|
Geachte heer Burggraaf, Met belangstelling neem ik regelmatig kennis van op uw website geplaatste meditaties, ingezonden stukken, artikelen, enzovoort. Met u ben ik van mening dat heden ten dage op vele kansels een zielsverwoestende leer wordt verkondigd, met name door voor (zogenaamde) kleinen in de genade niet houdbare gronden voor de eeuwigheid te preken, eraan voorbij gaande dat er ook gemene werkingen des Geestes zijn, in tegenstelling tot zaligmakende. Als ik uw bijdragen goed begrijp, begint het geestelijk leven - volgens u (u zult zeggen: volgens Gods Woord) - bij de bewuste geloofskennis van Christus. Het gaat er mij nu niet om of dit juist is - daar is op uw site voldoende over te lezen. Vóór de bewuste geloofskennis vinden er wel "wettische werkingen van de Geest" plaats, als gevolg van de noodzakelijke maar niet zaligmakende "dodende bediening van de wet" (citaten uit uw artikel "verzinsels van dr. J. Exalto"). Elders op uw site vermeldt u dat dit noodzakelijk gevolgd wordt resp. dient te worden door een toevallen van Gods recht, of - zo u wilt - door een toevallen van God in Zijn recht. Hierop volgt dan de bewuste geloofskennis van Christus. Graag zou ik van u een (Bijbels gestaafd) antwoord willen op de volgende vraag: hoe is het mogelijk dat een nog geestelijk dode, die de treden van de hel vasthoudt, God toevalt in Zijn recht? Of: hoe kan een geestelijk dode, die God willens en wetens heeft verlaten met een eeuwig voornemen om nooit meer te vragen naar zijn Schepper en die Hem haat met een dodelijke haat, het eens worden met God? Of: hoe kan iemand voor een Ander invallen, als hij tegen die Ander slechts haat koestert? Mijns inziens is dat alleen vol te houden als overwinnende en inwinnende genade niet zaligmakend is. Maar kan over- en inwinnende genade niet zaligmakend zijn? Bij voorbaat vriendelijk dank voor uw antwoord, als u daarvoor de tijd mocht hebben. Een antwoord per mail is voldoende. Tegen - geanonimiseerde - publicatie van vraag en antwoord op uw website heb ik overigens geen bezwaar.
Met vriendelijke groet, LPJK-A.
------------------------------------------
GPPB.: Geachte inzender LPJK-A. Hartelijk dank voor uw houtsnijdende vragen en PS-en. Over uw hoofdvraag zou ik het volgende vooraf willen zeggen. Ten eerste, de Wet doet altijd vier dingen (achtereenvolgende fasen) in het leven van de uitverkorenen, namelijk:
1. De Wet ontdekt (Joh. 16:8-9) 2. De Wet vervloekt (Gal. 3:10) 3. De Wet verdoemt (Rom. 3:19) 4. De Wet doodt (Gal. 2:19a)
De Wet is op geen enkele wijze zaligmakend, want de Wet is de bediening des doods. Hypocrieten komen echter NOOIT tot de 4e fase van de Wet, namelijk om door de Wet aan de Wet te sterven (Gal. 2:19a). Schijnbekeringen blijven steken bij de 1e, 2e en/of 3e fase van de Wet. De oude mens sterft pas in de vierde fase van de Wet, geestelijk wel te verstaan. De dwaze maagden zijn nooit de wetsdood gestorven, hoewel zij ongetwijfeld de hemelse gaven gesmaakt hebben en zelfs de Heilige Geest in zeker opzicht deelachtig zijn geweest (Hebr. 6:4-5). Ik schrijf dit niet om de zwakgelovigen in Christus kleinmoedig te maken, maar om de feitelijke waarheid onder ogen te zien. Het tweede wat we zouden willen zeggen, is, dat de uitverkorenen, vóórdat zij wedergeboren worden, getrokken