|
Goeiedag Burggraaf,
Dit schrijven van Rutherford kwam ons onder ogen en weten er eigenlijk niet goed raad mee. Gods Koninklijk, soeverein recht in de bekering Voorzover het ons geopenbaard is, bereidt God gewoonlijk de mensen voor door de wet en door enige voorafgaande gestalten, voordat zij tot Christus getrokken worden. Ik durf niet beslist zeggen, dat God geen gebruik maakt van Zijn koninklijk, soeverein recht, in de bekering van sommigen, wie God genade bewijst, zonder die zware, wettische overtuigingen, ja ik denk, dat Christus tot sommigen komt gelijk een ree of gelijk een welp der herten, springende op de bergen en huppelende op de heuvelen, met wie Hij zich niet houdt aan de regel, die Hijzelf gesteld heeft en die Hij uit de hel rukt, zonder die voorbereidingen, of dat Hij die tenminste plotseling werkt. Ik zie er niets bezwarends in, dat, evenals God in Zijn handelingen in de natuur vrij blijft in Zijn bedelingen, wij ook Zijn bedelingen in de genade niet kunnen navorsen. Dit is echter zeker, dat Hij nieuwe gebouwen opricht van ongeschikt en knoestig hout en het moet wel gering en onhandelbaar leem zijn, waarvan Christus, Die alle dingen nieuw maakt, geen vat der barmhartigheid formeren kan. De ene natuur of soort van schepsel in een ander te veranderen, zoals een leeuw in een lam, en te maken dat de wolf met het lam verkeert en de luipaard bij de geitenbok neerligt en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tezamen, en dat een klein jongske ze zal drijven, is het eigen werk van de Almacht, wat ook de voorbereidingen of de ongeschiktheid van zondaren is. (Uit: "Christus stervende en zondaren tot Zich trekkende", deel 1, blz. 320 en 321).
Vraag: Ondanks het feit dat u het boek oudvaders,"uit" hebt, willen wij u vragen of u ons dit nader kunt verklaren. Die gezond zijn hebben de Medicijnmeester toch niet nodig? Waar kunnen wij in de Heilige Schrift, dit getuigenis bij vergelijken?
Hartelijke groeten,
SvP. ___________________________
Geachte vrienden, Rutherford wil enerzijds zeggen dat Gods manier van bekeren niet in een systeem te plaatsen nog te vangen is. Het verstand is een slap gevalletje en het komt niet achter het geheim hoe God werkt. Dat leert alleen de genade in Christus. God houdt de eer aan zijn kant en Hij laat Zich niet berekenen. Anderzijds is het citaat van Rutherford te vaag en te weinig vanuit de Schrift onderbouwd. De gelijkenis van het zaad daarentegen spreekt boekdelen (Lees VIERDERLEI HOORDERS via de 'Klik hier'-link). Het is dus niet zo dat Gods orde van bekering niet vanuit het Woord te verklaren is, maar dan wel vanuit het wonder en de levende kennis van Christus. Al degenen die God toebrengt in Christus gaan door de Rode Zee (door de crisis van dood van Christus) tot het Leven. Sommigen kijken meer naar de golven, anderen blikken meer naar de overzijde. Altijd wel in de trits van ellende, verlossing en dankbaarheid. De Wet gaat aan het Evangelie vooraf. De een ondergaat een wettische ontdekking, de ander voelt meer de trekkende liefde des Vaders. Voor beide gevallen geldt de noodzakelijke kennis aan een vrijsprekend God in Christus. En als de Heilige Geest door middel van Paulus leert dat door de Wet de kennis der zonde is, en dat de Wet niet uit het geloof is, dan moet niemand daaraan tornen. Degenen die dat wel doen, doen aan Schriftkritiek, ook al betreft het oudvaders van naam. In die zin hebben we niets met oudvaders te maken. Wat leert Gods Woord en is onze bekering daarmee in overeenstemming? Gods Woord is niet onduidelijk hoe Gods manier van bekeren is. Sommigen sterven de zwaarddood (bliksembekering - Stokbewaarder), anderen sterven de hongerdood (lange weg van sterven en geven tenslotte de doodsnik - verloren zoon). Weer anderen vallen van het ene bed rozen in het andere bed rozen en hebben niet die helse verschrikkingen die anderen ondergaan (Timotheus). Voor allen geldt: "Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden!" Luk. 15:24. De opmerking dat ik het boek "oudvaders" uit heb, wil absoluut niet zeggen dat ik de oudvaders veracht of van geen waarde acht. Integendeel, maar het betekent wel dat je er NIETS aan hebt om allerlei oudvaders na te vorsen en Gods Woord te laten voor wat het is. Wat van levensbelang is, dat we kunnen zeggen door het geloof: "Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord." Ja, dan hoef je door anderen niet meer overgenomen noch bevestigd te worden. En dan moet je je toetsen aan Galaten 2:19-20, dus: Wat ging er aan vooraf, hoe was je eronder en wat volgde erop? Al Gods volk wordt IN het oordeel verlost, want daar ligt elk mens van nature in, namelijk in het oordeel van Gen. 2:17.
Hartelijke groet, GPPB. __________________________
Goeiedag Burggraaf, Ook wij meenden het zo te zien bij Rutherford, maar dachten dat R. bedoelde dat het ook zonder ellendekennis kan gaan. Wij begrepen wel dat u de oudvaders niet veracht, maar we zullen toch, om het met de woorden van Van Holland te zeggen: "Ik moet een waarheid (Waarheid) hebben waar ik mij aan toe kan vertrouwen."
Hartelijke groet, SvP. ________________________
Geachte vriend, En de Waarheid is Christus. Ja, al wat Zijn mond aan mij heeft toegezegd, gaf aan mijn hart vertroosting Geest en leven. Inderdaad gaat het nooit zonder schuldbeleving, maar het gaat nog dieper, want de oude mens sterft. Als het zaad in de aarde niet valt en sterft... Ik ben door de Wet aan de Wet gestorven... Is geen voorwaarde, maar wel de feitelijke bediening der Wet. Laat God het werk doen. Schuld belijden kan zowel wettisch als evangelisch, ofwel voor en na ontvangen genade. Farao beleed: "Ik heb gezondigd", maar zijn hart bleef dezelfde. 't Kan ook in de voorweg, zoals we bij de moordenaar aan 't kruis zien en dan gaat belijdenis van zonden gepaard met vrijwillige strafaanvaarding. Hoe zalig is dat volk! Hartelijke groet, GPPB.
|
|