ZACHEÜS-LEVI-LYDIA BEKERING
IS ER WEZENLIJK VERSCHIL IN BIJBELSE BEKERINGEN?   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Ik heb de mailwisseling gelezen en zag dat u op m'n laatste mail ook uitgebreid gereageerd hebt. Ook hiervoor mijn hartelijke dank!
'k Heb opnieuw de preek van Edwards gelezen die in de serie "Overjarig koren" is vertaald onder de titel: "Kennis van ellende gaat vóór verlossing".
Uit onderzoek op Internet ontdekte ik dat typerend voor de theologie van de Nieuw-Engeland-theologen het "preparationism" is: a.h.w. een toeleidende weg, waarin de Heilige Geest plaats maakt voor Christus, waarbij echter opgemerkt dient te worden dat deze toeleidende weg nog geen "geloof" is, hoewel sommige commentatoren van het "preparationism" hier anders over denken.
Uit de werken van Edwards en Stoddard blijkt echter duidelijk dat zij enerzijds het kennen van de ellende en het erkennen van doemwaardigheid niet zien als voorwaarde om te mogen geloven, maar wel als voorwaarde om werkelijk te kúnnen geloven. Anderzijds blijkt uit hun werken ook dat deze toeleidende weg nog geen geloof is, omdat ook in de Bijbel gesproken wordt van mensen die overtuigd werden van hun zonde en schuld en die niet tot geloof in Christus kwamen.
Mijn vraag is echter nog: velen werpen hier het volgende tegen - en Edwards behandelt die tegenwerpingen helaas niet... - er is in de Bijbel sprake van verschillende soorten bekering. Van Paulus lezen we inderdaad dat hij drie dagen a.h.w. in de ellende verkeerde zonder nog het zaligmakende zicht te hebben op Christus.
Vele discipelen van de Heere Jezus werden echter met een enkel woord getrokken:"Volg Mij". En denk aan Zacheüs, die weliswaar tot besef kwam van zijn zondige leven, maar bij wie we niets merken van een "besef van doemwaardigheid".
Zo zouden er meer voorbeelden te noemen zijn, zoals Abraham die in zo'n gesprek ook aangehaald kan worden.
Hoe moeten we met dergelijke vragen omgaan, zonder dingen in de Bijbel te leggen die er niet staan. Het is gemakkelijk te zeggen, dat Mattheus diep in zijn schuld zat toen hij geroepen werd, en dat Zacheus zich een doemwaardige zondaar voelde toen hij in die boom zat, maar ik geloof niet dat je dan recht doet aan de tekst.
Zelf heb ik als mogelijke "oplossing" bedacht dat de Heilige Geest nog niet zo krachtig werkte voor de uitstorting van de Heilige Geest omdat veel dingen nog verborgen waren, maar ik weet niet of dat een goede uitleg is...
Bovendien lezen we van Lydia de purperverkoopster ook niets van het "Kennis van ellende gaat vóór verlossing"... Het zou fijn zijn als u hier antwoord op zou willen geven...

Vriendelijke groeten,
P. v.d. D.

--------------------------------------------------

Beste Peter,

Ik zou het zo nooit zeggen, namelijk dat er verschillende bekeringen bestaan, want Gods Woord leert maar 1 bekering, namelijk bekering tot God en geloof in Christus. Er kan wel verschil in leiding zijn en ook in de omstandigheden, en zo bedoel je het ook mag ik aannemen, want er staat geschreven: "En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om Mij te vrezen..." Jer. 32:39.
ELKE ware bekering staat in het kader van de rechtvaardiging van de goddeloze, in de doorgang door de ENGE poort en de rechtvaardigmaking geschiedt uitsluitend in het kader van Galaten 2:19. "Ik ben door de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode leven zou." Ofwel op grond van recht.
