BIJNA VERDRONKEN...
BIJNA VERDRONKEN...        
Plaats in winkelmandjeMandje
Hallo meneer Burggraaf,

Ik heb uw boek van Jona gelezen. In een woord prachtig! Ik moest soms huilen en dan weer lachen onder het lezen. Jona heeft zich niet zelf kunnen redden toen hij overboord geworpen werd. Dat gaf me zoveel moed en troost, want ik bevind mezelf zo dikwijls op de bodem van mijn verlorenheid, hoewel Christus Zich niet onbetuigd heeft gelaten in mijn leven. Maar ik kan het niet vasthouden wat Hij tot redding van mijn verloren ziel gesproken heeft. Als de Heere mij niet vasthoudt, dan verga ik alsnog voor eeuwig. Ik deel u dit niet mee om door u de handen opgelegd te krijgen, maar om u aan te moedigen nog meer van dat soort boeken als 'Jona, de Joodse zendeling' te schrijven.

De hartelijke groeten van

Jaap G.

-------------------------------------------

Beste Jaap,

Als je een zegen ontvangen hebt middels mijn schrijven, geef dan alleen de Heere daarvan de eer. Wees maar niet bang dat ik je de handen opleg, want ik heb geen handen. Je zult zeggen, maar die dan, die aan uw lijf hangen?
Antw.: O, die? Die zijn niet van mij, maar van de Heere Jezus. Die laatste uitdrukking heb ik niet van mezelf, maar die heb ik een dominee eens horen aanhalen van een Chineese zendeling en ik vind die uitdrukking zo'n treffende waarheid, dat ik die nu aanhaal. Maar ik mag je (en mezelf) toch wel zeggen dat je aan Christus niet twijfelen moet/mag, ook niet aan hetgeen Hij ooit tot je ziel gesproken heeft. Ik weet uit ervaring dat een (pas) wedergeboren ziel hevig heen en weer geslingerd kan worden, maar houdt dan de Heere Zijn Eigen belofte maar voor, die Hij tot je ziel gesproken heeft. En blijf aanhouden in het gebed, want Hij laat nooit varen het werk Zijner handen. Och, ik weet wel dat Gods volk zichzelf niet helpen kan. Ik ga er geen grap van maken, maar Gods ware volk, NA ontvangen, is dikwijls als die Belg, die eens op het IJsselmeer ging varen met een kano. De wind was hem tegen en plotseling sloeg de kano omver en de Belg ging jammerlijk overboord en verdween in de diepte. Er voeren gelukkig een paar bootjes in de onmiddellijke omgeving en de mensen op die bootjes keken gespannen uit waar de overboordgeslagen man boven water zou komen, maar er kwam niemand boven water. Toen er geen tijd meer te verliezen was, doken een paar geoefende zwemmers het water in tot op de bodem van het IJsselmeer, en kwamen even later met de bewusteloze Belg boven water. Ze reanimeerde hem, doorzochten zijn kleren en papieren en vonden tot hun verbazing een aantal zwemdiploma's in zijn portefeuille. Toen de Belg weer bijgekomen was, vroeg men aan hem, wijzend op zijn zwemdiploma's: "Waarom heeft u zichzelf niet kunnen redden?" De bijna verdronken Belg antwoordde onnozel: "O, ik wist niet dat ze hier ook geldig waren."

Zo is het ook dikwijls met Gods volk gesteld, die, als zij nieuwelings ontdekt worden aan het inwendige bederf, of uit zwakheid in de zonde vallen, opnieuw in de diepte van hun verlorenheid terechtkomen en dan van de belofte Gods in Christus door ongeloof geen gelovig gebruik maken. Gelukkig hebben we toch een Goede Herder, Die Zijn hulploze schapen altijd weer opzoekt als ze in de geestelijke diepte der zee verkeren. Zo heeft Jona dat ook ervaren, zelfs letterlijk, maar juist in de diepte der zee mocht hij het geloof beoefenen: "Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen", Jona 2:4. Christus is gisteren en heden Dezelfde, ja, tot in eeuwigheid. Steun echter niet op je geloof, maar op Hem. En zo Hij vertoeft, verbeidt Hem, want Hij zal gewisselijk komen! Wanneer? Op Zijn tijd! Waar? In de diepte, daar waar de mirten groeien (Zach. 1:8) en dan zal Hij je wel wijzen op de belofte die je ooit uit Zijn mond vernomen hebt en door het geloof hebt mogen mijnen. Dan gaat Gods ware volk hun ongeloof bewenen, omdat ze dachten dat Gods beloften vanwege hun afmakingen niet meer geldig zijn, maar dan gaat die lieve Geest nieuwelings betuigen dat de beloften Gods in Christus Jezus niet 'ja en nee' zijn, maar JA EN AMEN. Ja, Gods volk is dikwijls bijna verdronken, maar die van Christus gegrepen zijn, zullen allemaal behouden aankomen, op de stranden van de eeuwige rust. "Sommigen op planken, en sommigen op enige stukken van het schip. En alzo is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen zijn", Hand. 27:44. Gode tot eer. Amen.

Hartelijke groet en wees Gode bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl