HEARTCRY VAN AGAG
CHARISMATISCH GEDACHTENGOED EN HEARTCRY         
Plaats in winkelmandjeMandje
Een inzender stuurde mij een artikel waarin dominee De Boer waarschuwt voor de pelagiaanse HeartCry-beweging van Arjan Baan. Ds. De Boer waarschuwt terecht voor de beweging van Baan, maar hij had de PKN er buiten moeten laten, want PKN-dominees staan zelf op een verrot fundament en niet op het fundament van de leer der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is. Dat geldt ook voor de pelagiaanse HeartCry-beweging van PKN-er A. Baan. Van 'behoudende PKN-dominees' waarvan De Boer melding maakt, kan derhalve geen sprake zijn. Bovendien heeft Arjan Baan in het geheel geen theologie; hij houdt er gewoon een ordinaire moderne arminiaans/pelagiaanse visie opna. De SRA/HEARTCRY-opwekkingen die Baan claimt, staan derhalve op gelijke voet met de pelagiaanse HEARTCRY van Agag, de koning der Amalekieten: "Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken", 1 Sam. 15:32c. Des te bitterder was voor Agag de (drievoudige) dood toen het goddelijke wraakzwaard in de hand van Samuël hem in stukken houwde. Baan en zijn aanhang zijn inmiddels meer dan genoeg gewaarschuwd. - GPPB.

-----------------------------------------------------


Charismatisch gedachtegoed en HeartCry (deel 3)

In dit derde en laatste artikel over de SRA en HeartCry ga ik nader in op het gedachtegoed van ds. Andrew Murray en ds. E. Maritz. Vervolgens laat ik zien hoe dit gedachtegoed in de praktijk functioneert. Dit laatste artikel sluit ik met een aantal opmerkingen af.

A. Murray en E. Maritz
In het vorige artikel hebben we gezien welke beslissende rol de Zuid-Afrikaanse predikant Andrew Murray (1828-1917) in de omslag binnen de SRA en in het denken van Arjan Baan heeft gespeeld. Deze omslag voltrok zich niet zomaar. De eerste maal dat Arjan Baan een geschrift van Murray las 'begon zijn gereformeerde achtergrond te steigeren' (Opwekking, pp. 13). Hij is niet enige die dit overkwam. Voor hem zijn er meer geweest die fundamentele kritiek op het gedachtegoed van Murray hebben geuit. Te denken valt bijvoorbeeld aan de bekende Zuid-Afrikaanse theologen Du Plessis, Andressen en Coetzee en in ons land, prof Maris. In zijn proefschrift Geloof en Ervaring (pp. 111-126) en later in een afzonderlijk schrijven, Andrew Murray (1828-1917) Profiel van zijn Opwekkingstheologie (Apeldoorn, 1995) analyseert Maris de standpunten van Murray en toetst deze aan Schrift en Belijdenis. Deze mensen nemen afstand van de chilliastische opvattingen van Murray. Op verschillende momenten in zijn denken verschilt Murray met gereformeerde confessie.
De theologische ontwikkeling in Zuid-Afrika is na het overlijden van Murray niet tot stilstand gekomen. Vandaag de dag moet worden vastgesteld dat binnen de verschillende kerkgenootschappen in Zuid-Afrika, waaronder ook in de grote Nederduits Gereformeerde Kerk, het charismatisch denken een brede ingang heeft gevonden. Er zijn ook uitzonderingen. Een van de mensen in Zuid-Afrika die het charismatische denken onder fundamentele kritiek heeft gesteld, is prof. L. Floor. Verschillende van zijn geschriften zijn in Nederland verschenen (De doop met de Heilige Geest (Kampen, 1982), Persoon en werk van de Heilige Geest (Kampen, 1988), De gaven van de Heilige Geest in bijbels-theologisch perpectief (Leiden, 1999), De vrucht van de Geest in bijbels-theologisch perpectief (Heerenveen, 2004). Van harte aanbevolen!