Hoewel ik de meeste Nieuw-Engeland-theologen (waaronder Edwards) een warm hart toedraag, zou ik echter niet willen spreken over een "preparation" (voorbereiding) voor de wedergeboorte, maar van een voorafgaand wettisch werk der Wet, o.a. op grond van Johannes 16:8-9: "En Die [de Heilige Geest] gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: van zonde, omdat zij in Mij niet geloven", enz.
Van harte stem ik met de Nieuw-Engeland-theologen overeen dat dit voorafgaande ontdekkingswerk niet zaligmakend is en dat is dan ook volledig bijbels.
Om nader op je vragen in te gaan, eerst het volgende: Al Gods volk wordt bekeerd op de wijze zoals Paulus heeft ondergaan, namelijk door recht, in de orde van ellende, verlossing en dankbaarheid, hoewel de omstandigheden vanzelf kunnen verschillen. In Gods Woord staan vele personen en hun bekering beschreven, maar dat betekent niet dat alle bekeringen ook volledig beschreven zijn. Alles wat er feitelijk plaatsgevonden heeft, staat niet altijd letterlijk compleet in Gods Woord opgetekend, anders zouden al de boeken op aarde de tekst niet kunnen bevatten. Elk gedeelte van de Schrift moet daarom contextueel gelezen en verstaan worden en dat geldt met name voor de bekeringen die in Gods Woord staan vermeld. Bovendien mag niet ene bijbelse bekering geïsoleerd worden van de totale heilsleer, zoals met name Paulus die door de inspiratie van Gods Geest heeft opgetekend, voornamelijk in de brieven aan de Romeinen en Galaten. We moeten altijd Schrift met Schrift vergelijken, want anders doen we de Schrift tekort. In bepaalde bekeringswegen wordt niet altijd letterlijk vermeld dat de kennis der ellende eraan voorafgaat, maar dat betekent beslist niet dat die kennis er niet geweest is. Je moet er voor oppassen om Gods Woord niet op een biblicistische wijze te lezen, want biblicisme is Schriftkritiek, om de eenvoudige reden dat Biblicisten elke tekst letterlijk lezen en ook nog eens geïsoleerd van de totale Godsopenbaring. Lees Gods Woord altijd in het kader van het TOTA Scriptura en de schijnbare tegenstrijdigheden in Gods Woord lost de Schrift zelf op, door Schrift met Schrift te vergelijken. Dan moest eerst gezegd worden en voor de bekering van Levi en Lydia, verwijs ik je naar de volgende linken:

De bekering van Levi
http://www.derokendevlaswiek.nl/ARCHIEF_2004zn2007ARTIKELEN_EN_LEZINGEN_zi2zjVOLG_MIJzb.html#item_VOLG_MIJzb_____ziDE_BEKERING_VAN_LEVIzj

De bekering van Lydia
http://www.derokendevlaswiek.nl/AUDIO_PREKEN.html#item_DE_BEKERING_VAN_LYDIA_EN_DE_STOKBEWAARDER_zn_GPPBzo_zi15zn02zn2009zj

(Of Klik op de 'Klik hier' link bovenaan)

In elke bijbelse bekering is de ellendekennis begrepen, ook al staat het er niet letterlijk bij vermeld. Gods Woord is het geestelijke Boek der boeken en onder elke waarheid ligt nog wat onder, hoewel in de bekering van Zacheüs duidelijk zijn ellendekennis verklaard ligt. Ik wil het volgende ervan zeggen in de vorm van een meditatie:

De bekering van Zacheüs
De vraag in dit bestek is dus of Zacheüs in zijn overtuiging liep, of dat er sprake was van toeval, dat hij de vijgenboom inklom zonder enige ontdekking. Nu, toeval bestaat niet en het was ook niet bij geval. Wij preken u geen nieuwsgierige tollenaar, maar een mens in zijn zonde en ellende, met in de ziel een schreeuw naar den hemel. Zacheüs was een overste der tollenaren en die man zocht Jezus te zien.
