2 INGEZONDEN BRIEVEN
INGEZONDEN: TWEE BRIEVEN VAN SAMUEL RUTHERFORD        
Plaats in winkelmandjeMandje
1e BRIEF

Aan mijn eerwaarde broeder, Christus' krijgsknecht in de banden, Mr. Jacobus Guthry, dienaar van het Evangelie te Stirling

Lieve broeder!
Wij zijn zeer dikwijls getroost met het woord van de belofte; hoewel wij niet weinig ons stoten aan het werk van de heilige voorzienigheid; namelijk, dat enige aardse mensen bloeien als een groen kruid, en dat Gods volk geacht wordt als schapen ter slachting, en dat ze de ganse dag gedood worden. En nochtans zijn beiden het Woord van de belofte en de werken van de Voorzienigheid van Hem, Wiens wegen effen, recht, heilig en zonder vlekken zijn. Wat mij aangaat, als ik denk aan Gods ontfermingen, Hij mocht mijn ongeziene en heimelijke gruwelen tot het licht en tot het kruis op de markt, waar de afkondigingen geschieden, brengen, dat geen kleine smaad voor de heilige Naam en kostelijke waarheden van Christus zou geweest hebben; maar Hij heeft ze in barmhartigheid toegedekt. Hij heeft eerwaardiger oorzaken van lijden geformeerd en uitgekozen, die wij niet waardig zijn. En nu, lieve broeder, er hangt veel aan de wijze en manier van lijden, inzonderheid, dat toch Zijn kostelijke waarheden met alle hemelse vrijmoedigheid erkend en beleden worden, en dat er een reden van onze hoop gegeven worde in zachtmoedigheid en vrees, en dat de koninklijke kroon en volstrekte oppermacht van onze Heere Jezus Christus, de Vorst van de koningen van de aarde, bevestigd en beleden worde, gelijk het betaamt. Want het is zeker, Christus zal heersen als des Vaders Koning, op de berg Sion; en Zijn bezworen Verbond zal niet begraven worden. Wij willen niet loochenen, dat eerst onze praktikale verbreking van het Verbond, en daarna onze verbreking ervan door een wet, door een acte te maken voor die gruwel, en die tot een wet te vormen, onze zoetste Heere zwaar kan tergen. Doch daar zijn enige weinige namen in het land, die hun klederen niet besmet hebben, een heilig zaad, waarover de Heere Zich zal ontfermen, gelijk de vier of vijf olijfbeziën op de top van de geschudde olijfboom; hun oog zal wezen naar de Heere hun Maker. Acht het niet vreemd, dat de mensen beraadslagingen tegen u nemen, 't zij van uitbanning, doch de aarde is des Heeren, 't zij van eeuwigdurende gevangenis, doch de Heere is uw licht en vrijheid, 't zij van een geweldige en publieke dood want het Koninkrijk der hemelen bestaat uit een schoon gezelschap van verheerlijkte martelaren en getuigen, van welke Christus de voornaamste Getuige is, Die om diezelfde zaak was geboren en in de wereld gekomen. Welgelukzalig bent u, indien u aan de wereld getuigenis geeft, van dat wij Jezus Christus verkiezen boven alle machten; de Heere zal de onschuldigheid en christelijke getrouwheid van Zijn gelasterde en gesmade getuigen in dit land doen schijnen tot in de volgende geslachten; Hij zal de mannelijke zoon tot Zichzelf en tot de troon opnemen, en voor de moeder een verbergplaats in de woestijn bereiden, en de aarde de vrouw te hulp doen komen. Wees niet verschrikt; murmureer niet; vergeef uw vijanden, zegen en vloek niet; al zwegen u en ik beiden, zo is er toch een droevig en zwaar oordeel en verbolgenheid van de Heere, dat de ontrouwe wachters van de kerk van Schotland te wachten staat. De zielen onder het altaar roepen om recht, en daar is al reeds een antwoord gegeven; het heil des Heeren zal niet vertoeven; werp de last van vrouw en kinderen op de Heere Christus, Hij zorgt voor u en voor hen. Uw bloed is kostelijk in Zijn ogen. Laat de eeuwige vertroostingen van de Heere u ondersteunen en hoop geven: want uw zaligheid, indien ook niet uw verlossing, is besloten.