Zo op het eerste gezicht lijkt Maritz zich van het charismatisch gedachtegoed te distantiëren. In zijn beantwoording op de vraag naar zijn mening over de doop met de Heilige Geest en daarmee samenhangend het spreken in tongen (1 Kor 14), stelt Maritz dat alleen in de Pinkster- of charismatische stroming het spreken in tongen als teken van de vervulling met de Heilige Geest wordt geleerd. Overigens wijst Maritz tongentaal als gave van de Geest niet af (pp. 26)! Dit gebeurt vaak na een proces of een crisis en kan zelfs daarna meerdere malen in je leven plaatsvinden (E. Maritz, Herleving!, pp. 24-26). De vervulling met de geest stelt een kind van God in staat om de zonde te overwinnen en een heilig leven te leiden. Zijn opvatting is charismatisch en zijn visie met betrekking tot tongentaal komt overeen met het officiële standpunt van de Zuidafrikaanse pinksterbeweging (Apostolic Faith Mission).

Overwinningsleven in de praktijk
Hoe werkt het overwinningsleven dat de SRA en HeartCry voorstaan nu in de praktijk van het geloofsleven? Laten we de voorzitter Arjan Baan dit zelf maar verwoorden. In een interview in het Friesch Dagblad d.d. 27 februari 2007 zegt hij hierover het volgende. Op de vraag of je dankzij de inwoning van de Heilige Geest het 'vallen en opstaan' achter je kan laten, is Baan positief. Hij typeert het leven door de Geest als "een overwinningsleven door de opstandingskracht van Christus".
Zondigt hij zelf niet meer?

Baan: "Incidenteel. Vroeger beheerste de zonde mij, nu niet meer. Het klassieke doopsformulier zegt dat wij soms door onze zwakheid in zonde vallen. Ik struikel nog wel eens, maar blijf er door Gods genade niet meer in liggen. Ik zie me zelf niet meer als 'een arme zondaar', maar als een afhankelijke bedelaar. Ik ben een nieuw mens in Christus."

Incidenteel, dwz. af en toe zondigt Baan nog. In ieder geval wordt het zondigen steeds minder. Dat is de praktijk van het overwinningsleven. Het gaat steeds beter, van de een naar de andere overwinning, totdat… ja tot wat? Totdat ik de zonde hier op aarde heb overwonnen en zondeloos leef?! De inspirators van HeartCry en Arjan Baan, Murray en Maritz, leren dat dit mogelijk en bereikbaar is. Na de theologische omslag in 2004 en het omarmen van de charismatische theologie van Murray en Maritz is binnen 3 jaar het stadium van incidenteel zondigen al bereikt. Deze visie schept ook een andere geloofsbeleving dan de geloofsbeleving die opkomt vanuit en gestempeld wordt door de Schrift en de reformatorische belijdenis. Baan zelf geeft dit al aan, omdat hij naar eigen zeggen de Heidelberger Catechismus te mager, te arm vindt spreken over 'het beginsel der vreugde'. Dat deze visie in gemeenten spanningen gaat oproepen is hij zich goed bewust. Klip en klaar geeft hij zijn mening over de huidige ontwikkelingen:

"Zij verkondigden (de predikanten in de rechterflank van de gereformeerde gezindte, CPdB) niet of nauwelijks dat het Evangelie een boodschap van verlossing en redding is voor iedereen. Dat hangt samen met hun theologie. God heeft in hun visie het oog op een beperkt aantal uitverkorenen en het is zaak om je niet 'op valse gronden' bij die uitverkorenen te rekenen."

Deze stroming in de Nederlandse kerken, die wel wordt aangeduid als de 'zwarte-kousen-kerken' of - neutraler - de 'bevindelijk-gereformeerden', valt te situeren in de behoudende rechterflank van diverse kerkgenootschappen. Jongeren uit die kringen groeien vaak op met de gedachte dat het hoogst onzeker is of God met hen een relatie wil.

Baan: "Het is de kern van het evangelie dat iedereen zijn toevlucht bij Jezus mag zoeken. God sluit niemand uit, Hij nodigt juist iedereen uit! De poort van de genade staat wijd open. Helaas stellen veel bevindelijk-gereformeerde predikanten onbijbelse voorwaarden: je moet aan allerlei kenmerken voldoen voordat je voorzichtig mag concluderen een voorwerp van Gods genade te zijn. Deze denkbeelden vormen helaas een blokkade voor talloze mensen om daadwerkelijk tot geloof te komen." (…)

Maar je kunt natuurlijk ook op een andere manier kijken naar het fenomeen van zo'n opwekkingsbeweging. Dat erkent ook Baan. Het is bijvoorbeeld opvallend dat de bekeringen van de jongeren veelal plaatsvinden búiten de eigen kerkelijke kring.

