DE WET REGEL DES LEVENS? (2)
IS DE WET REGEL DES LEVENS VOOR DE GELOVIGE? (2)        
Plaats in winkelmandjeMandje
Dag meneer Burggraaf,

Hartelijk dank voor uw snelle en uitgebreide antwoord. Inderdaad, begripsmatig gaat het allemaal mijn pet te boven, en zo kom ik nooit achter het geheim. Ik begrijp in ieder geval dat u beslist niet de antinomiaanse kant op wil en ook dat Gods Wet zich niet laat afschepen door een aangepraat Evangelie. Dat heb ik in ieder geval uit uw schrijven verstaan. De tekstverwijzingen die u geeft spreken in ieder geval duidelijke taal, maar nu de toepassing bij mij! O, hoe kom ik toch op die plaats om dood te zijn voor de Wet? U bent heel eerlijk dat u het mij niet kan uitleggen, want om op die plaats te komen, is louter en alleen Gods werk. Maar ik ben toch dankbaar voor wat u mij schreef, en u hebt mij naar het enige juiste Adres verwezen.

Hartelijke groet en zegen in uw arbeid,

D.L. van H.

-----------------------------------

Geachte heer, van H.,

Dankt God in alles, want mensen zijn geen eer waardig. U hebt het goed gezien, de leer van Christus geeft geen enkele aanleiding voor antinomianisme (wetteloosheid), maar ook geen enkele aanleiding voor neonomianisme (wettiscisme). Wettig gebruik, sluit het misbruik dus niet uit. En zo maken vele (mond)belijders misbruik van de christelijke vrijheid, namelijk tot een oorzaak voor het vlees. Er zijn zelfs "christenen" die zich puur zakelijke zondagsarbeid veroorloven en daaraan dik geld verdienen. Predikanten die op de preekstoel bidden als lijsters, maar de tucht niet op dit soort wetteloosheid toepassen, spotten met God en Zijn Woord en roepen om de oordelen. Als zonde geen zonde meer is in de verbondsgemeente, en als de geldgod het voor het zeggen heeft, ook op zondag, zonder dat de tucht in werking treedt, dan bestaat er enkel geen verschil tussen zo'n godsdienst en het heidendom. Wetteloosheid in de praktijk en zware preken op de kansel zonder daadwerkelijke tuchtmaatregel, is er een hard bewijs van dat de Heere niet meer in het midden van zo'n gemeente is.
Wetteloosheid en wettiscisme zullen beiden in de hel even hard beweend worden, hoewel met knersing der tanden. Ware genade doet een ziel bitterlijk wenen over de zonde, keer op keer, en als het dat niet is, houdt men er een poppengodsdienst opna, ofwel een rijke-jongelings-godsdienst, waar God niet vanaf weet. Gods ware volk vindt haar grond echt niet in de tranen, maar in Christus Die haar Leven is. Maar een levende ziel weent wat af in de stilte, vanwege het heimwee naar God in Christus; vanwege de zonde, het inwendig bederf, vanwege het 'zonde zijn', vanwege het lichaam der zonden dat niets anders doet dan zondigen, maar ook vanwege de genade en de nooit aflatende trouw van die dierbare Heere Jezus voor een goddeloze en trouweloze hoop.
Och, mocht u zich eens als zo'n goddeloze hoop bevinden, want dan zou Christus u dierbaar zijn. Ik wens u in ieder geval een voorspoedige wetsdood toe, want het Einde der Wet is Christus, tot rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft.

Hartelijke groet,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl