OVER HET BEELD GODS
OVER HET BEELD GODS  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte schrijver, GPPB,

Vorige week las ik van iemand die met een propagandalijst aangevoerde bewijzen pretendeert een roeping te hebben, een verwarrend verhaal over de uittocht van het volk Israël uit Egypte, waaruit ik slechts één citaat citeer:

"God heeft in Christus, de 2e ADAM, Zijn eigen beeld weer hersteld, hetgeen Zijn verkoren volk voor eeuwig verloren en verbeurd had in de 1e Adam, en dit toegerekend aan de harten van Zijn verkorenen, op grond van het toegepaste reinigende Middelaars-bloed, door de Heilige Geest die inwoont. Onze gerechtigheden, zijnde een wegwerpelijk kleed geworden, daartoe moest de Wet doden, opdat Christus in Zijn Kerk leeft als een vervulde WET voor GOD. (1Kor.1:30) En zo pleit die Wet dat verkoren volk nu weer vrij, in Christus Jezus, zijnde geworden voor Zijn volk, de vervulde WET Gods."

Ik dacht dat Gods kinderen hersteld worden in het ongeschonden beeld Gods (Christus) door de wedergeboorte. Of leest u het citaat anders?

In afwachting en met hartelijke groet,

H.J. de G.

--------------------------------------------

Geachte H.J. de G.,

Dank voor uw email. Ik verneem gaarne de bron van het gegeven citaat van u, want ik strijd met open vizier en niet achter de schermen. Wat het citaat zelf aangaat, hebt u gelijk; ik lees er ook niets dan verwarring in. En inderdaad heeft u gelijk dat Gods kinderen in het ongeschonden beeld Gods hersteld worden. Christus heeft niet het beeld Gods van de eerste Persoon van het Goddelijke Wezen hersteld, want dat beeld is van eeuwigheid tot eeuwigheid onveranderlijk, zoals God onveranderlijk is. Door de zondeval is het beeld Gods niet verdorven, maar de mens is uit Gods beeld en uit Gods gerechtigheid gevallen, ja, uit God gevallen en de duivel toegevallen. De mens is niet naar, maar IN (zie Hebreeuwse tekst) het beeld van de EERSTE Persoon van het Goddelijke Wezen geschapen en naar Zijn gelijkenis. Het beeld Gods des Vaders is de wijsheid Gods, de kennis Gods, de gerechtigheid en de heiligheid Gods. De mens is dus geschapen in ware wijsheid, gerechtigheid en heiligheid, en door de zondeval is de mens uit het beeld Gods gevallen en is enkel leugen, ongerechtigheid en onheiligheid geworden. Christus heeft niet het beeld Gods hersteld, dat is een grote dwaling; Christus heeft de Zijnen hersteld in het beeld Gods, namelijk in Zichzelf. Christus IS het Beeld des onzienlijken Gods (Kol. 1:15), het Afschijnsel Zijner heerlijkheid en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid (Hebr. 1:3). Niet het beeld Gods, maar de mens moet hersteld worden. Niet het beeld Gods, maar de mens als schepsel Gods is verdorven door de zondeval. God eist Zijn beeld terug in elk mens, niet Zijn Eigen beeld en eigenschappen, maar de hoedanigheid waarin de mens geschapen is. God eist de mens als beelddrager Gods terug in zijn oorspronkelijke scheppingshoedanigheid, namelijk in ware wijsheid, gerechtigheid en heiligheid. Als Gods beeld hersteld moet worden, dan zou de mens in het paradijs Gode evengelijk geweest zijn. Die gedachte is zowel godslasterlijk als absurd. De mens was niet goddelijk in het paradijs, maar een zondeloze mens doende de wil van God. Door de zondeval is het beeld van God niet gevallen, nee, de mens is gevallen en uit het beeld Gods gevallen. En daarom heeft de mens ook geen ware wijsheid, gerechtigheid en heiligheid meer. Die hoedanigheid is buiten Christus niet te verkrijgen. Adam voor de val had Christus als Borg niet nodig, maar om in het Beeld Gods herschapen te worden kan alleen door de menselijke natuur van de tweede Adam. De mens was gerechtigheid voor God, maar door de val is de mens enkel ongerechtigheid geworden, doende de wil des duivels. Christus heeft dus niet het beeld Gods hersteld, want dat beeld is onveranderlijk, maar buiten Christus kunnen we niet in het beeld van de eerste Persoon des Vaders hersteld worden. Het beeld Gods is Christus. Christus is niet het beeld Gods geworden, Hij is het. Adam was beelddrager Gods, niet het beeld Gods zelf. Die hoedanigheid is Adam door de zondeval verloren en wij in hem. Christus is geen beelddrager Gods, Hij is Zelf het Beeld Gods. Hoewel de mens in het beeld Gods geschapen is, is de mens niet in Christus geschapen, maar in de gerechtigheid van de eerste Persoon. En als de mens wordt wedergeboren, wordt hij herschapen in de gerechtigheid van de tweede Persoon. Christus heeft de eis der Wet, overeenkomstig de oorspronkelijke scheppingshoedanigheid van de mens in volkomen gehoorzaamheid aan God, volkomen vervuld door Zijn Eigen gerechtigheid en daarmede de gemeenschap Gods hersteld waaruit wij gevallen zijn, die wij deelachtig kunnen worden door de wedergeboorte. De zondeloze menselijke natuur van Christus en Zijn gerechtigheid worden ons toegerekend, tenminste, als we het eigendom van Christus zijn, en onze oude natuur is met Christus gekruisigd. Door herschepping wordt de mens hersteld, dat is vernieuwd, in de ware wijsheid, de gerechtigheid en de heiligheid van Christus, dus in het Beeld Gods, namelijk in Christus. Ook de Wet Gods behoeft geen herstelling, want hoewel de Wet krachteloos geworden is door de zonde, is de Wet zelf niet verdorven, maar eeuwig geldend, heilig en goed. Christus heeft dus geen enkele eigenschap van God hersteld, omdat dat onmogelijk is. God kan niet hersteld worden, want Hij is de Volzalige in Zichzelf. Christus heeft door Zijns Zelfs Offerande de gemeenschap met God hersteld en ik in Hem!