worden door de liefde des Vaders (Joh. 6:44). Hierbij moeten we goed verstaan dat de voorafgaande trekkende liefde des Vaders iets anders is dan de zaligmakende uitgestorte liefde Gods in Christus in het hart van Gods kinderen (Rom. 5:5). Er zijn wat mensen die zich tot Gods volk rekenen als zij enige betrekking op Christus hebben en met voorkomende waarheden zich door de duivel laten misleiden. Zelfs Gods volk die geen tweede bekering kennen (Luk. 22:32) helpen dikwijls mee om enige ontdekte zielen in te zegenen die (nog) niet gerechtvaardigd zijn. Dezulken zijn er zelf schuldig aan dat zij in een oordeel des duivels vallen (1 Tim. 3:6) en Gods Koninkrijk verschrikkelijke schade aandoen, omdat zij zich heimelijk ergeren aan de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze. Ontdekte zielen worden door hun sentimentele manier van pastoraat over het paard getild en zijn voor hun leven bedorven. Gods Woord leert duidelijk en feitelijk dat nieuwelingen in de genade niet openlijk mogen leren (1 Tim. 3:6), omdat zij nog teveel in een bewegelijk Koninkrijk leven, vlees en Geest vermengen, en nog niet vaststaan in het onbewegelijke Koninkrijk van vrije genade. Christus zegt tot Petrus en tot al degenen die met hun bekering nog nooit in de dood zijn uitgekomen: "Als gij eens bekeerd zult zijn, zo versterk uw broederen." Niet eerder, want anders val je in het oordeel des duivels, omdat je ten diepste geen rechte zelfkennis hebt. Goed, dit even terzijde. Dus de trekkende liefde des Vaders is opzich niet zaligmakend, hoewel de trekkende liefde wel tot de Zaligheid (Christus) leidt. Door de trekkende, lokkende, inwinnende liefde des Vaders -die altijd gepaard gaat met de dodende bediening der Wet- wordt de zondaar ingewonnen om God vrij te verklaren en zijn vonnis te aanvaarden, gelijk de moordenaar aan het kruis (Luk. 23:41). Dus de 4e fase van de Wet gaat altijd gepaard met de trekkende liefde des Vaders, want anders zouden de uitverkorenen een weerloze prooi van de satan blijven om zichzelf door de verschrikkingen der Wet en des doods van het leven te beroven, zoals in het geval van Saul en Judas. Alle mensen zijn van nature geestelijk dood in zonde en misdaden, maar de doden die de wetsdood gestorven zijn, dat zijn de doden die de stem des Zoons van God zullen horen ten leven (Joh. 5:25). Dat zijn dus niet alle doden, dat zijn ook geen mensen die in de 1e, 2e, of 3e fase van de Wet verkeren, nee, dat zijn zielen die onder het recht Gods verloren gaan en der Wet sterven, waarbij de oude mens sterft (Gal. 2:19a). Ik beschrijf het wat systematisch omwille van de orde der zaken, hoewel het verstand hier NOOIT bijkan, maar in werkelijkheid geschiedt het moment van de wetsdood, waardoor de oude mens sterft EN de nieuwe mens opstaat, in een punt des tijds. De wedergeboorte in engere zin is geen proces, maar geschiedt op het spreken van de Borg IN het oordeel des doods, die van de Wet. Dus als een mens in de vierde fase van de Wet komt, als het gebod inkomt, dan sterft hij de dood van de oude mens (Rom. 7:9), in de aanvaarding van zijn welverdiende straf (Lev. 26:41-43). Naar de orde gezien is hij nog geestelijk dood, maar onmiddellijk op de geestelijke wetsdood, volgt de opstanding van de nieuwe mens in Christus. Galaten 2:19a