Uw eigen broeder,

Samuël Rutherford

St. Andries, 15 febr. 1661

----------------------------------------------------------------

2e BRIEF

Aan Mr. Robert Campell

Eerwaarde en lieve broeder!
U weet, dit is een tijd, waarin alle mensen bijna 't hunne zoeken, en niet de dingen die van Jezus Christus zijn. U bent nu alleen, als een baak op de top van een berg: maar verflauw niet; Christus Zelf is een talrijke menigte miljoenen. Al waren al de volkeren van rondom tegen Hem vergaderd, zo twijfel toch niet, of Hij zal eindelijk opstaan, wegens 't geroep van de armen en nooddruftigen. Wat mij aangaat, ik ben nabij de eeuwigheid, en Ik zou om tienduizend werelden niet durven beproeven, om af te gaan van de betuiging tegen de verdorvenheden van de tijd, noch meegaan met de schaamteloze afvalligheid van de menigte stilzwijgende en stomme wachters van Schotland. Maar ik acht het mijn laatste plicht, een betuiging te gaan doen in de hemel voor de rechtvaardigen Rechter, tegen de verbreking van 't Verbond door praktijk en wet, en tegen al de opgelegde Beden, op het geweten van het volk van de Heere gelegd, en tegen al de paapse, bijgelovige en afgodische bevelen van de mensen. Weet, dat nu de omstoting van de gezworen hervorming, en het invoeren van 't pausdom, en van de verborgenheid der ongerechtigheid, in de drie koninkrijken in 't werk gesteld wordt, en al degenen, die hun klederen graag rein hielden, zijn onder dat gebod: raakt niet, smaakt niet, vat niet aan. De Heere roept u, lieve broeder, om voorts standvastig, onbeweeglijk, overvloedig in 't werk des Heeren te zijn. Onze Koninklijke en Vorstelijke Meester is op Zijn weg, en zal niet vertoeven, en zalig is de dienstknecht, die wanneer Hij komt zal wakende bevonden worden; vreest niet de mensen: want de Heere is uw Licht en Behoudenis. Het is waar, 't is wat droevig en troosteloos, dat u zo alleen bent; maar zo was het ook met uw dierbare Meester; ook bent u niet alleen: want de Vader is met u. (Amen lieve Heere Jezus! - GPPB). Het is mogelijk, dat ik geen ooggetuige daarvan zal zijn in de vlees; doch ik geloof, Hij komt haastelijk, Die onze duisternis zal opklaren, en op een heerlijke wijze schijnen zal in het eiland van Brittannië, als een gekroonde Koning, hetzij in een formeel bezworen verbond, hetzij op Zijn Eigen heerlijke wijze, dat ik aan de bepaling van Zijn oneindige wijsheid en goedheid laat; en dit is de hoop en 't vertrouwen van een stervend man, die verlangt en snakt naar de zaligheid Gods. Wacht u voor de verstrikkende bekentenissen en verbintenissen door enig handschrift, of op enige andere wijze, van te zullen geven onbepaalde gehoorzaamheid aan enige oppermacht, dan alleen in de Heere. Want men heeft nu voor ten uiterste omver te werpen en te veroordelen alle onnozele zelfbescherming, die nochtans is naar het Verbond, naar 't Woord Gods, en naar het prijzenswaardig voorbeeld van de gereformeerde kerken. En 't geen van Christus afgenomen wordt, als zijnde de bloem van Zijn Koninklijk voorrecht, dat wordt nu gesteld op het hoofd van een sterfelijk bestuurder, dat dan moet zijn dat grote beeld van ijver, dat de ogen van zijn heerlijkheid tergt. Lieve broeder, laat ons denken aan de rijke beloften, die gedaan zijn aan degenen die overwinnen, wetende dat degenen die ten einde toe volharden, zullen zalig worden. Aldus u aanbevelende aan de rijke genade van God, blijf ik

Uw toegenegen broeder in Christus,

Samuël Rutherford

St. Andries, 1661


http://www.derokendevlaswiek.nl