SPURGEON OVER DE TROUW

DE GETROUWEN IN DEN LANDE ZIJN WEINIGEN  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Klik hier "Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in den lande, dat zij bij Mij zitten; die in de oprechte weg wandelt, die zal Mij dienen", Ps. 101:6.

Als David zo sprak, kunnen wij er zeker van zijn, dat de Zoon van David van dezelfde gedachte zal zijn. Jezus ziet uit naar getrouwe mensen, en Hij vestigt Zijn ogen op hen, om hen gade te slaan, hen verder te brengen, hen te bemoedigen, en hen te belonen. Laat geen oprecht man denken, dat hij over het hoofd wordt gezien; de Koning Zelf heeft het oog op hem. Er zijn twee vruchten van deze koninklijke opmerkzaamheid. Eerst lezen wij: "...dat zij bij Mij zitten." Jezus brengt de getrouwen in Zijn huis, Hij geeft hun een plaats in Zijn Paleis, Hij maakt hen tot Zijn metgezellen, Hij schept vermaak in hun gezelschap. Wij moeten trouw zijn aan onze Heere, en dan zal Hij Zichzelf aan ons openbaren. Wanneer onze getrouwheid ons het meest kost, zal zij het best beloond worden. Hoe woedender de mensen ons afwijzen, met des te meer vreugde zal onze Heere ons aannemen. Daarna zegt Hij van de oprechte: "...hij zal Mij dienen." Jezus zal hen, die de listen van sluw overleg verachten, en trouw zijn aan Hem, Zijn Woord en Zijn Kruis, gebruiken tot Zijn eigen verheerlijking. Deze zullen behoren tot Zijn Koninklijk gevolg, de geeerde dienaren van Zijn Majesteit. Gemeenschap en nuttigheid zijn het loon van de getrouwheid. Heere maak mij getrouw, opdat ik bij U mag wonen en U dienen.

Ds. C.H. Spurgeon
Uit: Chequeboek van de bank des geloofs (9 juli).


http://www.derokendevlaswiek.nl