D.J. KLEEN LIEGT TEGEN GODS GEEST II
D.J. KLEEN LIEGT TEGEN GODS GEEST II  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte vriend P.,

Naar aanleiding van uw reactie op het ingezonden omtrent de PDF van dhr. Kleen, moest ik even zoeken naar de ingezonden stukken van Boeven-berouw. Ik heb ze gevonden en gelezen (!!), maar is het niet verstandig om de linken ervan weer te geven bij het ingezonden stuk omtrent de PDF van Kleen? Het hoort bij elkaar en dat maakt het een stuk completer.

Hartelijke groet,

JvB.

-----------------------

Beste J.,

Goed idee. Maar het begint feitelijk met het ingezonden stuk: "BABIES MET EEN BAARD IN DE WIEG". Genoemde stukken zullen we nogmaals plaatsen om der Waarheid wil.

Zegen, GPPB.


PS. PS. Meneer Verhoeks blijkt achteraf snotterend beklag gedaan te hebben bij Kleen over mijn "liefdeloos geschrijf", en dat S-O-S-telegram van Verhoeks daar viel Kleen naar zijn eigen zeggen "plat bovenop".
Ja, ja, "maar Hij [Jezus] door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg", Luk. 4:30.

Luther zou deze dwepers -die met hun geveinsde liefde niet alleen de Waarheid Gods verdraaien, maar ook de ergernis van het kruis teniet doen- de wacht aan zeggen met het volgende: "Wanneer het nu de artikelen van het geloof betreft, dan geve God maar geen ootmoed! Want het komt er dan niet op aan, dat men omwille van de liefde of de vrede of de eenheid wil wijken; ook niet omdat anders de kerk verwoest werd of dat men uit liefde tot de keizerlijke majesteit een weinig wijkt. Zo klagen de sekten- en scheurmakers over ons, als ware er bij ons geen ootmoed en liefde. Maar wij antwoorden hen: Verwijder eerst het Woord, de leer en het geloof; want hierin willen wij voor u geen handbreed wijken, al zouden ook de hemel en aarde erdoor uit hun voegen raken."

Citaat van Luther uit: Preek over de voetenwassing, Joh. 13:1-20.

Van DEZE LUTHER moeten Kleen, Boef, Verhoeks, en KB niets, maar dan ook niets hebben, omdat zij valselijk veinzen onder de vlag der liefde

De Psalmdichter kende deze veinzende pappenheimers blijkbaar ook:

Hij, die vol ijdelheid,
Een spoorloos leven leidt,
Wordt met mijn vriendschap niet vereerd;
En huich'laars, die hun vlekken,
Schijnheiliglijk bedekken,
Zijn van mijn omgang ver geweerd.


Psalm 26:4.

BABIES MET BAARD IN DE WIEG  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte meneer Burggraaf,

Ik begrijp uit het ingezonden stuk "Hymeneus en Alexander" (Boef en DJK) dat deze lieden vroegere bekenden van u zijn, die u nu lagen leggen. Maar ik zou zulke clownen niet eens te woord staan. Die D.K. is een doperse fantast en die Boef een brutale rakker. Ik heb weleens wat artikelen van die beiden gelezen, maar ze doen net of dat zij geoefende theologen zijn die boven Luther en Calvijn zijn uitgegroeid. Ik schrijf u dit, omdat ik hetzelfde meemaak met twee van mijn vroegere (geestelijke) vrienden, die zich als vijanden tegen mij gekeerd hebben, omdat ik hen gezegd heb, dat de pijl verder ligt, dan de eerste openbaring van Christus. U noemt dat in uw schrijven "de tweede bekering" en dat bedoel ik daarmee ook te zeggen. Maar ze zijn en blijven hoogbekeerd en gaan als trotse paauwen met een afgewend gezicht aan mij voorbij. Ik herken mijn situatie dan ook geheel in dat ingezonden stuk. Die Boef rijdt inderdaad een scheve schaats met wat hij schrijft over de rechtvaardigmaking, maar u hebt hem flink bijbels te grazen genomen. Wat een verbeelding van zo'n nieuweling. Mijn [overleden] vader zei van zulke dwaalgeesten: "Dat zijn babies die al met een baard in de wieg liggen, maar die moet je in hun vrome sop laten gaarkoken."

Hartelijke groeten,

G. v.d. G.

-------------------------------------------

Beste Van de G.,

Ja, uw vader heeft het bij het rechte eind! Babies met een baard in de wieg en een klapsigaar in de mond! Elk mens is voor mij evenwel een mens met een ziel voor de eeuwigheid, maakt me niet uit wie dat is, en mensen die op mijn levenspad geplaatst worden, hebben mijn bijzondere aandacht, omdat ik niet geloof in toeval. Ook nemen we niemand "te grazen" als het de verkeerde kant opslaat, maar het antwoord is dan wel van den Heere. Als ik met verschillende mensen wandel in het kader van mijn roeping, gaat het ene keer de goede kant op (geestelijk gezien), maar een andere keer gaat het de kant op zoals u o.a. in het door u aangehaalde ingezonden stuk gelezen hebt. Ook dat laatste zie ik echter als Gods voorzienige leiding, want ook deze dingen moeten medewerken ten goede, omdat ik niet meer over mezelf beschik, maar een gevangene ben van Christus. Of ze mij nu een duivel noemen, of een oudvader, dat maakt op mij derhalve geen enkele indruk. Ik heb al wat mensen meegemaakt die me vandaag zegenen en morgen vervloeken. Vandaag roepen ze: "Hosanna", maar morgen: "Kruis hem, kruis hem." De Heere der heerlijkheid is ons daarin echter voorgegaan en een dienstknecht is niet meerder dan zijn Heer'.
Ik hoef mijn kindschap niet te bewijzen en mijn roeping ligt ook vast in Christus, maar ik weet me bijzonder geroepen om dwaalgeesten te wederstaan, niet omdat ik zelf zo zuiver ben, maar omdat Gods Woord zuiver is en het altijd meer dan waard is om verdedigd te worden, niet door mij, maar door de Schrift zelf en het getuigenis des Geestes. Als wij het niet de moeite vinden om Gods Waarheid te laten spreken, hoe scherp het soms ook moge klinken, vertrekt de Heilige Geest uit onze plaats. Vandaar dat op vele plaatsen de kandelaar is weggenomen, omdat de tegenwoordige godgeleerdheid het blijkbaar niet de moeite vindt om publieke dwaalgeesten neer te sabelen met het Woord onzes Gods. Dwaal- en lastergeesten van het genoemde soort, moeten worden afgesneden met het zwaard des Woords. Om dit geval te illustreren, het volgende: Ome Jan, die ik weleens aanhaal, was de man van Tante Lena -allebei godvrezende en geoefende mensen die reeds juichen voor de troon-, en Ome Jan is veel gesard door de godsdienst. Tante Lena had daar (uitwendig gezien) niet zo'n last van, want zij leefde min of meer afgezonderd. Maar er kwam eens een man bij Ome Jan, die Ome Jan had aangetast in zijn staat en die man kwam om vergeving vragen. Ome Jan zei tot die man: "Ik kan u wel vergeven, makkelijk zelfs, maar hebt u het werk van God aangetast?" Toen knikte die man van "ja", en de volgende dag dreef hij in het kanaal. Hij had een eind aan zijn leven gemaakt. Kijk, dat mensen mij bespotten of belasteren, is niet zo erg, want wat voor goeds valt er nu van een dode hond sinner saved te zeggen? Maar als men meent het Woord en het werk Gods te moeten verkrachten, ja, dan kunnen en mogen we niet zwijgen en als ik dan wel zou zwijgen, dan keert de Heere Zich tegen mij. Om te mogen spreken in 's Heeren Naam, is niet alleen een schuldige plicht, maar ook een liefdedienst die nooit verdriet, omdat God in Christus jegens mij gezwegen heeft in Zijn liefde (Zef. 3:17). Begrijpt u het nu een beetje?

Ontvang de hartelijke groeten,

GPPB.

BEROUW, WANNEER?  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Dag meneer Burggraaf,

Ik ben een zeer regelmatige bezoeker op uw site, en menigmaal lees ik met aandacht uw artikelen. Ik heb echter een vraag voor u, waar ik mee rondloop. U zegt in een ingezonden artikel 'de Christen en de Wet' het volgende: "Terwijl oprecht berouw niet voor, maar na de rechtvaardigmaking gekend en beoefend wordt."
Wilt u mij uileggen hoe dit in overeensteming met 2 Korinthe 7:10 (met de daarbijbehorende kanttekening) is?

Hartelijk dank, en Gode aanbevolen.

Een jongere uit Katwijk aan Zee.

-----------------------

Beste Erik,

Over dit onderwerp hebben we al meer gehandeld. Probeer de onderstaande artikelen te lezen en de preek over de droefheid naar God te beluisteren, via de gegeven linken.

http://www.providencemountainranch.com/De%20droefheid%20naar%20God.wma

http://www.derokendevlaswiek.nl/ARCHIEF_2004zn2007INGEZONDEN_STUKKENDROEFHEID_NAAR_GOD.html

http://www.derokendevlaswiek.nl/ARCHIEF_2004zn2007INGEZONDEN_STUKKENDROEFHEID_NAAR_GOD_zi2zj.html#item_DE_DROEFHEID_NAAR_GOD_IS_EEN_PRIVILEGE_VOOR_GODS_VOLK

http://www.derokendevlaswiek.nl/ARCHIEF_2004zn2007INGEZONDEN_STUKKENDROEFHEID_NAAR_GOD_zi3zj.html

Er is een wettisch berouw en een evangelisch berouw. Evangelisch berouw is een vrucht van genade en vindt plaats nadat de ziel gerechtvaardigd is, nadat Christus Zich aan zo'n ziel heeft geopenbaard. Zo is het ook met de evangelische droefheid naar God in Christus.

Gods Woord leert in Jeremia 31:19: "Zekerlijk, NADAT IK BEKEERD BEN, HEB IK BEROUW GEHAD, en nadat ik mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik ben beschaamd, ja, ook schaamrood geworden, omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen heb."

Onderzoek ook de artikelen en preken via de bijgevoegde links en bidt den Heere of Hij Christus in je ziel wil openbaren, want dan zul je ook de ware droefheid beoefenen als een vrucht des Geestes.

Hartelijke groet,

GPPB.

BEROUW, WANNEER? II  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Beste meneer Burggraaf,

Ik las het ingezonden stuk, "berouw wanneer?" maar gaat er helemaal geen berouw aan de wedergeboorte vooraf? Toch wel pijn in de ziel over de zonde?

vr. gr.

Ans H.

-----------------------------

Beste Ans,

Ja, zeker! Maar al die pijn der ziel is wettisch berouw en dat kan ook met tranen gepaard gaan (lees maar over Ezau's berouw). Wettisch berouw kan ook gepaard gaan met invloeden van het Evangelie, ofwel met smeking en geween (Jer. 31:9), maar toch is dit berouw wettisch in de grond der zaak en op geen enkele manier zaligmakend. Er bestaan geen zaligmakende werkingen van Gods Geest die aan de wedergeboorte voorafgaan. Met al dat smeken en geween dat aan de wedergeboorte voorafgaat, houdt de ziel een stenen hart. Dat stenen hart wordt pas een vlesen hart op het moment dat Gods Geest een ziel wederbaart (Eech. 11:9 - Ezech. 36:26), op de stem van de Zoon van God.
Ik kreeg recent nog een email van een Boef, die wilde beweren dat een vlesen hart al wordt gegeven voor dat de wedergeboorte plaatsvindt. Maar die dat beweren zijn toverdokters, die in eigen naam profeteren en van de rechtvaardigmaking een sentimenteel gebeuren maken en de ware leer willen vervalsen om hun eigen gelijk te krijgen.
Voor de wedergeboorte is het hart niet verbroken, want dat is een vrucht van genade. De ziel is dan wel doorstoken met een pijl der Wet, om de oude mensdood te sterven. Aan die pijl kan wel liefde zitten, maar het is toch de wedergeboorte niet en het onwedergeboren hart is nog steeds in de grond der zaak van steen. Ook met alle gevoel wat een ziel kan hebben voordat hij gerechtvaardigd wordt, is dat gevoel op geen enkele manier een voorbereiding tot de wedergeboorte. Christus spreekt doden levend, die wel een gevoel hebben dat zij dood zijn, maar met dat gevoel zit hun hart nog steeds op slot. Christus breekt de boeien van de satan op het moment van wedergeboorte, want Christus verbreekt de kopere boeien des satans waarin de ziel geketend zit, en maakt de ziel die Hij rechtvaardigt WAARLIJK vrij. "Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn", Joh. 8:36.
En dan volgt het evangelisch berouw, dus vanuit de kennis van Christus. "Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, en nadat ik mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik ben beschaamd, ja, ook schaamrood geworden, omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen heb", Jer. 31:19.

Hartelijke groet,

GPPB.

PS. Klik op de Klik hier link ter inzage "Babies met baard in wieg". Pas op, er kan een Boef in die wieg liggen!

BOEVEN-BEROUW ONTMASKERD  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Vriend GPPB.,
Nee, wij drijven niet in het kanaal, maar mogen weten te drijven op Gods genade in Christus Jezus. Goed, misschien heb je ons verkeerd begrepen, maar wij bedoelen het moment wat vlak aan de rechtvaardigmaking voorafgaat. Wij lopen dus nooit op de zaak vooruit, maar achteraf gaan we onze weg toetsen aan Gods Woord.
Jij verdraait alles, wat ik in liefde tot jou heb willen schrijven. Je hebt weer een aantal mails naar jezelf geschreven, waar jij jezelf probeert overeind te houden met je "stenen" hart leer, wat TOTAAL in tegenspraak is met Gods Woord en de bevinding der heiligen.
Hoe verdraai jij de zaken? Jij schreef in een eigen geschreven "ingezonden stuk" o.a. de volgende dingen: "Ja, zeker! Maar al die pijn der ziel is wettisch berouw en dat kan ook met tranen gepaard gaan (lees maar over Ezau's berouw)."
Ezau ZOCHT de plaats des berouws met tranen, maar vond die NIET! Gods volk vindt die plaats des berouws wel hoor, ook na ontvangen genade. Heb jij die plaats des berouws wel eens gevonden in je leven? Beste vriend, wettisch berouw, wat volgens jou alleen aan de rechtvaardigmaking vooraf gaat, kan met tranen gepaard gaan! Wat een verschrikkelijke woordspeling en voorstelling van zaken. Kan, dus het hoeft niet volgens jou. Aan de rechtvaardigmaking gaat er wel een heel ander berouw, dan het berouw wat Ezau had, aan vooraf. De liefde Gods is de bewegende oorzaak van het ware berouw, wat aan de rechtvaardigmaking vooraf gaat. Hier vloeien de tranen rijkelijk, het hart is verbroken, de ziel verslagen, omdat zij tegen een rechtvaardig en goeddoend God gezondigd hebben. De trekkende liefde des Vaders tot de Zoon gaat gepaard met een zeer diep besef van onze onwaardigheid, nietigheid, verlorenheid, maar doet een ziel ook zalig wenen vanwege het Godsgemis, daar ligt ook een diep verlangen in om met God verzoend te mogen worden. In die heerlijke trekking van de Vader ligt de inwendige roeping verklaard, waarop altijd de aanneming van Christus op volgt. Want al wat de Vader Mij geeft zal tot Mij komen, en die tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen. Zal tot Hem komen! De dadelijke zielsvereniging met Christus volgt altijd op de inwendige roeping (de trekkende liefde van de Vader), hier ligt maar een ogenblik tussen. Want er is een ogenblik in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid. Jij trekt alle genoemde zaken, zoals beschreven in de vorige mail uit elkaar en je neemt er een loopje mee. Ik leer weer leven voor de rechtvaardigmaking, ik zit weer in de strik van de ger gem leer etc. Wat val jij mij tegen! Beste, op de inwendige roeping (trekking des Vaders) volgt altijd het gelovig ontvangen en aannemen van Christus, waaruit de rechtvaardiging door het geloof vloeit. De inwendige roeping kan alleen achteraf bezien worden, wanneer Christus ons geschonken en geopenbaard is in de vergeving der zonden. Die twee stukken horen bij elkaar, en mogen nooit van elkaar gescheiden worden! Waar de inwendige roeping is, daar volgt altijd de rechtvaardiging door het geloof op, anderzijds is het zo, waar een ziel gerechtvaardigd is, daar is de inwendige roeping aan vooraf gegaan. Het gaat dus om die korte tijdsspanne voor, door en na de enge poort, waarin een mens voor de enge poort tot waarachtig berouw wordt gebracht over zijn zonden, dat gaat beleven, inleven en belijden. Dit geschiedt alles in weg van recht en gerechtigheid! Jer 31:9 Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren.Ps 30:5 (30-6) Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. Dan ga je inleven gezondigd te hebben tegen een rechtvaardig en goeddoend God. "Tegen U, U alleen heb ik gezondigd en gedaan wat kwaad was in Uw ogen". "Dies ben ik Heere, Uw gramschap dubbel waardig". Hoewel we niets verdienen en nergens meer recht op hebben, is er een zeer sterk verlangen gewerkt om met God verzoend te mogen raken. Dit gaat aan het moment van de rechtvaardigmaking vooraf! 2Co 5:20 Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. We hebben het over de eerste bekering waarin de wedergeboorte zit opgesloten. Dat is een gebeurtenis die je enkel en alleen áchteraf kunt en gaat toetsen aan Gods Woord. We gaan nooit en te nimmer op de zaak vooruitlopen door te stellen dat er voor de enge poort sprake is van een nieuw leven, maar door de werkingen van Gods Geest gebeurd er wel heel veel met een mens. De uitkomst is alles bepalend! In de enge poort vindt het gericht en vrijspraak plaats. Pas na de enge poort is er sprake van de nieuwe geestelijke mens, die zolang hij hier op aarde leeft vleselijk blijft. Vlak vóór de enge poort vindt er wel het e.e.a. plaats, Dat je die gebeurtenis daarna gaat toetsen aan Gods Woord moge duidelijk zijn, zeker als je in een aanvechting loopt of het allemaal wel waar is geweest. Of ken je daar niets van! Een bekeringsgeschiedenis met droge ogen, daar geloven wij niet in, omdat het onbijbels is. Je gaat ons toch niet vertellen dat je als een verstokte farao (met een verhard hart, zo hard als een diamant) tot bekering bent gekomen? Wij bedoelen dit, moeten wij ons voorstellen dat je koud, gevoelloos, emotieloos (als een gearresteerde misdadiger zonder enig berouw over wat je hebt gedaan (in gedachten, woorden en daden) al je zonden en overtredingen voorgesteld hebt gekregen, hierin hebt ingestemd, het vonnis is uitgesproken en hebt ondertekend, aanvaard en naar de hel bent gegaan, zonder om genade te hebben gesmeekt? Waarna de vrijspraak volgde?! Ik lees van die tollenaar en de moordenaar aan het kruis toch iets heel anders: "Oh God, wees mij de zondaar genadig". Slaande op zijn borst! Lu 23:41 En wij toch rechtvaardiglijk; want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. Lu 23:42 En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Het stenen hart is kenmerkend voor je want er zit geen bewogenheid in je gepreek. Judas kon ook zo zuiver preken. Hij werd net als de andere discipelen door de Heere Jezus uitgezonden, onbekeerd! We lezen nergens dat hij onwaarheden heeft verkondigd. Maar hij was wel een dief! Als ik jou was zou ik iemand smeken om vergeving en hetgeen dat je ontvreemd hebt vierdubbel terugbetalen. Tot de laatste penning! 2Co 5:20 Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen.

W.g. Boef


------------------------------------

Gemene Boef,

Dat jij op Gods genade beweert te drijven, gelooft niemand die kennis van zaken heeft, want je vruchten zijn des duivels. "Zeg mij wie uw vrienden zijn, dan zal ik zeggen wie gij zijt", namelijk een gemene Boef en een opgeblazen ballon! Ook anderen zijn er getuigen van dat ook jij bij het inmiddels bekende lastercomplot jegens GPPB in het bestuur zit. Van jou achterklapse lastercampagne heb ik zwart op wit bewijzen en ook mondelinge. Op jouw en DJK is echter 1 Tim. 1:20 van toepassing. Jullie doen namelijk niets anders dan Christus opnieuw kruisigen, conform de farizeeërs bij Christus gedaan hebben. Aan jou pelagiaanse dispuut en ook aan het doperse gekakel van DJK, ligt een duivels oogmerk ten grondslag, want het gaat er jullie alleen maar om, om GPPB verdacht te maken, omdat hij jullie humanistische liefde met de daaruit geboren ketterijen met het Woord neersabelt, zoals Stefanus tegenover het Sanhedrin gedaan heeft door de bediening des Geestes en gelijk ik heden doe. Ik zou zeggen: doe je uiterste best om GPPB te belasteren! Het deert me in het geheel niet, want je slaat er mij niet mee, maar Christus. Maar ik zal wel je ketterijen en je valse oogmerken ontmaskeren in aller tegenwoordigheid, gelijk de apostel betuigt, en dat hoort ook wezenlijk bij mijn roeping, hoewel ik niets ben.
Het is sinds jij hier geweest bent duidelijk gebleken dat jij een ziekelijk achterklaps lasterventje bent, die zichzelf hoogbekeerd noemt, maar het is wel gebleken dat je -net als DJK- zwanger bent van de afgunst en niets anders doet dan het ware werk Gods verdacht maken en belasteren. De HEERE schelde u gij satan! En nu ook nog de leer van Christus verkrachten met een zogenaamd ""WAAR berouw"" die volgens jou voor de rechtvaardigmaking plaatsvindt! Bespottelijk! Je bent dus wel degelijk als een hond naar je GG-uitbraaksel teruggekeerd. Jullie beiden zijn in duivelse hoogmoed gevallen, en de vruchten zijn er dan ook duidelijk naar. Dat is ook met afgrijzen door andere kinderen Gods vastgesteld. Om daarvan 1 bewijs te leveren, geef ik je een email van een getuige in Christus ter inzage die ook volledig op jou slaat:

----------------------------------

Beste vriend Burggraaf,

Degene die overtreedt en niet in de leer van Christus blijft, die heeft God niet, en tot diegenen dienen we niet te zeggen: Zijt gegroet. Ook niet via een website link. En huichelaars die hun vlekken schijnheiliglijk bedekken, dienen van onze omgang ver geweerd te worden. De gehele ketterse visie omtrent de Heilige Doop van DJK is tot grote oneer van de drie-enige God. Al wordt het bedekt met rechtzinnige preken. Calvijn noemt ze krankzinnige geesten. Tja, die Calvijn wenst men niet.

Wederkerig van harte Gode bevolen. De Heere zegene u en de uwen in het verre Canada.

M.G. v.d. H.

----------------------------------

Je hoort het, "krankzinnige geesten" noemt Calvijn hen, die dit soort doperse en pelagiaanse ketterijen leren, zoals jullie leren. Nog wel met het ordinaire oogmerk om een strijd tegen vlees en bloed te voeren tegen GPPB, die jullie niets dan liefde hebt bewezen. Maar nu gaat het zwaard van het Woord erin en die gestolen baard van je, hak ik af in de Naam des Heeren (zie Klik hier link). Er zijn meer getuigen van Christus die jullie opgeblazen gesnater doorzien. Je beweert echter dat al die ingezonden stukken op mijn website, plus bovenstaande email, die op jullie soort geesten slaan, aan mijzelf geschreven zijn. De schizofrenie ten top! Dat te denken is juist kenmerkend voor degenen die in een strik des duivels zijn gevallen, zoals jullie duidelijk zijn gevallen. Wees echter gewaarschuwd, want het werk Gods verdacht maken en belasteren, zoals jullie profaan doen, kan de zonde tegen de Heilige Geest zijn en dat is de onvergeeflijke zonde tot de dood. Waarom heeft de satan jullie harten vervuld? Wat is de REDE daarvan? Ik heb niemands dodelijk dag begeerd, God is mijn Getuige. Dat jullie zwanger zijn van de afgunst, heeft de Heere mij klaarlijk geopenbaard, waarvan ik je wel vergeven kan, maar met jullie lastercampagne staan jullie nu voor God.

Ik zal die ketterse tong van je nog eenmaal te woord staan, gemene Boef, en wel vanuit het heilig Woord des Heeren, maar dan alleen omwille van de Waarheid die in Christus is. Schrijf me niet meer terug, want je bent inmiddels opnieuw geblokkeerd, het heeft dus geen enkele zin. Jij staat voor God, gij gewitte wand, met je godslasterlijke praatjes. Ik mag tegen jullie geen liefde meer laten gelden, want het gaat om de waarheid van het Evangelie die jullie profaan in diskrediet brengen met valse oogmerken en in dat kader ken ik niemand meer naar het vlees.

Je moet overigens jou emailen naar mij VOOR je "bekering" nog maar eens teruglezen. Daar lees ik een totaal andere Boef dan die nu aan het woord is. Je doet helaas de strop om je eigen nek, zoals ik al zovelen lasterkoppen heb zien doen, waarvan sommigen het met de dood moesten bekopen. Je meent een soort 13e apostel te zijn, die met vleselijke brakerijen Gods geroepen getuigen denkt te kunnen overbluffen met ketterijen en met rijke jongelingstaal. Maar je hebt op het verkeerde paard gewed, want dat paard moet sneven. "Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam", Gal. 6:17.

Maak je rijke-jongelingsborst maar nat:
Ezau vond de plaats des WAREN berouws niet, nee, maar Ezau had wel berouw, namelijk hetzelfde berouw als Judas had, hetgeen duidelijk in Mattheus 27:3 geleerd wordt: "Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, BEROUW gehad, en heeft de dertig zilveren penningen den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht."

Gods Woord leert dus wel degelijk een wettisch berouw en een evangelisch berouw.

Evangelisch berouw is een vrucht vanuit de zaligmakende geloofskennis in Christus en niet zoals jij beweert dat die voor de wedergeboorte plaatsvindt.
Evangelisch berouw leert Gods Woord duidelijk o.a. na de verloochening van Petrus. En ook in Jeremia 31:19 leert de Heilige Geest: "Zekerlijk, NADAT IK BEKEERD BEN, HEB IK BEROUW GEHAD, en nadat ik mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik ben beschaamd, ja, ook schaamrood geworden, omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen heb."
Je doet dus niets anders dan ‘s Heeren Woord verdraaien en verkrachten zoals de aartsleugenaar Achitiofel deed, maar daar vang je mij niet mee. Je doet er alleen jezelf de strop mee om de hals.

De inwendige roeping vindt niet plaats voor de wedergeboorte, zoals jij wel beweert, want de inwendige roeping staat o.a. beschreven in Johannes 5:25: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven."
De inwendige roeping is niet iets anders dan de rechtvaardigmaking, maar wijst aan Wie er roept, namelijk God in Christus door de Heilige Geest. Door de levendmakende stem van de Zone Gods wordt die ziel niet alleen wedergeboren, want het betreft ook de vrijspraak van schuld en straf.
Jij leert dus duidelijk een ketterij, "evangelisch berouw voor de wedergeboorte", dat je vereenzelvigt met de inwendige roeping(!), hetgeen bijbels onbestaanbaar is, omdat er van geen enkele zaligmakende beweging des Geestes sprake kan zijn zolang de ziel niet is gerechtvaardigd/wedergeboren.

Wettisch berouw kan ook met veel tranen gepaard gaan, jazeker, want dat openbaart de Schrift zelf in de persoon van Orpa, die vele tranen liet op de grens tussen Moab en Israël, maar desondanks keerde de wenende Orpa weer naar haar afgoden terug. Bij Ruth waren het geloofstranen, want Ruth geloofde reeds in Christus.

Je raaskalt dus als in de lucht slaande, gemene Boef!

Evangelisch berouw gaat nooit aan de wedergeboorte vooraf, want God rechtvaardigt uitsluitend en alleen goddelozen. Jij leert overduidelijk de rechtvaardiging van de GEWILLIGE zondaar, hetgeen een hersenspinsel is uit ‘s mensen arminiaanse verdorven verstand. God Woord leert de rechtvaardiging van de goddeloze, want vijanden worden met God verzoend door de dood Zijns Zoons (Rom. 5:10).

De trekkende liefde des Vaders is op zich niet zaligmakend; die trekking LEIDT tot de zaligheid, maar is de wedergeboorte zelf niet, want dat geschiedt door de inwendige roeping, namelijk op de stem van de Zoon van God, waardoor de doden worden opgewekt uit hun geestelijke doodsstaat. De trekkende en lokkende liefde is derhalve zuiver onderscheiden van de liefde die op grond van de verzoening in Christus door de Heilige Geest is uitgestort in het hart van Gods gerechtvaardigde volk. Lokkende (Hos. 2:13) en trekkende liefde (Jer. 31:9 - Joh. 6:44a) is wat anders dan door de liefde van Christus gedreven en gedrongen te worden (2 Kor. 5:14).

Er ligt dus helemaal geen tijdsbestek tussen de inwendige roeping en de rechtvaardigmaking, hetgeen jij duidelijk wel leert. Heel die tijdsbestekken-theologie is een werkheilige vrucht uit de filosofische misdracht-theologie van de Afscheiding. Dus dan weet je nu ook uit welke gifbeker jij drinkt en schenkt.

Ook leer je een grote ketterij door te beweren dat op de trekking des Vaders het gelovig aanneming van Christus volgt. Dat leert de Schrift nergens. Het is de Vader Die trekt, maar het is de Zoon die de ziel opwekt uit de doodsstaat, nl. door Zichzelf in de ziel te openbaren en weg te schenken (Gal. 1:15-16), waarop de aanneming des geloofs volgt. Gods Woord leert duidelijk in Johannes 3:27: "Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij."

Dus de aanneming des geloofs volgt op de schenking, ofwel op de opwekking der ziel door de Zoon. Dat heeft God in Christus niet aan de wijzen en de verstandigen geopenbaard -zoals jij je nu profileert-, maar alleen aan den kinderkens, hetgeen Christus duidelijk leert in Lukas 10:21: "Te dier ure verheugde Zich Jezus in den geest, en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard; ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U."

Jij beweert: "De inwendige roeping en de rechtvaardigmaking mogen niet gescheiden worden."

Gemene Boef, jij doet NIETS ANDERS dan die beiden scheiden, nl. door een tijdsbestek (korte tijdsspanne) tussen de inwendige roeping en de rechtvaardigmaking te creëren, hetgeen bewijst dat je opnieuw raaskalt uit je pelagiaanse duim. De inwendige roeping en de rechtvaardigmaking mogen NOG VOOR GEEN TIENDE SECONDE van elkaar gescheiden worden, hetgeen ik op grond van de Schrift altijd geleerd heb, want zodra de stem van de Zoon van God in de ziel ten leven klinkt, GELOOFT die ziel op hetzelfde moment in Christus en is die ziel daadwerkelijk met God verzoend.
Je spat dus niets dan pelagiaanse modder op, hetgeen alleen zeugen doen die wedergekeerd zijn tot de wenteling in hun eigen slijk.

Jij -ketterse Boef- leert dus wel degelijk de rechtvaardiging van de berouwhebbende zondaar, hetgeen haaks staan op de leer van Christus en de apostelen, zoals die herontdekt is door de Reformatie. Gods Woord leert de rechtvaardiging van de goddeloze en niet van de berouwhebbende zondaar, want er is alleen sprake van waarlijk berouwhebbende zondaren NA ontvangen genade en alles wat aan de wedergeboorte voorafgaat, is op geen enkele manier zaligmakend, ook het voorafgaande berouw voor de wedergeboorte niet, hetgeen jij geheel ten onrechte als evangelisch berouw kwalificeert.
Om te bewijzen dat jij de rechtvaardiging van de berouwhebbende zondaar leert, citeer ik uit je verwaande droombeeld-theologie, waarin je beweert: "Het gaat dus om die korte tijdsspanne voor, door en na de enge poort, waarin een mens voor de enge poort tot waarachtig berouw wordt gebracht over zijn zonden."

Volgens jou komt de zondaar dus VOOR de enge poort, dus op de brede weg(!) al tot evangelisch berouw. Immers, alles wat aan de doorgang van de enge poort voorafgaat, behoort tot de brede weg. Ten spijt van al je ontkenningen, leer je wel degelijk geestelijk leven voor de rechtvaardigmaking, hetgeen duidelijk blijkt door de geestelijke lading waarmee je het berouw -dat aan de wedergeboorte voorafgaat- opblaast.

