUS MET HAAST TE AANBIDDEN, HEM WELKOM TE HETEN IN DE BEESTENSTAL VAN HUN HART EN ALOM ZIJN LOF TE VERTELLEN (1) - GPPB. (25-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
2e KERSTDAG 2023 - DE HERDERS UIT EFRATHA'S VELDEN WAREN HET UITSCHOT VAN DE WERELD, MAAR DIE HAD GOD UITVERKOREN OM VOOR HEN DE HEMEL TE OPENEN, OPDAT ZIJ DE GEBOORTE VAN CHRISTUS UIT DE MOND DES ENGELS ZOUDEN VERNEMEN, HET KINDEKE JEZUS MET HAAST TE AANBIDDEN, HEM WELKOM TE HETEN IN DE BEESTENSTAL VAN HUN HART EN ALOM ZIJN LOF TE VERTELLEN (1)

Schriftlezing:
Lukas 2

Tekst voor de prediking:
"En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe. En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was. En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart. En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was..


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1e KERSTDAG 2023 - HET AFSCHEIDSLIED VAN MOZES AAN DE VOET VAN DE BERG NEBO (2) - GPPB. (24-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
1e KERSTDAG 2023 - HET AFSCHEIDSLIED VAN MOZES AAN DE VOET VAN DE BERG NEBO (2)

NOTE: DEZE PREEK IS NIET OPGENOMEN VANWEGE EEN COMPUTER-STOORNIS

Schriftlezing:
Deuteronomium 32

Tekst voor de prediking:
"Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils. Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde goden; door gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt. Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben. Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft. Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid tegen zijn zonen en zijn dochteren. En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is. Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal hen tot ijver verwekken door diegenen, die geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken. Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen verschieten. Uitgeteerd zullen zij zijn van honger, opgegeten van den karbonkel en bitter verderf; en Ik zal de tanden der beesten onder hen schikken, met vurig venijn van slangen des stofs. Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind met den grijzen man. Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden; ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht. Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is geen verstand in hen. O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de HEERE hen overgeleverd had? Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters zijnde. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten? Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten. Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op welken zij betrouwden? Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u zij. Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt!" Deut. 32:15-39.


----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1e KERSTDAG 2023 - MARIA DE MOEDER DES HEEREN BEZINGT HAAR ZALIGE LOT EN DE LOF DES HEEREN IN HAAR LOFZANG, WAARIN ZE OOK DE VIJANDEN VAN CHRISTUS TERECHTSTELT (1) - GPPB. (24-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
1e KERSTDAG 2023 - MARIA DE MOEDER DES HEEREN BEZINGT HAAR ZALIGE LOT EN DE LOF DES HEEREN IN HAAR LOFZANG, WAARIN ZE OOK DE VIJANDEN VAN CHRISTUS TERECHTSTELT (1)

Schriftlezing:
Lukas 2:26-56

Tekst voor de prediking:
"En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere; En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker; Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten. Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen. Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden. Hij heeft Israel, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid. En Maria bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis", Luk. 1:46-56.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE ZICH UITGEVEN VOOR DOMINEE, MAAR HET ZWAARD DES WOORDS NIET BLOEDIG HANTEREN, DOEN DES HEEREN WERK BEDRIEGLIJK, HEBBEN GEEN GODDELIJKE ROEPING EN ZIJN VAN GODSWEGE VERVLOEKT (2) - GPPB. (17-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE ZICH UITGEVEN VOOR DOMINEE, MAAR HET ZWAARD DES WOORDS NIET BLOEDIG HANTEREN, DOEN DES HEEREN WERK BEDRIEGLIJK, HEBBEN GEEN GODDELIJKE ROEPING EN ZIJN VAN GODSWEGE VERVLOEKT (2)

Schriftlezing:
Jeremia 48

Tekst voor de prediking:
"Vervloekt zij, die des HEEREN werk bedriegelijk doet; ja, vervloekt zij, die zijn zwaard van het bloed onthoudt!" Jer. 48:10.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE EEN VERBOND GEMAAKT HEBBEN MET DE DOOD EN EEN VOORZICHTIG VERDRAG MET DE HEL, ZIJN TE HERKENNEN AAN HET FEIT DAT ZIJ DWALEN IN HET GEZICHT EN WAGGELEN IN HET GERICHT (1) - GPPB. (17-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE EEN VERBOND GEMAAKT HEBBEN MET DE DOOD EN EEN VOORZICHTIG VERDRAG MET DE HEL, ZIJN TE HERKENNEN AAN HET FEIT DAT ZIJ DWALEN IN HET GEZICHT EN WAGGELEN IN HET GERICHT (1)

Schriftlezing:
Jesaja 28

Tekst voor de prediking:
"Wee de hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk sieraad is een afvallende bloem, die daar is op het hoofd der zeer vette vallei, der geslagenen van den wijn. Ziet, de Heere heeft een sterke en machtige, er is gelijk een hagelvloed, een poort des verderfs; gelijk een vloed der sterke wateren; die overvloeien, zal Hij ze ter aarde nederwerpen met de hand. De hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden. En de afvallende bloem zijns heerlijken sieraads, die op het hoofd der zeer vette vallei is, zal zijn gelijk een vroegrijpe vrucht voor den zomer, welke, wanneer ze iemand ziet, terwijl zij nog in zijn hand is, slokt hij ze op. Te dien dage zal de HEERE der heirscharen tot een heerlijke Kroon en tot een sierlijken Krans zijn den overgeblevenen Zijns volks; en tot een Geest des oordeels dien, die ten oordeel zit, en tot een sterkte dengenen, die den strijd afkeren tot de poort toe. En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van sterken drank; zij dwalen in het gezicht; zij waggelen in het gericht. Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is. Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten? Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig. Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken; tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen. Zo zal hun het Woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; opdat zij heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen worden. Daarom, hoort des HEEREN woord, gij bespotters, gij heersers over dit volk, dat te Jeruzalem is! Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten. En Ik zal het gericht stellen naar het richtsnoer, en de gerechtigheid naar het paslood; en de hagel zal de toevlucht der leugen wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats overlopen. En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden. Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen zal. Want het bed zal korter zijn, dan dat men zich daarop uitstrekken kunne; en het deksel zal te smal wezen, als men zich daaronder voegt. Want de HEERE zal Zich opmaken, gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te doen, Zijn werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen, Zijn daad zal vreemd zijn! Nu dan, drijft den spot niet, opdat uw banden niet vaster gemaakt worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen gehoord een verdelging, ja, een, die vast besloten is over het ganse land.", Jes. 28:1-22.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A.(3) - HET LEVEN BUITEN DE LEGERPLAATS MET CHRISTUS, ZIJN SMAADHEID DRAGENDE, IS VOOR DE HYPOCRIETEN EEN HEL (2) - GPPB. (10-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A.(3) - HET LEVEN BUITEN DE LEGERPLAATS MET CHRISTUS, ZIJN SMAADHEID DRAGENDE, IS VOOR DE HYPOCRIETEN EEN HEL (2)

Schriftlezing:
Hebreen 13

Tekst voor de prediking:
"Dat de broederlijke liefde blijve. Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd. Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld waart. Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen. Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen. Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben. Wij hebben een altaar, van hetwelk geen macht hebben te eten, die den tabernakel dienen. Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats. Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden. Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen. Zijt uw voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig. Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen. En ik bid u te meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge wedergegeven worden. De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. Doch ik bid u, broeders, verdraagt het woord dezer vermaning; want ik heb u in het kort geschreven. Weet, dat de broeder Timotheus losgelaten is, met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien. Groet al uw voorgangeren, en al de heiligen. U groeten die van Italie zijn. De genade zij met u allen. Amen", Hebr. 13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A.(2) - GIJ HEBT NOG TOT DEN BLOEDE TOE NIET TEGENGESTAAN, STRIJDENDE TEGEN DE ZONDE VAN KERK, LAND EN VOLK (1) - GPPB. (10-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A.(2) - GIJ HEBT NOG TOT DEN BLOEDE TOE NIET TEGENGESTAAN, STRIJDENDE TEGEN DE ZONDE VAN KERK, LAND EN VOLK (1)

Schriftlezing:
Hebreen 12

Tekst voor de prediking:
"Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is; ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God. Want aanmerkt Dezen, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen. Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde; en gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt; want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt. Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet zonen. Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven? Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden. En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn. Daarom richt weder op de trage handen, en de slappe knieen; en maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen worde", Hebr. 12:1-13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - GODS WARE VOLK HERKENT ZICH IN DE NAMEN EN GELOOFSDADEN VAN DE RIJ DER GELOOFSHELDEN IN HEBREEN 11 (2) - GPPB. (03-12-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - GODS WARE VOLK HERKENT ZICH IN DE NAMEN EN GELOOFSDADEN VAN DE RIJ DER GELOOFSHELDEN IN HEBREEN 11 (2)

Schriftlezing:
Hebreen 11

Tekst voor de prediking:
"Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken. Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou. Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte. Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht, Die het beloofd had. Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, zovelen in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is. Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd, (tot denwelken gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken; Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft. Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend aangaande toekomende dingen. Door het geloof heeft Jakob, stervende, een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en heeft aangebeden, leunende op het opperste van zijn staf. Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet. Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden; verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke. Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen hen niet raken zou. Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, zijn verdronken. Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd waren geweest. Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen. En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Simson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten; welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt; de kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht; de vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht; hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk gehandeld zijnde; (welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen der aarde. En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden", Hebr. 11.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING H.A.- DE GROND DER ZALIGHEID -DE DOOD VAN CHRISTUS- IS OOK DE GROND VOOR DEELNAME AAN HET H.A. (1) - GPPB. (03-12-2023)   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING H.A.- DE GROND DER ZALIGHEID -DE DOOD VAN CHRISTUS- IS OOK DE GROND VOOR DEELNAME AAN HET H.A. (1)

Schriftlezing:
Romeinen 5

Tekst voor de prediking:
"Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven. Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn. Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven. En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben", Rom. 5:1-11.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE APOSTOLISCHE LEER OMTRENT DE KINDERDOOP EN DE TOEPASSING VAN HET HEIL DIE ALLEEN EN UITSLUITEND TE BEURT VALT AAN HET UITVERKOREN UITSCHOT DER WERELD (2) - GPPB. (26-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE APOSTOLISCHE LEER OMTRENT DE KINDERDOOP EN DE TOEPASSING VAN HET HEIL DIE ALLEEN EN UITSLUITEND TE BEURT VALT AAN HET UITVERKOREN UITSCHOT DER WERELD (2)

Schriftlezing:
1 Korinthe 1

Tekst voor de prediking:
"En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. Is Christus gedeeld? Is Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus naam gedoopt? Ik dank God, dat ik niemand van ulieden gedoopt heb, dan Krispus en Gajus; opdat niet iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb. Doch ik heb ook het huisgezin van Stefanus gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt heb. Want Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde. Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods; want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? Want nademaal, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven; overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid zoeken; doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen. Want gij ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen; en het onedele der wereld, en het verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken; opdat geen vlees zou roemen voor Hem. Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere", 1 Kor. 1:12-31.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - OOK IN ONZE DAGEN VAN ALGEHELE AFVAL WORDEN GODS KINDEREN DOOR CHRISTUS BEPROEFT, ZEGGENDE: 'WILT GIJLIEDEN OOK NIET WEGGAAN?' (1) - GPPB. (26-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - OOK IN ONZE DAGEN VAN ALGEHELE AFVAL WORDEN GODS KINDEREN DOOR CHRISTUS BEPROEFT, ZEGGENDE: "WILT GIJLIEDEN OOK NIET WEGGAAN?" (1)

Schriftlezing:
Johannes 6

Tekst voor de prediking:
"Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. Jezus dan zeide tot de twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods", Joh. 6:66-69.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ER IS MAAR EEN HEILIGE ALGEMENE CHRISTELIJKE KERK, BESTAANDE UIT GELOVIGE JODEN EN GELOVIGE HEIDENEN, DIE UITGEBREID ZAL WORDEN TOT DE JONGSTE DAG EN IN HET MERENDEEL DER JODEN EN DER HEIDENEN HEEFT GOD GEEN WELGEVALLEN, WANT CHRISTUS HEEFT ALLEEN ZIJN BLOED GESTORT VOOR HET OVERBLIJFSEL NAAR DE VERKIEZING ZIJNER GENADE ONDER JOOD EN HEIDEN (2) - GPPB. (19-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ER IS MAAR EEN HEILIGE ALGEMENE CHRISTELIJKE KERK, BESTAANDE UIT GELOVIGE JODEN EN GELOVIGE HEIDENEN, DIE UITGEBREID ZAL WORDEN TOT DE JONGSTE DAG EN IN HET MERENDEEL DER JODEN EN DER HEIDENEN HEEFT GOD GEEN WELGEVALLEN, WANT CHRISTUS HEEFT ALLEEN ZIJN BLOED GESTORT VOOR HET OVERBLIJFSEL NAAR DE VERKIEZING ZIJNER GENADE ONDER JOOD EN HEIDEN (2)

Schriftlezing:
Zacharia 2 en 3

Tekst voor de prediking:
" Wederom hief ik mijn ogen op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer. En ik zeide: Waar gaat gij henen? En hij zeide tot mij: Om Jeruzalem te meten; om te zien, hoe groot haar breedte, en hoe groot haar lengte wezen zal. En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem tegemoet. En hij zeide tot hem: Loop, spreek dezen jongeling aan, zeggende: Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden, vanwege de veelheid der mensen en der beesten, die in het midden derzelve wezen zal. En Ik zal haar wezen, spreekt de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar. Hui, hui, vliedt toch uit het Noorderland, spreekt de HEERE; want Ik heb ulieden uitgebreid naar de vier winden des hemels, spreekt de HEERE. Hui, Sion! ontkomt gij, die woont bij de dochter van Babel! Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Naar de heerlijkheid over u, heeft Hij mij gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die raakt Zijn oogappel aan. Want ziet, Ik zal Mijn hand over henlieden bewegen, en zij zullen hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden weten, dat de HEERE der heirscharen mij gezonden heeft. Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE. En vele heidenen zullen te dien dage den HEERE toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in het midden van u wonen; en gij zult weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dan zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen. Zwijg, alle vlees, voor het aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN; en de satan stond aan zijn rechterhand, om hem te wederstaan. Doch de HEERE zeide tot den satan: De HEERE schelde u, gij satan! ja, de HEERE schelde u, Die Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? Josua nu was bekleed met vuile klederen, als hij voor het aangezicht des Engels stond. Toen antwoordde Hij, en sprak tot degenen, die voor Zijn aangezicht stonden, zeggende: Doet deze vuile klederen van hem weg. Daarna sprak Hij tot hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen, en Ik zal u wisselklederen aandoen. Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des HEEREN stond daarbij. Toen betuigde de Engel des HEEREN Josua, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Indien gij in Mijn wegen zult wandelen, en indien gij Mijn wacht zult waarnemen, zo zult gij ook Mijn huis richten, en ook Mijn voorhoven bewaren; en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier staan. Hoor nu toe, Josua, gij hogepriester! gij en uw vrienden, die voor uw aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken; want ziet, Ik zal Mijn Knecht, de SPRUITE, doen komen. Want ziet, aangaande dien steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel graveren, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen. Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zult gijlieden een iegelijk zijn naaste nodigen tot onder den wijnstok en tot onder den vijgeboom", Zach. 2-3.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VALSE LERAARS WANDELEN ANDERS, NAMELIJK, MET EEN VROOM-VLESELIJK GELAAT OP DE BREDE WEG, OPDAT ZIJ VANWEGE HET KRUIS VAN CHRISTUS NIET ZOUDEN VERVOLGD WORDEN (1) - GPPB. (19-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VALSE LERAARS WANDELEN ANDERS, NAMELIJK, MET EEN VROOM-VLESELIJK GELAAT OP DE BREDE WEG, OPDAT ZIJ VANWEGE HET KRUIS VAN CHRISTUS NIET ZOUDEN VERVOLGD WORDEN (1)

Schriftlezing:
Filippensen 3

Tekst voor de prediking:
"Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken aardse dingen bedenken", Filip. 3:18-19.

"Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden. Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden", Gal. 6:12-13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE DE ROOMSE TWEE-MENS LEER AANHANGEN, ZIJN NOOIT WAARLIJK DOOR CHRISTUS VRIJGEMAAKT EN ZIJN LID VAN HET HALFVERLOSTE CHRISTENDOM (2) - GPPB. (12-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE DE ROOMSE TWEE-MENS LEER AANHANGEN, ZIJN NOOIT WAARLIJK DOOR CHRISTUS VRIJGEMAAKT EN ZIJN LID VAN HET HALFVERLOSTE CHRISTENDOM (2)

Schriftlezing:
Galaten 5

Tekst voor de prediking:
"Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen. Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn. En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen. Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen. Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende. Gij liept wel; wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn? Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept. Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg. Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij. Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd. Och, of zij ook afgesneden werden, die u onrustig maken! Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven. Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt. En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet. Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet", Gal. 5:1-18.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VALSE LERAARS DIE GODS WARE VOLK NOG EEN OUDE MENS AANSMEREN, LEVEN IN DE ZONDE VAN GEESTELIJK OVERSPEL, ZIJN NIET DER WET GESTORVEN EN DOEN HET OFFER VAN CHRISTUS TENIET (1) - GPPB. (12-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VALSE LERAARS DIE GODS WARE VOLK NOG EEN OUDE MENS AANSMEREN, LEVEN IN DE ZONDE VAN GEESTELIJK OVERSPEL, ZIJN NIET DER WET GESTORVEN EN DOEN HET OFFER VAN CHRISTUS TENIET (1)

Schriftlezing:
Romeinen 7

Tekst voor de prediking:
"Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft? Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans. Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt. Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden. Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter", Rom. 7:1-6.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2023 - DE SEKTE DER FARIZEEN DIE GELOVIG GEWORDEN WAREN, LEERDEN OOK DE BESNIJDENIS, AKA DE REFO-ROOMSE TWEE-MENS LEER, DIE PETRUS AFSNIJDEND DE MOND STOPT (2) - GPPB. (05-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2023 - DE SEKTE DER FARIZEEN DIE GELOVIG GEWORDEN WAREN, LEERDEN OOK DE BESNIJDENIS, AKA DE REFO-ROOMSE TWEE-MENS LEER, DIE PETRUS AFSNIJDEND DE MOND STOPT (2)

Schriftlezing:
Handelingen 15

Tekst voor de prediking:
"En sommigen, die afgekomen waren van Judea, leerden de broederen, zeggende: Indien gij niet besneden wordt naar de wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden. Als er dan geen kleine wederstand en twisting geschiedde bij Paulus en Barnabas tegen hen, zo hebben zij geordineerd, dat Paulus en Barnabas, en enige anderen uit hen, zouden opgaan tot de apostelen en ouderlingen naar Jeruzalem, over deze vraag. Zij dan, van de Gemeente uitgeleid zijnde, reisden door Fenicie en Samarie, verhalende de bekering der heidenen; en deden al den broederen grote blijdschap aan. En te Jeruzalem gekomen zijnde, werden zij ontvangen van de Gemeente, en de apostelen, en de ouderlingen; en zij verkondigden, wat grote dingen God met hen gedaan had. Maar, zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden. En de apostelen en de ouderlingen vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten. En als daarover grote twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen, en geloven. En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons; en heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof. Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen? Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij. En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had", Hand. 15:1-12.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REFORMATIE 2023 - CORRECTIE OP DE STATENVERTALING - EEN IEGELIJK DIE IN CHRISTUS GELOOFD WORDT NIET GERECHTVAARDIGD, MAAR IS GERECHTVAARDIGD (1) - GPPB. (05-11-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
REFORMATIE 2023 - CORRECTIE OP DE STATENVERTALING - EEN IEGELIJK DIE IN CHRISTUS GELOOFD WORDT NIET GERECHTVAARDIGD, MAAR IS GERECHTVAARDIGD (1)

Schriftlezing:
Handelingen 13

Tekst voor de prediking:
"En dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd IS", Hand. 13:39.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE MASSALE BEKERING VAN HET VOLK DER JODEN IN GODS WOORD VOORZEGD EN DAT ZAL ZIJN EEN LEVEN UIT DE DODEN, UITGESLOTEN HET VERKEERDE GESLACHT (2) - GPPB. (29-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE MASSALE BEKERING VAN HET VOLK DER JODEN IN GODS WOORD VOORZEGD EN DAT ZAL ZIJN EEN LEVEN UIT DE DODEN, UITGESLOTEN HET VERKEERDE GESLACHT (2)

Schriftlezing:
Romeinen 11

Tekst voor de prediking:
"Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin. God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende: Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel. Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben. Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer. Wat dan? Hetgeen Israel zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden. (Gelijk geschreven is: God heeft hun gegeven een geest des diepen slaaps; ogen om niet te zien, en oren om niet te horen) tot op den huidigen dag. En David zegt: Hun tafel worde tot een strik, en tot een val, en tot een aanstoot, en tot een vergelding voor hen. Dat hun ogen verduisterd worden, om niet te zien; en verkrom hun rug allen tijd. Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken. En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid! Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik der heidenen apostel ben; ik maak mijn bediening heerlijk; of ik enigszins mijn vlees tot jaloersheid verwekken, en enigen uit hen behouden mocht. Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden? Rom. 11:1-15.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ENGELEN EN GODS GETROUWE GEROEPEN DIENSTKNECHTEN DOEN ZIJN WOORD, TERWIJL DE HUURLINGEN HET ZEGGEN EN NIET DOEN (1) - GPPB. (29-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ENGELEN EN GODS GETROUWE GEROEPEN DIENSTKNECHTEN DOEN ZIJN WOORD, TERWIJL DE HUURLINGEN HET ZEGGEN EN NIET DOEN (1)

Schriftlezing:
Psalm 103

Tekst voor de prediking:
"Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends. De HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die onderdrukt worden. Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn daden. Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen. Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat wij stof zijn. De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen. De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles. Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn Woord doet, gehoorzamende de stem Zijns Woords. Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet! Looft den HEERE, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den HEERE, mijn ziel! Ps. 103.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE TOETSSTEEN VAN DE WARE GEMEENTE VAN CHRISTUS, ZIJN WOORD BEWAREN EN ZIJN NAAM NIET VERLOOCHENEN, KAN GEEN ENKELE REFOKERK DOORSTAAN (2) - GPPB. (22-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE TOETSSTEEN VAN DE WARE GEMEENTE VAN CHRISTUS, ZIJN WOORD BEWAREN EN ZIJN NAAM NIET VERLOOCHENEN, KAN GEEN ENKELE REFOKERK DOORSTAAN (2)

Schriftlezing:
Openbaring 3

Tekst voor de prediking:
"En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent: Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt", Openb. 3:7-13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OVER HET RECHTVAARDIG EN LICHTVAARDIG OORDELEN, N.A.V. HET HUIS OP DE ROTS EN HET HUIS OP DE ZANDGROND (1) - GPPB. (22-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OVER HET RECHTVAARDIG EN LICHTVAARDIG OORDELEN, N.A.V. HET HUIS OP DE ROTS EN HET HUIS OP DE ZANDGROND (1)

Schriftlezing: Mattheus 7

Tekst voor de prediking:
"Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal u wedergemeten worden. En wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet? Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen. Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en zich omkerende, u verscheuren. Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden! Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten. Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden. Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen. Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; en er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond. En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft; en de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot. En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer; want Hij leerde hen, als macht hebbende, en niet als de Schriftgeleerden", Matth. 7.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE JOODS-CHRISTELIJKE VOLKEN EN DE HEIDENEN IN STAAT VAN OORLOG MET GODS GEZALFDE KONING, MAAR DIE HEM KUSSEN OP GENADE OF ONGENADE, ONTVANGEN DE VREDE MET GOD (2) - GPPB. (15-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE JOODS-CHRISTELIJKE VOLKEN EN DE HEIDENEN IN STAAT VAN OORLOG MET GODS GEZALFDE KONING, MAAR DIE HEM KUSSEN OP GENADE OF ONGENADE, ONTVANGEN DE VREDE MET GOD (2)

Schriftlezing: Psalm 2 - Psalm 45

Tekst voor de prediking:
"Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende: Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen", Ps. 2.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VERLATEN EN ONVRUCHTBARE KERK IN DE EENZAAMHEID MAG VROLIJK ZINGEN, WANT ZIJ ZAL UITBREKEN IN EEN MENIGTE GEESTELIJKE KINDEREN, OMDAT HAAR MAKER HAAR MAN IS (1) - GPPB. (15-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VERLATEN EN ONVRUCHTBARE KERK IN DE EENZAAMHEID MAG VROLIJK ZINGEN, WANT ZIJ ZAL UITBREKEN IN EEN MENIGTE GEESTELIJKE KINDEREN, OMDAT HAAR MAKER HAAR MAN IS (1)

Schriftlezing: Jesaja 54

Tekst voor de prediking:
"Zing vrolijk, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, die geen barensnood gehad hebt! want de kinderen der eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde, zegt de HEERE. Maak de plaats uwer tenten wijd, en dat men de gordijnen uwer woningen uitbreide, verhinder het niet; maak uw koorden lang, en steek uw pinnen vast in. Want gij zult uitbreken ter rechter hand en ter linkerhand; en uw zaad zal de heidenen erven, en zij zullen de verwoeste steden doen bewonen. Vrees niet, want gij zult niet beschaamd worden, en word niet schaamrood, want gij zult niet te schande worden; maar gij zult de schaamte uwer jonkheid vergeten, en den smaad uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken. Want uw Maker is uw Man, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden. Want de HEERE heeft u geroepen, als een verlaten vrouw en bedroefde van geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God. Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten; maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen. In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser. Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen, noch u schelden zal. Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste! zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten. En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen. En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn. Gij zult door gerechtigheid bevestigd worden; wees verre van verdrukking, want gij zult niet vrezen; en verre van verschrikking, want zij zal tot u niet naken. Ziet, zij zullen zich zekerlijk vergaderen, doch niet uit Mij; wie zich tegen u vergaderen zal, die zal om uwentwil vallen. Zie, Ik heb den smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast, en die het instrument voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen, om te vernielen. Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong, die in het gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen; dit is de erve der knechten des HEEREN, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE", Jes. 54.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DANKDAG 2023 - AL WAT GIJ DOET MET WOORDEN OF MET WERKEN, DOET HET ALLES IN DE NAAM VAN DEN HEERE JEZUS, DANKENDE GOD EN DE VADER DOOR HEM - GPPB. (09-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DANKDAG 2023 - AL WAT GIJ DOET MET WOORDEN OF MET WERKEN, DOET HET ALLES IN DE NAAM VAN DEN HEERE JEZUS, DANKENDE GOD EN DE VADER DOOR HEM

Schriftlezing: Kolossensen 3:17

Tekst voor de prediking:
"En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den Naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem", Kol. 3:17.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DEGENEN DIE DE ROOMSE TWEE-MENS-LEER AANHANGEN PLAKKEN HET WERKVERBOND AAN HET GENADEVERBOND, DIENEN CHRISTUS EN DE BELIAL EN ZIJN NOOIT WAARLIJK DOOR CHRISTUS VRIJGEMAAKT (2) - GPPB. (08-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE DE ROOMSE TWEE-MENS-LEER AANHANGEN PLAKKEN HET WERKVERBOND AAN HET GENADEVERBOND, DIENEN CHRISTUS EN DE BELIAL EN ZIJN NOOIT WAARLIJK DOOR CHRISTUS VRIJGEMAAKT (2)

Schriftlezing: Galaten 5

Tekst voor de prediking:
"Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen. Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn. En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen. Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen. Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende. Gij liept wel; wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn? Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept. Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg", Gal. 5:1-9.

"Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden", Gal. 6:12.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HAGAR EN ISMAEL ZIJN DE WERKVERBONDSTYPEN VAN DE OUDE MENS EN ZIJN WERKEN EN MOETEN UITGEWORPEN WORDEN EN DEGENEN DIE DE OUDE MENS AAN DE NIEUWE PLAKKEN DIENEN DE BELIAL (1) - GPPB. (08-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HAGAR EN ISMAEL ZIJN DE WERKVERBONDSTYPEN VAN DE OUDE MENS ONDER DE WET EN ZIJN WERKEN EN MOETEN UITGEWORPEN WORDEN EN DEGENEN DIE DE OUDE MENS AAN DE NIEUWE PLAKKEN DIENEN DE BELIAL (1)

Schriftlezing: Galaten 4

Tekst voor de prediking:
"Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet? Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis; hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sina, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Agar; want dit, namelijk Agar, is Sina, een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is is met haar kinderen. Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt, want de kinderen der eenzame zijn veel meer, dan dergene, die den man heeft. Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was. Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, vervolgde dengene, die naar den Geest geboren was, alzo ook nu. Maar wat zegt de Schrift? Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije. Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, maar der vrije", Gal. 4:21-31.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE TWEE STUKKEN WAARUIT DE WAARACHTIGE BEKERING BESTAAT, IS NIET WAT DE HC DAARVAN LEERT, MAAR WAT GODS WOORD EROVER LEERT - GODS VOLK IS DE OUDE MENS GESTORVEN, HEEFT DE HEERE JEZUS CHRISTUS AANGEDAAN, VOLHARDT IN DE HEILIGMAKING VAN CHRISTUS EN BEOEFENT DE EVANGELISCHE DROEFHEID NAAR GOD (2) - GPPB. (01-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE TWEE STUKKEN WAARUIT DE WAARACHTIGE BEKERING BESTAAT, IS NIET WAT DE HC DAARVAN LEERT, MAAR WAT GODS WOORD EROVER LEERT - GODS VOLK IS DE OUDE MENS GESTORVEN, HEEFT DE HEERE JEZUS CHRISTUS AANGEDAAN, VOLHARDT IN DE HEILIGMAKING VAN CHRISTUS EN BEOEFENT DE EVANGELISCHE DROEFHEID NAAR GOD (2)

Schriftlezing: 2 Korinthe 7

Tekst voor de prediking:
"Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods. Geeft ons plaats; wij hebben niemand verongelijkt, wij hebben niemand verdorven, wij hebben bij niemand ons voordeel gezocht. Ik zeg dit niet tot uw veroordeling; want ik heb te voren gezegd, dat gij in onze harten zijt, om samen te sterven en samen te leven. Ik heb vele vrijmoedigheid in het spreken tegen u, ik heb veel roems over u; ik ben vervuld met vertroosting; ik ben zeer overvloedig van blijdschap in al onze verdrukking. Want ook, als wij in Macedonie gekomen zijn, zo heeft ons vlees geen rust gehad; maar wij waren in alles verdrukt; van buiten was strijd, van binnen vrees. Doch God, Die de nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus. En niet alleen door zijn komst, maar ook door de vertroosting, met welke hij over u vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen, uw kermen, uw ijver voor mij; alzo dat ik te meer verblijd ben geweest. Want hoewel ik u in den zendbrief bedroefd heb, het berouwt mij niet, hoewel het mij berouwd heeft; want ik zie, dat dezelve zendbrief, hoewel voor een kleinen tijd, u bedroefd heeft. Nu verblijde ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van ons geleden hebt. Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid der wereld werkt den dood. Want ziet, ditzelfde dat gij naar God zijt bedroefd geworden, hoe grote naarstigheid heeft het in u gewrocht? Ja, verantwoording, ja, onlust, ja, vrees, ja, verlangen, ja, ijver, ja, wraak; in alles hebt gij uzelven bewezen rein te zijn in deze zaak. Hoewel ik dan aan u geschreven heb, dat is niet om diens wil, die onrecht gedaan had, noch om diens wil, die onrecht gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u bij u openbaar zou worden, in de tegenwoordigheid Gods. Daarom zijn wij vertroost geworden over uw vertroosting; en zijn nog overvloediger verblijd geworden over de blijdschap van Titus, omdat zijn geest van u allen verkwikt is geworden. Want indien ik iets bij hem over u geroemd heb, zo ben ik niet beschaamd geworden; maar gelijk wij alles met waarheid tot u gesproken hebben, alzo is ook onze roem, dien ik bij Titus geroemd heb, waarheid geworden. En zijn innerlijke bewegingen zijn te overvloediger jegens u, als hij u aller gehoorzaamheid overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt ontvangen. Ik verblijde mij dan, dat ik in alles van u vertrouwen mag hebben", 2 Kor. 7.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET ARME-LAZARUS LEVEN VAN PAULUS, WAARIN HIJ BEWIJST WAT CHRISTUS-EN-DE-BELIAL KERKEN ZIJN; DE UITGANG UIT DIE BABYLONISCHE KERKEN EN DE PUBLIEKE VRIJMAKING ERVAN (1) - GPPB. (01-10-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET ARME-LAZARUS LEVEN VAN PAULUS, WAARIN HIJ BEWIJST WAT CHRISTUS-EN-DE-BELIAL KERKEN ZIJN; DE UITGANG UIT DIE BABYLONISCHE KERKEN EN DE PUBLIEKE VRIJMAKING ERVAN (1)

Schriftlezing: 2 Korinthe 6

Tekst voor de prediking:
"En wij, als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben. Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik u geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid! Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde. Maar wij, als dienaars van God, maken onszelven in alles aangenaam, in vele verdraagzaamheid, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, in slagen, in gevangenissen, in beroerten, in arbeid, in waken, in vasten, in reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in goedertierenheid, in den Heiligen Geest, in ongeveinsde liefde. In het Woord der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter zijde en aan de linker zijde; door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders, en nochtans waarachtigen; als onbekenden, en nochtans bekend; als stervenden, en ziet, wij leven; als getuchtigd, en niet gedood; als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende. Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid. Gij zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw ingewanden. Nu, om dezelfde vergelding te doen, (ik spreek als tot mijn kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid. Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een Volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige", 2 Kor. 6.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE UITZINNIGHEID DER BETOVERDE GALATEN EN DE VEINZING VAN PETRUS IS HET NIEUWE NORMAAL BINNEN DE AFVALLIGE REFOKERKEN (2) - GPPB. (24-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE UITZINNIGHEID DER BETOVERDE GALATEN EN DE VEINZING VAN PETRUS IS HET NIEUWE NORMAAL BINNEN DE AFVALLIGE REFOKERKEN (2)