Dat is op zich al heel bijzonder, want er staat dat Zacheüs rijk was en als je rijk en verrijkt bent, ga je je toch niet inspannen om de Man van smarten te zien, laat staan om er een boom voor in te klimmen voor een felbegeerde blik op Jezus?
Er was dus met die rijke Zacheüs wel degelijk iets aan de hand. Er staat duidelijk dat de man op zoek was naar Jezus. Hij zocht Jezus te zien.
Waarom? Wat had die man er voor belang bij om Jezus te zien?
Hij was rijk, had een goede betrekking, maar bij al die rijkdom was de man blijkbaar nog zó zielsongelukkig, dat hij op zoek naar Jezus gaat. Een zoekende ziel, dus. Nu, dat is al heel wat, want de Schrift zegt dat er niemand is die God zoekt, ook niet één.
Nu, hier hebben we er één die God wel zoekt. Alvorens Zacheüs in de boom klom om Jezus te zien, was de Heilige Geest duidelijk aan het werk in de ziel van Zacheüs en had de man zoekende gemaakt. In mijn gemeente noemt men dat inlegkunde, maar ik schrijf niet om de dodende letter te laten dansen, maar om het Woord te laten spreken in betoning des Geestes en der kracht.
Christus zegt tegen Zijn discipelen: "U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan", Luk. 8:10. Volgens de huidige godgeleerdheid werkte God niet in Zacheüs, en zat hij gewoon met zijn blokfluit in de vijgenboom als een nieuwsgierige mens op Jezus te wachten, maar de Schrift bewijst het tegendeel. Zacheüs was een Jood, doch een tollenaar, en dat was een vervloekt en een gehaat beroep in die dagen. Een tollenaar werd door het volk gehaat. Tollenaren stonden namelijk in dienst van de Romeinen om de belasting van het volk te innen. Maar tollenaars wisten deksels goed op een onrechtmatige manier hun eigen zakken te vullen, en daaraan twijfelde niemand. Zacheüs behoorde dus tot het corps oplichters en daarvan was die man zich helemaal niet bewust, volgens de tegenwoordige godgeleerdheid.
U kunt echter gevoeglijk aannemen, dat Zacheüs zeer goed bewust was van zijn duistere praktijken, maar hij had blijkbaar nog een sprekend geweten, want hij zocht Jezus te zien.
Dat is al een wonder op zich, want daaruit is te verklaren dat die man in zijn oordeel liep, bovendien woonde Zacheüs in Jericho, een stad van God vervloekt, een stad die nooit meer herbouwd mocht worden, laat staan om er als Jood in te wonen. En dat wist Zacheüs maar al te goed.
En is het geen bewijs van goddelijke ontferming dat Jezus Zijn voetstappen zet in het van God vervloekte Jericho, een stad die nimmer herbouwd mocht worden?
Voor Zacheüs was het in ieder geval een wonder, niet om uit te drukken, dat Jezus de stad van God vervloekt bezoekt. Dus Zacheüs was vervloekt door zijn duistere tollenaarspraktijken en vervloekt door de verboden plaats zijner inwoning.
Zacheüs was dus dubbel vervloekt door de Wet Gods. En met die wetenschap doet Zacheüs er alle moeite voor om een blik van Jezus op te vangen, om dan zijn laatste reis te maken, namelijk naar de eeuwige rampzaligheid.
En let u erop wat er geschreven staat. Er staat zo mooi dat hij Jezus zocht te zien, Wie Hij was!
Hij zocht Jezus niet te zien wat Hij deed, maar Wie Hij was. Zacheüs zocht Jezus te zien in een hoedanigheid waarin velen Hem niet zagen.
De meeste Joden hielden Jezus voor een profeet. Anderen voor een grote kracht Gods, maar dat lag bij Zacheüs duidelijk anders. De Heilige Geest was in het hart van Zacheüs bezig plaats te maken voor Jezus. Zacheüs overtuigt van zijn verloren staat voor God, wilde Jezus zien in Zijn goddelijke hoedanigheid, want de man had niets meer te verliezen.
Er kwam dus geen tollenaar tot Jezus die zich van geen kwaad bewust was.
Tussen haakjes: Weet u waarom Darwin de evolutietheorie geleerd heeft? Om de onsterfelijkheid van zijn ziel te loochenen om niet voor God te hoeven verschijnen. Als de onsterfelijkheid van je ziel geen feit is, hoef je ook niet voor God te verschijnen, want dan verdwijn je met de beesten onder de graszoden en daarmee is dan alles afgelopen, volgens Darwin's theorie. Darwin hield van mensen die zich van geen kwaad bewust waren en ook in die hoedanigheid stierven. Iets rechtzinniger wordt dat ook in onze dagen geleerd, namelijk dat Jezus er is voor mensen die zich van geen kwaad bewust zijn.
Ja, de duivel heeft al heel wat in het werk gesteld om deze leer in onze harten intrek te doen nemen, maar hij heeft toch op het verkeerde paard gewed, want die van Christus zijn, zullen zich nooit met deze verdoemelijke leer kunnen verenigen, of het moet zijn dat we betoverd zijn, zoals de Galatiërs dat waren, maar dan heb ik u op grond van Gods Woord heel wat te zeggen.
Zacheüs was zich wel degelijk bewust van zijn ongerechtigheid door de verborgen werking van de Wet. Als JOOD deed hij verboden dingen en bevond zich op een verboden plaats! En als Jood wist Zacheüs krachtens de Wet Gods dat het met hem een verloren zaak was, want de ziel die zondigt die zal sterven. Dat hoefde niemand Zacheüs te vertellen, want dat stond in zijn geweten gebrand.
Nu treedt Jezus, tegen het gebod van Mozes in, het vervloekte Jericho binnen, om de grootste der zondaren zalig te maken.
Degenen die de Wet willen houden lopen met Mozes op een ingebeelde smalle weg, maar Jezus loopt niet op de smalle, maar op de brede weg, om verloren zondaren zalig te maken. Dat is pas Evangelie!
Zacheüs kon vanwege die mensenmassa niet dichtbij Jezus komen. De godsdienst wandelt wel met Jezus, maar heeft er geen behoefte aan om door Hem geholpen te worden.
Zacheüs was nogal klein van persoon en als hij op straat zou blijven wachten, zou Jezus ongezien aan hem voorbij gaan, zo dacht hij. De man klom dus in een boom, want als je de godsdienst uit de weg wilt gaan, moet je in een wilde vijgenboom kruipen die geen vrucht draagt, want zulke bomen waren zelfs van God vervloekt: "Uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid." Nou, die toepassing kon Zacheüs gemakkelijk voor zichzelf maken, dus voelde hij zich in die vijgeboom het beste op zijn plaats en had hij van de vrome godsdienst geen last. En omdat Zacheüs niets meer had te verliezen kon deze vervloekte vijgenboom er nog wel bij, want als hij dan vervloekt was, wilde hij wel vervloekt wezen, als hij nog maar één blik op Jezus kon werpen, dan zou hij zich daarna wel ophangen aan de hoogste tak van die wilde vijgenboom om zijn vervloeking effectief te doen zijn.
Het recht moest immers zijn loop hebben en daar weten al Gods keurlingen vanaf. God brengt Zijn volk op een punt dat zij de straf op de zonde billijken en God rechtvaardigen in Zijn oordelen, omdat ze zich dat oordeel door eigen schuld hebben waardig gemaakt. Er is bij Gods uitverkorenen evenwel een schreeuw in de ziel tot de God des levens en een droefheid naar God, die Zacheüs in de vervloekte vijgenboom deed belanden om nog een eerste en tevens een laatste blik op Jezus te werpen.