Baan: ,,Er is in de gereformeerde gezindte (hier globaal op te vatten als de achterban van het Reformatorisch Dagblad en de SGP, red.) een behoorlijke groot spanningsveld tussen wat instituten als kerken en religieuze organisaties voorstaan en wat er onder de kerkmensen leeft. Er zijn kerkleden die al veel 'verder' in hun geloof zijn, dan de gemeente waartoe zij behoren. Dat wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door contacten buiten de eigen kerk. Ook door internet en e-mail wordt dit spanningsveld vergroot."

Voeg daarbij de 'zuinigheid' in de prediking - de 'deur van de genade staat op een klein kiertje - en de achtergrond van de explosieve jongerenbeweging is geschetst.

"De spanningsverhouding tussen de instituten en het grondvlak die ik zojuist noemde ontlaadt zich wanneer er tijdens een conferentie op een open en indringende manier persoonlijke geloofszaken aan de orde komen. Daarbij moet je bedenken dat er in de gereformeerde gezindte - globaal gezien - weinig echt gesprek is over geloofsbeleving en de vragen die daarmee samenhangen." (Friesch Dagblad d.d. 27 februari 2007).

Dit spreekt voor zichzelf. De visie van Arjan Baan is niet nieuw, maar stokoud. In de Vroege Kerk waren het de Montanisten, in de Middeleeuwen Joachim van Fiore, ten tijde van de Reformatie de Wederdopers die zeiden dat een geestelijk mens naar een staat van zondeloosheid moet streven en dit in zijn leven ook kan bereiken. Vandaag zijn het mensen als Francois Carr, E. Maritz en in navolging van hen Arjan Baan die hetzelfde standpunt huldigen. Deze opvatting vindt ook in de Evangelische Beweging in Nederland en België steeds meer ingang. Nieuw is de jas, waarin deze oude dwaling zich vandaag kleedt. Deze oude dwalingen, die HeartCry tot de zijne heeft gemaakt, worden in de Heidelberger Catechismus op verschillende plaatsen weerlegd, maar ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis art 24 en de Dordtse Leerregels 5,1-7 met klem van de hand gewezen. Het verwondert dan ook niet dat Arjan Baan meerdere malen in het openbaar (zie de interviews in Opwekking en Het Friesch Dagblad) op de HC kritiek heeft geuit. Hij verwijt de Reformatoren een tekort aan inzicht in het Evangelie. Wij kunnen niet anders concluderen dan dat de Reformatoren een ander Evangelie dan Arjan Baan c.s. hebben.