Jouw verstandskennis heeft een opgeblazen ballon van je gemaakt en kijk maar uit dat je niet uit elkaar barst, hetgeen bij het Sanhedrin gebeurde, toen Stefanus hen keihard en vlijmscherp de waarheid in hun gezicht slingerde door de bediening des Heiligen Geestes. Jij doet exact hetzelfde hetgeen de farizeeërs ook bij Christus deden, namelijk om Hem op Zijn woorden te vangen, opdat ze Hem zouden kunnen veroordelen. Maar je kent het geestelijke aikidoo van Christus niet, omdat je slechts uit je nek zwamt met gebroken-poten-theologie.

Ook je eigengerechtigde verzinsels dat ik uit elkaar zou trekken hetgeen jij aan ketterijen schrijft is lariekoek, want ik heb je met het Woord des Heeren weerlegt en neergesabeld, gelijk ik heden doe, maar Boef Jeschurun blijft achteruit trappen, omdat hij VET geworden is van de schijngodsdienst.

De eerste bekering leer jij dus als een "achteraf te kennen zaak", hetgeen bewijst dat jij leeft van een conclusie-geloof. Ook de zuigelingen in de genade geloven daadwerkelijk in Christus, ook al hebben zij nog geen kennis aan een tweede bekering (Luk. 22:32).

Waar haal jij de brutaliteit vandaan om anderen te leren, nog wel met opgestapelde ketterijen? Gods Woord verbiedt zelfs nieuwelingen in de genade om dat te doen (1 Tim. 3:6), opdat zij niet in een strik des duivels vallen, -zegt Paulus- een strik, waarin jullie duidelijk gevallen zijn.

God bekeert uitsluitend dode zondaren met een stenen hart, en geeft hen een vlesen hart, waarna een heel leven van evangelische berouw volgt. Voor de wedergeboorte vindt een ontdekte ziel wel benauwdheid en droefenis en roept de naam des Heeren wel aan, maar dat is beslist geen instap tot de wedergeboorte, hetgeen jij een inwendige roeping noemt. Je leert dus wel degelijk geestelijk leven voor de rechtvaardigmaking, hetgeen Christus overbodig maakt!
Je verwijzing naar Farao, is ook louter schizofrenie, want God gaf Farao geen vlesen hart, maar verhardde zijn hart, gifmenger die je bent!

Ik leer NERGENS een droge bekering, hetgeen alleen Achitofels beweren dat ik dat wel leer. Je hebt derhalve totaal niets van mij gelezen en wat jij wel gelezen hebt, verdraai je tot je eigen verderf. Door de genade in Christus ben ik die ik ben en ik spreek uit dagelijkse ervaring, want ik sterf alle dagen, hetwelk ik betuig bij onzen roem, dien ik heb in Christus Jezus, onzen Heere. Ga derhalve met je lasterverhaal maar naar de Rechter van hemel een aarde en kijk of je overeind kunt blijven staan. Ik betuig voor God en Zijne heilige gemeente dat Christus juist op deze morgen (dus zeker niet toevallig) nog opnieuw bevestigd heeft aan mijn arme ziel, hetgeen Hij op mijn 27e jaar ten leven in mijn ziel gesproken heeft: "Ik leef en gij zult leven." En in een leven van aanvechting, en helse bestrijdingen, door eer en oneer, door kwaad en goed gerucht, doorlopend bestreden door laffe duivels zoals jij, sta ik tot op de huidige dag op de Rots Christus en de Heilige Geest heeft in mijn hart getuigt: "Abba Vader". Deze Geest getuigt van mijn kindschap Gods en er is geen duivel die dat ongedaan kan maken. Ik spreek dit getuigend in tegenwoordigheid Gods en zeker niet om me te bewijzen. (Zie Klik hier link).

Wie zal mij en degenen die Christus in onverderfelijkheid liefhebben, kunnen scheiden van de liefde van Christus? Een gemene Boef? Ik lach er heilig om! Ik heb in Christus voor hetere vuren gestaan. Houdt op met die kanarietaal, gemene Boef, want er is niets van God bij en je schroomt ook niet om je handen te branden aan duivelse godslastering. De Heere schelde u, gij profane farizeeër!

GPPB. SS.

BOEVEN-BEROUW ONTMASKERD II        
Plaats in winkelmandjeMandje
Onderstaand ingezonden stuk is een van de vele bewijzen dat BOEF een lastercampagne voert achter de rug van GPPB om. Al is de leugen nog zo snel..........!

---------------------------------------

Beste vriend Burggraaf,

Onlangs kreeg ik een mail van ene Boef. Ik kende die man niet, maar las op je site wel een reactie op ene Den Boef.
Zie onder wat hij schreef. Nu krijg ik bijna dagelijks mail waarin hij jou persoonlijk en de leer naar de Schrift die je mag kennen en uitdragen verdacht maakt en moet ik dit lezen en dat lezen. Ik heb hem kortelijks een reactie gegeven (zie onder). Wat wordt het toch weinig meer gevonden dat men ondervindt dat alles buiten Christus verdoemd is. Je zei het ook nog in de preek over de droefheid naar God: waar worden ze nog gevonden die zich vleselijk weten, verkocht onder de zonde. Als we dat niet bevinden, zijn we ook niet in Christus. Want die houd Zich alleen een arm en ellendig volk over, die op de Naam des Heeren betrouwen.

In Christus verbonden,

M.G. vd H.


-------------------------------------------

Geachte heer Den Boef,

Ik raad u aan om Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 te lezen, artikel 11 en 12.

Daar staat o.a.: "HIJ opent het hart dat gesloten is, Hij vermurwt dat hard (inderdaad als een diamant) is, Hij besnijdt dat onbesneden is, enz.." Als de Heere je door Zijn Geest brengt in de bevinding van de verlorenheid van je bestaan, waarin je het recht Gods krijgt te billijken, toe te vallen en omhelzen (lees Leviticus 26:40-42), dan komt Hij ook op Zijn tijd de wedergeboorte te werken door de toegerekende gerechtigheid, heiligheid, wijsheid en volkomen verlossing van Christus toe te passen in je ziel door het geloof van Christus, waardoor er ook direct het geloof in Christus komt, en de zondaar met God verzoend wordt. De Dordtse Leerregels schrijven hierover dat het in haar kracht niet minder is dan de schepping of de opwekking der doden. Doden (geen bedroefden) zullen horen de stem van de levende God (Joh. 5:25), al gaat het nooit in de ontdekking buiten droefheid, smart over de zonde, smart over gezondigd te hebben tegen een goeddoend God, heen.

De droefheid naar God is vrucht van de wedergeboorte, dus vrucht van de inlijving in Christus door het ware zaligmakende geloof.

De kanttekeningen (werden die maar eens vaker gelezen door predikanten en ambtsdragers) bij 2 Korinthe 7:10 waarover deze droefheid gesproken wordt zijn zo duidelijk en zeggen: "Dat is, die van God komt, Gode aangenaam is, en den zondaar tot God brengt; wanneer namelijk het hart des zondaars daarover recht bedroefd is, dat hij God zijn Vader door zijn zonde vertoornd heeft, met een vertrouwen van de vergeving derzelve door Christus Jezus, vergezelschapt met een vast voornemen van de zonde te vlieden; gelijk de voorbeelden van David, den verloren zoon, de zondares, Petrus en anderen uitwijzen." Er wordt hier gesproken over iemand die genade heeft ontvangen (zijn Vader heeft hij door de zonde vertoornd) en er wordt gesproken over een vertrouwen van de vergeving derzelve door Christus Jezus. Dat vertrouwen is vrucht van de wedergeboorte. Dat vertrouwen behoort tot het wezen van het zaligmakende geloof (zie HC Zondag 7).

U moet verder eens lezen wat HC Zondag 33 bij vraag 89 schrijft over de afsterving van de oude mens (dit wordt terecht door GPPB besterving genoemd, want de oude mens heeft de doodsteek gehad, Rom. 7:9), waar gesproken wordt over het hartelijk leedwezen.

Welnu, dat is de droefheid naar God. U ziet dat ook de Catechismus dit in het stuk van de dankbaarheid plaatst, en niet in het stuk van de ellende. Zeker is er droefheid in het stuk der ellende, smart over de zonde (denk maar aan de tollenaar die op zijn borst sloeg. Van der Groe beschrijft dat met boetvaardige voeten, handen, ogen en mond), maar u moet bedenken dat zolang we nog buiten de Vrijstad zijn, dat we nog kunnen omkomen. Buiten Christus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf! Goddelozen, vijanden, worden met God verzoend en geen bedroefden. Dat moeten we vasthouden, want anders komen we in mystisch vaarwater waarbij wedergeboorte en geloof in de Heere Jezus Christus uit elkaar getrokken worden. De wedergeboorte is als de schepping: daar zij licht!

Een mens mag voor zijn bewuste vereniging met Christus door het ware zaligmakende geloof (waardoor Zondag 1 in waarheid wordt bevonden) niet worden opgebouwd in zijn kennis der ellenden, in zijn droefheid (want er is smart over de zonde zoals ook Van der Groe beschrijft in de toetssteen en dan bij de tollenaar als voorbeeld). Maar nu opgelet! Van der Groe zegt iets heel gewichtigs op blz. 154 van zijn toetsteen: "Deze is dan de grote en heilige les, welke de Tollenaar ons hier met zijn gebed komt te leren, dan namelijk een ware en oprechte boete nooit is zonder een waar geloof." Dus de ware droefheid naar God en het ware zaligmakende geloof zijn onafscheidelijk van elkaar en niet los verkrijgbaar. Weet u wat bitterlijk wenen geeft? Als een Petrus je lieve Zaligmaker te verloochenen. Dat was Petrus, die het ware zaligmakende geloof deelachtig was. Die droefheid is onderscheiden van de droefheid voor de geloofsvereniging met Christus.

ALLES BUITEN CHRISTUS MOET AFGESNEDEN WORDEN!

De Heere schenke dat te bevinden.

M.vr.gr.

M.G. v.d. H.

BOEVEN-BEROUW ONTMASKERD III        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Ik heb de stukken over "boeven-berouw" gelezen, en ik zit met een aantal vragen en opmerkingen. Nergens lees ik in de ingezonden stukken dat de vraagsteller het heeft over een evangelisch berouw, dit maakt u er wel van in het antwoord wat u gaf. Ook schroomt u niet om de zonde tegen de HG voor te houden, dit vind ik verschrikkelijk! Wat een harde manier van schrijven! Waarom doet u dit?
Ook heeft u geen antwoord gegeven op de vragen in de ingezonden stukken. Gaat er nu verslagenheid, gebrokenheid en berouw aan de rechtvaardigmaking vooraf of volgt dit erop? Ik begrijp wel een beetje wat er bedoelt wordt, dat je voor de rechtvaardigmaking niet meer kunt spreken over een versteend hart, wat zo hart is als diamant. Er zijn immers evangelscihe werkingen, die het hart ombuigen naar God.

Bedankt voor uw antwoord.

Groetend RJ V.