gaat in orde aan Galaten 2:19b vooraf, maar tussen beide feiten ligt geen tijdsbestek. Uw vraag daarentegen is tijdsordelijk gesteld, maar zo kan het wonder van zaligworden NOOIT verstaan worden. God laat Zich niet begrijpen, hoewel Hij duidelijk ordelijk werkt. Zalig worden is eeuwigheidswerk, want als een ziel gered wordt in de weg van het recht dan houdt de tijd op en komt de eeuwigheid in de tijd. Dat feit begrijpt de mens van nature niet; hij begrijpt er totaal niets van; het is hem een dwaasheid en een ergernis, omdat God en Goddelijke zaken alleen en uitsluitend geestelijk verstaan kunnen worden. Ik kan het niemand aan zijn verstand praten hoe de vork van zalig worden in de steel zit. Ik wil dat ook niet, want dan zou het wonder eruit zijn. God schenkt de Zaligheid (Zijn Zoon) in de weg van het wonder en degenen die Hem kennen, weten het, en die de Zoon niet hebben, weten er niets van. "Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet", 1 Joh. 5:12. Dus Gods volk wordt gered IN het oordeel en vallen niet alleen het recht toe, want dat is tekort, maar gaan onder dat Goddelijke recht verloren als een dode en goddeloze en vallen in het vrije van Gods welbehagen. Dat is zalig worden. Christus is niet gekomen voor (diep) ontdekte mensen, maar voor daadwerkelijk VERLOREN zondaren! (Luk. 19:10). Dat is de leer van de Bijbel, de leer van Christus, de leer van de Reformatie en de leer van GPPB. Namelijk: God is een God Die de GODDELOZE rechtvaardigt. Wie zijn dat? Dat zijn zielen die in het graf van hun bestaan hun vonnis aanvaarden en rechtvaardig verloren gaan. Ingewonnen (afgesneden) door het lieve recht van God en overwonnen door de openbaring van Christus, want in datzelfde graf openbaart Zich Christus aan dezulken. Ja, dezulken en alleen dezulken worden uit de hel opgevoerd, in Christus geplant, gerechtvaardigd, geheiligd en verheerlijkt. Die lieve Hanna wist er wat van: "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen", 1 Sam. 2:6. En dan moet u ook de preek over de hellevaart van Hanna maar eens lezen (zie bovenstaande link 'Klik hier'), dan zult u daarin lezen dat de de HEERE de doden doodt, alvorens hen in Christus levend te maken en rechtvaardig te verklaren. De doden die gerechtvaardigd worden, worden dus eerst gedood aan hun 'doodzijn', want met de dode Adam kom je er niet. Die dode en werkheilige Adam moet dus een wetsdood ondergaan, om als een nieuwgeboren kind Gods het lijk dat Adam heet, af te kunnen leggen (Ef. 4:22). U ziet dus dat Christus geen algemene doden opwekt, maar alleen en uitsluitend diegenen die der Wet gestorven zijn in de dood van Christus (Rom. 7:4). Dat heb ik -Gode zij eeuwig lof en dank- zelf uit Zijne mond gehoord in de toepassing der zaken. Doch in mezelf blijf ik zo dood als een pier, vleselijk, verkocht onder de zonden, opdat... Christus leve en Hij alleen de eer ontvange. Wie roemt, die roeme in den Heere. "Die God is onze Zaligheid, wie zou die hoogste Majesteit, dan niet met eerbied prijzen?" Amen, ja, amen!
LPJK-A.: PS 1: U noemt op uw website op positieve wijze ds. Du Marchie van Voorthuysen. Bent u ook bekend met één van zijn geestverwanten, de hervormde ds. P.J. Dorsman (overleden in 1981)? Indien u preken van deze predikant hebt, ben ik benieuwd wat u hiervan vindt.