Schriftlezing: Galaten 3

Tekst voor de prediking:
"O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde? Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees? Hebt gij zoveel tevergeefs geleden? Indien maar ook tevergeefs! Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend; zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn. En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden. Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham. Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof. Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond, dat bevestigd is, doet niemand te niet, of niemand doet daartoe. Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus. En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen. Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven. Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars. En de Middelaar is niet Middelaar van een, maar God is een. Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn. Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden. Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden. Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus. En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen", Gal. 3.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET MOMENT DAT GODS KIND DEFINITIEF VERLOST WORDT VAN ZIJN EIGENGERECHTIGDE IK, DAARVAN GEEFT PAULUS GELOOFSBEVINDELIJK GETUIGENIS EN DAT STAAT HAAKS OP WAT IN DE REFOKERKEN GELEERD WORDT (1) - GPPB. (24-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET MOMENT DAT GODS KIND DEFINITIEF VERLOST WORDT VAN ZIJN EIGENGERECHTIGDE "IK", DAARVAN GEEFT PAULUS GELOOFSBEVINDELIJK GETUIGENIS EN DAT STAAT HAAKS OP WAT IN DE REFOKERKEN GELEERD WORDT (1)

Schriftlezing: Galaten 2

Tekst voor de prediking:
"Maar indien wij, die in Christus zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars bevonden worden, is dan Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre. Want indien ik, hetgeen ik afgebroken heb, datzelve wederom opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder. Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft", Gal. 2:17-20.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ONHEILIGE-HEILIGE - GODS WARE VOLK IS GEEN TWEE-MENS, MAAR VOLMAAKT IN DE VOLMAAKTE EN TEGELIJK GEHEEL VLESELIJK, VERKOCHT ONDER DE ZONDE (2) - GPPB. (17-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ONHEILIGE-HEILIGE - GODS WARE VOLK IS GEEN TWEE-MENS, MAAR VOLMAAKT IN DE VOLMAAKTE EN TEGELIJK GEHEEL VLESELIJK, VERKOCHT ONDER DE ZONDE (2)

Schriftlezing: Romeinen 7:14

Tekst voor de prediking:
"Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde", Rom. 7:14.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GROND EN DE BRON VAN DE GODZALIGE WANDEL IN CHRISTUS (1) - GPPB. (17-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GROND EN DE BRON VAN DE GODZALIGE WANDEL IN CHRISTUS (1)

Schriftlezing: 1 Thessalonicensen 4

Tekst voor de prediking:
" Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt. Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus. Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen. Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking. Zo dan die dit verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven. Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gij zelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt; en dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt. Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden", 1 Thess. 4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - DE DOOD EN DE HEL ZIJN VOOR GODS VOLK DOOR DE DOOD EN DE OPSTANDING VAN CHRISTUS VERSLONDEN TOT OVERWINNING (2) - GPPB. (10-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - DE DOOD EN DE HEL ZIJN VOOR GODS VOLK DOOR DE DOOD EN DE OPSTANDING VAN CHRISTUS VERSLONDEN TOT OVERWINNING (2)

Schriftlezing: 1 Korinthe 15:25-58

Tekst voor de prediking:
"En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet. Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere", 1 Kor. 15:54-58.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - CHRISTUS ALS HET EINDE DER WET AAN EEN VERLOREN ZIEL GEOPENBAARD TOT RECHTVAARDIGHEID DOOR HET GELOOF (1) - GPPB. (10-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - CHRISTUS ALS HET EINDE DER WET AAN EEN VERLOREN ZIEL GEOPENBAARD TOT RECHTVAARDIGHEID DOOR HET GELOOF (1)

Schriftlezing: Romeinen 10

Tekst voor de prediking:
"Want het Einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft", Rom. 10:4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - WAARDIG DES HEEREN DOOD AAN HET AVONDMAAL GEDENKEN EN VERKONDIGEN EN DEGENEN DIE ONWAARDIGLIJK AANGAAN EN ZICH EEN OORDEEL ETEN EN DRINKEN (2) - GPPB. (03-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - WAARDIG DES HEEREN DOOD AAN HET AVONDMAAL GEDENKEN EN VERKONDIGEN EN DEGENEN DIE ONWAARDIGLIJK AANGAAN EN ZICH EEN OORDEEL ETEN EN DRINKEN (2)

Schriftlezing: 1 Korinthe 10 en 11

Tekst voor de prediking:
"En ik wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; en allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee; en allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben; en allen denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus. Maar in het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter nedergeslagen. En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben. En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen. En laat ons niet hoereren, gelijk sommigen van hen gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie en twintig duizend. En laat ons Christus niet verzoeken, gelijk ook sommigen van hen verzocht hebben, en werden van de slangen vernield. En murmureert niet, gelijk ook sommigen van hen gemurmureerd hebben, en werden vernield van den verderver. En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen. Daarom, mijn geliefden, vliedt van den afgodendienst. Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg. De drinkbeker der dankzegging, dien wij dankzeggende zegenen, is die niet een gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap des lichaams van Christus? Want een brood is het, zo zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn", 1 Kor. 1-17.

"Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren", 1 Kor. 11:29.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JAKOB ALS HET VOLK ISRAEL IN HET ALGEMEEN EN ALS DE UITVERKOREN JESCHURUN IN HET BIJZONDER, WAAROVER DE HEERE ZIJN GEEST UITSTORT (1) - GPPB. (03-09-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
JAKOB ALS HET VOLK ISRAEL IN HET ALGEMEEN EN ALS DE UITVERKOREN JESCHURUN IN HET BIJZONDER, WAAROVER DE HEERE ZIJN GEEST UITSTORT (1)

Schriftlezing: Jesaja 44

Tekst voor de prediking:
"Maar hoor nu Mijn knecht Jakob, en Israel, dien Ik verkoren heb! Zo zegt de HEERE, uw Maker, en uw Formeerder van den buik af, Die u helpt: Vrees niet, o Jakob, Mijn knecht, en gij, Jeschurun, dien Ik uitverkoren heb! Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen. En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken", Jes. 44:1-4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BELIJDERS DIE UITWENDIG DE BESMETTINGEN DER WERELD ONTVLODEN ZIJN EN ALS EEN HOND WEDERKEREN TOT HUN UITBRAAKSEL, PLEGEN GEESTELIJKE ZELFMOORD (2) - GPPB. (27-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BELIJDERS DIE UITWENDIG DE BESMETTINGEN DER WERELD ONTVLODEN ZIJN EN ALS EEN HOND WEDERKEREN TOT HUN UITBRAAKSEL, PLEGEN GEESTELIJKE ZELFMOORD (2)

Schriftlezing: 2 Petrus 2

Tekst voor de prediking:
"Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk", 2 Pet. 2:20-22.

"Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere; gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid", 2 Pet. 1-4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS VOLK HEEFT DE GROOTSTE EN DIERBARE BELOFTEN IN EN DOOR CHRISTUS ONTVANGEN EN IS DE GODDELIJKE NATUUR DEELACHTIG, NADAT ZIJ HET VERDERF DER WERELD ONTVLODEN ZIJN (1) - GPPB. (27-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS VOLK HEEFT DE GROOTSTE EN DIERBARE BELOFTEN IN EN DOOR CHRISTUS ONTVANGEN EN IS DE GODDELIJKE NATUUR DEELACHTIG, NADAT ZIJ HET VERDERF DER WERELD ONTVLODEN ZIJN (1)

Schriftlezing: 2 Petrus 1

Tekst voor de prediking:
"Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere; gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid", 2 Pet. 1-4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ZEVEN FIOLEN VAN GODS GRAMSCHAP UITGEGOTEN OP DE AARDE EN OVER DEGENEN DIE MEEDANSEN MET DE DRIE ONREINE GEESTEN TEN VERDERVE (2) - GPPB. (20-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ZEVEN FIOLEN VAN GODS GRAMSCHAP UITGEGOTEN OP DE AARDE EN OVER DEGENEN DIE MEEDANSEN MET DE DRIE ONREINE GEESTEN TEN VERDERVE (2)

Schriftlezing: Openbaring 16

Tekst voor de prediking:
"En ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: Gaat henen, en giet de zeven fiolen van den toorn Gods uit op de aarde. En de eerste ging henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden. En de tweede engel goot zijn fiool uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee. En de derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed. En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt; dewijl zij het bloed der heiligen, en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig. En ik hoorde een anderen van het altaar zeggen: Ja, Heere, Gij almachtige God! Uwe oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde engel goot zijn fiool uit op de zon; en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur. En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven. En de vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en zijn rijk is verduisterd geworden; en zij kauwden hun tongen van pijn; en zij lasterden den God des hemels vanwege hun pijnen, en vanwege hun gezweren; en zij bekeerden zich niet van hun werken. En de zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is uitgedroogd, opdat bereid zou worden de weg der koningen, die van den opgang der zon komen zullen. En ik zag uit den mond des draaks, en uit den mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets, drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods. Ziet, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie. En zij hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Armageddon. En de zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied. En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot. En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. En een grote hagel, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot", Openb. 16.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS WARE GETUIGEN VOLHARDEN IN DE LEER VAN CHRISTUS EN STELLEN ZICH TEGEN HET IJDEL GEROEP VAN DE OUDGERAFFINEERDE PRO-SODOM-BENDE (1) - GPPB. (20-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS WARE GETUIGEN VOLHARDEN IN DE LEER VAN CHRISTUS EN STELLEN ZICH TEGEN HET IJDEL GEROEP VAN DE OUDGERAFFINEERDE PRO-SODOM-BENDE (1)

Schriftlezing: 2 Timotheus 3

Tekst voor de prediking:
"En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden, verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods; hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van deze. Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden; vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen. Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof. Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is. Maar gij hebt achtervolgd mijn leer, wijze van doen, voornemen, geloof, lankmoedigheid, liefde, lijdzaamheid. Mijn vervolgingen, mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochie, in Ikonium en in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid. Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; en dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust", 2 Tim. 3.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WARE KERK - ART. 27-29 NBG- WELKS MERKTEKENEN DE BAPTISTEN, DE PKN, DE AFGESCHEIDENEN EN DE HHK-DOLERENDEN NIET HEBBEN (2) - GPPB. (13-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WARE KERK - ART. 27-29 NBG- WELKS MERKTEKENEN DE BAPTISTEN, DE PKN, DE AFGESCHEIDENEN EN DE HHK-DOLERENDEN NIET HEBBEN (2)

Afscheiden is een nieuwe kerk stichten
1. De onwettige afscheiding van de baptisten uit de Anglicaanse kerk en hun wederdoperse wortels;
2. De onwettige afscheiding uit de NHK van Hendrik de Cock;
3. De onwettige afscheiding uit de NHK van de Dolerenden o.l.v. Abraham Kuyper;
4. De uitrukking en de opheffing van de NHK door de belials-fusie van de sodomitische PKN;
5. De onwettige stichting van de dolerende en afgescheiden HHK;
6. De bijbels-wettige grond van de Kerk buiten de legerplaats.

Schriftlezing: Mattheus 18

Tekst voor de prediking:
"Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen", Matth. 18:20.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

TEN SPIJT VAN DE DOPERSE GELOOFSDOOP VAN DE BAPTISTEN EN DE WEDERDOPERS, ZAL GOD ZIJN NAAM EN ZIJN VERBOND VAN KIND TOT KIND VOORTPLANTEN (1) - GPPB. (13-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
TEN SPIJT VAN DE DOPERSE GELOOFSDOOP VAN DE BAPTISTEN EN DE WEDERDOPERS, ZAL GOD ZIJN NAAM EN ZIJN VERBOND VAN KIND TOT KIND VOORTPLANTEN (1)

Schriftlezing: Psalm 72

Tekst voor de prediking:
"Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen", Ps. 72:17.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALLEN DIE GODS WAARHEID NIET GELOOFD HEBBEN, HEBBEN EEN WELBEHAGEN GEHAD IN DE ONGERECHTIGHEID EN ZULLEN VEROORDEELD WORDEN (2) - GPPB. (06-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALLEN DIE GODS WAARHEID NIET GELOOFD HEBBEN, HEBBEN EEN WELBEHAGEN GEHAD IN DE ONGERECHTIGHEID EN ZULLEN VEROORDEELD WORDEN (2)

Schriftlezing: 2 Thessalonica 1 en 2

Tekst voor de prediking:
"En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der Waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; opdat zij allen veroordeeld worden, die de Waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid", 2 Thess. 2:10-12.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

KINDEREN DES LICHTS: BLIJF NIET DOOR ONGELOOF UW ROEPING VERWERPEN, MAAR LAAT U BEKLEDEN MET HET BRUILOFTSKLEED VAN DE GERECHTIGHEID VAN CHRISTUS EN KOMT TOT DE BRUILOFT (1) - GPPB. (06-08-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
KINDEREN DES LICHTS: BLIJF NIET DOOR ONGELOOF UW ROEPING VERWERPEN, MAAR LAAT U BEKLEDEN MET HET BRUILOFTSKLEED VAN DE GERECHTIGHEID VAN CHRISTUS EN KOMT TOT DE BRUILOFT (1)

Schriftlezing: Mattheus 22

Tekst voor de prediking:
"En Jezus, antwoordende, sprak tot hen wederom door gelijkenissen, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had; en zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft. Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn akker, gene tot zijn koopmanschap. En de anderen grepen zijn dienstknechten, deden hun smaadheid aan, en doodden hen. Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, en zijn krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken. Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid, doch de genoden waren het niet waardig. Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten. En als de koning ingegaan was, om de aanzittende gasten te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; en zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed aan hebbende? En hij verstomde. Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren", Mattheus 22:1-14.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD HOUDT ZAAIING EN OOGST, KOUDE EN HITTE, ZOMER EN WINTER IN STAND, ZOWEL IN NATUURLIJK ALS IN GEESTELIJK OPZICHT, DOCH HIJ ZAL DE KLIMAATSPOTBOEVEN IN DE HEL VERHITTEN (2) - GPPB. (30-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD HOUDT ZAAIING EN OOGST, KOUDE EN HITTE, ZOMER EN WINTER IN STAND, ZOWEL IN NATUURLIJK ALS IN GEESTELIJK OPZICHT, DOCH HIJ ZAL DE KLIMAATSPOTBOEVEN IN DE HEL VERHITTEN (2)

Schriftlezing:
Genesis 8

Tekst van de prediking:
"Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden", Gen. 8:22.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GODS VOLK IS VOORGOED VERLOST VAN DE OUDE MENS MET ZIJN DIENSTBARE GEESTE EN HEEFT DE AANNEMING TOT KINDEREN VAN EEUWIGHEID EN DE GEEST DER AANNEMING TOT KINDEREN ONTVANGEN (1) - GPPB. (30-07-2023)   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GODS VOLK IS VOORGOED VERLOST VAN DE OUDE MENS MET ZIJN DIENSTBARE GEESTE EN HEEFT DE AANNEMING TOT KINDEREN VAN EEUWIGHEID EN DE GEEST DER AANNEMING TOT KINDEREN ONTVANGEN (1)

Schriftlezing:
Efeze 1

Tekst van de prediking:
"Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde; in Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven", Ef. 1:3-9


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE EER IS WEGGEVOERD UIT NEERLANDS KERKEN, TERWIJL HET DREUNT VAN DE BELIALSGODSDIENST EN ER ZIJN ZELFS GEEN ELI'S MEER TE VINDEN WIENS HART SIDDERDE VANWEGE DE ARK GODS, MAAR DE VROUW VAN PINEHAS ZAL OPSTAAN IN HET OORDEEL OM HEEL DAT STOMME-HONDEN-LEGER REFODOMINEES TE VEROORDELEN, WANT ZIJ IS VANWEGE DE LAST OMTRENT DE ERE GODS BEZWEKEN, NOEMENDE HAAR ZOON IKABOD (2) - GPPB. (23-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE EER IS WEGGEVOERD UIT NEERLANDS KERKEN, TERWIJL HET DREUNT VAN DE BELIALSGODSDIENST EN ER ZIJN ZELFS GEEN ELI'S MEER TE VINDEN WIENS HART SIDDERDE VANWEGE DE ARK GODS, MAAR DE VROUW VAN PINEHAS ZAL OPSTAAN IN HET OORDEEL OM HEEL DAT STOMME-HONDEN-LEGER REFODOMINEES TE VEROORDELEN, WANT ZIJ IS VANWEGE DE LAST OMTRENT DE ERE GODS BEZWEKEN, NOEMENDE HAAR ZOON IKABOD (2)

