LASTER
LASTERCAMPAGNE        
Plaats in winkelmandjeMandje
Beste meneer Burggraaf,

Onlangs was ik aan het browsen op uw website en las ik een artikel over "de medailles van Th. van der Groe". Ontzettend hoe deze knecht des Heeren gelasterd is geworden vanwege zijn radicale prediking en het bestraffen van de zonden. Het mag van deze knecht des Heeren wel gezegd worden: "Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil" (Matth. 5:11). Maar weet u zelf wel hoe massaal u en uw geschriften gelasterd worden op internet en in kerkelijk nederland? Onlangs was ik bij een relatie van mijn vriendin op verjaarsvisite en het onderwerp van de avond was GPPB in een vreselijk negatieve zin. Ik heb de hele avond gezwegen, maar het was een ware marteling voor me, omdat ik volledig achter uw schrijven mag staan door genade. Toen sommige mensen aanstalte maakten om naar huis te gaan, ben ik opgestaan en ik kreeg een vloed van woorden te spreken om al die leugensprekers de mond te stoppen. En dat is ook gebeurd, meneer Burggraaf. Ze gingen als geslagen honden naar huis, behalve een man, die de deur met een vloek en een klap dichtsloeg. We hebben nog even nagesproken met die vrienden van mijn vriendin, maar die mensen hadden een totaal verkeerd beeld van u en uw schrijven. Ze hadden alles van 'horen zeggen', terwijl hun kinderen de boeke n van Wybe Wevers verslonden hebben. Ze begrepen het al niet goed dat de laster over u zo fanatiek de ronde doet in de kerkelijke gelederen, omdat ze wel vonden dat uw mooie christelijke jeugdboeken schrijft. Meneer Burggraaf, het is echt niet mijn bedoeling om een wit voetje bij u te halen of zo, maar na een aantal dagen met deze zaak gelopen te hebben, kreeg ik toch vrijmoedigheid om u dit te schrijven. Er zijn nog mensen in Nederland die uw schrijven waarderen, hoewel de Heere de eer ervan toekomt. Ik versta wel niet alles, maar ik gevoel en geloof dat het de waarheid is. Ik wens u Gods onmisbare zegen toe in uw zendings- en schrijfwerk. Ik geniet ervan.

Vriendelijke groet,

A. W.

-------------------------------------

Geachte mevrouw AW,

Hartelijk dank voor uw meelevend briefje. Toen ik tot het schrijven geroepen werd, heeft de Heere mij ervan verzekerd dat het schrijven naar de volle raad Gods ontzettend veel vijandschap zou oproepen onder ons rechtzinnig volksdeel. Dat is in de loop der jaren dan ook wel gebleken. Er is in het verleden ten aanzien van de heilsleer veel blijven liggen waartegen weinig of niet geageerd is vanaf de kansels. Ik kan de vele negatieve reacties op de radicale boodschap van Wet en Evangelie dan ook wel begrijpen, want er is niemand die naar God vraagt, ik ook niet. Ik moet mezelf constant opzij zetten, want ik voel me geen haar beter dan de godsdienstige rest. Maar de ere Gods en de kroonrechten van Christus zijn me -als ik op mijn plaats ben- zelfs liever geworden dan Gods volk waarvan ik de minste ben.
Ik heb de broeders en zusters in Christus van harte lief, maar niet ten koste van de lere Christi. Toen de Heere in een diepe beproeving tot mij zei: "Hebt gij Mij liever dan dezen", wees Hij naar de andere discipelen, en toen ben ik met totale zelfverloochening aan Zijn kant gevallen en de Heere moet me voortdurend aan Zijn kant plaasten, want zo gewillig ben ik niet. Die mensdood houding zet zelfs kwaad bloed onder sommigen van Gods volk, maar de Heere heeft me als een verloren zoon uit de wereld gerukt en gered en nu ben ik een verloren saved sinner in Zijn dienst. Ik mag met mezelf geen rekening houden (doe ik veels te veel), want ik heb mijn opvoeding verloochend en nu moet ik constant mezelf verloochenen in 's Heeren dienst. Dat geeft vanzelf veel strijd, want ik ben totaal vleselijk, verkocht onder de zonden. Maar uw briefje is me zeer tot bemoediging, want ik stond al weer op het punt om ontslag te nemen uit 's Heeren dienst. 'k Ben nog erger dan Jona, maar het is toch een liefdedienst en de Heere is het meer dan waard, hoewel ik steeds nog moet beginnen om de Heere te bedoelen. 't Is alles met zonde bevlekt, ook mijn schrijven, maar de Heere heeft ertoe geroepen en Hij bevestigt het keer op keer, want anders had ik allang bedankt voor de dienst. Wat ik wel aangrijpend vind, is, dat men mij massaal verwijt dat ik de strijd tegen vlees en bloed voer in mijn schrijven, terwijl het dat beslist niet is. Wat voor belang zou ik daarbij hebben? Mijn schrijven staat in het kader van Efeze 6, ook ten aanzien van de betoverde geesten die velen van Gods volk in de greep heeft. Zonde is geen zonde meer in onze dagen. Men heeft mij van laster beschuldigd toen we de SRA haar arminiaanse leringen aantoonde. Men heeft mij van laster beschuldigd toen we de SGP (leiders) verlaters van het beginsel hebben genoemd en hun emancipatiegeest vanuit het Woord hebben bewezen. Men heeft mij van laster beschuldigd toen we de HHK een Ikabodkerk hebben genoemd en dat met feiten hebben aangetoond. Men heeft mij van laster beschuldigd toen we de dwaalleer van de Afscheiding hebben ontmanteld en vanuit het Woord hebben weerlegd. De witteboorden-godsdienst heeft de criminelen destijds op mij afgestuurd om mij het zwijgen op te leggen, maar God heeft dat verhinderd. En de strijd gaat door en als men het niet winnen kan met weerleggingen uit het Woord, dan spinnen sommigen een schizofrene woordenstrijd om me op die manier verdacht te maken, dikwijls achter mijn rug om. En als we dan die geesten bestrijden noemt men dat ook laster. Er is niets nieuws onder de zon. Zolang de mens maar buiten schot blijft, ja, dan wil men wel in Gods Koninkrijk dienen, maar als de Heere die ijver afsnijdt als ondeugdelijk, dan is men ineens een slachtoffer en dan sleept men er alles bij om zichzelf te rechtvaardigen. De betoverde Galaten spraken de zonde goed (totdat Paulus hen met het zwaard des Woord terugsloeg tot de genade) en dat fenomeen is nog springlevend in onze dagen in het kwadraat. Ik ben er zelfs van overtuigd geworden dat degenen die niet een tweede bekering kennen (Luk. 22:32) en toch zijn gaan lopen, dat die je felste tegenstanders worden, omdat zij zich feitelijk blijven ergeren aan de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze. Ze willen vrucht op de plank en zegenen in wat het niet is en gaan daarin door, totdat God dezulken de genadeslag geeft van een tweede bekering, waarin de bekeerde mens (de oude mens) voorgoed ten onder gaat en waarin 'Christus alleen' het Centrum wordt van je leven en je verkondiging. Ik hoop, mevrouw, dat het u nu nog duidelijker is wat het betekent om jezelf te verloochenen en om als totaal vleselijk, verkocht onder de zonden, onder de Banier van Koning Jezus bediend te worden uit Zijn volheid. "Alzo houde ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods. En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde.", 1 Kor. 4:1-2.

Hartelijke groet en wees Gode bevolen,

GPPB.


http://www.providencemountainranch.com