Bij deze uitleg voelt de godsdienst zich niet gevleid, omdat zij zichzelf nooit als een vervloekte tollenaar hebben leren kennen. Het Evangelie is echter niet voor Farizeeërs, maar voor hoeren en tollenaren. Jezus is niet gekomen rechtvaardigen, maar verloren zondaars tot bekering.
De Heere Jezus treedt hier het territorium van de duivel binnen om een uitverkoren vat aan de hel te ontrukken. De Zoon des mensen is de poorten van het vervloekte Jericho binnengegaan, niet om te evangeliseren, maar om Zijn macht te openbaren en de hel te tarten. Jezus treedt verboden gebied binnen, want er zijn geen grenzen aan Jezus' macht. Tegenwoordig wil men het volk wel doen geloven dat Jezus zo nu en dan ook krachteloos is geweest, want Hij was ook mens, zo hoorde ik onlangs beweren. Mijn antwoord hierop was vernietigend. Ik zei zo'n machteloze jezus niet te hebben noch te kennen. Mijn Heere Jezus spreekt altijd als Machthebbende en altijd door de Heilige Geest. Dat er mensen zijn die Hem verwerpen en volharden in hun ongeloof, doet aan de almacht van Jezus niets af. Voor het gros is de sprake van de Zoon des mensen een reuke des doods ten dode, en daar weten ook Gods uitverkorenen van door de bediening der Wet, maar voor al die uitverkoren hoeren en tollenaren is het Evangelie ook een reuke des levens ten leven. En ik mag het weten in mijn eigen leven.
Het is dus openbaar dat op de meeste kansels het Mozes is die de lakens uitdeelt en Jezus heeft het voor het toekijken. Mozes houdt Jezus aan de teugels van Gods geboden en Jezus heeft maar te gehoorzamen. Nu, we zien hier duidelijk dat Christus het gebod Gods ‘overtreedt' om het vervloekte Jericho binnen te gaan om een vervloekte tollenaar van de eeuwige vloek te verlossen door een vloek te worden in zijn plaats. Binnen de muren van Jericho bevindt zich een gezegende ‘Vloek'. "Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt", Gal. 3:13.
Moet ik het Evangelie nu nóg ruimer voorstellen, mijn lezers? Of wilt u uzelf handhaven door met de schare mee te dansen om met een denkbeeldige jezus te pronken?
Zacheüs zat dus als een driedubbel vervloekte tollenaar in een vervloekte vijgenboom in het vervloekte Jericho. Hij wist dat Jezus door deze weg voorbij zou komen. Hoe die man dat wist, is me niet zo'n raadsel, want dat hadden de Farizeeërs hem wel verteld, met de bedoeling dat de man zich voor deze van God Gezondene uit de voeten zou maken, om niet als een schandvlek publiek te schande worden gezet. Wat de duivel echter ten kwade had bedacht, had God ten goede bedacht, want bij het gerucht dat Jezus door de straat zou komen waarin de tollenaar woonde, klom de man in de vijgenboom om zich voor Jezus te verbergen, want de man had aan één blik op Jezus genoeg om met deze blik zich desnoods in de hel te vermaken.
Nu hoor ik alle honden blaffen dat dit zo niet in de Bijbel staat, maar dan maken dezulken wel een fatale vergissing, want het is een tollenaar die dit schrijft en wie zal het beter weten dan een tollenaar?
Manasse zou u er ook het één en ander van kunnen vertellen en u zou het ook de Moorman kunnen vragen of deze dingen alzo zijn. De Moorman heeft de terugreis naar Morenland echt niet aanvaard als een vakantieganger met zijn zonnebrilletje op. De man liep duidelijk in zijn oordeel. In Jeruzalem was hij uit de tempel geworpen, terwijl de Farizeeërs hem toegesnauwd hadden dat hij een gesnedene was en van God vervloekt. Hoe zou een Moorman zijn huid veranderen en een luipaard zijn vlekken?