Schriftlezing:
1 Samuel 4

Tekst van de prediking:
"En het woord van Samuel geschiedde aan gans Israel. En Israel toog uit, den Filistijnen tegemoet, ten strijde, en legerde zich bij Eben-haezer, maar de Filistijnen legerden zich bij Afek. En de Filistijnen stelden zich in slagorden, om Israel te ontmoeten; en als zich de strijd uitspreidde, zo werd Israel voor der Filistijnen aangezicht geslagen; want zij sloegen in de slagorden in het veld omtrent vier duizend man. Als het volk wederom in het leger gekomen was, zo zeiden de oudsten van Israel: Waarom heeft ons de HEERE heden geslagen voor het aangezicht der Filistijnen? Laat ons van Silo tot ons nemen de ark des verbonds des HEEREN, en laat die in het midden van ons komen, opdat zij ons verlosse van de hand onzer vijanden. Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God. En het geschiedde, als de ark des verbonds des HEEREN in het leger kwam, zo juichte gans Israel met een groot gejuich, alzo dat de aarde dreunde. Als nu de Filistijnen de stem van het juichen hoorden, zo zeiden zij: Wat is de stem van dit grote juichen in het leger der Hebreen? Toen vernamen zij, dat de ark des HEEREN in het leger gekomen was. Daarom vreesden de Filistijnen, want zij zeiden: God is in het leger gekomen. En zij zeiden: Wee ons, want diergelijke is gisteren en eergisteren niet geschied! Wee ons, wie zal ons redden uit de hand van deze heerlijke goden? Dit zijn dezelfde goden, die de Egyptenaars met alle plagen geplaagd hebben, bij de woestijn. Zijt sterk, en weest mannen, gij Filistijnen, opdat gij de Hebreen niet misschien dient, gelijk als zij ulieden gediend hebben; zo zijt mannen, en strijdt. Toen streden de Filistijnen, en Israel werd geslagen, en zij vloden een iegelijk in zijn tenten; en er geschiedde een zeer grote nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig duizend voetvolks. En de ark Gods werd genomen, en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, stierven. Toen liep er een Benjaminiet uit de slagorden, en kwam te Silo denzelfden dag; en zijn klederen waren gescheurd, en er was aarde op zijn hoofd. En als hij kwam, ziet, zo zat Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende; want zijn hart was sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om zulks te verkondigen in de stad, toen schreeuwde de ganse stad. En als Eli de stem des geroeps hoorde, zo zeide hij: Wat is de stem dezer beroerte? Toen haastte zich die man, en hij kwam en boodschapte het aan Eli. (Eli nu was een man van acht en negentig jaren, en zijn ogen stonden stijf, dat hij niet zien kon.) En die man zeide tot Eli: Ik ben het, die uit de slagorden kom, en ik ben heden uit de slagorden gevloden. Hij dan zeide: Wat is er geschied, mijn zoon? Toen antwoordde hij, die de boodschap bracht, en zeide: Israel is gevloden voor het aangezicht der Filistijnen, en er is ook een grote nederlaag onder het volk geschied; daarenboven zijn uw twee zonen, Hofni en Pinehas, gestorven, en de ark Gods is genomen. En het geschiedde, als hij van de ark Gods vermeldde, zo viel hij achterwaarts van den stoel af, aan de zijde der poort, en brak den nek, en stierf; want de man was oud en zwaar; en hij richtte Israel veertig jaren. En zijn schoondochter, de huisvrouw van Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding hoorde, dat de ark Gods genomen was, en haar schoonvader gestorven was, en haar man, zo kromde zij zich, en baarde; want haar weeen overvielen haar. En omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen, die bij haar stonden: Vrees niet, want gij hebt een zoon gebaard. Doch zij antwoordde niet, en nam het niet ter harte. En zij noemde het jongsken Ikabod, zeggende: De eer is weggevoerd uit Israel! Omdat de ark Gods gevankelijk weggevoerd was, en om haars schoonvaders en haars mans wil. En zij zeide: De eer is gevankelijk weggevoerd uit Israel, want de ark Gods is genomen", 1 Sam. 4.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DIE DE WET VERLATEN, PRIJZEN DE GODDELOZEN, zoals NSB-er Van der Staaij demissionair PM-vrijmetselaar Rutte heeft geprezen- MAAR DIE DE WET BEWAREN, MENGEN ZICH IN STRIJD TEGEN HEN, zoals ook ds. Van der Poel al 45 jaar geleden gedaan heeft jegens het moreel-kuisverrotte RD.NL (1) - GPPB. (23-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DIE DE WET VERLATEN, PRIJZEN DE GODDELOZEN, zoals NSB-er Van der Staaij demissionair PM-vrijmetselaar Rutte heeft geprezen- MAAR DIE DE WET BEWAREN, MENGEN ZICH IN STRIJD TEGEN HEN, zoals ook ds. Van der Poel al 45 jaar geleden gedaan heeft jegens het moreel-kuisverrotte RD.NL (1)

Schriftlezing:
Spreuken 28

Tekst van de prediking:
"Die de wet verlaten, prijzen de goddelozen; maar die de wet bewaren, mengen zich in strijd tegen hen. De kwade lieden verstaan het recht niet; maar die den HEERE zoeken, verstaan alles", Spr. 28:4-5.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VELE BELIJDERS BOOTSEN DE WANDEL OP DE SMALLE WEG NA, MAAR ZIJ WANDELEN GEHEEL ANDERS, NAMELIJK, OP DE BREDE WEG DES VERDERFS EN ZIJN VIJANDEN VAN HET KRUIS VAN CHRISTUS (2) - GPPB. (14-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VELE BELIJDERS BOOTSEN DE WANDEL OP DE SMALLE WEG NA, MAAR ZIJ WANDELEN GEHEEL ANDERS, NAMELIJK, OP DE BREDE WEG DES VERDERFS EN ZIJN VIJANDEN VAN HET KRUIS VAN CHRISTUS (2)

Schriftlezing:
Filippenzen 3

Tekst van de prediking:
"Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn", Filip. 3:18.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EEN KIND VAN GOD DOOR ZWAKHEID DOOR DE ZONDE OVERVALLEN MOET MET DE GEEST DER ZACHTMOEDIGHEID TERECHTGEWEZEN WORDEN, MAAR PROFANE ZONDEN DER HYPOCRIETEN MOETEN SCHERPELIJK BESTRAFT EN GECENSUREERD WORDEN, ZELFS ALS HET GODS VOLK BETREFT (1) - GPPB. (16-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EEN KIND VAN GOD DOOR ZWAKHEID DOOR DE ZONDE OVERVALLEN MOET MET DE GEEST DER ZACHTMOEDIGHEID TERECHTGEWEZEN WORDEN, MAAR PROFANE ZONDEN DER HYPOCRIETEN MOETEN SCHERPELIJK BESTRAFT EN GECENSUREERD WORDEN, ZELFS ALS HET GODS VOLK BETREFT (1)

Schriftlezing:
Galaten 5:19-26 - Galaten 6

Tekst van de prediking:
"Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus. Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed". Gal. 6:1-3.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VELE VALSE PROFETEN ZULLEN OPSTAAN, GEPAARD GAANDE MET DE VERMENIGVULDIGING DER ONGERECHTIGHEID EN DE VERKILLING DER LIEFDE, DOCH GODS KINDEREN ZULLEN VOLHARDEN TOT HET EINDE DOOR DE VOLMAAKTE VOLHARDING VAN CHRISTUS DOOR HET GELOOF (2) - GPPB. (09-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VELE VALSE PROFETEN ZULLEN OPSTAAN, GEPAARD GAANDE MET DE VERMENIGVULDIGING DER ONGERECHTIGHEID EN DE VERKILLING DER LIEFDE, DOCH GODS KINDEREN ZULLEN VOLHARDEN TOT HET EINDE DOOR DE VOLMAAKTE VOLHARDING VAN CHRISTUS DOOR HET GELOOF (2)

Schriftlezing:
Mattheus 24

Tekst van de prediking:
"En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden", Matth. 25:11-13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DAVID ZAT NIET IN DE STOEL DER SPOTTERS EN MET IJDELE LIEDEN GING HIJ NIET FAMILAIR OM EN WIE HET WEL KAN IS EEN BELIALS-HYPOCRIET (1)
- GPPB. (09-07-2023)
  Klik hier
      
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DAVID ZAT NIET IN DE STOEL DER SPOTTERS EN MET IJDELE LIEDEN GING HIJ NIET FAMILAIR OM EN WIE HET WEL KAN IS EEN BELIALS-HYPOCRIET (1)

Schriftlezing:
Psalm 1 en 26

Tekst van de prediking:
"Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft. Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen. Want de HEERE kent den weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan", Psalm 1.

"Een psalm van David! Doe mij recht, HEERE! want ik wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, ik zal niet wankelen. Proef mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn nieren en mijn hart. Want Uw goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid. Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om. Ik haat de vergadering der boosdoeners, en bij de goddelozen zit ik niet. Ik was mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE! Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer. Raap mijn ziel niet weg met de zondaren, noch mijn leven met de mannen des bloeds; in welker handen schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken is. Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, verlos mij dan en wees mij genadig. Mijn voet staat op effen baan; ik zal den HEERE loven in de vergaderingen", Psalm 26.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

JOHANNES DE DOPER PREEKT, TOT ERGERNIS VAN HET SANHEDRISTISCHE ADDERGEBROEDSEL, DE RECHTVAARDIGING VAN DE GODDELOZE MET EEN HEENWIJZING NAAR EEN GEWILLIGE CHRISTUS OM VERLOREN ZONDAREN ZALIG TE MAKEN (2) - GPPB. (02-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
JOHANNES DE DOPER PREEKT, TOT ERGERNIS VAN HET SANHEDRISTISCHE ADDERGEBROEDSEL, DE RECHTVAARDIGING VAN DE GODDELOZE MET EEN HEENWIJZING NAAR EEN GEWILLIGE CHRISTUS OM VERLOREN ZONDAREN ZALIG TE MAKEN (2)

Schriftlezing:
Mattheus 3

Tekst van de prediking:
"En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea, en zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Want deze is het, van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht! En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honig. Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan; en werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden. Hij dan, ziende velen van de Farizeen en Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig. En meent niet bij u zelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen. Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden. Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!" Matth. 3.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE RECHABIETEN ZULLEN OPSTAAN IN HET OORDEEL OM HET AFVALLIGE CHRISTUS-en-de-BELIAL DIENENDE REFODOM EN HET TOREN VAN BABEL BOUWENDE JIJDAARKERMISFESTIVAL-DISCOTHEKERS TE VEROORDELEN (1) - GPPB. (02-07-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE RECHABIETEN ZULLEN OPSTAAN IN HET OORDEEL OM HET AFVALLIGE CHRISTUS-en-de-BELIAL DIENENDE REFODOM EN HET TOREN VAN BABEL BOUWENDE JIJDAARKERMISFESTIVAL-DISCOTHEKERS TE VEROORDELEN (1)

Schriftlezing:
Jeremia 35

Tekst van de prediking:
"Het Woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende: Ga henen tot der Rechabieten huis, en spreek met hen, en breng hen in des HEEREN huis, in een der kameren, en geef hun wijn te drinken. Toen nam ik Jaazanja, den zoon van Jeremia, den zoon van Habazzinja, mitsgaders zijn broederen, en al zijn zonen, en het ganse huis der Rechabieten; en bracht hen in des HEEREN huis, in de kamer der zonen van Hanan, den zoon van Jigdalia, den man Gods; welke is bij de kamer der oversten, die daar is boven de kamer van Maaseja, den zoon van Sallum, den dorpelbewaarder. En ik zette den kinderen van het huis der Rechabieten koppen vol wijn en bekers voor; en ik zeide tot hen: Drinkt wijn. Maar zij zeiden: Wij zullen geen wijn drinken; want Jonadab, de zoon van Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult geen wijn drinken, gij, noch uw kinderen, tot in eeuwigheid. Ook zult gijlieden geen huis bouwen, noch zaad zaaien, noch wijngaard planten, noch hebben; maar gij zult in tenten wonen al uw dagen; opdat gij veel dagen leeft in het land, alwaar gij als vreemdeling verkeert. Zo hebben wij der stemme van Jonadab, den zoon van Rechab, onzen vader, gehoorzaamd in alles, wat hij ons geboden heeft; zodat wij geen wijn drinken al onze dagen, wij, onze vrouwen, onze zonen, en onze dochteren; en dat wij geen huizen bouwen tot onze woning; ook hebben wij geen wijngaard, noch veld, noch zaad; en wij hebben in tenten gewoond; alzo hebben wij gehoord en gedaan naar alles, wat ons onze vader Jonadab geboden heeft. Maar het is geschied, als Nebukadrezar, de koning van Babel, naar dit land optoog, dat wij zeiden: Komt, en laat ons naar Jeruzalem trekken vanwege het heir der Chaldeen, en vanwege het heir der Syriers; alzo zijn wij te Jeruzalem gebleven. Toen geschiedde des HEEREN Woord tot Jeremia, zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ga henen en zeg tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem: Zult gijlieden geen tucht aannemen, dat gij hoort naar Mijn woorden? spreekt de HEERE. De woorden van Jonadab, den zoon van Rechab, die hij zijn kinderen geboden heeft, dat zij geen wijn zouden drinken, zijn bevestigd; want zij hebben geen gedronken tot op dezen dag, maar het gebod huns vaders gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt naar Mij niet gehoord. En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde en zendende, om te zeggen: Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw handelingen goed, en wandelt andere goden niet na, om hen te dienen, zo zult gij in het land blijven, dat Ik u en uw vaderen gegeven heb; maar gij hebt uw oor niet geneigd, en naar Mij niet gehoord. Dewijl dan de kinderen van Jonadab, den zoon van Rechab, het gebod huns vaders, dat hij hun geboden heeft, bevestigd hebben, maar dit volk naar Mij niet hoort; daarom alzo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal over Juda en over alle inwoners van Jeruzalem brengen al het kwaad, dat Ik tegen hen gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben, en Ik tot hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord. Tot het huis nu der Rechabieten zeide Jeremia: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Omdat gijlieden het gebod van uw vader Jonadab zijt gehoorzaam geweest, en hebt al zijn geboden bewaard, en gedaan naar alles, wat hij ulieden geboden heeft; daarom alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zal Jonadab, den zoon van Rechab, niet worden afgesneden een man, die voor Mijn aangezicht sta, al de dagen", Jer. 35.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OOK DE MAF VERSPREIDT KILLERVACCINS EN WERKT MEE AAN DE mRNA-VACCIN-HOLOCAUST, MAAR GODS WARE VOLK IS DOOR CHRISTUS UIT DE HEERSCHAPPIJ DES DUIVELS EN DER ZONDE VERLOST EN BEDRIJFT DERHALVE GEEN ONNATUURLIJKE ZONDEN EN OVERTREEDT DE GODDELIJKE SCHEPPINGSORDE NIET (2)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OOK DE MAF VERSPREIDT KILLERVACCINS EN WERKT MEE AAN DE mRNA-VACCIN-HOLOCAUST, MAAR GODS WARE VOLK IS DOOR CHRISTUS UIT DE HEERSCHAPPIJ DES DUIVELS EN DER ZONDE VERLOST EN BEDRIJFT DERHALVE GEEN ONNATUURLIJKE ZONDEN EN OVERTREEDT DE GODDELIJKE SCHEPPINGSORDE NIET (2)

Schriftlezing:
Psalm 147-148

Tekst van de prediking:
"Looft den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk. De HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israels verdrevenen. Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten. Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen. Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal. De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe. Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp. Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten; Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen. Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans. De HEERE heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen. O Jeruzalem! roem den HEERE; o Sion! loof uw God. Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u. Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe. Hij zendt Zijn bevel op aarde; Zijn woord loopt zeer snel. Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as. Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? Hij zendt Zijn Woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen. Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn rechten. Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah! Hallelujah! Looft den HEERE uit de hemelen; looft Hem in de hoogste plaatsen! Looft Hem, al Zijn engelen! Looft Hem, al Zijn heirscharen! Looft Hem, zon en maan! Looft Hem, alle gij lichtende sterren! Looft Hem, gij hemelen der hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt! Dat zij den Naam des HEEREN loven; want als Hij het beval, zo werden zij geschapen. En Hij heeft ze bevestigd voor altoos in eeuwigheid; Hij heeft hun een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden. Looft den HEERE, van de aarde; gij walvissen en alle afgronden! Vuur en hagel, sneeuw en damp; gij stormwind, die Zijn Woord doet! Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen en alle cederbomen! Het wild gedierte en alle vee; kruipend gedierte en gevleugeld gevogelte! Gij koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters der aarde! Jongelingen en ook maagden; gij ouden met de jongen! Dat zij den Naam des HEEREN loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven; Zijn majesteit is over de aarde en den hemel. En Hij heeft den hoorn Zijns volks verhoogd, den roem al Zijner gunstgenoten, der kinderen Israels, des volks, dat nabij Hem is. Hallelujah!" Ps. 147-148.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WARE ZENDING GESCHIEDT UITSLUITEND DOOR DE AMBTELIJK GEROEPEN GETUIGEN VAN CHRISTUS, DIE DE VERHEFFINGEN GODS IN HUN KEEL HEBBEN EN HET ZWAARD DES GEESTES IN DE HAND (1) - GPPB. (25-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WARE ZENDING GESCHIEDT UITSLUITEND DOOR DE AMBTELIJK GEROEPEN GETUIGEN VAN CHRISTUS, DIE DE VERHEFFINGEN GODS IN HUN KEEL HEBBEN EN HET ZWAARD DES GEESTES IN DE HAND (1)

Schriftlezing:
Psalm 149

Tekst van de prediking:
"Hallelujah! Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de Gemeente Zijner gunstgenoten. Dat Israel zich verblijde in Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions zich verheugen over hun Koning. Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp. Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil. Dat Zijn gunstgenoten van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen op hun legers. De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand; om wraak te doen over de heidenen, en bestraffingen over de volken; om hun koningen te binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien; om het beschreven recht over hen te doen. Dit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. Hallelujah!" Ps. 149.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE SEPARERENDE PREDIKING VAN DE GOEDE HERDER OMTRENT HERDERS, SCHAPEN EN HUURLINGEN (2) - GPPB. (18-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE SEPARERENDE PREDIKING VAN DE GOEDE HERDER OMTRENT HERDERS, SCHAPEN EN HUURLINGEN (2)