De grond van de toerekening der gerechtigheid van Christus is niet ''de toepassing'' van het Middelaarsbloed van Christus, zoals in het citaat beweerd wordt, want dat is de gerechtigheid van Christus zelf. De toepassing van het Bloed van Christus, (de vergeving der zonden) geschiedt op grond van Zijn aangebrachte gerechtigheid. Dit alles wordt weliswaar gewerkt door de Heilige Geest, maar niet krachtens Zijn inwoning, zoals gesuggereerd wordt in het citaat, maar krachtens toerekening. En op grond van de toerekening der gerechtigheid van Christus komt de Heilige Geest in ons wonen, waardoor wij de Goddelijke natuur deelachtig zijn. Dus de Heilige Geest komt niet eerst inwonen, nee, die komt in ons wonen op grond van de rechtvaardigverklaring in Christus.

Ook leeft Christus niet in Zijn volk als de vervulde Wet, zoals beweerd wordt in het citaat, want de Wet is geen persoon, maar de wil van God. Ook is de Wet niet de eerste man van de oude mens, dat is de oude mens ZELF. Als de oude mens sterft, is eis der Wet niet meer van kracht, want de Wet claimt geen lijken. De Wet sterft dus niet als de oude mens sterft door de Wet (Gal. 2:19), nee, de Wet is Gods geopenbaarde wil en die kan niet sterven. Christus heeft in onze natuur aan de eis der Wet volkomen genoeg gedaan en alle gerechtigheid vervuld, en om die reden kunnen wij voor God bestaan, namelijk in en door Hem.

Helemaal bizar wordt het als de schrijver van het citaat beweert dat 'die (vervulde? -GPPB.) Wet het verkoren volk vrij pleit in Christus Jezus, waarmee hij enerzijds een is-gelijk-teken tussen Christus en de Wet suggereert en anderzijds Christus in Christus bevestigt. Christus is niet de Wet en de Wet is Christus niet. En ook de vervulde Wet is geen verpersoonlijking van Christus, want de vervulde Wet is niet Christus, maar het Evangelie. Wet en Evangelie zijn middelen, maar Christus is de Persoon des Middelaars. Overtrokken kan in een preek weleens gezegd worden dat aan het kruis een vervulde Wet hangt, maar om Christus te pas en te onpas de vervulde Wet te noemen, is een diskwalificatie van Zijn Persoon. Christus representeert niet de Wet voor God, maar Zijn uitverkoren volk op grond van Zijn plaatsbekleding. Het Evangelie is zelfs meer dan een vervulde Wet en is levend en krachtig in Christus en een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft.

We zullen het hierbij laten.

Gode bevolen,

GPPB.

-------------------------------------

Geliefde vriend,

De schrijver van dat bizarre citaat is achterklappende farizeer DJK.

mvg.

H.J. de G.


http://www.providencemountainranch.com