Wachter, wat is er van de nacht? Het is nóg nacht en wij zijn nog niét verlost. Zo reisde die man naar Morenland, richting de hel dus. Filippus hoefde die man niet meer de Wet te verkondigen om die man aan zijn ellendestaat te ontdekken, want die man liep reeds in zijn zielsellende en dus verkondigde Filippus hem Jezus uit Jesaja 53, het gedeelte waarin de Moorman zijn eigen oordeel gelezen had, maar niet verstond dat die Ander Jezus was in zijn plaats. En op de prediking van Filippus is de Moorman in zijn oordeel gered geworden omdat Jezus tot een oordeel in de wereld gekomen was, om het oordeel tot een oordeel te zijn en om Zich aan Zijn volk in het oordeel hun tot een eeuwig Voordeel te openbaren.
Zacheüs zat dus in de boom en Jezus bevond Zich inmiddels binnen de poorten van Jericho. Jericho betekent: ‘een stad van lieflijke geur'. Die naamsbetekenis ging nu pas in vervulling, want omdat Christus het vervloekte Jericho was binnengegaan, was de vervloekte stad ineens vol van de lieflijke geur van Christus. Jericho was een stad van de publieken, een stad waar alles door de beugel kon en waar alle ongerechtigheid publiek tentoongesteld was.
Christus ging er echter zonder ‘filternet' en zonder ‘kliksafe' naar binnen.
Toen ik nog in de heftrucks werkte, kwam ik veel in de havens van Amsterdam en Rotterdam. Dat zijn plaatsen waar de zonden welig tieren. Soms tikten de hoeren bij een stoplicht op de autoruit om mij van dienst te kunnen zijn. Weet u wat mijn filter was? De vreze des Heeren! "De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods", Spr. 14:27.
Weet u wat de vreze des Heeren is? "De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden", Spr. 8:13.
Mensen, het kwaad zit niet vóór het filter, maar áchter het filter, in uw en mijn hart. Uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen (Matth. 15:19). Christus walgt van al die witgepleisterde graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid (Matth. 23:27). Alleen de vreze des Heeren bewaart voor het kwade. De vreze des Heeren is daarom het beginsel der wijsheid. Toen de godvrezende Jozef verzocht werd door Potifera, riep hij uit: "Zal ik zulk een groot kwaad doen en zondigen tegen God?"
Een ander middel tegen de zonde dan de vreze des Heeren, is er op de hele wereld niet te vinden.
Christus moést door Samaria gaan (Joh. 4). Zo moest Christus ook door Jericho gaan. Niet voor privé-aangelegenheden, maar om de wil des Vaders te doen in het zaligen van zondaren. Dat was Zijn spijze, namelijk om met hoeren en tollenaren te eten en hen zalig te maken van al hun zonden.
Is het ook uw spijze om zielen die ten dode toe wankelen tot Jezus te leiden? Als dat zo is, bent u meer op de brede weg te vinden dan op de smalle weg, als u begrijpt wat ik bedoel. Laat al die vrome lieden die gefilterd internet hebben zich maar aan deze toetssteen toetsen. Hopelijk komen ze voor zichzelf niet verder dan Sodom en Gomorra en daar is geen filter tegenop gewassen, maar enkel het bloed van Jezus Christus, ja, dat bloed wast en reinigt van alle zonden. Denk maar niet dat je met een gefilterd internet voor God kunt bestaan, want zonder bloedstorting is er geen vergeving.
God zoekt ongefilterde zondaren. "Het onedele der wereld, en het verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken", 1 Kor. 1:28. Deze tekst gaat hier in vervulling, want Jezus Zijn ogen opheffende, zag de tollenaar zitten en Hij zeide tot hem: "Zacheüs! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven."
O, die levendmakende woorden van de Zone Gods, wat zal dat een sprake geweest zijn, een echo veroorzaakt hebben in het hart van deze doodbrakende Zacheüs: Nog één blik en dan voor eeuwig weg. Maar voordat Zacheüs de Heere Jezus zag, had Christus Zacheüs al reeds gezien, ja, van eeuwigheid.
"Zacheüs! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven."
O, wat verlangt Christus hevig om intrek te nemen in het hart van een verloren adamskind! Christus verlangt sterker naar Zijn Bruid dan de Bruid naar Hem verlangt! "Zacheüs! haast u!"
Christus heeft haast om Zijn Kerk te vergaderen, want Hij verlangt eeuwig bruiloft met haar te vieren! Christus heeft haast, kind des Heeren, om u van de hoogte van Libanon te roepen, om met Hem in de diepte gemeenschap te oefenen, in het dal waar de mirten groeien. "Zie, Ik kom haastelijk!"
Ja, dan krijgt de Bruid ook haast, want Zacheüs haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap. Geliefde lezers, hebt u ooit een vervloekte vijgenboom ingeleefd om een blik van de allerbeminnelijkste Persoon te kunnen opvangen? Bent u ooit als een verloren zoon plat op de grond in het stof gezonken, vanwege de opzoekende zondaarsliefde van God in Christus? Bent u uw weg ooit met blijdschap gegaan, zoals de Moorman dat deed, nadat hij met Christus uit het graf was opgestaan? Hebt u Christus ooit met blijdschap ontvangen, zoals Zacheüs hier te beurt viel? Of bent u nog druk met uw filtertjes en werkheiligheid, zoals die oudste zoon die van de bruiloft des Lams uiteindelijk niets moest hebben? Hoeren en tollenaren zullen u voorgaan in het Koninkrijk der hemelen. Dat bewijs levert ook deze geschiedenis. De godsdienst ergert zich mateloos aan het gedrag van Jezus. "En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondige man ingegaan, om te herbergen."
Oudste zonen kunnen het niet verdragen dat verloren zonen uit vrije genade behouden worden. Aan welke kant staat u, lezer? Als u hierover moet nadenken, staat u bijvoorbaat aan de verkeerde kant en bent u nog een blakende vijand van God en Zijn werk. Val Christus slechts te voet, op genade of ongenade. Dezulken krijgen haast om in een onvruchtbare en vervloekte boom te klimmen om een glimp op te vangen van de Levensboom, Christus. Niet om zalig te worden, maar om Zijn beeltenis te bewaren in de brandkast van mijn hart.
O, eeuwig wonder, dezulken kunnen de zaligheid niet ontlopen, Christus kan en wil niet eens om dezulken heen. Hij wil bij u op visite komen. MIS! Hij wil in uw huis blíjven! "Wilt u, Heere Jezus, onder mijn dak inkomen? Dat ben ik in der eeuwigheid niet waard!" Nee, dat is waar, zondaar, maar Christus komt niet in uw huis omdat u het waard bent, maar omdat God het waard is om door Zijn schepselen geprezen te worden met een vernieuwd gemoed!
Zacheüs ontving Christus met blijdschap en geeft een staande ovatie: "Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder." Met andere woorden, Zacheüs gaf alles weg, want als Christus je hart heeft, heeft Hij ook je geld. Al het goud en het zilver zijn Zijne, ja, het vee op duizend bergen. Dan gaat Christus de bekering van Zacheüs bevestigen, met deze woorden: "Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is."
Ziet u dat Christus altijd spreekt met toepassing! "Héden…!" "Het is geschiedt, het is volbracht!" Gelukkige Zacheüs, zalige Zacheüs! Uw zonden zijn u héden vergeven, Zacheüs! Nooit meer van jezelf, Zacheüs, maar altijd voor rekening van Christus, voor eeuwig en altoos!
Geliefde lezer! Als u meent dat God in uw leven gekomen is, zoals Zacheüs dat kende, en het is nog nooit uit de goddelijke mond bevestigd geworden, staat het te vrezen dat u zich bedriegt. Onderzoekt uzelf nauw of God in Christus van u afweet! Christus geeft na deze bevestiging het criterium aan voor de waarachtige bekering: "Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was."