Slot
Wat heeft de kerkenraad bewogen om deze artikelen in de kerkbode te plaatsen? De kerkenraad huldigde in de eerste jaren het standpunt om zich tegenover de SRA neutraal op te stellen. Dit standpunt werd mede ingegeven door het feit dat verschillende predikanten binnen en buiten ons kerkverband op de SRA-avonden spraken. Predikanten voor wie de kerkenraad nog steeds hoogachting heeft; overigens zijn/worden deze predikanten van onze opvattingen op de hoogte gebracht. Verder hebben verschillende kerkenraadsleden in het verleden de SRA-avonden bezocht en niet zonder persoonlijke zegen. Echter de ontwikkeling binnen de SRA stond niet stil. Om de woorden van de SRA-voorzitter maar te gebruiken: "Men zocht naar meer." Met als gevolg dat er o.a. Zuid-Afrikaanse predikanten en voorgangers uit de Evangelische Beweging in Nederland en België als spreker werden uitgenodigd. Ook uit onze gemeente gingen mensen naar deze lezingen toe. Dit leverde tweeërlei reactie op: reacties van instemming en reacties van zorgen en afkeuring. Bij huisbezoeken en persoonlijke gesprekken werd naar de mening van de kerkenraad over met name de inhoud van HeartCry gevraagd. Deze vragen kwamen vanuit twee verschillende richtingen. Van de kant van hen die de conferenties van HeartCry blijven bezoeken, als ook van de kant van hen die met de conferenties moeite hebben (gekregen). De moeite van de kerkenraad beperkte zich in eerste instantie tot het feit dat deze conferenties ook op zondag plaatsvinden. In een schrijven aan het bestuur van HeartCry hebben wij daarover onze bezwaren uiteen gezet. In een schriftelijke reactie heeft het bestuur van HeartCry aangegeven om ondanks onze bezwaren toch op het ingeslagen pad verder te gaan. Kort na dit schriftelijk contact kregen verschillende kerkenraadsleden signalen dat er op meer punten vragen te stellen zijn. Binnen de kerkenraad zijn vervolgens twee personen aangewezen om zich nader te bezinnen en de kerkenraad verder te informeren.
In mijn contacten met andere collega's uit de CGK, HHK en PKN bleek dat wij niet de enigen en zeker niet de eersten waren die met de ontwikkeling van de organisatie van de SRA en de HeartCry moeite hebben. Verschillende collega's hebben met Arjan Baan en mensen uit de kring van Arjan Baan gesprekken gevoerd. Wanneer Arjan Baan in het Friesch Dagblad vertelt dat predikanten met hem niet durven spreken en daarom maar een opiniestuk in de krant plaatsen dan is dit niet waar. Wel degelijk zijn gesprekken door verschillende predikanten en andere personen uit de CGK, HHK en PKN met Arjan Baan en mensen rondom hem gevoerd, maar deze gesprekken liepen tot nog toe op niets uit. Deze artikelen zijn dus niet geschreven met de illusie dat wij de organisatie van de SRA en het bestuur van HeartCry tot andere gedachten kunnen brengen. Wat zij in het openbaar zeggen en doen ligt voor hun persoonlijke rekening. Hun standpunten verwerpen wij. Onze verantwoordelijkheid betreft primair onze gemeente en indirect gemeenten binnen en buiten ons kerkverband met wie wij ons op grond van Schrift en Belijdenis een weten. Het gedachtegoed van HeartCry is onbijbels en regelrecht in strijd met de reformatorische belijdenisgeschriften. Deze onbijbelse boodschap wordt ook via de cursussen van Arjan Baan verspreid. Niet alleen wij, ook Arjan Baan erkent dat zijn boodschap tot spanningen op 'het grondvlak' leidt (zie interview Friesch Dagblad; voor digitale versie c.p.deboer@kliksafe.nl). Spanningen met name tussen jongeren en jonge gezinnen en hun kerkenraad. Spanningen die uiteindelijk ertoe kunnen leiden dat mensen een keus moeten maken: óf voor de boodschap van HeartCry óf voor de reformatorische prediking in de eigen gemeente. De ontwikkeling binnen HeartCry gaat door. Bewust is een theologische wissel omgezet die de trein van de SRA en HeartCry op een ander spoor heeft gebracht. Op 'het grondvlak van de gemeente' doen zich nu al binnen de rechterflank van de CGK, de HHK en behoudende gemeenten in de PKN wrijvingen voor tussen mensen die achter het gedachtegoed van HeartCry staan. Dit zijn doorgaans jongeren en ouderen die voorheen betrokken gemeenteleden waren, maar onder invloed van HeartCry het gevaar lopen om met hun kerkenraad in aanvaring komen. Het gaat ons aan het hart om te zien dat mensen die in het verleden van harte instemming met Gods Woord en de Belijdenis hebben betuigd, soms vanuit naïviteit van dit fundament vervreemden en gaan dwalen. Hier ligt onze roeping om te waken over de kudde die de Heere aan onze zorg toevertrouwd heeft.

Ds. C.P. de Boer

Naschrift
Binnenkort komt een brochure uit waarin de drie artikelen gebundeld zijn. In deze brochure wordt verder een literatuurlijst en een bespreking van de lezing van E. Maritz, "Hoe ontvang ik een overwinningsleven?" opgenomen. In deze lezing staat Romeinen 6-8 centraal. Uit dit Bijbelgedeelte is ook de term 'overwinningsleven' afkomstig.


http://www.derokendevlaswiek.nl