JAKOB BEKEERD VOOR BETHEL?
WAS JAKOB AL BEKEERD VOOR BETHEL?   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Dag meneer Burggraaf,

Ik zat gisteren één uwer predikaties te beluisteren. Het ging over Jakobs rechtvaardigmaking te Bethel. Als ik het goed begreep werd Jakob daar het waar zaligmakende geloof deelachtig, want die ladder zag immers op het waar zielszaligende geloof. En dat in de hel van zijn bestaan, want de zon was ondergegaan in z'n persoonlijk leven. Enkel duisterheid en donkerheid, plat op de grond liggende. Aan het einde met zichzelf gekomen en de bloedeiser zat hem op de hielen. Zo sprak u daar toch over?

Ik zat na afloop wat na te lezen om te zien of deze dingen alzo waren, gelijk de Bereërs dat bij de apostel Paulus deden, daardoor kwam ik bij Genesis 25:27 terecht: "Als nu deze jongens groot werden, werd Ezau een man, verstandig op de jacht, een veldman; maar Jakob werd een oprecht man, wonende in tenten."
Ik wist me geen raad met de woorden "maar Jakob werd een oprecht man". De kanttekening van de SV verwijst naar Genesis 6:9 waar staat: "Dit zijn de geboorten van Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht 23) man in zijn geslachten. Noach wandelde met God."
Kanttekening bij 23: "Dat is, die in het ware geloof en in de vroomheid des levens ongeveinsd en zonder valsheid was."

Mijn vraag aan u: vergissen de Kanttekenaren zich hier en mogen ze de lijn niet doortrekken van Noach naar Jakob bij Bethel? Aangezien u in de preek sprak over een rechtvaardigmaking bij Bethel. Als de Kanttekenaren gelijk hebben, dan was Jakob toch al gerechtvaardigd voordat hij in Bethel kwam? Hij was al eerder een oprecht man in Genesis 25:27.

Uitziende naar uw antwoord,

E. v. D.

-------------------------------------

Beste Eric,

Je vraag gaat over het woordje "oprecht" dat gebezigd wordt in o.a. de drie onderstaande teksten, waarnaar ook de Kanttekeningen verwijzen, nl. Genesis 6:9, Genesis 25:27 en Job 1:1. De Kanttekeningen maken hier echter een fundamentele vergissing, ook bij Noach slaat het woordje "oprecht" niet op zijn geestelijke staat, netzomin bij Jabob en Job. Op grond van Gods Woord zullen we dat aantonen.

------------------------

Teksten:
"Dit zijn de geboorten van Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht <8549> man in zijn geslachten. Noach wandelde met God", Genesis 6:9. (Hebreeuws 8549: t aa m iej m).

"Als nu deze jongeren groot werden, werd Ezau een man, verstandig op de jacht, een veldman; maar Jakob werd een oprecht <8535> man, wonende in tenten", Genesis 25:27. (Hebreeuws 8535: t aa m).

"Er was een man in het land Uz, zijn naam was Job; en dezelve man was oprecht <8535>, en vroom, en godvrezende, en wijkende van het kwaad", Job. 1:1. (Hebreeuws 8535: t aa m).

--------------------------

Het woord "oprecht" in bovengenoemde teksten ziet -zoals gezegd- niet op de geestelijke staat, maar op het zedelijke gedrag en/of het zachtaardige karakter van genoemde personen.

Opmerkelijk is ook dat bij Noach en Job vermeld staat dat zij niet alleen oprecht waren, maar ook rechtvaardig en God vrezende, hetgeen bij Jakob in Gen. 25:27 niet vermeld staat, omdat Jakob toen nog niet gerechtvaardigd was.

Volgens de Hebreeuwse grondtekst betekent het woord "oprecht" in genoemde teksten letterlijk: "een man van zachte manieren." Dat ziet dus niet op de rechtvaardigmaking, maar op de natuurlijke karaktereigenschap.

