|
|
Geachte heer Burggraaf,
Naar aanleiding van het artikel 'Onkerkelijke opleving' uit de Gezins-Gids van 9 oktober 2008,
heb ik twee vragen over de volgende fragmenten uit dat artikel van Arjan Baan - SRA/HeartCry.
GG-Fragment 1, waarin Baan zegt: "Nog steeds had ik geen duidelijk antwoord op de vraag hoe ik vrede met God kon krijgen. Tussen Hem en mij lag door zonden een onoverbrugbare kloof." "Nooit zal ik meer vergeten dat ik daarna een predikant hoorde zeggen dat een mens voor zijn zaligheid niets meer hoeft te presteren dan alleen maar te zien op Christus. Ik hoefde niets meer te doen, want de Heere Jezus had alles voor mij al gedaan."Bij mij was dit een boodschap van geweldige bevrijding."
Mijn eerste vraag: is dit een bijbels gegronde bekering, zo niet wat wordt er in gemist?
GG-Fragment 2: "Toen het Friesch Dagblad hem vroeg of hij zelf niet meer zondigde, antwoordde hij (Arjan Baan), dat hij dit nog maar 'incidenteel' deed."
Mijn tweede vraag: is dit antwoord van Baan niet een verloochening van wat Paulus leert in Rom. 7:15, namelijk: "Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. En het is toch ook in tegenspraak wat we lezen in vers 19, "Want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik."
Ontvang een hartelijke groet,
B. B.
-----------------------------------------
Geachte inzender, B.B.,
Al eerder zijn we ingegaan op het bekeringsverhaal van dhr. Baan. De "bevrijding" waarvan Baan melding maakt berust puur op een conclusiegeloof dat buiten de toepassing van de gerechtigheid van Christus omgaat en daarmee kan Baan dus voor God niet bestaan. Het "zien op Jezus" houdt wel heel wat anders in dan de objectieve boodschap waarvan Baan melding maakt. Uit zijn verhaal blijkt dat Baan zelf "het gat gedicht" heeft en zelf de toepassing maakt. Dat hij zichzelf blij maakt met een tijdgeloof, is nog daar aan toe, maar dat hij duizenden jongeren meesleept ten verderve, daartegen hebben we op grond van Gods Woord te ageren en te waarschuwen, wat we reeds uitvoerig hebben gedaan en ook -zolang de Heere het geeft- zullen blijven doen. De zielsbedrieglijke arminiaanse heilstoe-eigening van Baan is namelijk algemeen heersend van de PKN tot en met HHK toe, en er is wat dat betreft ook niets nieuws onder de zon. Ketters, zoals Baan, kunnen we echter niet missen, want die laat de Heere juist toe, opdat de bevindelijke Waarheid Christi die naar de godzaligheid is weer helder beleden zou worden door de getuigen van Christus.
Wat uw tweede vraag betreft, B.B., is het zwart-wit helder en klaar, dat Baan zichzelf bedriegt voor de eeuwigheid, hetgeen u zelf al bewijst met bijbelteksten van Paulus, die de apostel uitspreekt NA zijn bekering. De inbeelding van Baan, namelijk dat hij alleen "incidenteel zondigt", is dan ook volledig in tegenspraak met wat Paulus zegt in Romeinen 7:14: "Want wij weten dat de Wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde." Paulus zegt niet dat hij incidenteel vleselijk is. Ook zegt Paulus niet dat hij voor een deel vleselijk is, nee, hier leert Paulus dat de totale Paulus totaal vleselijk is en totaal en geheel verkocht is onder de zonde, altijd en overal. Juist daarom roemde hij in de genade van Christus, door Wie hij gegrepen was in de toepassing! Dat geldt voor al Gods kinderen. Baan levert het BEWIJS dat hij de geestelijkheid van de Wet NIET KENT, want de praat die hij slaat is pure rijke-jongelingstaal. En omdat hij de geestelijkheid van de Wet niet kent, kent hij ook zichzelf niet als totaal verrot en een stuk brandhout voor de hel. Paulus leefde in (niet uit) dat hij totaal verkocht was onder de zonde, niet incidenteel, niet voor een deel, nee, altijd en geheel. OMDAT hij de geestelijke bediening des doods, die van de Wet, kende bij ondervinding en de wetsdood gestorven was. Baan leeft als een rijke jongelings-farizeeër, zoals Paulus dat was in zijn eertijds (voor zijn bekering). Paulus was voor zijn bekering een stipte farizeeër, maar van zijn eertijdse bestaan, zegt Paulus: "En zonder de Wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden doch ik ben gestorven", Rom. 7:9.
Arjan Baan leeft ZONDER de Wet, vandaar dat hij zegt dat hij INCIDENTEEL zondigt. Baan suggereert dat hij geheiligd vlees heeft, terwijl het vlees bij een waar kind van God altijd zondigt (in gedachte, woorden en werken, vroom en/of goddeloos), want het vlees onderwerpt zich der Wet Gods niet, en het kan ook niet. Dat leert Gods Woord en de bevinding der heiligen bevestigt dat feit. Baan leert van niet, want hij zondigt heel zelden, zegt hij kwasie vroom. Baan is dus de geestelijkheid van de Wet overgroeid, maar niet heus, want hij leeft in een droomwereld van de rijke jongeling. Baan doet BIJNA al de geboden des Heeren, terwijl een waar kind van God GESTORVEN is aan het doen der Wet, de oude-mens-dood gestorven is en zich geheel vleselijk bevindt, verkocht onder de zonde. Juist zo en zo alleen(!) triomfeert de genade in Christus. Baan heeft een participerende godsdienst, want hij doet de Wet bijna... met behulp van de genade. Gods volk doet de Wet GEHEEL EN VOLMAAKT, namelijk door het VOLMAAKTE GEDRAG van CHRISTUS in de toerekening en dat door het geloof. De toerekening van de borggerechtigheid en de borgheiligheid van Christus is geen ingestorte kracht waarmee Gods volk de zonde kan overwinnen. Dat is ROOMSE lariekoek! Baan is ROOMS en hij uit allemaal ROOMSE HEARTCRY-KRETEN. We kunnen dat niet scherp genoeg afsnijden, want die roomse Baan-religie vreet voort als de kanker in onze dagen. De toerekening van de gerechtigheid van Christus blijft evenwel NOOIT zonder vrucht. MAAR de godzalige wandel van Gods kinderen komt niet tot stand door ingestorte krachten, maar is een soeverein werk van de inwoning des Heiligen Geestes, waarover Gods volk NIET vrijelijk beschikt. De goddelijke natuur, die Gods kinderen deelachtig zijn, is geen ingestorte kwaliteit, noch kracht, maar bestaat uit de inwoning van een GODDELIJK PERSOON, namelijk de Heilige Geest. Baan doet het allemaal zelf "met zijn niets doen" en daarin vordert hij gestaag. Zijn bevinding staat evenwel HAAKS op de bevinding der heiligen, want de geroepen heiligen zijn zonder onderscheid een ellendig en arm volk, die niet incidenteel zondigen, maar zich als ENKEL ZONDE voor God gewaar worden. Baan voelt zich ook ver boven Asaf verheven, die een groot beest bij God was, terwijl die Asaf-inleving AL Gods ware kinderen kennen. En als Paulus uitroept dat hij de GROOTSTE der zondaren is, dan zegt Baan, dat hij de kleinste zondaar is en slechts incidenteel zondigt. Baan zegt dus feitelijk dat hij geen genade heeft, want ER IS GEEN GENADE VOOR KLEINE ZONDAREN, ALLEEN VOOR DE ALLERGROOTSTE VAN ALLE ZONDAREN. Christus zoekt en zaligt alleen VERLOREN zondaren, die nooit meer zalig kunnen worden. Gods volk wedijvert wat dat betreft met Paulus, want ze weten zich allemaal de slechtste van de slechtsten. Baan is derhalve een grote zielebedrieger voor zichzelf en voor anderen, en heel die HeartCry-beweging is niet meer dan een vroomsoortige bredewegactiviteit, die op een conclusiegeloof drijft en op zandgrond gebouwd is. Dat soort van godsdiensthuizen zal echter straks met man en muis vergaan als de storm van Gods toorn zal ontbranden. Ik bid u: WORDT BEHOUDEN VAN DIT VERKEERD GESLACHT!
Hartelijke groet,
GPPB.
|
|