|
|
EEN KIND VAN DE REKENING....
| |
|
|
Geachte GPPB, Als ik uw schrijverij lees moet ik moet ik weleens lachen in de positieve zin. Ook bemerk ik een grote gave en gedrevenheid. Dan denk ik een bijzonder "kind" dat is hij. Maar toch, ergens lees ik dat het gedichtsel van 's mensen hart boos is van zijn jeugd aan. Er niemand is die verstandig is, er niemand is die God zoekt, niemand die goed doet, niet tot één toe en nog veel meer. Dat geldt voor ondergetekende en ook voor GPPB. Ook lees ik dat de Heere Jezus weende over Jeruzalem. Wij mensen kinderen hebben allen een onsterfelijke ziel en eenmaal moeten wij rekenschap afleggen, en we liggen allen in hetzelfde oordeel. Tenzij dat we geborgen zijn in die enige Borg en Middelaar, de Heere Jezus Christus en niet anders. En als dat zo mag zijn is dat geen eigen verdienste, ja toch? Ik bedoel hier mee te zeggen er mag/moet in uw schrijverij (meer) mededogen met uw naaste doorklinken. Ook bijv. dhr V.d. Vlies is onze naaste en ook bijv. mevr. Guit-Guit.
Hoogachtend en met vriendelijke groet In nederigheid A.R. te M.
---------------------------------------------
Geachte vriend A.R., Hartelijk dank voor uw sympathiek briefje. "Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering", Jak. 1:17. Ja, zeg dat wel, 'een bijzonder kind', eh... van de rekening wel te verstaan. Gode zij dank heeft de Heere die rekening voor Zijn rekening genomen en de schuld ervan betaald, anders was het een verloren zaak met mij. Ja, het gedichtsel van 's mensen hart is ten enenmale boos en dat is een last, soms niet te dragen. Paulus wist daarvan mee te praten als hij zegt: "Want wij weten, dat de Wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik", Rom. 7:14-15, en wat er verder volgt. En inderdaad, er is niemand die God zoekt, niemand die goed doet, ook niet tot één toe, en dat hopen we zolang de Heere dat geeft te verkondigen van de daken. Al Gods kinderen zullen Paulus daarin van harte bijvallen als hij belijdt: "Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik", Rom. 7:18-19, en wat er verder volgt. Om die reden roemt Paulus in een Ander, namelijk Christus Jezus, door Wie hij van eeuwigheid gegrepen was en in de tijd gerechtvaardigd is geworden. Gode zij dank is God de gevallen mensheid en de duivel een eeuwigheid voor geweest, want Hij heeft hulp besteld bij een Held, Die God in waarheid en volkomenheid gezocht heeft, Die alleen alles goed gedaan heeft en doet. Door Gods genadige goedheid in Christus ben ik die ik ben (1 Kor. 15:10). Daarvan wensen we ook te mogen getuigen, ja, tot in lengte van dagen. Het is zoals u zegt: De Heere Jezus weende over Jeruzalem, want Hij was gekomen tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen als de lang verwachte Messias, maar verworpen en hebben Hem geslagen in het huis van Zijn liefhebbers. Dat zou ook van reformatorisch Nederland gezegd kunnen worden, want ook in de NL-kerkelijke herberg is geen plaats voor het levende Kind. Ook hebt u Gods Woord aan uw kant als u zegt dat we allemaal in hetzelfde oordeel liggen en dat het geen eigen verdienste is als we geborgen mogen zijn in en door de enige Middelaar Jezus Christus. Tot zover betreft stemmen wij op grond van Gods Woord hartelijk met u in, en de geloofsondervinding van genoemde zaken bevestigen de genoemde feiten.
