IN DE WERELD VERDRUKKING
IN DE WERELD ZULT GIJ VERDRUKKING HEBBEN        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte B.,

Jakob zeide: "Alle dingen zijn tegen mij", en dat is ook mijn ervaring, terwijl de goddelozen geen banden hebben tot hun dood, en ook de refo-christenen gaan bij hopen op vakantie, maar mij lukt het niet. De drukking der melk brengt boter voort, en onder het heiligend kruis ondervinden we de verdrukking die Christus voorzegd heeft: "In de wereld zult gij verdrukking hebben", maar ook de zalige troost voegt Christus daarbij: "Hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen." Moge de Heere u de vrijmoedigheid niet onthouden, broeder. De bazuin aan de mond.

De uwe in Christus,

Hartelijke groeten van

K. J.

-----------------------------

Geliefde vriend,

Dank voor uw broederlijke brief. Ik heb er een fragment uit gehaald en geplaatst op de website. Ja, Jakob, maar Jakob was tegen al die dingen, terwijl God voor hem was. Het gaat er paradoxaal aan toe in het leven der genade, opdat genade genade zou blijken.

Ik las gisteren nog in de 12-tallen van Kohlbrugge in een preek van Psalm 46:5, het volgende: "In de wereld hebt u angst"(volgens het Hoogduits. "In de wereld zult u verdrukking hebben" Statenvertaling) zeide de Heere tot Zijn discipelen, en dit: "In de wereld hebt u angst", zegt Hij ook nu nog tot al zijn trouwe belijders. Dat is een wonderbare goedertierenheid, dat onze Heere, Die zo'n grootmachtig Heer is, zo nauwkeurig kennis er van heeft willen nemen, hoe het met ons in de wereld gesteld is. Onze Heere bedient Zich hier van een woord, dat "drukken", "inééndrukken", "verdrukken" en "neerdrukken" betekent, en dikwerf gebruikt wordt, om het gevoel van engte, van benauwdheid ten volle te vertolken. Bijgevolg heeft onze Heere willen zeggen: In de wereld zult u een enge doortocht hebben, u zult er ternauwernood doorkomen; van alle kanten zal men u benauwen; dewijl u Mijn Naam draagt, zal men u nauwelijks zo veel ruimte laten, dat u leven en ademhalen kunt; voor en na zult u ondervinden, dat men u zal neerdrukken en verdrukken. De wereld zal zich met heel het gewicht hater overmacht op u werpen, om u te verpletteren; zij zal met haar ganse macht, die haar ten dienste staat, u achtervolgen, om u juist dan, als er geen uitweg meer schijnt te zijn, door haar list teniet te maken. Liefde en welwillendheid, gastvrijheid en hulp zult u in de wereld niet vinden; niemand zal in uw nood medelijden met u hebben, niemand u in uw verlegenheid barmhartigheid betonen De wereld heeft het haar lief en zal u haten, omdat u niet van de wereld zijt, maar Ik u heb uitverkoren uit de wereld.

Onder "wereld" verstaat de Heere voornamelijk hen, die als uit werken rechtvaardig willen zijn. Deze verdrukken daarom de heiligen en uitverkorenen des Heeren, omdat des Heeren heiligen en uitverkorenen hun een doorn in het oog zijn. Immers de rechtvaardigen des Heeren zijn een voortdurende bestraffing voor zo'n wereld. De wereld zelf toch gevoelt het wel, dat haar voorgewende vroomheid niet deugt, dat zij huichelarij bedrijft; dat zij het licht haat en tot het licht niet wil komen, opdat haar werken niet bestraft worden, dat zij niet in God gedaan zijn. Vandaar wil nu zo'n wereld graag Gods rechtvaardigen uit haar midden weg hebben; daarom drijft zij hen zo in de engte, dringt en drukt hen van alle zijden, en heeft allerlei listen bij de hand, om van hen zulke mensen te maken, die niet waard zijn, dat de aarde hen langer drage.