-----------------------------------

Beste Richard, of hoe je naam ook wezen mag,

Je schijnt slecht te kunnen lezen, waarde vriend, want die baby-Boef ontkent dat het berouw dat aan de wedergeboorte vooraf gaat, wettisch is, dus leert hij een evangelisch berouw VOOR de wedergeboorte. Meer soorten berouw zijn er namelijk niet. Wat baby-Boef leert, is dus -bijbels gezien- onbestaanbaar. Hoewel er zeker wel van evangelische invloeden sprake is in het stuk der ontdekking, is het een fatale ketterij om die invloeden te vereenzelvigen met de inwendige roeping, hetgeen baby-Boef juist wel doet. De inwendige roeping (Joh. 5:25 - 1 Pet. 2:9) is zaligmakend en die vindt dus niet voor de wedergeboorte plaats, want de inwendige roeping is juist wederbarend en rechtvaardigmakend. Je hebt ook kunnen lezen dat we geschreven hebben dat met al de evangelische invloeden die er kunnen zijn voor de wedergeboorte, er pas sprake is van een vlesen hart als een ziel daadwerkelijk is wedergeboren/gerechtvaardigd en niet eerder.

Je kunt het verschrikkelijk vinden, dat we in "Boeven-berouw ontmaskerd" gewezen hebben op de zonde tegen de H.G., maar het is juist verschrikkelijk dat mensen met hun bedreven laster jegens het werk Gods naar de zonde tegen de H.G. neigen en dat gaat altijd op een profane manier, zoals je hebt kunnen lezen, tenminste als je kunt lezen.
Als je het zo verschrikkelijk vindt, moet je dan ook resoluut de Bijbelgedeelten waar die onvergeeflijke zonde beschreven staan, uit de Bijbel scheuren.
Of vind je de vlijmscherpe strafrede van Christus tegen het Sanhedrin ook een verschrikkelijke manier van reageren? Ja, aangename woorden hoort de mens gaarne, maar toen Christus ging separeren tussen schijn en zijn, wilde al die "aangename en gemoedelijke en liefhebbende" mensen Christus van de steilte te pletter gooien (Luk. 4:17-30). Ook de huidige godsdienst is zwanger van de haat tegen DEZE separerende Christus! Ik ondervind het dagelijks, zelfs van de zijde van predikanten.
Aan welke kant sta jij?
Het is door alle tijden zo geweest dat mensen zich willens en wetens bezondigen aan de zonde tegen de HG, maar wee die mens. Dat is verschrikkelijk, maar helaas waar.

Ik ben op alle argumenten die baby-Boef in stelling bracht ingegaan en (soms samenvattend) met het Woord onzes Gods weerlegd. Welke vraag is er volgens jou niet beantwoord?

Jij vraagt: "Gaat er nu verslagenheid, gebrokenheid en berouw aan de rechtvaardigmaking vooraf of volgt dit erop?"

Je vraagt naar de bekende weg, waarde vriend. Ik zou zeggen: koop een goede leesbril en lees en herlees de betreffende ingezonden stukken "Boeven-berouw ontmaskerd 1, 2 en 3", nog maar eens goed en aandachtig over.

Hartelijke groet,

GPPB.

BOEVEN-BEROUW ONTMASKERD IV  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Beste GPPB.,

U moet mijn mail niet zien als een aanval op uw schrijven. Ik heb nog een keer het antwoord gelezen wat u schreef. Het is wel duidelijk dat er voor de rechtvaardigmaking geen evangelisch berouw kan zijn, maar om het enkel te omschrijven als een wettisch berouw doet te kort aan het zuivere werk des Geestes wat aan de rechtvaardigmaking voorafgaat. U moet Th. van der Groe eens lezen wat hij schrijft over de boetvaardigheid en zielsgesteldheid van de tollenaar achter in de tempel. Wat had deze Godsman een diep inzicht in de waarachtige bekering van een verloren zondaar tot God.
Van der Groe schrijft ook hele mooie dingen in een meditatie "bedroefd naar God", hij schrijft o.a.:
"Welnu, wij willen onze prediking vervolgen over de ware droefheid, het echte leedwezen. Deze droefheid over zijn zonden moet een mens in de bekering noodzakelijk hebben, en deze wordt door de Geest van de Heere in hem gewerkt. Dan moet u weten, geliefden, dat elk leedwezen en elke droefheid die een mens over zijn zonden heeft of hebben kan, nog geen echte, zaligmakende en gelovige droefheid is. De catechismus heeft daar in zijn beschrijving ook wel degelijk het oog op gehad, want als ze spreekt van een leedwezen over de zonden, omschrijft ze dat voor ons uitvoeriger als een hártelijk leedwezen. Er is, hoorders, allerlei droefheid, allerlei leedwezen over de zonde, welke niet hartelijk en geestelijk is en niet tot zaligheid van de ziel strekt. Deze is vals en bedrieglijk, en daarmee moet men voor eeuwig verloren gaan. Wij zullen er tot onderwijs van allen kort enkele gebreken van noemen."
Van der Groe schrijft terrecht dat eraan de rechtvaardigmaking een hartelijk leedwezen en een geestelijke droefheid over de zonde aan voorafgaat.
Verder schrijf van der Groe:
"Geliefden, er is voor de ware bekering (dus voor de rechtvaardigmaking) van de mensen een heel andere droefheid en een ander leedwezen over de zonde nodig als wij tot nog toe gezien hebben...."
"....Het leedwezen, de droefheid die Gods kinderen hebben in hun bekering, is geestelijk en dringt diep door in het hart. Het hart wordt daardoor verwond, verslagen en verbrijzeld, zoals we lezen over de Joden die op de Pinksterdag bekeerd werden. Zij werden door de preek van Petrus verslagen in het hart, Handelingen 2:37. Het is hier met deze goddelijke droefheid en dat leedwezen over de zonde, zoals het is in Jeremia 4:18-19. Daar staat: "Uw weg en uw handelingen hebben u deze dingen gedaan; dit is uw boosheid, dat het zo bitter is, dat het tot aan uw hart raakt. O mijn ingewand, mijn ingewand! Ik heb barenswee, o wanden mijns harten! Mijn hart maakt getier in mij, ik kan niet zwijgen". Kijk, zo gaat het ook als de mens zijn zonden in haar werkelijke aard bij Gods licht gaat zien. Dat is vooral zo als hij ze met een heilig en gelovig oog, op een evangelische wijze, gaat zien. Dan komt er een tere en alles doordringende droefheid in zijn ziel, die het hart helemaal vervult en in beslag neemt. Dan wordt het hart gescheurd en niet de klederen, Joël 2:13. Wie kennis heeft van dit werk in het hart en niet meer met Efraïm als een botte duif zonder hart wandelt (Hosea 7:11), zal gemakkelijk begrijpen dat het onmogelijk is, dat het ware, geestelijke leedwezen over de zonde níet een zaak van het hart is. De hele bekering, met alles wat er aan vastzit, is immers zuiver een werk van het hart. De Heere eist toch alleen maar het hart op. Als het hart er niet bij betrokken is, kan niets de Heere behagen; en Gods kinderen hebben er ook geen welgevallen in. Wie ooit op een evangelische wijze droefheid en leedwezen over zijn zonden gehad heeft, die weet hoe teer, hoe diep geestelijk en hartelijk deze droefheid is."
"Dan is het zo, dat deze droefheid de ziel als vanzelf naar Christus leidt en dringt. De ziel voelt dat ze smartelijk verwond is door de zonde, maar ze ziet ook dat Jezus een pleister van Zijn bloed voor haar gemaakt heeft, en daarom geeft ze zich gewillig over in de handen van deze Arts der zielen, en laat ze zich door Hem genezen. Terwijl wolken van droefheid de ziel bedekken, breekt de zon van het geloof door die wolken heen en verdrijft ze. Als dat niet gebeurde, hoorders, zou de ziel in een zee van tranen verdrinken."
Zo een aantal bijdrages van Th. van der Groe over het hartelijke leedwezen der zonde in het werk der bekering. Deze droefheid is geestelijk en dringt diep door in de ziel, het hart wordt verslagen, verbrijzeld en verbroken gelijk bij de pinksterlingen op de preek van Petrus. Een heilig en op evangelische wijze zien van de zonde voor de rechtvaardigmaking, hierdoor komt er een tere en alles doordringende droefheid in de ziel, het hart wordt immers gescheurd en niet de kleren. Deze droefheid, zegt van der Groe, leidt de ziel als vanzelf naar Christus, hij heeft het zelfs over een gewillige overgave!
Ik schrijf u dit in aanvulling op de voorgaande reactie en ben erg benieuwd naar uw reactie omtrent het bovenstaande, omdat ik dit in uw bijdrage niet tegen ben gekomen en dat vind ik jammer. Daarmee doen we volgens mij het werk Gods tekort in het trekken van de zondaar naar Christus toe.

H.Groet,

R.J. Verhoeks

-------------------------------------------


Beste Richard,

Als mensen maar half lezen, komt dat uiterst ongeïnteresseerd over en dan ga ik een beetje kort door de bocht, want anders kan ik elke nacht wel opblijven om mensen te woord te staan die niet lezen kunnen, of zelfs niet willen lezen van wat er nu feitelijk staat, en daar bedank ik echt voor. Het blijkt helaas ook dat je Van der Groe blijkbaar maar half lees, want Van der Groe schrijft over de tollenaar dat hij daar niet zonder geloof op zijn borst slaat, hoewel daar ook kanttekeningen bij te plaatsen zijn, want die man ging pas gerechtvaardigd naar huis. Maar goed, nu je wat serieuzer schrijft, wil ik je graag verder te woord staan.

Van der Groe schrijft geheel terecht dat de droefheid die voor de rechtvaardigmaking plaatsvindt, geen zaligmakende droefheid en geen gelovige droefheid is. In de grond der zaak is de droefheid over de zonde die voor de wedergeboorte plaatsvindt dus wettisch, hoe men het ook wendt of keert, hoewel genoemde droefheid dikwijls niet geheel zonder evangelische invloeden is.
Sommigen zielen sterven der Wet met een minimum aan evangelische invloeden en anderen sterven aan de Wet met een zee van tranen. Maar dat geeft de doorslag voor de rechtvaardigmaking ABSOLUUT niet! Zolang de enge poort niet is gepasseerd, is er geen sprake van geestelijk leven, hoeveel tranen er ook gestort worden. Dat heb ik klaar en duidelijk geschreven, hoewel ik ervan doordrongen ben, dat ik als een eenzame vis tegen de generale kerkopinie in zwem, maar dat belet mij niet om de Waarheid te laten spreken. Mensen houden er blijkbaar heel erg van wat die zegt en wat die zegt, maar wat zegt de Schrift? Is dat niet meer van belang? Dus als je zegt datgene te missen in mijn schrijven, wat Van der Groe zegt t.a.v de droefheid voor en na de wedergeboorte, kunt u echt niet lezen, want daarin verschil ik niet met Van der Groe.