GPPB.: Ik heb in een bepaald opzicht positief over ds. Du Marchie van Voorthuysen geschreven, maar zijn leer neem ik niet voor mijn rekening, omdat Du Marchie bepaalde zaligmakende bijbelse uitdrukkingen misbruikt als zijnde niet zaligmakend, zoals: "Een geopenbaarde Middelaar is geen toegepaste Middelaar." Hier handelt Du Marchie volledig in strijd met hetgeen Gods Woord o.a. bij monde van Paulus leert in Galaten 1:15:16: "Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade, Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed." Zo kan ik nog tal van voorbeelden noemen, waarin Du Marchie de bijbeltaal helaas(!) misvormt en er een totaal andere (onbijbelse) invulling aan geeft. Je kunt hoogstens onderscheid maken tussen de zaligmakende openbaringen en de algemene openbaringen van Christus. Maar men moet mij niet vertellen dat de zaligmakende openbaring van Christus nog een nadere (zaligmakende) toepassing behoeft, want dat is volslagen onzin. Dat Christus Zich steeds nader en klaarder openbaart in het genadeleven van Zijn kinderen is onbetwist, maar dat is geheel iets anders. Met de preken van ds. P.J. Dorsman ben ik het -kwa leer- totaal oneens, omdat zijn preken in een bepaalde opzicht zwaar besmet zijn met de dwaalleer van de Afscheiding. LPJK-A.: PS 2: U noemt op uw website regelmatig man en paard. Ook bedient u zich niet van bedekt, verhullend, of anderszins zacht of mild taalgebruik. Hiertegen heb ik geen bezwaar - aan vleierij hebben we niets. Wat me echter wel verbaast, is dat u (de gedachtegang van meerdere - zogenaamd - rechtzinnige) predikanten schizofreen noemt. Heeft u in uw familie- of kennissenkring iemand (gekend) die aan deze verschrikkelijke ziekte lijdt (heeft geleden)? Waarschijnlijk niet, want anders zou u dat woord niet zo makkelijk gebruiken. Ik wel, en daarom is dat soms erg pijnlijk. Gedachtekronkels en verkeerde leervoorstellingen hebben niets met schizofrenie te maken. Saulus dwaalde gruwelijk toen hij zijn reis naar Damaskus aanving, maar hij leed echt niet aan schizofrenie.
GPPB.: Het woord "schizofreen" heb ik in betreffende artikelen niet letterlijk bedoeld, maar geestelijk. Schizofrenie bestaat zowel lichamelijk als geestelijk. In lichamelijke zin is het een psychische aandoening; de lijder is een mens met een gespleten geest, waarbij de samenhang in het denken, tussen waarneming en gedachten en tussen emoties en gedachten in ernstige mate is afgenomen, althans voor anderen minder goed invoelbaar is. Een erge vorm van lichamelijke schizofrenie openbaart zich in een ernstige persoonlijkheidsstoornis, waarbij dikwijls met twee tongen gesproken wordt en waarbij de lijder niet meer over een gezond en weldenkend denkvermogen beschikt. Psychisch schizofrene mensen kunnen ook op geestelijk gebied vandaag het ene leren en beweren en het morgen weer ontkennen. Dat doen ze niet zonder schuld, want God maakt geen mens schizofreen. Hoe erg schizofrenie ook is, het is een gevolg van de zondeval en zonder wedergeboorte en bekering zal ook de schizofrene mens zijn eigen pak dragen, ja, wie hij ook zij. Met geestelijke schizofrenie bedoel ik echter iets anders, namelijk een mens die bezet is met de diabolus-geest van de duivel om de waarheid van het Evangelie in een kwaad daglicht te stellen en een draai geeft aan de geopenbaarde waarheid in Christus met vrome woorden. Dat noem ik geestelijke schizofrenie en het is het ook. Het is ten diepste niet de mens, maar de duivel in die mens, hoewel de betreffende mens zeker niet vrijuit gaat. De apostel Petrus pakt zulke geesten keihard aan in 2 Pet. 2:10 en 2 Pet. 3:16. Het werk van de duivel is in onze dagen vreselijk onderbelicht en als ik de werkingen van de verklager der broederen in mijn schrijven aan de kaak stel, heb ik niet de strijd tegen vlees en bloed, maar schrijf ik in het kader van Efeze 6. Dat sommigen deze strijd vleselijk opvatten en hun vrome pijlen erop afschieten is me reeds meermalen voorzegd door de Heere Zelf. Gods volk in onze dagen is voor het gros betoverd, in veel ergere mate dan in de dagen van Paulus, waarin de apostel van leer trekt tegen de Galatiërs, die met hun bekering vrome mensen waren geworden, maar ondertussen ziekelijk betoverd waren en zelfs Paulus hun vijand achtten, omdat hij hen met de scherpte van het Woord bestraft. Er is niets nieuws onder de zon, doch Christus regeert en zal Zijn almacht tonen, en zal zelfs daar waar de blindste heidenen (waarvan ik de voornaamste ben) wonen, tot Hem bekeren. Hopend u met dit weinige van dienst te zijn geweest in Christus, verblijven wij met hartelijke groet,
GPPB.
|
|