 |
|
|
OVERHEID IS GODS DIENARESSE
| |
|
|
|
Geachte heer Burggraaf,
U onderstreept het feit dat de Overheid Gods dienaresse is, maar die zelfde Overheid valt u aan als het gaat om het regeringsbeleid omtrent de islamisering in Nederland. Is dat niet tegenstrijdig?
met vr. gr.
A. v.d L.
--------------------------
Geachte heer Van de L.,
1. Gods Woord leert ons dat we Gode meer gehoorzaam moeten zijn als de mensen. Dat geldt vanzelf ook jegens de Overheid. Dat neemt niet weg dat de Overheid Gods dienaresse blijft ook als ze faalt, hoewel we haar nooit mogen volgen, noch gehoorzamen als zij ons dingen oplegt die in strijd zijn met Gods Woord. Als christenen hebben we echter altijd voor onze Overheid te bidden en ons aan haar te onderwerpen, overeenkomstig Gods Woord. Paulus vermaant de gelovigen in Titus 3:1: "Vermaan hen dat zij den Overheden en machten onderdanig zijn, dat ze daaraan gehoorzaam zijn, dat ze tot alle goed werk bereid zijn." En in Mattheus 22:21 beveelt Christus: "Geeft dan den Keizer wat des Keizers is." En in Romeinen 13 :6-7, leert Paulus: "Want daarom betaalt gij ook schatting; want zij zijn dienaars Gods, hierin geduriglijk bezig zijnde. Zo geeft dan een iegelijk wat gij schuldig zijt, schatting wien gij de schatting, tol wien gij den tol, vreze wien gij de vreze, ere wien gij de ere schuldig zijt." En Gods Woord leert ook dat we voor de Overheid moeten bidden: "Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat er gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, voor Koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle Godzaligheid en eerbaarheid", 1 Tim. 1:1-2. En ook de apostel Petrus vermaant Gods volk: "Zijt alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil", 1 Pet. 2:13. Van die plicht raken we nooit ontslagen! Wederdoperse revolutie tegen de Overheid moet krachtig worden veroordeeld en bestreden.
2. Als de Overheid echter in strijd met Gods Woord handelt, dan mag niemand haar daarin volgen, noch gehoorzamen. En als het zaken betreft die tegen Gods geboden en tegen de leer van Christus indruisen, dan moeten we krachtig daartegen getuigen. Onze godzalige voorvaderen hebben niet geschroomd om tegen hen, die God en Zijn Woord smaadheid aandoen, vrijmoedig te bestrijden. De geest van Paulus werd in hem ontstoken, als hij zag dat de stad Athene zeer afgodisch was (Hand. 17:16). Stefanus noemde de leden der kerkelijke Overheid -die de Heilige Geest wederstonden- onbesnedenen van hart en oren (Hand. 7:51). Christus Zelf -HET voorbeeld van zachtmoedigheid- zegt tegen de Farizeën in Mattheus 23:33: "Gij slangen, gij adderengebroedsel, hoe zult gij ontvlieden de helse verdoemenis?" Als Christus in onze dagen op aarde zou zijn geweest en dit soort veroordelingen hebben uitgesproken in de huidige kerken, dan zou men Christus -die vele mondbelijders hogelijk roemen- voor een klinkend metaal hebben uitgemaakt en de deur hebben uitgetrapt met scheldwoorden en lasterpraat.
Als de burgerlijke Overheid tegen Gods Woord inhandelt, dan hebben christenen de plicht om de Overheid te waarschuwen op grond van Gods Woord. Als schrikkelijke zaken zoals abortus, euthanasie, homofilie, enz. gelegaliseerd worden, en SGP-er Van der Vlies spreekt in zo'n Overheid zijn vertrouwen uit, dan zouden alle christenen van verontwaardiging uit hun zetels moeten opstaan en hun stem moeten verheffen met macht. Dat gebeurt echter niet en men houdt de SGP-leiding de handen boven het hoofd. De SGP houdt de regering niet hun plicht voor conform Artikel 36 van de NGB. Hier wordt verraad gepleegd aan het geloof der vaderen. Als de Overheid faalt inzake de handhaving van Artikel 36, dan moet zij daarop aangesproken worden. Geert Wilders doet dat op een liberale manier, hetgeen de SGP op een christelijke manier had moeten doen, hetgeen ze echter niet gedaan hebben. Nee, zowel politiek Den Haag plus de SGP, plus het RD, plus het gros refo-belijders, spannen samen met een ongrondwettelijk besluit van de rechter die Geert Wilders een proces heeft aangemeten voor zijn grondwettelijke strijd tegen de islamisering. Als christenen met het proces tegen Wilders instemmen, heimelijk of publiek, dan is dat een oordeel op zich en een valse pilatushouding. Zwijgen in deze is gemene lafhartigheid. Daarin hebben wij niet de strijd tegen vlees en bloed, maar tegen de geestelijke boosheden in de lucht, tegen de machten, tegen de overheden, enz. (Ef. 6).
Hopend u hiermede van dienst te zijn geweest, verblijven wij met vriendelijke groet,
GPPB.
|
|
|
|
|
|