Toch drijft Van der Groe soms te ver door in de droefheid die voor de rechtvaardigmaking plaatsvindt, en hij doet soms voorkomen alsof de onwedergeboren mens die zulk een leedwezen over de zonde heeft, toch al zo'n beetje half wedergeboren is, maar voor de wedergeboorte/rechtvaardigmaking is de ziel dood in zonden en misdaden, omdat de inwendige roeping nog niet heeft plaatsgevonden. Dat geschiedt door de levendmakende stem des Zoons van God (Joh. 5:25).
Kijk, Van der Groe in stelling brengen is eigenlijk uiterst zwak, terwijl het Woord onzes Gods klaar en duidelijk omtrent de inwendige roeping leert, nl. dat alleen en uitsluitend de doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven (Joh. 5:25). Welke autoriteit moeten we dan volgen? Van der Groe? Die kan geen autoriteit zijn. De Schrift is de ENIGE autoriteit in geestelijke zaken.

Opmerkelijk is wel dat Van der Groe de rechtvaardiging van de gelovige leert (zie Klik hier link), maar ook dat is in strijd met de leer der Schrift: de rechtvaardiging van de goddeloze. Van der Groe heeft prachtige dingen geschreven, en zijn geschriften zijn al velen tot zegen geweest, maar hij is mijn inspiratiebron (gelukkig) niet! De Schriften, beste Richard, de Schriften, "want deze zijn het -zegt de hoogste Autoriteit- die van Mij getuigen" en daar moeten we genoeg aan hebben en onvoorwaardelijk voor vallen, hoewel ik de oudvaders beslist niet veracht, maar ze kunnen nooit een vervanging, laat staan een bewijs zijn, van hetgeen de Schrift leert. Degenen die met oudvaders een bepaalde visie willen stijven die men graag omhelst, doen aan afgoderij en daar ben ik een verklaarde vijand van. Oudvaders citeren is heel best, maar niet als bewijs boven de Schrift.

Nog even terug naar die wenende onwedergeboren zielen. We hoeven ontdekte zielen die wenen over hun zonden beslist geen trap te geven, o nee, maar in die fase hebben zij nog geen grond onder de voeten, en dat moet hen ook gezegd worden, omdat zij nog niet daadwerkelijk geloven. Zielen opbouwen in de droefheid, die de ware geloofsdroefheid naar God nog niet is, is zielen bedriegen voor de eeuwigheid. Tranen wassen de zonden niet af en mensen opbouwen in de tranen, welke nog geen geloofstranen zijn, is het werk van valse leraars, hoewel ik Van der Groe zeker niet onder valse leraars schaar, maar voor zijn bekering was Van der Groe veel te goed gelovig en ook veel te handenopleggerig. Daar is de man gelukkig goed achtergekomen, terwijl baby-Boef en babysitter DJK gaarne prat gaan op andermans kalveren.
VRAAG: Welke van der Groe citeer jij? De onbekeerde Van der Groe of de bekeerde Van der Groe? Dat maakt wel een heel verschil.

Degenen die geestelijk leven aanhangen voor de doorgang door de enge poort, citeren opmerkelijk de onbekeerde Van der Groe en houden Gods Woord voor een stripboek, want Van der Groe zegt het zus en zo.
I tell you what: Laat Van der Groe dus maar met rust, die man staat trouwens al geruime tijd voor de troon en is alle moeite te boven. Er is ons een heel wat betrouwbaardere Bron nagelaten: "En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten", 2 Pet. 1:19. Alleen het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden.

hartelijke groeten,

GPPB.

KLEEN-SCHIZOFREEN ONTMASKERD        
Plaats in winkelmandjeMandje
Beste vriend Burggraaf,

Ik kreeg weer wat mails van DJK. Nu weer met een betoverde nestleer. Zie onder. Ik heb hem toch maar beantwoord, maar zal er nu mee stoppen volgens Matth. 10:14.

Gode in alles bevolen.

M.G. v.d. Hoeven

--------------------------------------

Geachte heer Kleen,

U hebt een aantal mails gestuurd, waarvan de laatste een gecorrigeerde versie betreft. U belasterd GPPB en beschuldigt hem er ook nog eens van dat hij mij geld zou aftroggelen onder verwijzing naar 2 Petrus 15. Dit is echt ongekend. Bekeert u.
In de laatste mail haalt u het beeld van de arend aan uit Deuteronomium 32:11-12. Helaas verdraait u de leer aangaande de adelaar, want hetgeen u schetst klopt niet met de natuur en ook niet met het werk des Geestes. Wat beoogt u nu eigenlijk?

Uw visie luidt: Dit moet dus verstaan worden in het geestelijk licht van Deut. 32:11, alwaar het volgende geschreven staat: "Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken". Deze arend wekt haar nest op met aas in zijn bek, waarmee hij z'n uitgehongerde jong uit haar nest wil lokken. Het jong grijpt naar het aas dat hij voor zich ziet, en valt uit zijn nest, waarop de arend zijn jong opvangt op zijn grote vlerken. Zie daar hoe God de Vader een verkoren zondaar opwekt uit zijn geestelijk nest van het diensthuis der zonden. De zondaar doet een laatste noodschreeuw tot Jezus, en valt in de armen van de Heere Jezus. Hierover heeft Maarten Luther gezegd: "Ik ben door het Evangelie aan de wet gestorven."

Het beeld uit de natuur luidt:
De arend wekt zijn broedsel op, dat wil zeggen dat hij zijn jongen op de bestemde tijd uit hun vertrouwde nest, waar ze zich veilig voelen, werkt. Hij gaat daarbij niet zo voorzichtig te werk. De arend begint het nest te vernielen door de takken etc. los te trekken, daarna duwt hij de jongen over de rand van het nest zodat ze gedwongen worden om te vliegen, want de nesten zijn bijna altijd op hoge plaatsen op rotsen of in bomen gebouwd. De jonge arenden hebben nog nooit gevlogen, maar moeten nu hun vleugels gebruiken. Als de moederarend ziet dat de kleine het niet redt, dan zweeft zij onder het jong, spreidt haar grote vleugels uit en vangt het jong op haar rug op. Daarna vliegt ze omhoog en laat de kleine weer vallen, net zo lang totdat de jonge arend zelf kan vliegen.

De Schriftuurlijke leer aangaande de arend luidt:
Een arend gaat zijn jongen leren vliegen. Weet u dan wat de arend doet? Hij werpt ze uit het nest zo de diepte in. Dat jong zou te pletter slaan op de rotsen. En ja, dan komt de arend en duikt onder het jong en vangt het op. Kijk dat doet nu de Heere ook geestelijk door Woord en Geest. Je wordt overboord geworpen en moet de dood in. De Heere doodt en Hij maakt levend. En dan komt Christus Die Zich heeft vernederd tot in de diepten van de God verlatendheid. Die Zichzelf vernietigd heeft. Zie Ik kom o HEERE om Uw wil te doen. En dat voor een volk van goddelozen en doorbrengers, voor een volk dat zichzelf alleen maar leert kennen als zonde. Ik zal je zeggen: als je zo vanuit de hoogte naar beneden wordt geworpen dan wordt je adem afgesneden, dan ben je uitgewerkt. Dan ben je het met God eens geworden. Heere, gedenk mijner. Kijk, en op dat plekje moet een mensenkind terechtkomen. Gods volk komt geestelijk in de dood terecht en krijgt de hand op de mond. Een uitgewerkte zondaar ben je dan geworden die alleen nog het oordeel billijken kan. In die weg komt Christus Zich te openbaren: "Ziet hier ben Ik". "Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven." Ja, Hij komt door gesloten hartedeuren heen, in dat stenen, goddeloze, hart. Als Hij spreekt dan is het er, als Hij gebiedt dan staat het er. En hij reisde zijn weg met blijdschap.

Ja, dat is wel wat anders dan de nestleer die u beschrijft. De arend gaat in de natuur helemaal niet lokkend te werk zoals u dat beschrijft, maar hij vernielt het nest en werpt zijn jongen over de rand. Kijk dat is nu het grote verschil tussen de leer der Schrift en uw leer. U, en in uw kielzog VDB of omgekeerd, preekt de leer van de naar aas grijpende jonge arend, en de Schrift leert een ten dode opgeschreven arend die gegrepen wordt. Het arendjong wordt uit het nest geworpen de dood tegemoet in de beleving, met het doel ten leven (Gal. 2:19). U preekt de leer van "zalig worden die treuren" en de Schrift leert "zalig zijn die treuren". Dat is de droefheid naar God. Die het vat die vatte het, en die het geestelijk vat is met Christus verbonden door het ware zaligmakende geloof. VDB kan het onmogelijk met het door u overgenomen stuk van ds. K. Veldman (Balkanzendingsdag 2010) eens zijn, want die leert dat de deuren dicht gaan en dat Christus Zich dan komt te openbaren.

Ik raad u aan eens een preek van ds W.J. Teunissen te beluisteren over deze tekst: http://home.solcon.nl/mgvdhoeven/Audiopreken/Audiopreken_inhoud.html

Zie verder een tweetal reacties die ik naar VDB heb gestuurd:

http://home.solcon.nl/mgvdhoeven/Diverse_artikelen/Droefheid_naar_God.html

De Heere geve waarheid in het binnenste.

M.G. van der Hoeven

------------------------------------------

Geachte broeder M.G. vd H.,,

Ja, aan dit soort schizofrene proponenten is alle moeite tevergeefs, hoewel ik niets lees van DJK, -behalve wat anderen mij vragenstellend laten lezen- want het is allemaal manipulatie wat Kleen publiceert. Kleen voert een ordinaire strijd tegen vlees en bloed tegen mijn persoon. Kleen en Boef moeten niets van de afsnijding hebben en daar heb ik hen op grond van Gods Woord aan ontdekt, maar toen is de adder er bij hen uitgebarsten en nu ben ik Saul in hun ogen. Dat is voor wat mij betreft niet erg, want het deert mij in Christus NIETS, waarvan anderen mij valselijk belasteren, maar Kleen en Boef schromen niet om het werk Gods te lasteren en de waarheid te verdraaien tot hun eigen verderf, hetgeen o.a. duidelijk is gebleken in de ingezonden stukken: Hynemeus & Alexander, Babies met baard in de wieg, Boeven-berouw 1 t/m 4, enz. Kleen en Boef zijn uit valse oogmerken zelf gaan lopen en raadplegen daarbij de tovenares van Endor (om GPPB om zeep te helpen), maar u ziet de uitkomst: een strik des duivels. Ik heb hun dodelijke dag echter niet begeerd. Och, och, och, wat een afgunst, wat een wedijver, wat een pokerspel, wat een ketterijen, wat een lastercomplot... Vooral de galspuwende Kleen moet zich melden bij het gesticht, ik zeg dit niet spottend, maar welgemeend, want hij sleept anderen mee ten verderve. En de jongeling Boef moet NU kiezen: of met Kleen blijven meeheulen en met hem ten verderve reizen gelijk Hymeneus en Alexander, of publiek schuld belijden en bedanken als bestuurslid van het doperse lastercomplot DJK BV te Endor.

Geliefde vriend, mocht de Heere ons ervoor bewaren om in dit soort duivelse strikken te vallen, want wie meent te staan....

De uwe in Christus,

GPPB.

BOEVEN-BEROUW ONTMASKERD (SLOT)  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Beste GPPB,

Bedankt voor uw antwoord!

Ook hier plaatst u slechts wettisch-berouw voor de rechtvaardigmaking, meneer Burggraaf dit doet tekort aan het zuivere werk der bekering. Niet geheel zonder evangelische invloeden zegt u, ik zou zeggen, het kan nooit zonder evangelische werkingen. Hoe kan een ziel zijn vonnis mijnen, vrijwillig onder God verloren gaan, als er uitsluitend sprake is van een wettisch berouw? Dit kan niet! De tollenaar beweende zijn schuld meer vanuit de liefde, dan vanuit de wet. De trekking van de Vader, de liefdestrekkingen, zijn heilsnoodzakelijk en onmisbaar in het plaatsmakende werk. Waar dit wordt gemist, daar gaat een ziel nooit vrijwillig verloren.

Van der Groe dreef naar mijn gevoelen niet te ver door in deze droefheid. Hij heeft namelijk deze droefheid niet alleen verklaard vanuit de wet, maar meer vanuit het Evangelie, juist voor de rechtvaardigmaking. De wet brengt ons in benauwdheid, angsten der hel etc, maar geeft geen enkele hoop in de ziel op behoudenis. Daarentegen brengt het Evangelie een trekkende en bevindelijke hoop in de ziel, wekt een sterk verlangen op in de ziel naar God in Christus om verzoening te vinden, daar wordt het geloof dan geschonken in de ziel, om in een laatste noodschreeuw tot God, gelijk als de tollenaar. Oh, God, wees mij de zondaar genadig, verloren te gaan, gelijk de apostel Paulus zegt. Ik ben met Christus gekruisigt (door het geloof), ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij (ook door het geloof). Het ware verloren gaan, is volgens Paulus vrucht van het Evangelie en niet van de wet. Het sterven met Christus en het opstaan met Christus horen bij elkaar. Zo moeten wij van der Groe verstaan in de waarachtige bekering.

Mvg,

RJV


------------------------------

Beste meneer Richard,

Ik wil aan dit gesprek slechts nog 1 epiloog wijden, want je polemiseert onzuiver, omdat je met andermans kalf ploegt en mij dingen verwijt die ik niet gezegd heb. Op grond van Gods Woord leer ik geen droge bekeringen, zoals jij valselijk suggereert, maar ik leer ook op grond van Gods Woord dat al die traantjes die voor de wedergeboorte geplengd worden, geen betaalmunten zijn voor de vergeving der zonden, hetgeen jij duidelijk wel leert. Ik ken die boevenstreken van de sentimentele godsdienst onderhand wel.

Nog een keer: De Wet gaat aan het Evangelie vooraf en jij draait deze zaak om.
Wie in de Zoon gelooft, heeft het leven en wie de Zoon niet gelooft, heeft het leven niet, maar de toorn Gods blijft op hem.
Die tollenaar achterin in de tempel voer in zijn waarneming ter helle, en wie dat ontkent, is geestelijk morsdood. Dat slaan op zijn borst en zijn blik benedenwaarts ter helle, was welzeker niet zonder evangelische invoeden, maar jij maakt van die tollenaar een rijke jongeling.
Al die tranen voor de wedergeboorte zijn slechts gericht op eigenbehoud en degenen die er een evangelische lading aan willen geven, blijken dikwijls zelf zo onbekeerd als dat ze wettisch groot zijn.
Hoe staat dat nu met jou?
Jij leert dus -met Van der Groe in je vaandel-, dat de ziel door het Evangelie aan de Wet sterft, hetgeen heel geestelijk klinkt, maar het is de leer van Christus niet, maar van JAN KLAASSEN! Dus dan weet je nu ook welke slaapmuts jij bent.

Gods volk sterft der Wet DOOR DE WET en dat gaat meestal vooraf gepaard met evangelische invloeden, die elk kind van God wel kent voor de wedergeboorte, maar die invloeden zijn slechts begeleidend en geen instap tot de rechtvaardigmaking, want die bestaan niet. Er zijn ook zielen waarbij de verdoeming der Wet zich zodanig laat gelden, dat de evangelische invloeden -welke slechts begeleidend zijn- geheel ophouden, en op het punt van afsnijding zijn alle traantjes gedroogd, omdat al die traantjes allemaal op zelfbehoud gericht zijn. Zulke zielen sterven de zwaarddood en scheuren alles uit elkaar wat zij in hun handen hebben, omdat er van evangelische invloeden geen sprake meer is, vanwege het feit dat het recht Gods zich laat gelden, waaronder de ziel verloren gaat, om..., o aanbiddellijk wonder,,,, om te vallen in het vrije van Gods welbehagen in Christus. Jona wist echt niet dat toen hij overboord geworpen werd, dat die vis op hem lag te wachten. Het overboord gaan van Jona is een beeld van de rechtvaardigmaking en Jona is het er mee eens dat hij over boord gaat. Zo is het geestelijk ook. "Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig."
Ja, ja, maar er zijn er velen die wel in de put des afgronds gekeken hebben, maar er nooit hebben ingelegen. Je leert derhalve de rechtvaardiging van slachtoffers, maar God werkt geen slachtoffers, maar schuldenaars, die maar 1 recht hebben, de welverdiende straf. God is een God Die de goddeloze rechtvaardigt en geen mensen die voor Jezus in de rij staan. Ga maar bij die lieve Hanna in de leer, want dat mens sprak uit de beleving der zaken, gelijk ik heden doe, uit vrije soevereine genade.

Ook bepaalt de mate van tranen de waarheid van die belijdenis (nl. Uw dioen is rein, enz) in het geheel niet. Doorstoken zielen hebben niet zoveel meer om te wenen, maar ze wensen wel eerlijk en door recht zalig te worden, of in het geheel niet. Ook heb ik je al gezegd dat tranen de zonden niet afwassen, dus al die tranen die aan de wedergeboorte voorafgaan vormen echt geen grondje voor de grond der zaligheid in Christus en ook niet wat betreft de toepassing van de toerekening van de gerechtigheid van Christus.

Gewillige strafaanvaarding geschiedt NIET door een droefheidsgevoel naar een onbekende God, zoals jij suggereert, maar door een aanschouwelijk gezicht op Christus vanuit eigen verdoemelijkheid in het kader van de bediening des doods, zoals de moordenaar aan het kruis Christus rechtvaardigde en zichzelf verdoemde. Een aanschouwelijk zicht op Jezus stelt echter niet in het bezit der zaak, maar een aanschouwelijk zien op Jezus vanuit 's mensen verloren bestaan, werkt wel vrijwillige strafaanvaarding, maar is desonsdanks de inwendige roeping (Joh. 5:25) niet. Zielen -zoals de moordenaar aan het kruis- die God rechtvaardigen en zichzelf verdoemen met een aanschouwelijk gezicht op Christus (middels de prediking van het Evangelie) zijn wel door de Wet ontwaakte (overtuigde) zondaren, die het vonnis der Wet niet anders dan billijken kunnen, maar desondanks liggen dezulken nog als geestelijk doden in hun zondegraf, hoewel zij als een gevangen vis de haak in hun neus hebben. Echter, niet wat die moordenaar aan bevinding ondervond, noch wat hij beleed in de fase van overtuiging, hoe kostelijk-onvoorwaardelijk die ook moge zijn, maken deel uit van de rechtvaardigmaking, maar alleen en uitsluitend hetgeen Christus tot hem zei: "Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn." Dat is de inwendige roeping, die wederbarend en rechtvaardigmakend is, gelijk geschreven staat in Johannes 5:25: "De doden zullen horen, de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven."

Op het punt van afsnijding, loopt het echter over de waarheid en niet meer over een droefheidsgevoel naar een onbekende God. Die moordenaar aan het kruis rechtvaardigde Christus niet met een toevoorzicht op de hemel, maar met een aanschouwelijk zicht op Christus in zijn hellevaart. Hij werd door recht verlost, want daar had hij nooit meer op gerekend. Je raaskalt maar wat!
Degenen die de zakelijkheidsbeleving van de rechtvaardigmaking ontkennen, barsten dikwijls van de vijandschap tegen vrije genade en willen hun traantjes en gebedjes ook nog in rekening brengen, zoals jij nu ook doet -hetgeen ware ontdekte zielen beslist niet doen.

Paulus heeft het helemaal niet over een droefheid naar een onbekende God vanuit zijn eertijdse leven, want daar had hij de tijd niet meer voor toen hij als een ter dood veroordeelde zondaar voor het gericht Gods gedaagd werd, maar hij spreekt wel van de dodende bediening der Wet in Romeinen 7:9 en in Galaten 2:19. Paulus had een korte toeleidende weg (en dat zijn de zuiverste in de leer) en uit Rom. 7:9 en Gal 2:1 blijkt dat hij daadwerkelijk ter helle voer, zoals ook Hanna ervan spreekt in 1 Samuel 2:6: "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen."

Ik heb al gezegd dat de trekkende liefde des Vaders heel iets anders is dan de liefde die de Heilige Geest heeft uitgestort in het hart van Gods gerechtvaardigde volk. Trekkende liefde is iets heel anders dan door de liefde van Christus gedreven te worden. Bij jou voert het gevoel van de trekkende liefde des Vaders de boventoon, maar op het moment van de afsnijding is dat gevoel niet bepalend, op geen enkele manier zelfs.

Als Paulus in Romeinen 7:9 schrijft dat wij -Gods kinderen- met Christus gestorven zijn, dan spreekt hij daar over de grond der zaligheid en niet over de beleving. Met Christus gestorven te zijn is de grond der zaak (Rom. 7:4), maar dat is onderscheiden van de beleving der zaak (Rom. 7:9 - Gal. 2:19). Die twee zaken moeten onderscheiden geleerd worden, zoals Paulus dat ook doet, zaken welke jij echter vereenzelvigt.
Over "wij zijn met Christus gestorven", maakt Paulus pas melding na ontvangen genade, waarvan hij de grond aanwijst in Romeinen 7:4, en erover spreekt vanuit de bevinding der zaken in Rom. 7:9 en Gal. 2:19.

Bovendien houdt de trekkende liefde op, zodra de ziel ter vierschaar gedaagd wordt, want met de trekkende liefde kun je niet voor God verschijnen. Christus openbaart Zich vanachter het recht aan een verdoemelijke zondaar. Goed doet geen nut, ten dage der verbolgenheid, alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood.
Als jij zo met Van der Groe blijft schermen, zal diezelfde Van der Groe je op de dag der dagen verdoemen, omdat je met hem afgoderij gepleegd hebt en je niet door het Woord hebt laten gezeggen en laten corrigeren. En dan zal Van der Groe in tegenwoordigheid Gods aan je vragen: "Ben je als een gewillige zondaar met God verzoend, of als een goddeloze dode vijand, op grond van Johannes 5:25?"

Geve de Heere dat laatste te beleven, want de mens heeft maar 1 ziel te verliezen en God zal toch een keertje gelijk moeten krijgen in je leven. Dat wensen wij je van harte toe.

mvg.

GPPB.

WIE DURFT LUTHER BOVEN HET WOORD TE STELLEN? ER ZIJN ER DIE DAT AANDURVEN.        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer GPPB,

Ik heb uw reactie gelezen op mijn laatste mail. Ik had het fijn gevonden als u het antwoord ook naar mij had toegezonden. Ik vind de manier waarop u mijn laatste mails hebt beantwoord verre van de "broederlijke" liefde, waarvan de Schrift getuigt. Ik heb u toch niets misdaan? Waarom verdoemt u mij met th. van der Groe in uw linkerhand, wanneer ik een aantal stukken van hem citeer? U zou er beter aan doen, om in de zachtmoedigheid en nederigheid van Christus mij te woord te staan. Is dat het beeld van Christus, andere bedreigen met de verdoeming die het niet met u eens zijn?

Ik ben door het Evangelie aan de wet gestorven, waarvan u melding maakt in uw schrijven, is reeds een uitspaak van Maarten Luther, hetgeen volgens u heel geestelijk klinkt, maar het is de leer der schriften niet, maar de theologie van Jan Klaassen. Deze uitspraak van Luther heeft een hele diepe betekenis, en helaas wordt hij maar zeer weinig verstaan! Ik kreeg van iemand een mail onlangs, met een opmerking van ds. K. Veldman, over een uitgesproken meditatie van Jesaja 9:1. Daarin zei ds. K. Veldman o.a. het volgende: "Een ziel gaat pas sterven, als het licht van het Evangelie gaat schijnen". Als de Heere Zijn kinderen in de weg der ontdekking de gewilligheid van Christus gaat openbaren in het zaligen van verloren zondaren, dan wenen zij zichelf erbuiten, omdat het nu onze zonden waren die Hem aan het kruis genageld hadden. Ik heb toen uitgeroepen met moordenaar: "Deze heeft geen onrecht gedaan!" Bij mij gebeurde dat toen ik voor het eerst in waarheid Jesaja 53 las. Ik wilde op dat moment wel dat Christus van het kruis kwam en dat ik eraan gehangen werd. Wat heeft u bewogen lieve Heere Jezus, om uw eigen leven af te leggen voor beesten zoals mij? Dit was voor mij de doodsteek!

Mvg,

R.J. Verhoeks

----------------------------------

Beste Verhoeks,

Neem mij niet kwalijk, ik ben het glad vergeten om mijn laatste antwoord naar u toe te zenden. Excuses hiervoor! Het komt door de drukte van het emailverkeer. Aan emailen zit altijd een maar. Ik heb weleens emailen verstuurd die nooit zijn aangekomen en andersom ook. Dat kan verdenking in de hand werken, terwijl er gewoon digitaal iets fout gegaan is. Ik heb dat al zoveel keer meegemaakt, maar ik heb er ook weer van geleerd, dat in zulke gevallen de kinderachtige godsdienst gelijk met verdenkingen strooit. Zo leer je je mensen wel kennen. Enfin, als we onszelf kennen, kennen we iedereen.
Maar in uw geval was ik het echt vergeten. Ja, dat kan gebeuren, maar u had het inmiddels al gelezen, dus hebt u niets gemist.
O, ik dacht dat ik met u klaar was, maar u wilt nog even verder praten? Dat is best, maar het Woord krijgt ook deze keer het laatste Woord en dat bedoel ik ook letterlijk.

U reageert wel sentimenteel moet ik zeggen en u moet zich ernstig afvragen wie hier aan het oordelen is, u of ik. Het gaat toch om de waarheid van het Evangelie? Welnu, dan laat u ook Galaten 2:19 staan en dan speelt u niet verder poppenkast met Luther.
Echte broeders laten zich gezeggen op grond van het Woord. In dat kader kon Paulus Petrus bestraffen toen hij met de Joden veinsde (Gal. 2). Een openbare bestraffing is nog altijd beter dan verborgen liefde, zegt het Woord.
Maar in onze dagen noemt men dat liefdeloos en zonder zachtmoedigheid. Johannes de Doper zou door Kleen Schizofreen ook voor een klinkend metaal uitgemaakt worden, en hem uitgescholden hebben voor adderen gebroedsel, terwijl Johannes de Doper met diezelfde woorden niet aan het schelden was, maar het recht Gods hanteerde. Als twee hetzelfde zeggen, is dat nog niet altijd hetzelfde.
Maar u bent duidelijk ge-ergerd?
Ja, als GPPB. op grond van Gods Woord schrijft, dan staat heel refoland recht overeind. Maar van Luther en Van der Groe neemt men klakkeloos alles aan. Dat boek heb ik uit, want het is afgoderij.
Bent u soms van het geslacht dat jegens de prediking van Christus uitriep: "Deze rede is hard, wie kan dezelve horen?"
Aan de rede van Christus ergert de godsdienst in onze dagen zich ook dood. Er is niets nieuws onder de zon.
Ja, er wordt wat af gebroederd en gezusterd, maar deze is mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder, die de wil van God doet (Mark. 3:35).

Zachtmoedigheid en nederigheid mag dus nooit ten koste gaan van de Waarheid, maar bij u blijkbaar wel. Ik verdoem u helemaal niet met Th. van der Groe; ik heb slechts het Woord laten spreken. Het Woord leert dat Gods volk wordt overgezet van de dood in het leven, dus al die voorwegjes voor de WEG is pelagiaans gesjoemel. En omdat u geweld pleegt op de Schrift, doet u dat mij niet zozeer aan, zoals u suggereert, hoewel er wel een zwaard door mijn ziel gaat, maar u doet het God Zelf aan. En zou een hond niet gaan blaffen als zijn baas bedreigd wordt? Welnu, zo ook geestelijk.

Waarom stelt u Luther boven het Woord? De Heilige Geest is bij monde van Paulus toch duidelijk genoeg in Galaten 2:19? Als u Luther in stelling wil brengen, kan ik daartegenover bijv. dr. Kohlbrugge plaatsen, die de uitspraak van Luther op grond van de Schrift veroordeeld, omdat hetgeen Luther zegt, absoluut niet bijbels is. Het klinkt wel geestelijk, maar u moet niet op de klank afgaan, maar op de Waarheid. Kohlbrugge heeft wel meer uitspraken van Luther weerlegd met de grondtekst, omdat Luther weleens te vrij was in zijn vertaling. Dat Luther soms te vrij was in zijn bijbelvertalingen is bovendien algemeen bekend en daar hebben we Kohlbrugge niet eens voor nodig om dat vast te stellen.

De meesten van Gods volk sterven der Wet met een gevoelig aanschouwelijk gezicht op Christus, maar dan nog sterven ze der Wet door de Wet en niet door het Evangelie.
U moet maar eens lezen hoe de Moorman Jesaja 53 gelezen heeft. Hij las daarin zijn eigen oordeel, omdat het voor hem nog totaal verborgen was over Wie de profeet schreef. Die man reisde onverlost naar Morenland terug, richting eeuwige ondergang en dat werd zijn hellevaart, zoals Hanna daarvan getuigt (1 Sam. 2:6). Voordat de Moorman Christus geopenbaard kreeg door de prediking van Filippus, was de man reeds der Wet gedood en voor zijn waarneming kon hij nooit meer zalig worden. Omdat het werk der Wet aan die Moorman reeds voltrokken was, verkondigde Filippus hem terstond Jezus. Toen werd die Moorman Christus geopenbaard door Woord en Geest en door Hem uit zijn helleput opgevoerd van onder eeuwige armen. Ik mag het weten uit mijn eigen leven. Geloofd zij God met diepst ontzag!

Het is de Vader die trekt, maar het is de Zoon die de doden opwekt uit hun zondegraf. De rechtvaardiging moet wel altijd gepreekt worden in het kader van een gewillige Christus, want anders wordt het een dode dogma. Er is evenwel een gezichtelijk zien en een zien door het geloof op Jezus. Het gezichtelijke zien gaat aan het zien door het geloof vooraf. Alleen het zien op Jezus door het geloof is zaligmakend, maar ook dat gaat nooit buiten het Woord en de toepassing des Geestes om. Het Woord doet dan kracht en dan moet je toch kunnen zeggen: "Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord."
Christus SPREEKT Zijn volk zalig in de hel van hun bestaan, namelijk door Woord en Geest. Er is dus een sterven door de Wet aan de Wet, waardoor de oude werkheilige mens onder de Wet sterft. En waarvan Paulus getuigt in Galaten 2:19. Dat gaat meestal niet zonder evangelische invloeden des Geestes, maar de Wet geeft de doodsteek en niet het Evangelie, want het Evangelie maakt de ziel levend!
Ook de trekking des Vaders die er altijd wel is, gaat niet altijd met zoveel gevoeligheid gepaard, zoals door sommigen wordt gesuggereerd. De Vader weet echter volmaakt wie Hij trekt, maar dat kan de ziel in kwestie niet bekijken, laat staan een naam geven. Als u Christus mag kennen, moet u het hele verhaal vertellen, dus wat eraan vooraf ging, hoe u eronder was en wat erop volgde. Uit uw fragment kan ik niet opmaken of u de vrijspraak in Christus ontvangen hebt. Dat kan best zo zijn. Ik oordeel niet, maar dan kunt u er ook wat van vertellen.

Ja, de heiligen zullen eenmaal de wereld oordelen en dan zal Van der Groe geheel aan Gods kant staan. En dan zal ook Van der Groe (en al de heiligen) met zuivere bijbeltaal spreken. Dat heb ik u duidelijk willen maken, maar nu ben ik -volgens u- gelijk weer aan het verdoemen. Kunt u de toets van Gods Woord dan niet verdragen?
Meneer, als ik u nog wat af kan nemen, klopt uw zaak in ieder geval niet. Maar ik verdoem niemand en dat heb ik u ook niet gedaan. Maar als het Woord geweld wordt aangedaan en als Galaten 2:19 vervangen wordt door een onbijbelse uitspraak van Luther, dan krijgt u datzelfde Woord tegen u gekeerd. Daar ben ik niet in, het is niet mijn Woord, maar Gods Woord, maar ik heb dat Woord wel zo liefgekregen, omdat God mij in Christus eerst heeft liefgehad.

Ja, zo ziekelijk is nu het in onze dagen, nl. dat degenen die het Woord het Woord en God God laten, die worden door de sentimentele verwoestende godsdienst gelasterd en gevloekt. Daar is het gevloek van dhr. Kleen -dat ik ter inzage kreeg van broeder Van der Hoeven- en zijn verwoestende website een duidelijk bewijs van.
Ik lees echter nergens dat Petrus de bestraffende Paulus negeert, laat staan hem belastert. Petrus boog voor het Woord. Dat mis ik bij u en de uwen.

Ik zal u vertellen dat diezelfde ds. K. Veldman -die ik destijds met al de liefde van mijn hart heb rondgereden om te preken- destijds in Oud Beijerland gezegd heeft, dat als die moordenaar nooit geloofd had, hij toch zalig geworden was, omdat Christus hem zalig gesproken had. Toen heb ik hardop AMEN gezegd in de kerk, maar ik zag de gezichten van de godsdienst wel scheel betrekken. Het is maar voor de verstaander en die het vatte kan die vatte het.

Mvg. en heilbede,

GPPB.


http://www.providencemountainranch.com