Schriftlezing:
Johannes 10

Tekst van de prediking:
" Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar. Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen. Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend. Gelijkerwijs de Vader Mij kent, alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder", Joh. 10:1-16.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

EZECHIEL WERD VAN GOD BEVOLEN OM DE CENSUUR TOE TE PASSEN OP DE VALSE PROFETEN EN PROFETESSEN, OFWEL OP DE KERK VAN VANDAAG (1) - GPPB. (18-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
EZECHIEL WERD VAN GOD BEVOLEN OM DE CENSUUR TOE TE PASSEN OP DE VALSE PROFETEN EN PROFETESSEN, OFWEL OP DE KERK VAN VANDAAG (1)

Schriftlezing:
Ezechiel 13

Tekst van de prediking:
"En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israels, die profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN Woord. Zo zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die hun geest nawandelen, en hetgeen zij niet gezien hebben! Uw profeten, o Israel, zijn als vossen in de woeste plaatsen. Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN. Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen. Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere HEERE. En Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis Israels niet geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk. Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten. Ziet, als die wand zal gevallen zijn, zal dan niet tot u gezegd worden: Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt? Daarom alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen. Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem pleisterden, zijn er niet; te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE. En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar; en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Wee die vrouwen, die kussens naaien voor alle okselen der armen, en maken hoofddeksels voor het hoofd van alle statuur, om de zielen te jagen! Zult gij de zielen Mijns volks jagen, en zult gij u de zielen in het leven behouden? En zult gij Mij ontheiligen bij Mijn volk, voor handvollen van gerst, en voor stukken broods, om zielen te doden, die niet zouden sterven, en om zielen in het leven te behouden, die niet zouden leven, door uw liegen tot Mijn volk, dat de leugen hoort? Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt naar de bloemhoven, en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die zielen losmaken, de zielen, die gij jaagt naar de bloemhoven. Daartoe zal Ik uw hoofddeksels scheuren, en Mijn volk uit uw hand redden, zodat zij niet meer in uw hand zullen zijn tot een jacht; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Omdat gijlieden het hart des rechtvaardigen door valsheid hebt bedroefd gemaakt, daar Ik hem geen smart aangedaan heb; en omdat gij de handen des goddelozen gesterkt hebt, opdat hij zich van zijn bozen weg niet afkeren zou, dat Ik hem in het leven behield; daarom zult gij niet meer ijdelheid zien, noch waarzegging gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw hand redden, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben", Ezech. 13.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HOE GOD MET DE LASTERTONGEN VAN ZIJN EN ZIJNS VOLKS VIJANDEN AFREKENT (2) - GPPB. (11-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HOE GOD MET DE LASTERTONGEN VAN ZIJN EN ZIJNS VOLKS VIJANDEN AFREKENT (2)

Schriftlezing:
Psalm 120-124

Tekst van de prediking:
"Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord. O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong. Wat zal de bedriegelijke tong u geven, of wat zal zij u toevoegen? Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen. O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone. Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten. Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij aan den oorlog", Ps. 120.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE REFOKERKEN PUILEN UIT VAN DE VALSE LERAARS/BELIJDERS DIE DE ONNATUURLIJKE ZONDESCHANDEN KERSTENEN EN DERHALVE HET VUUROORDEEL VAN SODOM EN GOMORRA ZULLEN ONDERGAAN (1) - GPPB. (11-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE REFOKERKEN PUILEN UIT VAN DE VALSE LERAARS/BELIJDERS DIE DE ONNATUURLIJKE ZONDESCHANDEN KERSTENEN EN DERHALVE HET VUUROORDEEL VAN SODOM EN GOMORRA ZULLEN ONDERGAAN (1)

Schriftlezing:
2 Petrus 1:16-21 - 2 Petrus 2

Tekst van de prediking:
"En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; en velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet. Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; en de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht; en de steden van Sodoma en Gomorra tot as verbrandende met omkering veroordeeld heeft, en tot een voorbeeld gezet dengenen, die goddelooslijk zouden leven; en den rechtvaardigen Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der gruwelijke mensen, daaruit verlost heeft; (want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van hun ongerechtige werken); zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden; maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zichzelven behagen, en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren; daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor den Heere voortbrengen. Maar deze, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn om gevangen en gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden; en zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde hun vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking; die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft; maar hij heeft de bestraffing zijner ongerechtigheid gehad; want het jukdragende stomme dier, sprekende met mensenstem, heeft des profeten dwaasheid verhinderd. Deze zijn waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, door de begeerlijkheden des vleses en door ontuchtigheden, degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen; belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt. Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk", 2 Pet. 2.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE JODEN WAREN UIT OP EEN AANGENAME PREDIKING EN AANGENAME BEKERINGEN, MAAR ZIJ WERDEN MET TOORN EN MOORDLUST VERVULD TOEN CHRISTUS HEN AFSNEED DOOR ZIJN SEPARERENDE PREDIKING (2) - GPPB. (04-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE JODEN WAREN UIT OP EEN AANGENAME PREDIKING EN AANGENAME BEKERINGEN, MAAR ZIJ WERDEN MET TOORN EN MOORDLUST VERVULD TOEN CHRISTUS HEN AFSNEED DOOR ZIJN SEPARERENDE PREDIKING (2)

Schriftlezing:
Lukas 4

Tekst van de prediking:
"En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester! genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland. En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland. Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was. En er waren vele melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier. En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden. En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg", Luk. 4:22-30.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET EINDE DER TIJDEN DOOR CHRISTUS VOORZEGD (1) - GPPB. (04-06-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET EINDE DER TIJDEN DOOR CHRISTUS VOORZEGD (1)

Schriftlezing:
Lukas 21

Tekst van de prediking:
"En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven; en den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid", Luk. 21:25-27.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTERDAG 2023 - NABETRACHTING H.A. - MIJN ZIEL KLEEFT U ACHTERAAN, UW RECHTERHAND ONDERSTEUNT MIJ (2) - GPPB. (28-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTERDAG 2023 - NABETRACHTING H.A. - MIJN ZIEL KLEEFT U ACHTERAAN, UW RECHTERHAND ONDERSTEUNT MIJ (2)

Schriftlezing:
Psalm 63

Tekst van de prediking:
"Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij", Ps. 63:10.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTERDAG 2023 - BEDIENING H.A. - DE PINKSTERPREDIKING VAN PETRUS WAS EEN EN AL TOEPASSING, ZOWEL T.A.V. DE AFSNIJDING ALS T.A.V. DE INLIJVING IN EN DOOR CHRISTUS (1) - GPPB. (28-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PINKSTERDAG 2023 - BEDIENING H.A. - DE PINKSTERPREDIKING VAN PETRUS WAS EEN EN AL TOEPASSING, ZOWEL T.A.V. DE AFSNIJDING ALS T.A.V. DE INLIJVING IN EN DOOR CHRISTUS (1)

Schriftlezing:
Handelingen 2

Tekst van de prediking:
"Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt. En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht! Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen. En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. En een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen. En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen; en zij verkochten hun goederen en have, en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van node had. En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten; en prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden", Hand. 2:34-47.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - CHRISTUS ZAL ZIJN STEM NIET VERHEFFEN OP DE STRATEN, MAAR ALS HIJ GETERGD WORDT DOOR AFVALLIGE BONDELINGEN ZAL HIJ SCHREEUWEN ALS EEN KRIJGSMAN EN GROOT GETIER MAKEN (2) - GPPB. (21-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - CHRISTUS ZAL ZIJN STEM NIET VERHEFFEN OP DE STRATEN, MAAR ALS HIJ GETERGD WORDT DOOR AFVALLIGE BONDELINGEN ZAL HIJ SCHREEUWEN ALS EEN KRIJGSMAN EN GROOT GETIER MAKEN (2)

Schriftlezing:
Jesaja 42

Tekst van de prediking:
"Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn Geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen. Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten", Jes. 42:1-4.

"De HEERE zal uittrekken als een Held; Hij zal den ijver opwekken als een Krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal een groot getier maken; Hij zal Zijn vijanden overweldigen. Ik heb van ouds gezwegen, Ik heb Mij stil gehouden en Mij ingehouden; Ik zal uitschreeuwen, als een, die baart, Ik zal ze verwoesten, en te zamen opslokken. Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen", Jes. 42:13-15.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - DE HEERE DAAGT ZIJN VIJANDEN UIT TOT HUN ONDERGANG EN HEEFT ZIJN UITVERKOREN KNECHT VAN DE OPGANG DER ZON GEGREPEN EN GEROEPEN (1) - GPPB. (21-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - DE HEERE DAAGT ZIJN VIJANDEN UIT TOT HUN ONDERGANG EN HEEFT ZIJN UITVERKOREN KNECHT VAN DE OPGANG DER ZON GEGREPEN EN GEROEPEN (1)

Schriftlezing:
Jesaja 41

Tekst van de prediking:
"Maar gij, Israel, Mijn knecht! gij Jakob, dien Ik verkoren heb! het zaad van Abraham, Mijn liefhebber! Gij, welken Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit haar bijzonderste geroepen heb; en zeide tot u: Gij zijt Mijn knecht; u heb Ik uitverkoren, en heb u niet verworpen. Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. Ziet, zij zullen beschaamd en te schande worden, allen, die tegen u ontstoken zijn; zij zullen worden als niet, en die lieden, die met u twisten, zullen vergaan", Jes. 41:8-11.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HEMELVAARTSDAG 2023 - WAT NUT U DE HEMELVAART VAN CHRISTUS? - GPPB. (18-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HEMELVAARTSDAG 2023 - WAT NUT U DE HEMELVAART VAN CHRISTUS?

Schriftlezing:
Psalm 68

Tekst van de prediking:
"Gods wagenen zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinai in heiligheid! Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God! Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze Zaligheid. Sela. Die God is ons een God van volkomene Zaligheid; en bij den HEERE, den Heere, zijn uitkomsten tegen den dood", Ps. 68:18-20.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE UITVERKIEZENDE LIEFDE GODS BETREFT DE GODDELOZEN WAARVOOR CHRISTUS GESTORVEN IS, WAARVAN JAKOB EEN BEWIJS IS TE BETHEL (2) - GPPB. (14-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE UITVERKIEZENDE LIEFDE GODS BETREFT DE GODDELOZEN WAARVOOR CHRISTUS GESTORVEN IS, WAARVAN JAKOB EEN BEWIJS IS TE BETHEL (2)

Schriftlezing:
Romeinen 9

Tekst van de prediking:
"Want dit is het Woord der beloftenis: Omtrent dezen tijd zal Ik komen, en Sara zal een zoon hebben. En niet alleenlijk deze, maar ook Rebekka is daarvan een bewijs, als zij uit een bevrucht was, namelijk Izaak, onzen vader. Want als de kinderen nog niet geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet uit de werken, maar uit den Roepende; zo werd tot haar gezegd: De meerdere zal den mindere dienen. Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat. Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre. Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben. Zo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde. Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil. Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan? Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengenen, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; en opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid? Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen", Rom. 9:9-24.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABIJ U IS HET WOORD, IN UW MOND EN IN UW HART, VOOR DEGENEN IN WIENS HARTEN GODS KONINKRIJK IS (1) - GPPB. (14-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABIJ U IS HET WOORD, IN UW MOND EN IN UW HART, VOOR DEGENEN IN WIENS HARTEN GODS KONINKRIJK IS (1)

Schriftlezing:
Romeinen 10

Tekst van de prediking:
"Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid", Rom. 10:8-10.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE OPPERSTE WIJSHEID ROEPT OVERLUID TOT DE SLECHTEN EN ZOTTEN, 'IK ZAL VORSTELIJKE DINGEN SPREKEN, WANT DE GODDELOOSHEID IS MIJN LIPPEN EEN GRUWEL' - GPPB. (07-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE OPPERSTE WIJSHEID ROEPT OVERLUID TOT DE SLECHTEN EN ZOTTEN, "IK ZAL VORSTELIJKE DINGEN SPREKEN, WANT DE GODDELOOSHEID IS MIJN LIPPEN EEN GRUWEL!" (2)

Schriftlezing:
Spreuken 8

Tekst van de prediking:
"Roept de Wijsheid niet, en verheft niet de Verstandigheid Haar stem? Op de spits der hoge plaatsen, aan den weg, ter plaatse, waar paden zijn, staat Zij; aan de zijde der poorten, voor aan de stad, aan den ingang der deuren roept Zij overluid: Tot u, o mannen! roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen. Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat met het hart. 6 Hoort, want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn. Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken, en de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel. Al de redenen Mijns monds zijn in gerechtigheid; er is niets verdraaids, noch verkeerds in. Zij zijn alle recht voor dengene, die verstandig is, en rechtmatig voor degenen, die wetenschap vinden. Neemt Mijn tucht aan, en niet zilver, en wetenschap, meer dan het uitgelezen uitgegraven goud. Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken. Ik, Wijsheid, woon bij de kloekzinnigheid, en vinde de kennis van alle bedachtzaamheid. De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. Raad en het wezen zijn Mijne; Ik ben het Verstand, Mijne is de Sterkte. Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid. Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde. Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid. Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud, en dan dicht goud; en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver. Ik doe wandelen op den weg der gerechtigheid, in het midden van de paden des rechts; opdat Ik Mijn liefhebbers doe beerven dat bestendig is, en Ik zal hun schatkameren vervullen. De HEERE bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan. Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan. Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren. Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld. Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte; toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde; toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen. Nu dan, kinderen! hoort naar Mij; want welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren. Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren. Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE. Maar die tegen Mij zondigt, doet zijn ziel geweld aan; allen, die Mij haten, hebben den dood lief", Spr. 8.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

HET KONINKRIJK GODS IS NIET VAN DEZE WERELD EN KOMT NIET MET UITERLIJK GELAAT (1) - GPPB. (07-05-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
HET KONINKRIJK GODS IS NIET VAN DEZE WERELD EN KOMT NIET MET UITERLIJK GELAAT (1)

Schriftlezing:
Lukas 17

Tekst van de prediking:
"En gevraagd zijnde van de Farizeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat", Luk. 17:20.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OOK DE ENGELENTONG VAN DE OUDE MENS ONDER DE WET IS EEN VUUR EN EEN WERELD VAN ONGERECHTIGHEID (2) - GPPB. (30-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
OOK DE ENGELENTONG VAN DE OUDE MENS ONDER DE WET IS EEN VUUR EN EEN WERELD VAN ONGERECHTIGHEID (2)

Schriftlezing:
Jakobus 3

Tekst van de prediking:
"Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen. Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden. Ziet, wij leggen den paarden tomen in de monden, opdat zij ons zouden gehoorzamen, en wij leiden daarmede hun gehele lichaam om; ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen ook de begeerte des stuurders wil. Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt nochtans grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt. De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel. Want alle natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der kruipende en der zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur. Maar de tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn. Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden. Welt ook een fontein uit een zelfde ader het zoet en het bitter? Kan ook, mijn broeders, een vijgeboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Alzo kan geen fontein zout en zoet water voortbrengen. Wie is wijs en verstandig onder u? die bewijze uit zijn goeden wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid. Maar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid. Deze is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels. Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel. Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken", Jak. 3.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ONVERANDERLIJKHEID VAN GODS BELOFTEN EN VAN ZIJN EEDZWERING, WAARIN GODS VOLK DEELT EN DAARAAN VASTHOUDT DOOR HET GELOOF (1) - GPPB. (30-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ONVERANDERLIJKHEID VAN GODS BELOFTEN EN VAN ZIJN EEDZWERING, WAARIN GODS VOLK DEELT EN DAARAAN VASTHOUDT DOOR HET GELOOF (1)

Schriftlezing:
Hebreen 6

Tekst van de prediking:
"Want de mensen zweren wel bij den meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is denzelven een einde van alle tegenspreken; waarin God, willende den erfgenamen der beloftenis overvloediger bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen is gekomen; opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden; Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel; 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid", Hebr. 6:16-19.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE KINDEREN DES KONINKRIJKS TER BRUILOFT GEROEPEN, MAAR WEIGEREN IN TE GAAN, ZODAT DE DIENSTKNECHTEN UITGAAN, OPDAT DE VOLHEID DER HEIDENEN ZOU INGAAN (2)
- GPPB. (23-04-2023)
  Klik hier
      
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE KINDEREN DES KONINKRIJKS TER BRUILOFT GEROEPEN, MAAR WEIGEREN IN TE GAAN, ZODAT DE DIENSTKNECHTEN UITGAAN, OPDAT DE VOLHEID DER HEIDENEN ZOU INGAAN (2)

Schriftlezing:
Mattheus 22

Tekst van de prediking:
"En Jezus, antwoordende, sprak tot hen wederom door gelijkenissen, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had; en zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft. Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn akker, gene tot zijn koopmanschap. En de anderen grepen zijn dienstknechten, deden hun smaadheid aan, en doodden hen. Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, en zijn krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken. Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid, doch de genoden waren het niet waardig. Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten. En als de koning ingegaan was, om de aanzittende gasten te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; en zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed aan hebbende? En hij verstomde. Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren", Matth. 22:1-14.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ALS DE KINDEREN DES LICHTS WEIGEREN IN TE GAAN, WORDT HET UITSCHOT DER WERELD GEDWONGEN IN TE GAAN, OPDAT ZIJN HUIS VOL WORDE (1) - GPPB. (23-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALS DE KINDEREN DES LICHTS WEIGEREN IN TE GAAN, WORDT HET UITSCHOT DER WERELD GEDWONGEN IN TE GAAN, OPDAT ZIJN HUIS VOL WORDE (1)