Vele belijders weten niet wat het betekent een verloren mens te zijn. Als een ziel door de Wet eraan ontdekt is geworden een verloren ziel te zijn, behoort ‘zalig worden' niet meer tot de mogelijkheden. Als u het anders ziet, hebt u nog nooit beleefd een verloren zondaar te zijn. Ja, wellicht met uw mond, maar dat helpt niet. Het verloren schaap was daadwérkelijk verloren en het ís gevonden geworden. Zo is het ook met de verloren penning en de verloren zoon. De verloren zoon wil dat aan 's vaders gerechtigheid genoeg geschiede. Het recht moest haar loop hebben; hij zegt: "Maak mij als één van uw huurlingen."
Dat kenmerkt Gods uitverkorenen. Ze willen absoluut niet zalig worden buiten het recht om. Zacheüs wenste slechts één blik op Jezus, de moordenaar aan het kruis wenste één gedachte van Christus. Dat was hen genoeg, wat hun eeuwige bestemming ook zou zijn. Dezulken moeten evenwel zalig worden, omdat God er belang bij heeft! Wij leren geen horizontaal Evangelie, maar een verticaal Evangelie, want het Evangelie komt van boven naar beneden, mensen. Jakob heeft God niet gevonden, nee, een Mán worstelde met hem. Jozef zocht zijn broeders in het veld en een Man vond hem. Dat is hét Evangelie en een ander Evangelie is er niet en ik wens ook geen ander.
Geliefde lezer, bent u ooit een verloren zondaar geweest? Hebt u ooit een dag in uw leven gehad dat u nooit meer zalig kon worden, zoals Zacheüs dat moest inleven in die vervloekte vijgenboom? Hebt u ooit onder het goddelijke recht leren bukken en uw vonnis mogen omhelzen? Wist u, dat als u uw vonnis mag omhelzen, u Christus omhelst in het oordeel Gods in uw plaats? Laat u nooit betoveren dat Christus gekomen is voor mensen die niet daadwerkelijk verloren zijn. Laat u nooit betoveren dat u bij Jezus in het gevlei kan komen met een rijke jongelings-ernst, of door uw bidden, door uw zoeken, door uw trouwe kerkgang, door uw onberispelijkheid, door uw gemoedelijkheid, door uw oprechtheid, door uw genegenheid en vrijgevigheid. Als u nog nooit als een daadwerkelijke verloren zondaar door God bent overgenomen in de Zoon Zijner eeuwige liefde, zijn al deze kenmerken slechts blinkende zonden en goddeloos in de ogen Gods. God zoekt alleen maar vijandig en dood vlees. Christus zoekt gevleesde duivels om hen te vernieuwen, in hun huis te blijven en eeuwig vreugde met hen te bedrijven. Wat ik u vragen wil, heeft Christus reeds intrek in uw hart en huis genomen? Is Hij de welkome Gastheer onder uw dak? Is Hij u zo dierbaar, dat u om Zijnentwille van alles afstand zou willen doen? Bent u met het Lam alléén tevreden? Of wilt u uw zaligheid bewijzen met goede werken? Zo deed Zacheüs niet. Zacheüs hoefde niets te bewijzen, dat deed de Heere Jezus voor hem. Die man had niet veel, maar álles, zoals ook Jakob tegenover Ezau liet blijken. Ezau had veel, hij had veel verdiend door de werken, maar Jakob had alles verzondigd en toch alles ontvangen zonder de werken, uit vrije genade. Zacheüs had zijn ziel en zaligheid door eigen schuld aan de wereld verspeeld, maar nu door vrije genade aan Christus. Hij had het Lam, want het Lam had hem, en als je het Lam hebt, dan heb je Alles. Christus alléén, Christus gehéél, Christus Alles. Amen.

Hartelijke groet en tot horens DV.,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl