GIJ ZIJT TE BESTRAFFEN!
GIJ ZIJT TE BESTRAFFEN!  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte Hr. P. Burggraaf,

Ik heb een dringende vraag voor u en ik hoop dat u ook gelegenheid kan vinden om deze te beantwoorden. Het betreft een brief van mevr. Kamerling aan u geschreven en uw antwoord daarop. Wat betreft de afgodendiest van deze mevr. t.o.v. ds. Mallan en uw scherpe reaktie daarop, daar ben ik het geheel mee eens. Want wat is de mens, wat is in hem te prijzen, ook al is deze mens een dominee. Die roemt die roeme in de Heere. Een waar gelovige wil niets anders weten en roemen dan in het kruis van de Heere Jezus Christus. Deze mevrouw is slechts een voorbeeld, een produkt, van de prediking van ds. Mallan en wat voor verschrikkelijke gevolgen een valse leer uitwerkt. Zij binden de gewetens van die arme schapen, zij durven zelfs niet te denken; "is alles wel waar en naar Gods Woord wat onze dominee ons voorhoudt?
Maar daarmee zijn ze geenszins onschuldig te houden. Daarom moeten wij medelijden met hen hebben, maar die valse herders en leraars te vuur en te zwaard bestrijden. Deze verleiders zijn een werktuig van de satan! Ds. Mallan heeft een verschrikkelijke dwaalleer verkondigd, een weg der zaligheid die in Gods Woord niet geleerd wordt, hierdoor heeft hij zijn toehoorders bedrogen en gezet op een weg die leidt naar het eeuwig verderf en dat alles onder de dekmantel van de "de zuivere waarheid." Op dergelijke leraars is van toepassing Gal. 1:8 en 9. U en ik behoeven niet over de staat van ds. Mallan te oordelen, dat doet Gods Woord bij monde van Gal. 1:8 en 9.

Nu kom ik tot de kern van mijn vraag; Hoe kunt u dan aan deze mevr. schrijven: "Bovendien zal ds. Mallan u straks verdoemen vanwege de afgoderij met hem bedreven, want dan zal ds. Mallan aan de zijde Gods staan" enz.
Hiermee zet u ds.Mallan aan de zijde Gods, een valse herder en leeraar die leugens gesproken heeft in de Naam van God en nog steeds na dat hij gestorven is velen bedriegt voor een nimmer eindigende eeuwigheid door zijn nagelaten predikaties en geschriften. Waar vind ik in de Bijbel ook maar een goed woord gesproken over valse herders en leraars?? Ik lees wel dat ze door God vervloekt zijn!! Ieder waar geroepen knecht des Heeren predikt de waarheid die naar de godzaligheid is, omdat hij van God zelf geleerd is en hij geleid wordt door de Heiligen Geest. Niet zo, dat ze in anderen stukken niet kunnen dwalen, maar in de leer des geloofs zijn ze een!

Wilt u a.u.b. een antwoord geven op deze vraag: "Hoe kunt u op bijbelse gronden deze valse herder en leraar aan de zijde Gods plaatsen in het
laatste oordeel??

Het verhaal van zijn zg. bekering en verzoening met een drie-enig God is van geen waarde. Wat zijn de vruchten daarvan? Zijn die niet zeer bitter?

Met vriendelijke groeten en Gods zegen toegewenst,

P.H. den Boer

PS. U mag deze brief, als u wilt, gerust openbaar maken!

-----------------------------------------------------

Geachte heer P. den Boer,

Dat wijlen ds. F. Mallan fundamenteel gedwaald heeft in de leer, is op deze website met verschillende artikelen op grond van Gods Woord bewezen (zie Klik hier link bovenaan deze pagina en zie ook de volgende blokken). Maar om de geestelijke staat van ds. Mallan op grond van het door u aangehaalde Gal. 1:8-9 bij het grofvuil te zetten, dat gaat duidelijk te ver.
De Schrift leert bij monde van Paulus dat dwalende leraars wel bekeerd kunnen zijn: "Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. En indien iemand op dit fondament bouwt: goud, zilver, kostelijke stenen, hout, hooi, stoppelen; eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur", 1 Kor. 3:11-15.

-----------------------------------

Dr. John Gill schrijft bij dit Schriftgedeelte:

1Co 3:15 If any man's work shall be burnt,.... If any minister's doctrine he has preached shall be destroyed and disappear, shall be disapproved of, and rejected by the churches, not being able, to bear the light and heat of the fire of God's word:

he shall suffer loss; of all his labour and pains he has been at, in collecting together such trifling, useless, and inconsistent things; and of all that glory and popular applause he might expect from men, on account of them, and which was the snare that drew him into such a way of preaching:

but he himself shall be saved; with an everlasting salvation; not by his ministerial labours, much less by his wood, hay, and stubble, which will be all burnt up; but through his being, notwithstanding all the imperfections of his ministry, upon the foundation Christ:

yet so as by fire; with much difficulty, and will be scarcely saved; see 1Pe_4:17 with great danger, loss, and shame; as a man that is burnt out of house and home, he escapes himself with his own life, but loses all about him: so the Syriac version reads it, "as out of the fire": see Zec_3:2. Or the sense is, that he shall be tried by the fire of the word, and convinced by the light of it of the errors, irregularities, and inconsistencies of his ministry; either in his time of life and health, or on a death bed; and shall have all his wood, hay, and stubble burnt up, for nothing of this kind shall he carry with him in his judgment to heaven; only the gold, silver, and precious stones; and will find that the latter doctrines, and not the former, will only support him in the views of death and eternity.

-----------------------------------------

De Kanttekeningen van de SV schrijven bij dit Schriftgedeelte:

37) verbrand worden,
Dat is, zo iemands lering na gedane beproeving uit Gods Woord zal verdwijnen en ijdel geacht worden.

38) schade lijden;
Namelijk van dezen zijnen arbeid.

39) behouden worden,
Namelijk omdat hij in zijne leer het fondament nog vast heeft behouden.

40) als door vuur.
Dat is, bezwaarlijk, gelijk iemand zichzelven uit den brand behoudt, daarin alles latende wat hij heeft; Jud. 23.

-------------------------------------------

Ds. F. Mallan heeft in navolging van ds. G.H. Kersten inderdaad een valse wedergeboorteleer geleerd en zielen bedrogen voor de eeuwigheid (verschrikkelijk genoeg!), maar ds. Mallan heeft het fondament van de leer objectief niet verloochend, nl. verzoening door voldoening in en door Christus. Ds. Mallan -en heel de Afscheiding- borduren op de filosofische embryoleer van dr. Comrie en zijn in een kracht der dwaling verstrikt geraakt, omdat zij zich niet alleen kerkelijk afgescheiden hebben van de Kerk der Reformatie, maar zich ook afgescheiden hebben van de Schriftuurlijke leer der Reformatie, nl. de leer en bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze.

Maar u wilt mij toch niet vertellen dat godzalige leraars, als dr. Comrie (NHK), ds. Lamain (GG), ds. Joh. Van der Poel (OGG), enz. die allen gedwaald hebben in de genoemde leer, op grond van het door u genoemde Gal. 1:8-9 als onbekeerd en voor eeuwig verloren moeten worden beschouwd? Als u dat meent, bevindt u zich op glad ijs. Ik heb de staat van ds. Mallan niet aangetast, maar u schroomt niet om dat wel te doen door zijn getuigenis over zijn verzoening met een Drie-enig God als waardeloos te achten? Dat is echt grof en gevaarlijk! Ik heb alleen de dwaling in het getuigenis van ds. Mallan op grond van Gods Woord aangewezen, en die Mallan-dwaling is puur verwerpelijk, maar u gaat duidelijk grensoverschrijdend verder, echter zonder geldig bewijs.

Sommige preken van genoemde leraars zijn zelfs geheel zuiver bijbels te noemen, waardoor mijn eigen ziel menigmaal is gesticht, hoewel ik de preken van genoemde predikanten niet publiceer, omdat ik dan te massaal en zeer selectief te werk moet gaan, hetgeen voor de nodige verwarring zorgt en die verwarring (t.a.v. de leer die te bestrijden is), is al groot genoeg dunkt me. Ik wens de volle raad Gods te preken en te staan in de traditie van de Reformatie en van een doorgaande Reformatie en daarin heeft de Afscheiding geen plaats, ook de bekeerde afgescheiden leraars niet, omdat zij allen fundamenteel gedwaald hebben t.a.v. de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze en de toepassing ervan. Maar leraars die bepaalde dwalingen leren en leerden, zijn per definitie echter niet altijd valse leraars te noemen in het kader van Galaten 1:8-9. Het Anathema heeft voornamelijk betrekking op valse leraars (ingekropen valse broederen) die de leer der zaligheid diaboliseerden tot hun eigen verderf en een valse wedergeboorte en/of de rechtvaardiging door de werken der Wet leerden, zoals de toenmalige en de huidige Farizeeën dat leerden en leren, waaronder o.a. papegaai ds. J.M.D. de Heer (GG), die ik nog nooit 1 geestelijk woord heb horen zeggen, alleen maar buiksprekerij van een ketterse orde.

Je kunt ds. Mallan een valse leraar noemen, maar om zijn geestelijke staat als verloren te beschouwen, gaat duidelijk te ver, zoals 1 Kor. 3:11-15 ons leert. U moet zich daar ook vooral niet mee bezig houden, want dat is Gods terrein. God oordeelt over de harten en op grond van Gods Woord zijn wij geroepen om de dwalingen te bestrijden, want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed. Dat bepaalde (blasfemische) zonden nooit verenigd kunnen worden met de staat der genade, is waar, en als dominees en/of vooraanstaande personen de christelijke leer verkrachten en zich publiek als bastaarden (godloochenaars) openbaren, moet dat ook publiekelijk gezegd worden, en moet de tucht op hen toegepast worden, als dat maar zuiver op grond van Gods Woord gebeurt. Wat dat betreft is de eer weggevoerd en is het alles IKABOD wat de kerkklok slaat.

Maar als alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood, waarvan ook ds. Mallan heeft getuigt vanuit zijn eigen leven, dan moet en mag u het kind met het badwater niet weggooien, aangezien ds. Mallan de christelijke leerstukken alszodanig nooit geloochend heeft. Degenen die dat wel doen zijn valse onbegenadigde leraars en op hen rust het Anathema. Dat u de geestelijke staat van ds. Mallan aantast is absurd, zinloos, zeer gevaarlijk en volstrekt onvruchtbaar om dat te doen, aangezien ds. Mallan publiek getuigt heeft van de Hoop die in hem was. Daarmee kerstenen wij zijn dwalingen zeker niet, want die zijn echt verwerpelijk en verdoemelijk, zoals we dat in verschillende artikelen op grond van Gods Getuigenis hebben bewezen.

Vriendelijke groet,

GPPB.

DS. MALLAN: 'VERZOEND MET GOD DRIE-ENIG'         
Plaats in winkelmandjeMandje
Type het woord Mallan in de zoekoptie, dan verschijnen diverse gerelateerde linken.

-------------------------------------------------

Onlangs kregen we van iemand een vraag omtrent 'het verzoend zijn met een Drie-enig God'. De inhoud van zijn schrijven was dermate prive, dat we de briefwisseling niet kunnen plaatsen als ingezonden stuk, maar wel kunnen we zijn vraag in behandeling nemen, namelijk of er verschil bestaat tussen de openbaring van de Middelaar en de geloofskennis met een Drie-enig God verzoend te zijn. Iemand anders wees mij op een memorium in het RD van vandaag (9 July 2010) van de overleden ds. F. Mallan (GGinN), waarin geschreven staat, dat ds. Mallan op zijn elfde jaar kennis kreeg aan een geopenbaarde Middelaar en dat hij een aantal jaren later mocht weten met een Drie-enig God verzoend te zijn.

We moeten goed beseffen dat ds. Mallan sprak vanuit de beleving der zaken, dus vanuit de kennisweg der bevinding. Maar de kennisweg, dus de beleving der zaken, moet altijd genormeerd worden naar de heilswaarheid zoals die in Christus is. We trekken dus hetgeen ds. Mallan gezegd heeft niet in twijfel, maar ZOALS hij het gezegd heeft, is typisch gezelschapstaal, die wij opzich niet verachten, want we zouden wensen dat heel christelijk Nederland mocht spreken vanuit de beleving der zaken, zoals ds. Mallan dat mocht doen. Maar toch kan gezelschapstaal -waarvan ds. Mallan zich bediende- niet de vervanging zijn voor de taal waarmee de Heilige Geest de Bijbel geschreven heeft.
We moeten dus vaststellen dat de geloofskennis van een geopenbaarde Middelaar bij ds. Mallan nog met ongeloof gemengd was, want als Christus Zich zaligmakend aan de ziel openbaart, is de ziel daadwerkelijk met God verzoend, zoals Paulus ervan getuigt o.a. in Romeinen 5:1. Dat het aanvankelijk geloof in Christus nog met veel ongeloof gepaard gaat, zal geen rechtgeaard kind van God ontkennen, maar dat betekent niet dat het ongeloof participant is in het uitdrukken van de Schriftuurlijk-bevindelijke heilsleer, want zo is heel die onbijbelse stappen-theologie ontstaan die in de Afscheiding geleerd wordt, en dat lezen we ook in het memorium van ds. Mallan en zo heeft ds. Mallan het ook geleerd.

De Heilige Geest leert echter bij monde van de apostel Johannes: "Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil. Ik schrijf u, vaders! want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt den boze overwonnen. Ik schrijf u, kinderen, want gij hebt den Vader gekend. Ik heb u geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt den boze overwonnen."
Ook de zuigelingen in Christus, kennen de Vader, echter niet zo verzekerd als de vaders in de genade daarvan spreken. Het gaat -als het over het wezen des geloofs gaat- echter niet over de mate des geloofs, maar over een waar geloof.
Christus zegt tegen Filippus: "Die Mij gezien heeft, [door het geloof] heeft de Vader gezien", Joh. 14:9.
Christus zegt niet: "Die Mij gezien heeft, moet de Vader nog leren kennen", nee, Hij zegt: "die HEEFT de Vader gezien."
Ik weet vanuit mijn eigen leven hoe de kennisweg tot nadere klaarheid gekomen is, ten aanzien van de kennis des Vaders en de verzoening met een Drie-enig God. Maar er ligt geen feitelijk tijdsbestek tussen de openbaring van de Middelaar en de kennis van de Vader en het verzoend zijn met een Drie-enig God. Zo wordt het wel in de Afscheiding geleerd, maar als gezelschapstaal verheven wordt tot een leerstuk, daarvan zijn repeterende dwalingen dikwijls het gevolg. De bewijzen daarvan zijn al zovele malen aangetoond, maar men weigert om de waarheid in Christus in liefde aan te nemen. Vandaar dat er een kracht der dwaling heerst die zijn weerga niet kent.

Ik kan ds. Mallan goed verstaan in hetgeen hij zegt, maar wat doet onze bevinding ter zake als Gods Woord ons betere dingen verkondigt? Ik spreek nu niet louter over de objectiviteit van Gods Woord, maar ook vanuit het geloof. Laat daar geen vergissing over bestaan, want aan het arminiaanse gegrijp naar Christus, hebben we in onze dagen geen gebrek. Maar dat betekent niet dat we dan de heilswaarheid in Christus maar moeten beknotten, door de bijbelse orde des heils te degraderen onder de zogenaamde gezelschapstaal.
Er is wel onderscheid tussen een eerste bekering en een tweede bekering (Luk. 22:32) en als ds. Mallan dat bedoelde te zeggen, was een nadere verklaring van hetgeen hij gezegd heeft op zijn plaats geweest.
Maar aangezien ik in de kringen der Afscheiding verkeerd heb, en met verschillende dominees daarover gesproken heb en hun preken en boeken kent, is het geen veronderstelling als ik zeg dat ds. Mallan de openbaring van de Middelaar scheidt van de kennis aan de Vader.

Een recht geaarde ziel in Christus zal staan naar nadere bevestigingen in het leven der genade en daarin zit een opwas van de geheiligde kennis ten aanzien van de drie Goddelijke personen, maar toch blijft het staan, hetgeen Christus zegt: "Die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien."
Het ongeloof van Gods kinderen kan in hetgeen Christus hier zegt NOOIT participant zijn ten aanzien van het uitdrukken van de woorden van de zaken, laat staan dat het ongeloof verweven en verheven wordt tot een leerstuk.
Ik heb een tante gehad, die uit Christus leven mocht in de vergeving van al haar zonden, en daarvan vele malen mocht getuigen, maar als zij er niet uit spreken kon, zei ze altijd: "Ik heb nog een open schuld." Maar toen we haar op een zekere keer bij de Heere vandaan aanzeggen moesten dat zij haar hemelse Vader verdacht hield, is het haar zo tot schuld geworden, nl. dat zij haar hemelse Vader al zovele jaren verdacht had gehouden, dat zij daarover bitterlijk heeft moeten wenen. Maar op de dag van haar begrafenis werd keihard gezegd door de dienstdoende predikant dat hij van de kerkenraad alhier gehoord had dat tante (NN) op het laatst van haar leven de Vader had leren kennen. Over kerkelijke manipulatie gesproken!
Tante (NN) heeft heel haar leven onder een open-schuld-leer gezeten, maar toch heeft de Heilige Geest haar van die dwaling verlost en haar als een bitterlijk wenende Petrus haar schuld doen bewenen omtrent die vervoekte open-schuld-leer.
Maar dat zal de Afscheiding NOOIT erkennen, namelijk dat het kennen van Christus door het geloof, gelijk staat met de verzoening met een Drie-enig God. Integendeel, in de kringen der Afscheiding leert men zelfs een wedergeboorte die niet met het geloof in Christus begint, niet met de vergeving der zonde begint, maar met het stuk der ellende, hetgeen een helse dwaling is. De Afscheiding heeft zich niet alleen afgescheiden van de KERK der Reformatie, maar zich ook afgescheiden van de leer van Christus.

Dat er geestelijke leiding gegeven moet worden aan zielen in Christus die hieromtrent in het duister verkeren, is heel wat anders dan de bevinding, die met ongeloof gemengd is, te verheffen tot een Schriftuurlijk-bevindelijk leerstuk, hetgeen we toch moeten vaststellen uit hetgeen ds. Mallan gezegd heeft, en ook zo in zijn preken geleerd heeft. Maar het is een dwaling, waardoor menig kind van God jarenlang in duister verkeert en zelfs in duister sterven. Onderscheiden leiding ten aanzien van de Schriftuurlijke bevinding is noodzakelijk, zeker wat de eerste en tweede bekering betreft. Maar op gezelschap heb ik weleens gezegd; "Jullie hebben het altijd maar over de verpakking, maar geef mij de Inhoud; geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf."
Hetgeen Christus leert, nl.: "De Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan" (Joh. 16:27), dat geldt voor al Gods ware kinderen, hoewel veel van Gods ware kinderen omtrent de kennis aan de Vader door ongeloof in duisternis verkeren, maar daar is veelal de prediking debet aan.

Geve de Heere Zijn huidige geroepen knechten -hoewel klein in getal- krachtig separerend te preken in het kader van Wet en Evangelie, want een krachtige inwendige Reformatie en een herleving van Gods ware volk, is meer dan noodzakelijk, opdat er weer eer in ons land moge wonen en opdat de ware broeders van 't zelfde KRUIS weer lieflijk mogen samenwonen.

GPPB.

VERVLOEKTE GGinNed IDEOLOGIE 1-4        
Plaats in winkelmandjeMandje
Type het woord ideologie in de zoekoptie, dan verschijnen de volgende linken:

VERVLOEKTE GGinNed IDEOLOGIE
(ingezonden stuk mevr. Kamerling)

VERVLOEKTE GGinNed IDEOLOGIE II

VERVLOEKTE GGinNed IDEOLOGIE III

VERVLOEKTE GGinNed IDEOLOGIE IV


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


http://www.derokendevlaswiek.nl