Schriftlezing:
Lukas 14

Tekst van de prediking:
"Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. En dezelve dienstknecht weder gekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide tot zijn dienstknecht: Ga haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier in. En de dienstknecht zeide: Heere, het is geschied, gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren, mijn avondmaal smaken zal. En vele scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende, zeide tot hen: Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn", Luk. 14:16-27.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GEMEENTE VAN CHRISTUS IS EEN STERKE STAD MET HEILSMUREN, VOORSCHANSEN EN GEOPENDE POORTEN EN BUITEN DIE STAD IS ER GEEN ZALIGHEID MOGELIJK (2) - GPPB. (16-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GEMEENTE VAN CHRISTUS IS EEN STERKE STAD MET HEILSMUREN, VOORSCHANSEN EN GEOPENDE POORTEN EN BUITEN DIE VRIJSTAD IS ER GEEN ZALIGHEID MOGELIJK (2)

Schriftlezing:
Jesaja 26

Tekst van de prediking:
"Te dien dage zal dit lied gezongen worden in het land van Juda; Wij hebben een sterke stad, God stelt heil tot muren en voorschansen. Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart. Het is een bevestigd voornemen, Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd. Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen. Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken. De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen. Het pad des rechtvaardigen is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij recht. Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel. Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid. Wordt den goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des HEEREN niet aan", Jes. 26:1-10.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE KERK KAN NIET ZONDER DE KERK - DAVID SCHREEUWT EN DORST NAAR GOD, OMDAT HIJ ALS EEN VERVOLGDE GODS AANGEZICHT EN DE GEMEENSCHAP DER HEIL;IGEN MOET MISSEN (1) - GPPB. (16-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE KERK KAN NIET ZONDER DE KERK - DAVID SCHREEUWT EN DORST NAAR GOD, OMDAT HIJ ALS EEN VERVOLGDE GODS AANGEZICHT EN DE GEMEENSCHAP DER HEIL;IGEN MOET MISSEN (1)

Schriftlezing:
Psalm 42

Tekst van de prediking:
"Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen? Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, en met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, onder de feesthoudende menigte. Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts. O mijn God! mijn ziel buigt zich neder in mij, daarom gedenk ik Uwer uit het land van de Jordaan, en Hermon, uit het klein gebergte. De afgrond roept tot den afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. Maar de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot den God mijns levens. Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking? Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God", Ps. 42.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2023 - PAULUS WEERLEGT DE VALSE LERAARS UITGEBREID, NL. DIE DE OPSTANDING DER DODEN EN DAARMEE DE OPSTANDING VAN CHRISTUS LOOCHENDEN, TERWIJL DE HUIDIGE VALSE LERAARS VRIJSPEL HEBBEN, OMDAT ER GEEN GEROEPEN KNECHTEN VAN GOD MEER ZIJN BINNEN HET AFVALLIGE REFODOM (2) - GPPB. (09-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2023 - PAULUS WEERLEGT DE VALSE LERAARS UITGEBREID, NL. DIE DE OPSTANDING DER DODEN EN DAARMEE DE OPSTANDING VAN CHRISTUS LOOCHENDEN, TERWIJL DE HUIDIGE VALSE LERAARS VRIJSPEL HEBBEN, OMDAT ER GEEN GEROEPEN KNECHTEN VAN GOD MEER ZIJN BINNEN HET AFVALLIGE REFODOM (2)

Schriftlezing:
1 Korinthe 15

Tekst van de prediking:
"Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat; door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften; en dat Hij is van Cefas gezien, daarna van de twaalven. Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren deel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die met mij is. Hetzij dan ik, hetzij zijlieden, alzo prediken wij, en alzo hebt gij geloofd. Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is? En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden. Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn", 1 Kor. 15:1-18.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2023 - CHRISTUS HEEFT DOOR ZIJN DOOD DE OUDE MENS EN DE ZONDE VERNIETIGD AAN HET KRUIS EN DOOR ZIJN OPSTANDING WORDT GODS VOLK WEDERGEBOREN TOT EEN LEVENDE HOOP (1) - GPPB. (09-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PASEN 2023 - CHRISTUS HEEFT DOOR ZIJN DOOD DE OUDE MENS EN DE ZONDE VERNIETIGD AAN HET KRUIS EN DOOR ZIJN OPSTANDING WORDT GODS VOLK WEDERGEBOREN TOT EEN LEVENDE HOOP (1)

Schriftlezing:
Romeinen 6

Tekst van de prediking:
"Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem. Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere", Rom. 6:9-11.


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOEDE VRIJDAG 2023 - DE 3-URIGE DUISTERNIS WAARIN CHRISTUS AAN HET KRUIS HING IN DE UITERSTE GODSVERLATENHEID, IS DE KERK EEN TEKEN TEN GOEDE - GPPB. (07-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOEDE VRIJDAG 2023 - DE 3-URIGE DUISTERNIS WAARIN CHRISTUS AAN HET KRUIS HING IN DE UITERSTE GODVERLATENHEID, IS DE KERK EEN TEKEN TEN GOEDE

Schriftlezing:
Mattheus 27:33-66

Tekst van de prediking:
"En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe. En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!" Matth. 27:45-46.

DOOR DE GELOOFS-ONBUIGZAAMHEID VAN MORDECHAI EN DE GELOOFS-HELDHAFTIGHEID VAN KONINGIN ESTHER KWAM HAMAN TEN VAL EN WERD HET VOLK DER JODEN GERED EN OMDAT ER GEEN MORDECHAI'S EN ESTHER'S MEER ZIJN GAAN DE KERKEN EN HET HELE VOLK TEN ONDER (2) - GPPB. (02-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DOOR DE GELOOFS-ONBUIGZAAMHEID VAN MORDECHAI EN DE GELOOFS-HELDHAFTIGHEID VAN KONINGIN ESTHER KWAM HAMAN TEN VAL EN WERD HET VOLK DER JODEN GERED EN OMDAT ER GEEN MORDECHAI'S EN ESTHER'S MEER ZIJN GAAN DE KERKEN EN HET HELE VOLK TEN ONDER (2)

Schriftlezing:
Esther 6 en 7

Tekst van de prediking:
"In denzelfden nacht was de slaap van den koning geweken, en hij zeide, dat men het boek der gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de tegenwoordigheid des konings gelezen. En men vond geschreven, dat Mordechai had te kennen gegeven van Bigthana en Theres, twee kamerlingen des konings, uit de dorpelwachters, die de hand zochten te leggen aan den koning Ahasveros. Toen zeide de koning: Wat eer en verhoging is Mordechai hierover gedaan? En de jongelingen des konings, zijn dienaars, zeiden: Aan hem is niets gedaan. Toen zeide de koning: Wie is in het voorhof? (Haman nu was gekomen in het buitenvoorhof van het huis des konings, om den koning te zeggen, dat men Mordechai zou hangen aan de galg, die hij hem had doen bereiden). En des konings jongelingen zeiden tot hem: Zie, Haman staat in het voorhof. Toen zeide de koning: Dat hij inkome. Als Haman ingekomen was, zo zeide de koning tot hem: Wat zal men met dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft? Toen zeide Haman in zijn hart: Tot wien heeft de koning een welbehagen, om hem eer te doen, meer dan tot mij? Daarom zeide Haman tot den koning: Den man, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft, zal men het koninklijke kleed brengen, dat de koning pleegt aan te trekken, en het paard, waarop de koning pleegt te rijden; en dat de koninklijke kroon op zijn hoofd gezet worde. En men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft! Toen zeide de koning tot Haman: Haast u, neem dat kleed, en dat paard, gelijk als gij gesproken hebt, en doe alzo aan Mordechai, den Jood, dien aan de poort des konings zit; en laat niet een woord vallen van alles, wat gij gesproken hebt. En Haman nam dat kleed en dat paard, en trok het kleed Mordechai aan, en deed hem rijden door de straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft! Daarna keerde Mordechai wederom tot de poort des konings; maar Haman werd voortgedreven naar zijn huis, treurig en met bedekten hoofde. En Haman vertelde aan zijn huisvrouw Zeres en al zijn vrienden al wat hem wedervaren was. Toen zeiden hem zijn wijzen, en Zeres, zijn huisvrouw: Indien Mordechai, voor wiens aangezicht gij hebt begonnen te vallen, van het zaad der Joden is, zo zult gij tegen hem niet vermogen; maar gij zult gewisselijk voor zijn aangezicht vallen. Toen zij nog met hem spraken, zo kwamen des konings kamerlingen nabij, en zij haastten Haman tot den maaltijd te brengen, dien Esther bereid had", Esther 6.

"Toen de koning met Haman gekomen was, om te drinken met de koningin Esther; zo zeide de koning tot Esther, ook op den tweeden dag, op den maaltijd des wijns: Wat is uw bede, koningin Esther! en zij zal u gegeven worden; en wat is uw verzoek? Het zal geschieden, ook tot de helft des koninkrijks. Toen antwoordde de koningin Esther, en zeide: Indien ik, o koning, genade in uw ogen gevonden heb, en indien het den koning goeddunkt, men geve mij mijn leven, om mijner bede wil, en mijn volk, om mijns verzoeks wil. Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men ons verdelge, dode en ombrenge. Indien wij nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden. Toen sprak de koning Ahasveros, en zeide tot de koningin Esther: Wie is die, en waar is diezelve, die zijn hart vervuld heeft, om alzo te doen? En Esther zeide: De man, de onderdrukker en vijand, is deze boze Haman! Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings en der koningin. En de koning stond op in zijn grimmigheid van den maaltijd des wijns, en ging naar den hof van het paleis. En Haman bleef staan, om van de koningin Esther, aangaande zijn leven verzoek te doen; want hij zag, dat het kwaad van de koning over hem ten volle besloten was. Toen de koning wederkwam uit den hof van het paleis in het huis van den maaltijd des wijns, zo was Haman gevallen op het bed, waarop Esther was. Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin verkrachten bij mij in het huis? Het woord ging uit des konings mond, en zij bedekten Hamans aangezicht. En Charbona, een van de kamerlingen, voor het aanschijn des konings staande, zeide: Ook zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans huis, vijftig ellen hoog. Toen zeide de koning: Hang hem daaraan. Alzo hingen zij Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild", Esther 7.

DE MENS IS EEN DOODBRAKENDE HEMAN OF EEN CHRISTENVERVOLGENDE HAMAN, OF WE BEHOREN TOT DE KINDEREN SIONS, OF WE ZIJN VERVOLGERS VAN DE GEMEENTE GODS (1) GPPB. (02-04-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE MENS IS EEN DOODBRAKENDE HEMAN OF EEN CHRISTENVERVOLGENDE HAMAN, OF WE BEHOREN TOT DE KINDEREN SIONS, OF WE ZIJN VERVOLGERS VAN DE GEMEENTE GODS (1)

Schriftlezing:
Psalm 88

Tekst van de prediking:
"Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U. Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. Ik ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is; afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. Gij hebt mij in den ondersten kuil gelegd, in duisternissen, in diepten. Uw grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela. Mijn bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een groten gruwel gesteld; ik ben besloten, en kan niet uitkomen. Mijn oog treurt vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot U. Zult Gij wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen opstaan, zullen zij U loven? Sela. Zal Uw goedertierenheid in het graf verteld worden, Uw getrouwheid in het verderf? Zullen Uw wonderen bekend worden in de duisternis, en Uw gerechtigheid in het land der vergetelheid? Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond. HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij? Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig. Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan. Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij. Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis..

DIE DE ZOON AANSCHOUWT EN IN HEM GELOOFT, HEEFT HET EEUWIGE LEVEN EN HOE HIJ DAT ALS MIDDELAAR VAN TOEPASSING VERLOREN ZONDAREN SCHENKT (2) - GPPB. (26-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DIE DE ZOON AANSCHOUWT EN IN HEM GELOOFT, HEEFT HET EEUWIGE LEVEN EN HOE HIJ DAT ALS MIDDELAAR VAN TOEPASSING VERLOREN ZONDAREN SCHENKT (2)

Schriftlezing:
Johannes 6

Tekst van de prediking:
"Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Want Ik ben uit den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage", Joh. 6:37-40.

ZONDER DE OVERTUIGING DES HEILIGEN GEESTES VAN ZONDE, GERECHTIGHEID EN OORDEEL, GESCHIEDT ER GEEN OVERBUIGING IN EN DOOR CHRISTUS (1) - GPPB. (26-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ZONDER DE OVERTUIGING DES HEILIGEN GEESTES VAN ZONDE, GERECHTIGHEID EN OORDEEL, GESCHIEDT ER GEEN OVERBUIGING IN EN DOOR CHRISTUS (1)

Schriftlezing:
Johannes 16

Tekst van de prediking:
"Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; en van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; 11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is", Joh. 16:7-11.

"Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen", Joh. 16:33.

DEGENEN DIE GESCHREVEN STAAN IN HET BOEK DES LEVENS DES LAMS ZULLEN NIET MEER KUNNEN KOPEN NOCH VERKOPEN EN DE ONGELOVIGE REST ZAL HET TEKEN VAN HET BEEST ONTVANGEN EN VOOR EEUWIG VERDOEMD WORDEN (2) - GPPB. (19-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DEGENEN DIE GESCHREVEN STAAN IN HET BOEK DES LEVENS DES LAMS ZULLEN NIET MEER KUNNEN KOPEN NOCH VERKOPEN EN DE ONGELOVIGE REST ZAL HET MERKTEKEN VAN HET BEEST ONTVANGEN EN VOOR EEUWIG VERDOEMD WORDEN (2)

Note: Niet mogelijk om deze preek te uploaden vanwege een cluster in het bestand.

Schriftlezing:
Openbaring 13

Tekst van de prediking:
"En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest, in tegenwoordigheid van hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen. En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve te doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken. En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden; en dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams. Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig", Openb. 13:11-18.

ALS GODS VOLK VERACHTERD IS IN DE GENADE, ZOALS DE HEBREEN DAT WAREN, MOET ZIJ D.M.V. DE PREDIKING WORDEN OPGESCHERPT (1)
- GPPB. (19-03-2023)
  Klik hier
      
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ALS GODS VOLK VERACHTERD IS IN DE GENADE, ZOALS DE HEBREEN DAT WAREN, MOET ZIJ D.M.V. DE PREDIKING WORDEN OPGESCHERPT (1) (deze preek was ook beschadigd, maar kon hersteld worden)

Schriftlezing:
Hebreen 5 - Hebreen 6:1-3

Tekst van de prediking:
"Want alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt gesteld voor de mensen in de zaken, die bij God te doen zijn, opdat hij offere gaven en slachtofferen voor de zonden; Die behoorlijk medelijden kan hebben met de onwetenden en dwalenden, overmits hij ook zelf met zwakheid omvangen is; en om derzelver zwakheid wil moet hij gelijk voor het volk, alzo ook voor zichzelven, offeren voor de zonden. En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron. Alzo heeft ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze. Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft, uit hetgeen Hij heeft geleden. En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden; en is van God genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek. Van Denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt. Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste spijze. Want een iegelijk, die der melk deelachtig is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want hij is een kind. Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads", Hebr. 5.

"Daarom, nalatende het beginsel der leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; niet wederom leggende het fondament van de bekering van dode werken, en van het geloof in God, van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. En dit zullen wij ook doen, indien het God toelaat", Hebr. 16:1-3.

BIDDAG 2023 - DE LAST VAN DE KANANESE VROUW DOOR CHRISTUS OVERGENOMEN DOOR DE VERHORING VAN HAAR SMEEKGEBED IN DE VERLOSSING VAN HAAR DE DOOR DE DUIVEL BEZETEN DOCHTER - GPPB. (13-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BIDDAG 2023 - DE LAST VAN DE KANANESE VROUW DOOR CHRISTUS OVERGENOMEN DOOR DE VERHORING VAN HAAR SMEEKGEBED IN DE VERLOSSING VAN HAAR DE DOOR DE DUIVEL BEZETEN DOCHTER

Schriftlezing:
Mattheus 15:1-28

Tekst van de prediking:
"En Jezus van daar gaande, vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon. En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem, zeggende: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten. Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na. Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israels. En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij! Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens voor te werpen. En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel van hun heren. Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde ure", Matth. 15:21-28.


Note: WOENSDAG 15 MAART STEMMEN OP DE KRUIS-HEM-KRUIS-HEM-PARTIJ, DE SGP, IS PURE GEESTELIJKE ZELFMOORD !

KONING JOAS STAAT MET ZIJN AFVALLIGE KAMELEONS-VERANDERING NA DE DOOD VAN JOJADA MODEL VOOR ALLE AFVALLIGE REFO-DOMINEES - GPPB. (12-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
KONING JOAS STAAT MET ZIJN AFVALLIGE KAMELEONS-VERANDERING NA DE DOOD VAN JOJADA MODEL VOOR ALLE AFVALLIGE REFO-DOMINEES

Schriftlezing:
2 Kronieken 24

Tekst van de prediking:
"Joas was zeven jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zibja, van Ber-seba. En Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al de dagen van den priester Jojada. En Jojada nam voor hem twee vrouwen; en hij gewon zonen en dochteren. Het geschiedde nu na dezen, dat het in het hart van Joas was, het huis des HEEREN te vernieuwen. Zo vergaderde hij de priesteren en de Levieten, en zeide tot hen: Trekt uit tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse Israel, om het huis uws Gods te beteren van jaar tot jaar; en gijlieden, haast tot deze zaak; maar de Levieten haastten niet. En de koning riep Jojada, het hoofd, en zeide tot hem: Waarom hebt gij geen onderzoek gedaan bij de Levieten, dat zij uit Juda en uit Jeruzalem inbrengen zouden de schatting van Mozes, den knecht des HEEREN, en van de gemeente van Israel, voor de tent der getuigenis? Want als Athalia goddelooslijk handelde, hadden haar zonen het huis Gods opengebroken, ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des HEEREN besteed aan de Baals. En de koning gebood, en zij maakten een kist, en stelden die buiten aan de poort van het huis des HEEREN. En men deed uitroeping in Juda en in Jeruzalem, dat men den HEERE inbrengen zou de schatting van Mozes, den knecht Gods, over Israel in de woestijn. Toen verblijdden zich alle oversten en al het volk, en zij brachten in, en wierpen in de kist, totdat men voleind had. Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de bestelde van den hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan haar plaats; alzo deden zij van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte; hetwelk de koning en Jojada gaven aan degenen, die het werk van den dienst van het huis des HEEREN verzorgden; en zij huurden houwers en timmerlieden, om het huis des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer en koper, om het huis des HEEREN te beteren. Zo deden de verzorgers van het werk, dat de betering des werks door hun hand toenam; en zij herstelden het huis Gods in zijn gestaltenis, en maakten het vast. Als zij nu voleind hadden, brachten zij voor den koning en Jojada het overige des gelds, waarvan hij vaten maakte voor het huis des HEEREN, vaten om te dienen en te offeren, en rookschalen, en gouden en zilveren vaten; en zij offerden geduriglijk brandofferen in het huis des HEEREN al de dagen van Jojada. En Jojada werd oud en zat van dagen, en stierf; hij was honderd en dertig jaren oud, toen hij stierf. En zij begroeven hem in de stad Davids, bij de koningen; want hij had goed gedaan in Israel, beide aan God en zijn huize. Maar na den dood van Jojada kwamen de vorsten van Juda, en bogen zich neder voor den koning; toen hoorde de koning naar hen. Zo verlieten zij het huis des HEEREN, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de afgoden; toen was een grote toornigheid over Juda en Jeruzalem, om deze hun schuld. Doch Hij zond profeten onder hen, om hen tot den HEERE te doen wederkeren; die betuigden tegen hen, maar zij neigden de oren niet. En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten. En zij maakten een verbintenis tegen hem, en stenigden hem met stenen door het gebod des konings, in het voorhof van het huis des HEEREN. Zo gedacht de koning Joas niet der weldadigheid, die zijn vader Jojada aan hem gedaan had, maar doodde zijn zoon; dewelke, als hij stierf, zeide: De HEERE zal het zien en zoeken! Daarom geschiedde het met den omgang des jaars, dat de heirkracht van Syrie tegen hem optoog, en zij kwamen tot Juda en Jeruzalem, en verdierven uit het volk al de vorsten des volks; en zij zonden al hun roof tot den koning van Damaskus. Hoewel de heirkracht van Syrie met weinig mannen kwam, evenwel gaf de HEERE in hun hand een heirkracht van grote menigte, dewijl zij den HEERE, den God hunner vaderen, verlaten hadden; alzo voerden zij de oordelen uit tegen Joas. En toen zij van hem getogen waren (want zij lieten hem in grote krankheden), maakten zijn knechten, om het bloed der zonen van den priester Jojada, een verbintenis tegen hem, en zij sloegen hem dood op zijn bed, dat hij stierf; en zij begroeven hem in de stad Davids, maar zij begroeven hem niet in de graven der koningen. Dezen nu zijn, die een verbintenis tegen hem maakten: Zabad, de zoon van Simeath, de Ammonietische, en Jozabad, de zoon van Simrith, de Moabietische. Aangaande nu zijn zonen, en de grootheid van den last, hem opgelegd, en het gebouw van het huis Gods, ziet, zij zijn geschreven in de historie van het boek der koningen; en zijn zoon Amazia werd koning in zijn plaats", 2 Kronieken 24.

Note: WOENSDAG 15 MAART STEMMEN OP DE KRUIS-HEM-KRUIS-HEM-PARTIJ, DE SGP, IS PURE GEESTELIJKE ZELFMOORD !

BEDIENING HEILIGE DOOP - NAOMI TOOG VOL NAAR MOAB EN KEERDE LEDIG WEDER OM VERVULD TE WORDEN MET HET BELOOFDE ZAAD UIT RUTH GEBOREN - GPPB. (12-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIGE DOOP - NAOMI TOOG VOL NAAR MOAB EN KEERDE LEDIG WEDER OM VERVULD TE WORDEN MET HET BELOOFDE ZAAD UIT RUTH GEBOREN

Schriftlezing:
Ruth 1

Tekst van de prediking:
"In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden Moabs, hij, en zijn huisvrouw, en zijn twee zonen. De naam nu dezes mans was Elimelech, en de naam zijner huisvrouw Naomi, en de naam zijner twee zonen Machlon en Chiljon, Efrathers, van Bethlehem-juda; en zij kwamen in de velden Moabs, en bleven aldaar. En Elimelech, de man van Naomi, stierf; maar zij werd overgelaten met haar twee zonen. Die namen zich Moabietische vrouwen; de naam der ene was Orpa, en de naam der andere Ruth; en zij bleven aldaar omtrent tien jaren. En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook; alzo werd deze vrouw overgelaten na haar twee zonen en na haar man. Toen maakte zij zich op met haar schoondochters, en keerde weder uit de velden van Moab; want zij had gehoord in het land van Moab, dat de HEERE Zijn volk bezocht had, gevende hun brood. Daarom ging zij uit van de plaats, waar zij geweest was en haar twee schoondochters met haar. Als zij nu gingen op den weg, om weder te keren naar het land van Juda, zo zeide Naomi tot haar twee schoondochters: Gaat heen, keert weder, een iegelijk tot het huis van haar moeder; de HEERE doe bij u weldadigheid, gelijk als gij gedaan hebt bij de doden, en bij mij. De HEERE geve u, dat gij ruste vindt, een iegelijk in het huis van haar man! En als zij haar kuste, hieven zij haar stem op en weenden; en zij zeiden tot haar: Wij zullen zekerlijk met u wederkeren tot uw volk. Maar Naomi zeide: Keert weder, mijn dochters! Waarom zoudt gij met mij gaan? Heb ik nog zonen in mijn lichaam, dat zij u tot mannen zouden zijn? Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde; zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan. Toen hieven zij haar stem op, en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan. Daarom zeide zij: Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na. Maar Ruth zeide: Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk, en uw God mijn God. Waar gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven worden; alzo doe mij de HEERE en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en tussen u! Als zij nu zag, dat zij vastelijk voorgenomen had met haar te gaan, zo hield zij op tot haar te spreken. Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is dit Naomi? Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Vol toog ik weg, maar ledig heeft mij de HEERE doen wederkeren; waarom zoudt gij mij Naomi noemen, daar de HEERE tegen mij getuigt, en de Almachtige mij kwaad aangedaan heeft? Alzo kwam Naomi weder, en Ruth, de Moabietische, haar schoondochter, met haar, die uit de velden Moabs wederkwam; en zij kwamen te Bethlehem in het begin van den gersteoogst", Ruth 1.

Note: WOENSDAG 15 MAART STEMMEN OP DE KRUIS-HEM-KRUIS-HEM-PARTIJ, DE SGP, IS PURE GEESTELIJKE ZELFMOORD !

DE GODDELOZE KONINGIN ATHALIA DOOR DE GODVREZENDE PRIESTER JOJADA TERECHTGESTELD EN IN ONZE DAGEN WERD/WORDT DE ABORTUS-ONDERTEKENEDE KONINGIN ATHALIA, REFOBREED VERAFGOOD, TOEGEJUICHD EN DOOR OGG-DS. A. KORT GEFELICITEERD EN DE MOEDER DES VADERLANDS GENOEMD (2) - GPPB. (05-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GODDELOZE KONINGIN ATHALIA DOOR DE GODVREZENDE PRIESTER JOJADA TERECHTGESTELD EN IN ONZE DAGEN WERD/WORDT DE ABORTUS-ONDERTEKENEDE KONINGIN ATHALIA, REFOBREED VERAFGOOD, TOEGEJUICHD EN DOOR OGG-DS. A. KORT GEFELICITEERD EN "DE MOEDER DES VADERLANDS" GENOEMD (2)

**ALGEMENE GODSDIENSTVRIJHEID, ZOALS DE FASCISTISCHE SGP DIE CONTRA NGB-ARTIKEL 36 PUBLIEK PROMOOT, BETEKENT: "KRUIS HEM, KRUIS HEM", EN OP DIE KRUIS-HEM-KRUIS-HEM-PARTIJ BRENGT DE VOLTALLIGE REFOPRIESTERSCHAAR EN HUN BELIJDERS HUN STEM UIT, BIDDEN EN COLLECTEREN ERVOOR, MAAR DE VERMOORDE PROFEET ZACHARIA GETUIGT ER TEGEN, ZEGGENDE: "DE HEERE ZAL HET ZIEN EN ZOEKEN!"
(Als Gods eer u lief is, zend dan de bovenstaande tekst door aan al die afvallige SGP-dominees, met de preeklinken erbij).

http://www.providencemountainranch.com/De%20godvrezende%20koning%20Josafat%20voert%20een%20nadere%20reformatie%20door%20op%20de%20bestraffing%20door%20de%20profeet%20Jehu%20voor%20zijn%20dubbele%20verzwagering%20met%20het%20huis%20van%20Achab%20(1).wma

http://www.providencemountainranch.com/De%20goddeloze%20koningin%20Athalia%20door%20de%20priester%20Jojada%20terechtgesteld%20en%20nu%20wordt%20de%20abortuswet-ondertekenende%20Athalia%20refobreed%20gefeliciteerd%20en%20toergejuichd%20(2).wma


Schriftlezing:
2 Kronieken 23

Tekst voor de prediking:
"Toen brachten zij des konings zoon voor, en zetten hem de kroon op, en gaven hem de getuigenis, en zij maakten hem koning; en Jojada en zijn zonen zalfden hem, en zeiden: De koning leve! Toen nu Athalia hoorde de stem des volks, dat toeliep en den koning roemde, kwam zij tot het volk in het huis des HEEREN. En zij zag toe; en ziet, de koning stond bij zijn pilaar, aan den ingang; en de oversten en de trompetten waren bij den koning; en al het volk des lands was blijde, en blies met de trompetten; en de zangers waren er met muzikale instrumenten, en gaven te kennen, dat men lofzingen zou; toen verscheurde Athalia haar klederen, en zij riep: Verraad, verraad! Maar de priester Jojada bracht de oversten der honderden, die over het heir gesteld waren, uit, en zeide tot hen: Brengt ze uit tot buiten de ordeningen, en die haar volgt, zal met het zwaard gedood worden; want de priester had gezegd: Gij zult ze in het huis des HEEREN niet doden. En zij leiden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar. En Jojada maakte een verbond tussen zich, en tussen al het volk, en tussen den koning, dat zij den HEERE tot een volk zouden zijn. Daarna ging al het volk in het huis van Baal, en braken dat af; en zijn altaren en zijn beelden verbraken zij, en Matthan, den priester van Baal, sloegen zij dood voor de altaren", 2 Kron. 23:11-17.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE GODVREZENDE KONING JOSAFAT VOERT EEN NADERE REFORMATIE DOOR OP DE BESTRAFFING VAN DE PROFEET JEHU VOOR ZIJN DUBBELE VERZWAGERING MET HET HUIS VAN ACHAB (1) - GPPB. (05-03-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE GODVREZENDE KONING JOSAFAT VOERT EEN NADERE REFORMATIE DOOR OP DE BESTRAFFING VAN DE PROFEET JEHU VOOR ZIJN DUBBELE VERZWAGERING MET HET HUIS VAN ACHAB (1)

Schriftlezing:
2 Kronieken 19

Tekst voor de prediking:
"En Josafat, de koning van Juda, keerde met vrede weder naar zijn huis te Jeruzalem. En Jehu, de zoon van Hanani, de ziener, ging uit, hem tegen, en zeide tot den koning Josafat: Zoudt gij den goddeloze helpen, en die den HEERE haten, liefhebben? Nu is daarom over u van het aangezicht des HEEREN grote toornigheid. Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken. Josafat nu woonde in Jeruzalem; en hij toog wederom uit door het volk, van Ber-seba af tot het gebergte van Efraim toe, en deed hen wederkeren tot den HEERE, hunner vaderen God. En hij stelde richters in het land, in alle vaste steden van Juda, van stad tot stad. En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht. Nu dan, de verschrikking des HEEREN zij op ulieden; neemt waar, en doet het; want bij den HEERE, onzen God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken. Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van de Levieten, en van de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, over het gericht des HEEREN, en over rechtsgeschillen, als zij weder te Jeruzalem gekomen waren. En hij gebood hun, zeggende: Doet alzo in de vreze des HEEREN, met getrouwheid en met een volkomen hart. En in alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden. En ziet, Amarja, de hoofdpriester, is over u in alle zaak des HEEREN; en Zebadja, de zoon van Ismael, de vorst van het huis van Juda, in alle zaak des konings; ook zijn de ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de HEERE zal met den goede zijn", 2 Kron. 19.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING H.A. - TROOST, TROOST MIJN VOLK ZAL ULIEDER GOD ZEGGEN (2) - GPPB. (26-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING H.A. - TROOST, TROOST MIJN VOLK ZAL ULIEDER GOD ZEGGEN (2)

Schriftlezing:
Jesaja 40

Tekst voor de prediking:
"Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden. Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God! Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat zal tot een vallei gemaakt worden. En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard worden; en alle vlees te gelijk zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid. O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie hier is uw God! Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht. Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden", Jes. 40:1-11.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING H.A. - GODS GEROEPEN GETUIGEN STRIJDEN VOOR HET GELOOF DOOR HET GELOOF (1) - GPPB. (26-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING H.A. - GODS GEROEPEN GETUIGEN STRIJDEN VOOR HET GELOOF DOOR HET GELOOF (1)

Schriftlezing:
Judas

Tekst voor de prediking:
"Judas, een dienstknecht van Jezus Christus, en broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus bewaard: Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij u vermenigvuldigd. Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelfde oordeel te voren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en den enigen Heerser, God, en onzen Heere Jezus Christus verloochenen. Maar ik wil u indachtig maken, als die dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost hebbende, wederom degenen, die niet geloofden, verdorven heeft. En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard. Gelijk Sodoma en Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander vlees zijn nagegaan, tot een voorbeeld voorgesteld zijn, dragende de straf des eeuwigen vuurs. Desgelijks evenwel ook dezen, in slaap gebracht zijnde, verontreinigen het vlees, en verwerpen de heerschappij, en lasteren de heerlijkheden. Maar Michael, de archangel, toen hij met den duivel twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u! Maar dezen, hetgeen zij niet weten, dat lasteren zij; en hetgeen zij natuurlijk, als de onredelijke dieren, weten, in hetzelve verderven zij zich. Wee hun, want zij zijn den weg van Kain ingegaan, en door de verleiding van het loon van Balaam zijn zij henengestort, en zijn door de tegenspreking van Korach vergaan", Judas:1-11.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VOORBEREIDING H.A. - DE OPPERSTE WIJSHEID BOUWT HAAR HUIS OP DE ROTS, CHRISTUS, EN DE HOER VAN ROME EN HAAR REFORMATORISCHE BIJWIJVEN BOUWEN HUN HUIS OP DRIJFZAND (2) -GPPB. (19-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
VOORBEREIDING H.A. - DE OPPERSTE WIJSHEID BOUWT HAAR HUIS OP DE ROTS, CHRISTUS, EN DE HOER VAN ROME EN HAAR REFORMATORISCHE BIJWIJVEN BOUWEN HUN HUIS OP DRIJFZAND (2)

Schriftlezing:
Spreuken 9

Tekst voor de prediking:
"De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen. Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht. Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad: Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij: Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb. Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands. Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek. Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben. Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden. Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen. Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al. En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad; om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende: Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij: De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk. Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel", Spr. 9.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE OPPERSTE WIJSHEID PREEKT HET WOORD LUID EN ZUIVER TOT BEKERING EN ZEGT HET OORDEEL AAN HEN DIE ZICH AAN HEM NIET ONDERWERPEN (1) - GPPB. (19-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE OPPERSTE WIJSHEID PREEKT HET WOORD LUID EN ZUIVER TOT BEKERING EN ZEGT HET OORDEEL AAN HEN DIE ZICH AAN HEM NIET ONDERWERPEN (1)

Schriftlezing:
Spreuken 1

Tekst voor de prediking:
"De opperste Wijsheid roept overluid daarbuiten; Zij verheft Haar stem op de straten. Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad; 22 Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten? Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken. Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte; en gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt; zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt. Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren. Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad; zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen. Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven. Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads", Spr. 1:20-33.


