 |
|
|
PRAKTISCHE HEILIGMAKING DOET NIET MEE IN HET RECHTVAARDIG ZIJN VOOR GOD
| |
|
|
|
Geachte meneer Burggraaf,
In het persbericht "Ds. W. Silfhout puur rooms" schrijft u dat praktische heiligmaking geen deel uitmaakt van 'het rechtvaardig zijn' voor God.
Vraag: Kunnen we dan maar leven zoals we zelf willen?
Joke L.
---------------------------------------------------
Geachte mevr. L.,
Dank voor uw vraag. Dit soort vragen zijn al meer gesteld in het verleden en probeer in het vervolg eerst eens onderzoek te doen op de website, want 75% van de vragen die ik nu krijg beantwoord ik met een link uit de website, omdat die al meer aan de orde zijn geweest.
Wat uw vraag betreft: ik wilde wel dat het waar was dat ik leven kon zoals ik wilde, want dan zou ik in een storeloze gemeenschap leven met mijn God, zonder zonde. Dat volmaakte zalige en storeloze gemeenschapsleven met en door God in Christus, is echter alleen mogelijk in de hemelse gelukzaligheid. Hier op aarde komt de levende Kerk nooit verder dan hetgeen Paulus zegt: "Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde... ...ik dank God...", en dat zeggen alleen degenen die de Wet Gods als geestelijk, heilig en goed hebben leren kennen, de oude mensdood gestorven zijn, en met en in Christus zijn opgestaan als een nieuw schepsel.
En als u Zondag 24 van de Heidelbergse Catechismus eropna had geslagen, zou u het antwoord op uw vraag al hebben kunnen lezen:
Zondag 24
62. Vr. Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?
Antw. Daarom, dat de gerechtigheid die voor Gods gericht bestaan kan, gans volkomen en der wet Gods in alle stukken gelijkvormig zijn moet (a), en dat ook onze beste werken in dit leven alle onvolkomen en met zonden bevlekt zijn (b).
a Gal 3:10. Deut. 27:26. b Jes. 64:6
--------------------------------------------------------------------------------
63. Vr. Hoe? Verdienen onze goede werken niet, die God nochtans in dit en in het toekomende leven wil belonen?
Antw. Deze beloning geschiedt niet uit verdienste, maar uit genade (a).
a Luk. 17:10.
--------------------------------------------------------------------------------
64. Vr. Maar maakt deze leer niet zorgeloze en goddeloze mensen?
Antw. Neen zij; want het is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid (a).
a Matth. 7:18. Joh. 15:5.
----------------------------------------------------------------------------------
Dus praktische heiligmaking doet niet mee in het rechtvaardig zijn voor God, en toch maakt deze leer geen zorgeloze en goddeloze mensen, want het is ONMOGELIJK.... en wat er verder volgt in antw. 64.
En de Heere Jezus zegt: "Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen?" (Matth. 7:16) Dat betekent dat als iemand zegt in Christus te geloven en tevens in de zonde zijn vermaak heeft, dan zijn dit soort belijders niet bekeerd, want Gods volk -hoewel zij dagelijks struikelen in de zonden- kunnen onmogelijk meer in de zonden leven. Nochtans doen goede werken niet mee in het rechtvaardig zijn voor God en toch zijn ze er wel, maar de vruchten maken de Boom niet, want uw vrucht -zegt Christus- is in Mij gevonden (Hosea 14:9b). Is de Boom goed -en die is volmaakt Goddelijk goed- dan zijn ook de vruchten goed. Maar we houden het bij de Boom alleen en dat is Christus. En zij zagen niemand dan Jezus alleen. Dat is eeuwig genoeg en daar kan geen zucht van de mens bij en ik wil het ook niet meer. Amen.
Hopend u hiermee van dienst te zijn geweest, verblijven wij met vriendelijke groet,
GPPB.
|
|
|
|
|
|