Toch blijkt u een hapering in mijn schrijven te constateren en dat is niet verwonderlijk, want ik ben van gisteren en weet niet, bovendien, wie is tot deze dingen bekwaam? Behalve de bijbelschrijvers is er geen schrijver noch oudvader op aarde te vinden met een volmaakte pen. Maar als u bedoelt dat we er niet van bewust zijn dat de door u genoemde personen onze naaste zijn, dan denk ik dat het noodzakelijk is u het een en ander nader toe te lichten, waaraan we ook gaarne willen voldoen, mede gelet op de nuchtere sympathie in uw briefje. Als we weleens namen noemen in ons schrijven in het kader van de scherpte van Gods Woord, betekent dat niet dat we de personen als zodanig op het oog hebben, want dan heb ik meer dan genoeg aan mezelf, zoals we ook meermalen in ons schrijven hebben aangegeven. Ik raad u aan om de IDENTITEIT van de website eens goed door te lezen, want daarin kunt u een en ander terugvinden wat we met onze manier van schrijven beogen. Welzeker zijn genoemde personen onze naasten en daarvan was de moordenaar aan het kruis zich ook goed bewust. Maar begint hij dan zijn collega naar de mond te praten? Nee, hij bestrafte hem, omdat ze strafwaardig in hetzelfde oordeel hingen. We moeten altijd onderscheid maken tussen de zonde en de zondaar. Op geen enkel bijbelblad worden de zonden vergoelijkt, want God is een heilig God en ziet geen zonde door de vingers. Bovendien vereenzelvigen vele, zo niet alle refobelijders in onze dagen, de bediening des doods, die van de Wet -als die zich laat gelden in de prediking of het geschrevene- met de intentie van de persoon die preekt of schrijft, om vervolgens de prediker of schrijver uit te maken voor alles en nog niets. Wijlen dominee Boogaardt uit Sliedrecht (Hervormd Lokaal) werd eens publiek uitgescholden door een man die beweerde dat de dominee de hele preek hem bedoeld zou hebben en hij sloeg van woede de dominee de tanden uit de mond. Die man kon echter de bediening der Wet niet verdragen, zoals geen mens van nature, hoewel de vijandschap jegens God en Christus bij de ene mens grover en brutaler openbaar komt dan bij een ander. Vervolgens projecteerde die man zijn haat op de persoon van dominee Boogaardt. Zo heeft men Stefanus gestenigd, omdat de Sanhedristen de afsnijdende bediening der Wet in de toespraak van Stefanus niet konden verdragen, omdat zij hun vrome vlees wilde handhaven en zich om die reden op de persoon van Stefanus wreekten. Als ik u moet vertellen hoeveel van dit soort genoemde wraak- en haatreacties we om dezelfde reden hebben ontvangen, dan ben ik nog even met u bezig. Waarom zochten de Joden Christus te vangen en te doden? Omdat Christus van de Wet des Vaders geen titel noch jota afdeed en de Wet in zijn verdoemende kracht gepreekt heeft. Waarom worden er zoveel dominees op handen gedragen in onze dagen? Omdat zij de volle raad Gods niet preken omwille van eigen naam en eer. Zelfs het Evangelie is niet naar de mens. Het is de Joden een ergernis en de Grieken dwaasheid. Vele predikers in onze dagen maken van Christus een soort sinterklaas die alleen maar liefde uitstraalt en kadootjes uitdeelt, maar zo is het ganselijk niet. Christus handhaaft het recht Gods krachtens de absoluutheid der Wet, ook in het zaligen van zondaren. Dan zal wel door het wonder blijken dat Hij het wraakzwaard der Wet opgevangen heeft in Zijn Eigen hart in de plaats van Zijn volk. Maar Gods volk gaat allemaal met Izak op het altaar door de bediening des doods ten dode, alvorens de vrijspraak uit de Mond Gods te vernemen. Abraham geloofde God en zou het recht Gods hebben uitgevoerd door Zijn zoon Izak te doden, als God niet had ingegrepen. Izak is niet een type van Christus, maar van de Kerk. Wat we hiermee willen zeggen, is, dat de prediking van het recht Gods ernstig tekort komt in onze dagen en daarmee groeit de valse verdraagzaamheid. Mensen worden niet meer ge-ergerd, maar dat is juist een stinkende vrucht van het feit dat de inhoud van de prediking niet deugt. Dus als de ere Gods in het geding was, hebben de profeten, Christus en de apostelen geen mens en geen vlees gespaard en dat is ook de roeping in het kader van de Woordverkondiging. De Wet tot verdoemenis en het Evangelie tot behoudenis der ziel. In onze dagen mist men ten enenmale het onderscheid als er in dit kader van de absoluutheid der Wet en die van het Evangelie gepreekt of geschreven wordt. Velen vatten alles letterlijk (biblicistisch) en persoonlijk op en als men geen weerwoord heeft tegen het gepredikte Woord en/of het geschrevene op grond van Gods Woord, dan gaat men over om de predikende en/of schrijvende persoon in kwestie aan te vallen, terwijl men zich ondertussen aan de bediening en scherpte van het Woord ergert. Ik kan er wel een boek over schrijven. GOD doet echter met de prediking van de volle raad Gods wat Hij wil en als dat bij de massa in het vlees valt, dan moeten de betreffende personen zich bij den hemel beklagen en niet bij de prediker en/of schrijver. In het kader van mijn roeping kan, mag, en wil ik me niet onder de macht van anderen laten brengen en dat geldt voor elk kind en knecht van God. Velen doen de ergernis van het kruis teniet, om maar de vrome