God zal ook lachen in het verderf van de kleeniaanse spotters die Gods werk in Zijn geroepen getuigen belasteren en diaboliseren.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ZOWEL DE WARE GEROEPEN HERDERS ALS DE WARE SCHAPEN VAN CHRISTUS GAAN DOOR HEM IN, IN ZIJN KONINKRIJK EN DE VALSE HERDERS ZIJN MOORDENAARS DIE OVER DE MUUR KLIMMEN (2) - GPPB. (12-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
ZOWEL DE WARE GEROEPEN HERDERS ALS DE WARE SCHAPEN VAN CHRISTUS GAAN DOOR HEM IN, IN ZIJN KONINKRIJK EN DE VALSE HERDERS ZIJN MOORDENAARS DIE OVER DE MUUR KLIMMEN (2)

Schriftlezing:
Johannes 10

Tekst voor de prediking:
"Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de Deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar. Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen. Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend. Gelijkerwijs de Vader Mij kent, alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder. Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. Er werd dan wederom tweedracht onder de Joden, om dezer woorden wil. En velen van hen zeiden: Hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort gij Hem? Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden eens bezetenen; kan ook de duivel der blinden ogen openen?" Johannes 10:1-21.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE DUBBELE GENEZING VAN DE BLINDGEBORENE (1) - GPPB. (12-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE DUBBELE GENEZING VAN DE BLINDGEBORENE (1)

Schriftlezing:
Johannes 9

Tekst voor de prediking:
"En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden? Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden. Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld. Dit gezegd hebbende, spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden; en zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende. De geburen dan, en die hem te voren gezien hadden, dat hij blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde? Anderen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij is hem gelijk. Hij zeide: Ik ben het. Zij dan zeiden tot hem: Hoe zijn u de ogen geopend? Hij antwoordde en zeide: De Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn ogen, en zeide tot mij: Ga heen naar het badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik werd ziende. Zij dan zeiden tot hem: Waar is Die? Hij zeide: Ik weet het niet. Zij brachten hem tot de Farizeen, hem namelijk, die te voren blind geweest was. En het was sabbat, als Jezus het slijk maakte, en zijn ogen opende. De Farizeen dan vraagden hem ook wederom, hoe hij ziende geworden was. En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie. Sommigen dan uit de Farizeen zeiden: Deze Mens is van God niet, want Hij houdt den sabbat niet. Anderen zeiden: Hoe kan een mens, die een zondaar is, zulke tekenen doen? En er was tweedracht onder hen. Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet. De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind geweest was, en ziende was geworden, totdat zij geroepen hadden de ouders desgenen, die ziende geworden was. En zij vraagden hun, zeggende: Is deze uw zoon, welken gij zegt, dat blind geboren is? Hoe ziet hij dan nu? Zijn ouders antwoordden hun en zeiden: Wij weten, dat deze onze zoon is, en dat hij blind geboren is; maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken. Dit zeiden zijn ouders, omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden. Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven. Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is. Hij dan antwoordde en zeide: Of Hij een zondaar is, weet ik niet; een ding weet ik, dat ik blind was, en nu zie. En zij zeiden wederom tot hem: Wat heeft Hij u gedaan? Hoe heeft Hij uw ogen geopend? Hij antwoordde hun: Ik heb het u alrede gezegd, en gij hebt het niet gehoord; wat wilt gij het wederom horen? Wilt gijlieden ook Zijn discipelen worden? Zij gaven hem dan scheldwoorden, en zeiden: Gij zijt Zijn discipel; maar wij zijn discipelen van Mozes. Wij weten, dat God tot Mozes gesproken heeft; maar Dezen weten wij niet, van waar Hij is. De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers wat wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en nochtans heeft Hij mijn ogen geopend. En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij. Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend heeft. Indien Deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen doen. Zij antwoordden, en zeiden tot hem: Gij zijt geheel in zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit. Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden, en hem vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God? Hij antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven? En Jezus zeide tot Hem: En gij hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het. En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem. En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden. En dit hoorden enigen uit de Farizeen, die bij Hem waren, en zeiden tot Hem: Zijn wij dan ook blind? Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde", Joh. 9:1-41.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

AL ZIJN WIJ MET CHRISTUS GESTORVEN, DAN ZULLEN WIJ OOK MET HEM LEVEN EN ZIJN LOF EN EER VERKONDIGEN (2) - GPPB. (05-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
AL ZIJN WIJ MET CHRISTUS GESTORVEN, DAN ZULLEN WIJ OOK MET HEM LEVEN EN ZIJN LOF EN EER VERKONDIGEN (2)

Schriftlezing:
Romeinen 6

Tekst voor de prediking:
"Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem. Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere. Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams", Rom. 6:8-12.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD RECHTVAARDIGT DE GODDELOZEN, WAARVOOR CHRISTUS TE ZIJNER TIJD GESTORVEN IS (1) - GPPB. (05-02-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD RECHTVAARDIGT DE GODDELOZEN, WAARVOOR CHRISTUS TE ZIJNER TIJD GESTORVEN IS (1)

Schriftlezing:
Romeinen 5

Tekst voor de prediking:

"Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid", Rom. 4:5

"Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven", Rom. 5:6.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE ROOMSE TWEE-MENS-LEER VERWORPEN DOOR DE VLESELIJKE PAULUS IN DE GEEST (2) - GPPB. (29-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE ROOMSE TWEE-MENS-LEER VERWORPEN DOOR DE VLESELIJKE PAULUS IN DE GEEST (2)

Schriftlezing:
Romeinen 7:14-26 - Romeinen 8:1-17

Tekst voor de prediking:
"Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens, maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde", Rom. 7:14-26.

"Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is. Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede; daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet. En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil. En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont. Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven. Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden", Rom. 8:1-17.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE VRIJMAKING DOOR CHRISTUS VAN DE HEERSCHAPPIJ DER ZONDE, DES DUIVELS EN DER WET (1) - GPPB. (29-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE VRIJMAKING DOOR CHRISTUS VAN DE HEERSCHAPPIJ DER ZONDE, DES DUIVELS EN DER WET (1)

Schriftlezing:
Johannes 8:30-59

Tekst voor de prediking:
"Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn", Joh. 8:36

"En vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten der gerechtigheid", Rom. 6:18

"Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven", Rom. 6:22

"Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans", Rom. 7:2

"Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter", Rom. 7:6

"Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods", Rom. 8:2

"Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods", Rom. 8:21

"Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen", Gal. 5:1.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

GOD WENDT EEN AARDBEVING AAN OM PAULUS EN SILAS UIT DE GEVANGENIS TE BEVRIJDEN, WAARNA DE STOKBEWAARDER EN ZIJN HUISGEZIN TOT HET GELOOF KOMEN EN GEDOOPT WORDEN (2) - GPPB. (22-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
GOD WENDT EEN AARDBEVING AAN OM PAULUS EN SILAS UIT DE GEVANGENIS TE BEVRIJDEN, WAARNA DE STOKBEWAARDER EN ZIJN HUISGEZIN TOT HET GELOOF KOMEN EN GEDOOPT WORDEN (2)

Schriftlezing:
Handelingen 16:19-40

Tekst voor de prediking:
"Als nu de heren van dezelve zagen, dat de hoop huns gewins weg was, grepen zij Paulus en Silas, en trokken hen naar de markt voor de oversten. En als zij hen tot de hoofdmannen gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen beroeren onze stad, daar zij Joden zijn. En zij verkondigen zeden, die ons niet geoorloofd zijn aan te nemen noch te doen, alzo wij Romeinen zijn. En de schare stond gezamenlijk tegen hen op; en de hoofdmannen, hun de klederen afgescheurd hebbende, bevalen hen te geselen. En als zij hun vele slagen gegeven hadden, wierpen zij hen in de gevangenis, en geboden den stokbewaarder, dat hij hen zekerlijk bewaren zou. Dewelke, zulk een gebod ontvangen hebbende, wierp hen in den binnensten kerker, en verzekerde hun voeten in de stok. En omtrent den middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen en de gevangenen hoorden naar hen. En er geschiedde snellijk een grote aardbeving, alzo dat de fundamenten des kerkers bewogen werden; en terstond werden al de deuren geopend, en de banden van allen werden los. En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren. Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe uzelven geen kwaad; want wij zijn allen hier. En als hij licht geeist had, sprong hij in, en werd zeer bevende, en viel voor Paulus en Silas neder aan de voeten; en hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis. En zij spraken tot hem het woord des Heeren, en tot allen, die in zijn huis waren. En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen. En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was. En als het dag geworden was, zonden de hoofdmannen de stadsdienaars, zeggende: Laat die mensen los. En de stokbewaarder boodschapte deze woorden aan Paulus, zeggende: De hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede. Maar Paulus zeide tot hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen, en werpen zij zij ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij zelven komen, en ons uitleiden. En de stadsdienaars boodschapten deze woorden wederom den hoofdmannen; en zij werden bevreesd, horende, dat zij Romeinen waren. En zij, komende, baden hen, en als zij hen uitgeleid hadden, begeerden zij, dat zij uit de stad gaan zouden. En uitgegaan zijnde uit de gevangenis, gingen zij in tot Lydia; en de broeders gezien hebbende, vertroostten zij dezelve, en gingen uit de stad", Hand. 16:19-40.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DE WEDERGEBOORTE VAN LYDIA EN DE UITWERPING DES DUIVELS OP DE BESTRAFFING VAN PAULUS JEGENS EEN WAARZEGGENDE GEEST (1) - GPPB. (22-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
DE WEDERGEBOORTE VAN LYDIA EN DE UITWERPING DES DUIVELS OP DE BESTRAFFING VAN PAULUS JEGENS EEN WAARZEGGENDE GEEST (1)

Schriftlezing:
Handelingen 16:1-18

Tekst voor de prediking:
"En op den dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen, die samengekomen waren. En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. En als zij gedoopt was, en haar huis, bad zij ons, zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft er. En zij dwong ons. En het geschiedde, als wij tot het gebed heengingen, dat een zekere dienstmaagd, hebbende een waarzeggenden geest, ons ontmoette, welke haar heren groot gewin toebracht met waarzeggen. Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen. En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, daarover ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure", Hand. 16:14-18.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

TIMOTHEUS DOOR PAULUS ONDERWEZEN IN HET DOORZIEN EN VERWERPEN VAN LERINGEN DER DUIVELEN EN OUDWIJFSE FABELEN, DIE IN DE AFVALLIGE REFOKERKEN HOOGTIJ VIEREN (2) - GPPB. (15-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
TIMOTHEUS DOOR PAULUS ONDERWEZEN IN HET DOORZIEN EN VERWERPEN VAN LERINGEN DER DUIVELEN EN OUDWIJFSE FABELEN, DIE IN DE AFVALLIGE REFOKERKEN HOOGTIJ VIEREN (2)

Schriftlezing:
1 Timotheus 4

Tekst voor de prediking:
"Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid; verbiedende te huwelijken, gebiedende van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend. Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde; want het wordt geheiligd door het Woord van God, en door het gebed. Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt. Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig. Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen. Beveel deze dingen, en leer ze. Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome. Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps. Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles. Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen", 1 Tim. 4.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PAULUS SCHRIJFT AAN TITUS WAT ER VOOR DE AMBTELIJKE ROEPING VEREIST IS, DAT IN DE AFVALLIGE REFOKERKEN IS VERWORPEN (1) - GPPB. (15-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
PAULUS SCHRIJFT AAN TITUS WAT ER VOOR DE AMBTELIJKE ROEPING VEREIST IS, DAT IN DE AFVALLIGE REFOKERKEN IS VERWORPEN (1)

Schriftlezing:
Titus 1

Tekst voor de prediking:
"Paulus, een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; in de hoop des eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner tijd; namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechten zoon, naar het gemeen geloof: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker. Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb: indien iemand onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis; die vasthoudt aan het getrouwe Woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. Want er zijn ook vele ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil. Een uit hen, zijnde hun eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren. Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt. Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt", Tit. 1.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NABETRACHTING HEILIG AVONDMAAL - ALLEEN GODS VERZOENDE VOLK BEWAART DE GEBODEN GODS EN HET GELOOF VAN JEZUS DOOR DE LIJDZAAMHEID DES GELOOFS EN DE GODSDIENSTIG-LIBERALE REST ZAL HET MERKTEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN (2) - GPPB. (08-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NABETRACHTING HEILIG AVONDMAAL - ALLEEN GODS VERZOENDE VOLK BEWAART DE GEBODEN GODS EN HET GELOOF VAN JEZUS DOOR DE LIJDZAAMHEID DES GELOOFS EN DE GODSDIENSTIG-LIBERALE REST ZAL HET MERKTEKEN VAN HET BEEST AANVAARDEN (2)

Schriftlezing:
Openbaring 14

Tekst voor de prediking:
"Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus", Openb. 14:12.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - DE GEMEENTE VAN FILADELIFIA GEPREZEN, GESTERKT EN GETROOST IN EN DOOR DE LIJDZAAMHEID VAN CHRISTUS (1) - GPPB. (08-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
BEDIENING HEILIG AVONDMAAL - DE GEMEENTE VAN FILADELIFIA GEPREZEN, GESTERKT EN GETROOST IN EN DOOR DE LIJDZAAMHEID VAN CHRISTUS (1)

Schriftlezing:
Openbaring 2-3

Tekst voor de prediking:
"Omdat gij het Woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen", Openb. 3:10.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NIEUWJAARSDAG 2023 - VOORBEREIDING H.A. - HET BOEK VAN DE RAADSBESLUITEN GODS IS ZOET IN DE MOND EN BITTER IN DE BUIK (2) - GPPB. (01-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NIEUWJAARSDAG 2023 - VOORBEREIDING H.A. - HET BOEK VAN DE RAADSBESLUITEN GODS IS ZOET IN DE MOND EN BITTER IN DE BUIK (2)

Schriftlezing:
Ezechiel 3

Tekst voor de prediking:
"Daarna zeide Hij tot mij: Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, spreek tot het huis Israels. Toen opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik, en het was in mijn mond als honig, vanwege de zoetigheid. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ga henen, kom tot het huis Israels, en spreek tot hen met Mijn woorden. Want gij zijt niet gezonden tot een volk, diep van spraak en zwaar van tong, maar tot het huis Israels; niet tot vele volken, diep van spraak en zwaar van tong, welker woorden gij niet kunt verstaan; zouden zij niet, zo Ik u tot hen gezonden had, naar u gehoord hebben? Maar het huis Israels wil naar u niet horen, omdat zij naar Mij niet willen horen; want het ganse huis Israels is stijf van voorhoofd, en hard van hart zijn zij. Ziet, Ik heb uw aangezicht stijf gemaakt tegen hun aangezichten, en uw voorhoofd stijf tegen hun voorhoofd. Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet, en ontzet u niet voor hun aangezichten, omdat zij een wederspannig huis zijn. Verder zeide Hij tot mij: Mensenkind, vat al Mijn woorden, die Ik tot u spreken zal, in uw hart, en hoor ze met uw oren. En ga henen, kom tot de weggevoerden, tot de kinderen uws volks, en spreek tot hen, en zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE, hetzij dat zij horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen. Toen nam de Geest mij op, en ik hoorde achter mij een stem van grote ruising, zeggende: Geloofd zij de heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! En ik hoorde het geluid van der dieren vleugelen, die de een den ander raakten, en het geluid der raderen tegenover hen; en het geluid ener grote ruising. Toen hief de Geest mij op, en nam mij weg, en ik ging henen, bitterlijk bedroefd door de hitte mijns geestes; maar de hand des HEEREN was sterk op mij. En ik kwam tot de weggevoerden te Tel-abib, die aan de rivier Chebar woonden, en ik bleef daar zij woonden; ja, ik bleef daar verbaasd in het midden van hen zeven dagen. Het gebeurde nu ten einde van zeven dagen, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen. Als Ik tot den goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven, en gij waarschuwt hem niet, en spreekt niet, om den goddeloze van zijn goddelozen weg te waarschuwen, opdat gij hem in het leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Doch als gij den rechtvaardige waarschuwt, opdat de rechtvaardige niet zondige, en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. En de hand des HEEREN was daar op mij, en Hij zeide tot mij: Maak u op, ga uit in de vallei, en Ik zal daar met u spreken. En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht. Toen kwam de Geest in mij, en stelde mij op mijn voeten, en Hij sprak met mij, en Hij zeide tot mij: Ga, besluit u binnen in uw huis. Want u aangaande, mensenkind, ziet, zij zouden dikke touwen aan u leggen, en zij zouden u daarmede binden; daarom zult gij niet uitgaan in het midden van hen. En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom worden zult, en zult hun niet zijn tot een bestraffenden man; want zij zijn een wederspannig huis. Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn een wederspannig huis", Ezech. 3.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

NIEUWJAARSDAG 2023 - DE LEEUW UIT DE STAM VAN JUDA IS WAARDIG HET BOEK TE OPENEN EN ZIJN ZEGELS TE VERBREKEN (1) - GPPB. (01-01-2023)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier
NIEUWJAARSDAG 2023 - DE LEEUW UIT DE STAM VAN JUDA IS WAARDIG HET BOEK TE OPENEN EN ZIJN ZEGELS TE VERBREKEN (1)

Schriftlezing:
Openbaring 5

Tekst voor de prediking:
"En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken? En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in zien. En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve in te zien. En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken. En ik zag, en ziet, in het midden van den troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen. En Het kwam, en heeft het boek genomen uit de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat. En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen. En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; en Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem veler engelen rondom den troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden; zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid", Openb. 5.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


http://www.providencemountainranch.com