Schriftverklaarder Van Griethuizen merkt hierbij op:
Vs. 27. Als nu deze jongeren groot werden, werd Ezau, naar zijn natuur, die meer tot het wild omzwerven dan tot het stille herdersleven geschikt was, een man, verstandig op de jacht, gelijk vroeger Nimrod (Ge 10.9) een veldman, 1) die niet veel te huis bleef, maar liever buiten in velden, op bergen en door bossen het wild opzocht; maar Jakob werd een oprecht 2) man, wonende in tenten, zorg dragende voor huishoudelijke zaken en bij het vee van zijn vader een stil leven leidende.

1) In het Hebreeuws hdv sya (Ish Sadéh). Een man van het veld, in de zin van: "het veld, het vrije veld beminnende."

2) In het Hebreeuws Mt sya (Ish Tham). "Een man van zachte manieren." De Septuaginta vertaalt: "van bedrog afkerig." De tegenstelling is duidelijk. Ezau was een meer woest, ruw, onverschillig man. Jakob daarentegen een man van een zacht karakter, die meer van het huiselijke leven hield.

(Tot zover Van Griethuizen).

------------------------------

Het woord "oprecht" wordt bijv. ook gebruikt in Psalm 125:4 en Micha 7:2, maar in deze teksten heeft het woord "oprecht" de betekenis van "rechtvaardig", in de zin van "vroom zijn", hetgeen ziet op de volmaakte gerechtigheid (van Christus).

Psalm 125:4: "HEERE! doe den goeden wel, en dengenen, die oprecht <03477> zijn in hun harten."

Micha 7:2: "De goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht <03477> onder de mensen; zij loeren altemaal op bloed, zij jagen, een iegelijk zijn broeder, met een jachtgaren."

Hebreeuws: 03477 j aa sj aa r, bn

AV: -right 53, upright 42, righteous 9, straight 3, convenient 2, Jasher 2, equity 1, just 1, meet 1, meetest 1, upright ones 1, uprightly 1, uprightness 1, well 1; 119

SV: -recht 56, oprecht 44, rechtmatig 2, vroom 2, billijke voorwaarden (Da 11,17) 1, gerechtigste 1, oprechtigheid 1, rechtop (Eze 1,23) 1, rechtvaardig 1; 109

1) recht, oprecht, juist, gelijk
1a) recht, juist
1b) oprecht, aangenaam, geschikt
1c) betrouwbaar, juist, oprecht, geschikt, passend
1d) oprechtheid, rechtvaardig, rechtvaardigheid
1e) het juiste (subst)

--------------------------------------------------------

In de preek van Jakob te Bethel gaat het meer over wat de rechtvaardigmaking is en hoe het bevindelijk gaat dan over de rechtvaardigmaking van Jakob. Jakob is reeds in de hemel en daar hoef je echt niet aan te twijfelen. Ik heb gezegd dat Bethel een zuiver beeld is van de rechtvaardigmaking van de goddeloze. Ik heb ook vanuit het Woord gezegd dat Jakob voor dat hij te Bethel kwam een bedrieger was. Hij had zijn blinde godvrezende vader Izak bedrogen door zich voor Ezau uit te geven, terwijl hij daarbij de Naam van God misbruikt (Gen. 27:20). Ook weer een bewijs dat Jakob toen nog niet gerechtvaardigd was. Mensen met een zacht karakter, zoals Jakob dat van NATURE was, zijn per definitie niet bekeerd. Als dat zo zou zijn, was driekwart van de mensheid bekeerd. Ik heb in de wereld meer natuurlijke oprechte mensen ontmoet dan in de kerk, maar met natuurlijke oprechtheid staat de mens nog voor eigen rekening. In o.a. Psalm 125:4 en Mich 7:2 heeft het woord "oprecht" echter wel de betekenis van het rechtvaardig zijn voor God. Hopenlijk is dat je nu duidelijk.

Hartelijke groet,

GPPB.

PS. Voor de duidelijkheid is de betreffende preek over Jakob te Bethel doorgelinkt via de Klik hier link.


http://www.providencemountainranch.com