klaas te blijven spelen. Christus heeft vele malen de Sanhedristen de wacht aangezegd op een wijze die hemel en aarde deden beven. Handelde Christus dan ook uit meedogenloosheid? In zekere zin, ja, want de Wet is heilig meedogenloos. Met dat absolute feit der Wet heeft men finaal afgerekend in onze dagen. "Lief zijn voor elkaar"; "iedereen in zijn waarde laten", de valse verdraagzaamheid ten top. Gods eer en Waarheid mag blijkbaar vrij en frank vertrapt en genegeerd worden en als de Heere iemand verwaardigt om het voor Zijn Naam en Zaak op te nemen, dan wordt die persoon door heel refoland vervolgd als ware hij de grootste heiligheidsschenner van de "aloude beproefde waarheid en de heiligen in de hoge plaatsen", maar niet heus: van de aloude en ondeugdelijke heilige huisjes en allerhande afgoderij! Er is bijna geen mens meer aanspreekbaar op de waarheid van het Evangelie, want elke kerk heeft zijn eigen waarheid en men roemt alom op een vod papier waarop de Belijdenisgeschriften prijken, terwijl men die in leer en leven met voeten treedt. En als men dan niet meer aanspreekbaar is, dan leert het Goddelijke Woord: "Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; wetende, dat de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelf veroordeeld", Tit. 3:11. En dat deed de zalige moordenaar ook met die andere spottende moordenaar, omdat die zalige moordenaar onder Gods recht en waarheid mocht vallen, Christus rechtvaardigde en zichzelf verdoemde en omdat hij aan Gods zijde geplaatst was, heeft hij zijn collega-moordenaar hard de wacht aangezegd. Zo heeft Petrus gehandeld in zijn Pinksterpreek: "Dien gij gekruisigd hebt..." Zo heeft Christus ook gehandeld jegens de eigengerechtigde Sanhedristen en hen de helse verdoemenis aangezegd. Maar toen Nicodemus in de nacht tot Jezus ging, werd hij gastvrij onthaald door Christus en in de heilswaarheden onderwezen, omdat deze leraar Israëls niets wist van de bediening der Wet noch van de vrije genade en die toch begeerde te kennen. Christus zocht de slechtste zondaren op, die ervan overtuigd waren dat zij verdoemelijke zondaars waren, anders had ik allang in de hel gelegen, vriend. En als het dan over de naastenliefde gaat in het kader van de evangelische roeping en plicht, dan moeten we ons maar afvragen of we uit de vruchten van Christus met het beeld van de barmhartige Samaritaan ons leven stempelen of niet. Daarvan komt Christus alleen het oordeel toe en geen mens anders. Immers, velen zullen zeggen: "Hebben wij niet in uw Naam geprofeteerd en vele duivelen uitgeworpen?" Maar Hij zal hen openlijk aanzeggen: "Ik ken u niet vanwaar gij zijt!" Dus als aan Gods ware volk de vraag gesteld wordt: "Hebt u uit genadig meedogen uw naasten behandeld?" Dan zullen ze het allemaal ontkennen, omdat ze het zich niet herinneren (Matth. 25:37-39). Maar ga hun leven maar na, dan zult u ontdekken dat Gods beproefde volk één en al meedogen jegens hun naaste zijn, maar vraag het hen zelf niet, want dan zullen ze allemaal zeggen: "Ik ben een groot beest bij God." Er is er dus maar EEN Die een volmaakt meedogen heeft met verloren zondaren en dat is Christus ALLEEN.
In het kader van het bestraffen van de zonde is er bovendien onderscheid wie Gods volk en knechten voor zich hebben; een Farizeeër of een tollenaar. Hoe heeft Christus de eerste groep behandeld en hoe de tweede groep? Er zijn tenslotte maar twee soorten mensen in de kerk, de Farizeeër en de tollenaar. Wiens vriend was Hij? Hij was een Vriend van hoeren en tollenaren en heeft hen vriendelijk behandeld, omdat Hij hen wilde zaligen van al hun zonden en zij Hem met grote blijdschap ontvingen in hun huizen. Christus is immers gekomen om te zoeken en te zaligen dat VERLOREN was en in die voetstappen hebben we te gaan. "Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen", zegt de apostel, en de wijze Salomo zegt: "Redt hen die ter dood gegrepen zijn, want zij wankelen ter doding zo gij u onthoudt." We kunnen als de Heere het geeft voor allerlei mensen bidden, zelfs voor onze vijanden, maar we kunnen niet met iedereen wandelen en leven. En als de waarheid van het Evangelie in het geding is, moet Paulus de liefde zelfs verbergen voor Petrus en Petrus scherp bestraffen, omdat hij met de Joden veinsde (Gal. 2). Zo moest Christus Zijn liefde en meedogen voor Petrus verbergen en hem bestraffen (ga achter Mij satanas...), omdat Petrus Hem hinderde op Zijn borgtochtelijke lijdensgang naar het kruis. Dus als meneer Van der Vlies staat te comprimeren in de marge in de 2e kamer bijv. omtrent de islamisering van NL, of omtrent de emancipering van de sgp-vrouw, dan worden we heilig verontwaardigd over zoveel pantoffelheldenmoed, waarvan de drijfveer angst, dus veinzerij is. Daar heb ik geen goed woord voor over, vooral omdat men de bestraffing haat. En als mevr. G-G, of hoe dat mens ook heten mag, met een hollywood-jurk en een afgeschoren hoofd zich in de krant laat presenteren nota bene als een 'niet geëmancipeerde vrouw', dan knapt er wat van binnen en dan behoort elk kind van God zich te verloochenen en die zonden met de scherpte van Gods Woord te bestraffen, juist omdat dezulken zich uitgeven voor ware christenen.
En dan noemen we ook de ander kant van de medaille: een kind van God die in de zonde gevallen is en niet weet waar hij/zij het zoeken moet, daar hebben we alle mededogen voor en daar kunnen we dan wel naast, ja, onder gaan zitten, want dan is niet hij/zij, maar ik de slechtste. "Draagt elkanders lasten en vervult alzo de Wet van Christus." En die laatste lering kunt u ook rijkelijk aantreffen in onze geschriften. Maar het punt is, vriend, dat we onze naaste liever verloren laten gaan vanwege de valse verdraagzaamheid, dan onszelf te verloochenen vanwege de liefde tot God die hoger staat dan de liefde tot de naaste. Ik heb absoluut geen meedogen voor de eigengerechtigde zonden van genoemde personen, hoewel we die niet persoonlijk, maar veelmeer ten voorbeeld hebben gesteld omtrent de alom heersende excessen in refoland, zonder mezelf een millimeter erboven te verheffen. Dat laatste heeft men als verwijt wel heel los in de mond in onze dagen, maar alleen om het feit dat men zichzelf wil handhaven in de ongerechtigheid, vroom of goddeloos. De personen die u noemt zijn als zodanig niet ter sprake geweest en als men dat er niet in leest, moet men nog leren lezen. Mededogen gaat over onze naaste in nood, lichamelijk of geestelijk en als genoemde personen halfdood geslagen in de goot van Amsterdam zouden liggen, zouden we hen gaarne op mijn ezel laden richting herberg(zaamheid), maar daar zullen ze in hun huidige deftige hoedanigheid hun neus wel voor ophalen. Ik kan dus aan dat soort mensen geen enkele liefde kwijt, omdat men de waarheid niet in liefde wil aannemen. We hebben een gebrek aan verloren mensen die de Waarheid metterdaad in oprechtheid liefhebben en daarom zal de liefde van velen verkouden. Dat oordeel rust trouwens op alle huidige rechtzinnige kerken. Liefde en waarheid is zowel in bijbels als in natuurlijk opzicht een onafscheidelijke tweeling. Als men alleen een God der liefde wil, kan men bij Hegger uithuilen, maar dat is de ware God der liefde niet. God is rechtvaardig en barmhartig, maar die eerste eigenschap van God zouden vele belijders in onze dagen wel willen schrappen. Dan krijg je een soort refogeloof, waar alles gladgestreken wordt met een valse christus. Enfin, u kunt er genoeg van op de site lezen.
We zijn dus niet geroepen om de zonden noch de dwalingen te bagatelliseren, noch bij onszelf, noch bij onze naaste, maar om die tegen te staan en te weerleggen in het kader van Wet en Evangelie, Gode tot eer, opdat zondaars zich tot God zouden bekeren. Ja, dat is de wens van al Gods kinderen. Het Evangelie is echter tweeledig, namelijk een reuke des doods ten dode en een reuke des levens ten leven. Gods volk kent beiden en als het alleen bij de reuke des doods blijft, dan zijn de vruchten daarvan vijandschap, haat, smaad jegens God, Zijn Waarheid en jegens hen die de waarheid recht verkondigen. Dus als het gaat om de ere Gods, dan is Christus een Leeuw en Zijn kinderen behoren dat ook te zijn en zullen het zijn, want het geloof is eerst, hoewel door de liefde werkende. Christus heeft in de eerste plaats de rechten van Zijn Vader verdedigd en in de tweede plaats, ja tegelijk, de zaligheid voor Sion verworven. Christus is namelijk ook het Lam Gods, Dat de zaligheid voor Sion bereid heeft met Zijns Zelfs Offerande. Als Gods kind het beeld van Christus draagt, is hij/zij een leeuw en een lam tegelijk. Een leeuw omtrent de ere Gods en een lam betreffende het lijden om Christus' wil. "Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende", Hebr. 13:13. Zo zij het.
Geachte vriend R. neem me niet kwalijk dat we zo'n lange brief geschreven hebben, beschouw het als een algemene toelichting naar aanleiding van uw suggestie. We waarderen uw meeleven en meedenken, kon en mocht het zijn in de ware geloofsvereniging Zijns Naams, Die heerlijk is.
Hartelijke groet en Gode bevolen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|