|
|
|
Naar aanleiding van het artikel over het refogebruik van voorbehoedsmiddelen, wees een inzender me terecht op de zogenaamde refo-tendens van de "periodieke onthouding." Over dat fenomeen heeft er ooit eens een artikel gestaan in het Terdege, waarbij gesuggereerd werd dat men de periodieke onthouding en de onvruchtbaarheidsperiode bij de vrouw aanwendt om subtiel aan geboortebeperking te doen. Laat ik klaar en duidelijk zijn: die aanbevolen periodieke onthouding zoals die in Terdege werd gepromoot, is net zo goddeloos als het gebruik van voorbehoedsmiddelen, want man en vrouw is EEN vlees, ziende op Christus en Zijn gemeente. Paulus leert uitdrukkelijk door de inspiratie des Geestes: "Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden", 1 Kor. 7:5. Onthouding staat alleen in het kader van bidden en vasten. Van een periodieke onthouding om minder kinderen te krijgen spreekt de Bijbel nergens. Het is ook een wettische bezigheid en heeft zelfs met de ware huwelijksliefde niet van doen. De vrouw is geen lustobject, die zich maar moet schikken en/of beperken aan de wellusten van haar man, maar dat man en vrouw in liefde elkaar trouw zijn in ALLES. Daar valt ook de huwelijksgemeenschap onder. En dan zal de liefde ook met verstand bij de vrouw willen wonen, conform de wille Gods. Tenslotte wensen we nog te wijzen op hetgeen Gods Woord bij monde van Paulus leert in 1 Korinthe 7:29-35: "Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is; opdat ook die vrouwen hebben, zouden zijn als niet hebbende; en die wenen, als niet wenende; en die blijde zijn, als niet blijde zijnde; en die kopen, als niet bezittende; en die deze wereld gebruiken, als niet misbruikende; want de gedaante dezer wereld gaat voorbij. En ik wil, dat gij zonder bekommernis zijt. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe hij den Heere zal behagen; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe hij de vrouw zal behagen. Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen. En dit zeg ik tot uw eigen voordeel; niet opdat ik een strik over u zou werpen, maar om u te leiden tot hetgeen wel voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden."
En als dat waar wordt in ons leven, dat we gewaar worden bij God vandaan dat de tijd voorts kort is, dan krijg je haast om met God verzoend te worden. Dan ben je niet meer zo druk met de lusten van je vlees, want dan word je gewaar dat je in de banden des doods verkeerd. "Zulk een last van zond' en plagen, niet te dragen, drukt mijn schouders naar beneen." Dan loopt het niet meer over het feit of dit geoorloofd is of dat wel, maar over het feit hoe we ooit met God verzoend worden. Dan word je gewaar over de zonde geen macht te hebben en dan wordt heel die arglistige refo-theorie van periodieke onthouding en het gebruik van voorbehoedsmiddelen, enz., je tot een zondelast die je nimmer aan de hand kunt houden, omdat dat allemaal Godtergende werken van het vlees zijn. En dan word je gewaar dat de duivel je in zijn greep houdt en je niets anders kunt dan zondigen. O, dan wordt het een haasten en spoeden om des levens wil. Dan wordt u gewaar dat er een bloedwreker is, die u zeker doden zal als u niet in de Vrijstad bevonden wordt. Christus heeft echter de duivel overwonnen en zijn kop vermorzeld. Geliefde lezers, wat ik u bidden mag: "Gaat in door de enge Poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; want de Poort is eng, en de Weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden", Matth. 7:13-14.
Christus is hier, gewonde en verloren ziel! Hij spreekt als Machthebbende: "Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden", Joh. 10:9. En tot van de slangen gebeten zondaren, klinkt het: "Zie het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegdraagt." Want er is genezing onder Zijn vleugelen voor de allergrootste van alle zondaren. Amen.
GPPB.
|
|
|
|
|
|