Maar nu zijn de verlosten des Heeren toch ook mensen, evenals de anderen, met menselijke behoeften; zij moeten toch ook hebben, wat andere mensen hebben. Al zijn zij ook erfgenamen des hemels, zo moeten zij toch ook, zolang zij hier zijn, brood en water hebben, en wat anders een mens nodig heeft, zij moeten toch ook hun doorkomen hebben; in plaats daarvan verkrijgen zij echter hier niets dan angst en nood. De wereld wil hen wel alles geven, mits zij dan ook maar met de ongerechtigheid der wereld willen meedoen, en het aan de wereld willen prediken: "Gij, wereld, u bent in uw verkeerdheid voor God rechtvaardig." Dat kunnen zij echter niet en willen het ook niet, want zij zijn daartoe gezet, om gerechtigheid na te jagen en van gerechtigheid te getuigen. Omdat zij dus de gerechtigheid liefhebben, zullen zij in deze wereld niets anders hebben dan angst. Blijft het daarbij? Wel heeft het de schijn, alsof het daarbij zal blijven. Want als de aangevochtene slechts let op hetgeen voor ogen is, dan schijnt de ganse wereld, ofschoon zij in het boze ligt, onbeweeglijk te staan en weet van geen vallen. Aan een hunner, aan Asaf, kwam het ook zo voor; daarom profeteerde hij aldus van de wereld: "De hovaardij omringt hen als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad; hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. Zij mergelen de mensen uit, en spreken booslijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte; zij zetten hun mond tegen de hemel, en hun tong wandelt op de aarde." (Psalm 73:6 9).
Het blijft daarbij, zolang wij het zichtbare in aanmerking nemen, en zolang kunnen wij ons ook veeltijds ergeren en aftobben, om te verstaan, hoe dat toch mogelijk is. Maar God heeft een heiligdom voor ons opengesteld; dat is Zijn woord. Gaan wij daarin, dan hebben wij allerlei rijken troost; gelijk dan ook onze Heere gezegd heeft: "Zijt getroost", "hebt goede moed!" Gaan wij in dat heiligdom, dan verkondigen wij het ook met luide stem: "Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoestingen. Hoe worden zij als in een ogenblik tot verwoesting, nemen een einde, worden teniet van verschrikkingen." (Psalm 73:18, 19) Geliefden! In het heiligdom Gods, in het wapenhuis van Zijn trouw hebben wij een zeer klein instrument; wanneer wij dat in de hand hebben, zo moeten wereld, duivel, zonde en dood ons ongedeerd laten, en dan kan ook de angst ons niet benauwen. Van de werking van dat kleine instrument wens ik u in deze ure iets mede te delen. Tekst: PSALM 46: 5. Nochtans." "Al [= nochtans] veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën: laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren door derzelver verheffing. Sela. De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods." Als het getal der sterren, zo is het getal der woorden Gods, des Almachtigen, waarmee Hij niet ophoudt zijn in deze wereld verdrukte en in het nauw gedreven' Gemeente te vertroosten. En gelijk het heldere licht van iedere ster in de nacht de reiziger verblijdt, zo verblijdt ook het heldere licht van een ieder woord, dat uit de mond van God gaat, de moeden pelgrim op het smalle pad naar het Jeruzalem, dat Boven is. Het bevreemde u niet, dat ik uit de miljoenen woorden Gods, die Hij bereid heeft, om daardoor licht en troost uit te gieten in het hart van Zijn heiligen en gelovigen, opdat zij niet blijven liggen op de weg, maar welgemoed voorttrekken, voor ditmaal één enkel kies, dat, naast de naam Jezus, der zon gelijk is in haar volste pracht. Het "Nochtans" des Evangelies is voor hem die wandelt door dit dal vol slangen, een staf in de hand, die alle slangen van Egypte verslindt; het is een wapen, dat met zijn scherpte man en paard verbouwt, en een bloem, wier liefelijke geur de kranke in stervensnood eeuwig leven geeft in te ademen, juist dan, als de dood komt en hem het hart breekt. 91 Dit "Nochtans" onzes Gods is de samenvatting van alle onzichtbare waarheden, om elke bewering van het zichtbare en van de hel te logenstraffen; het is van zulke waarheden het vaste zegel, ons van Boven gegeven, en zal daarom ook wel van kracht blijven. Allen, zovelen er uit de grote verdrukking gekomen zijn en hun lange klederen hebben gewassen en wit gemaakt in het bloed des Lams, hebben het "nochtans" Gods liefgehad en hebben het een beproefd wapen bevonden, dat lederen vijand te machtig is geweest. Ook wij, wie het om gerechtigheid en om God te doen is, mogen leren, het zorgvuldig in onze harten te bewaren en het met vol vertrouwen uit te spreken, opdat wij te midden van allen angst in deze wereld met opgerichten hoofde onze Heere verbeiden, Die gezegd heeft: "Zie, Ik kom haastelijk."


Het was uit mijn hart gegrepen! Ik geef het maar door! De nabijheid des Heeren toegewenst!

Wees Gode bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl