VRAAG VAN HHK-JONGERE
VRAAG VAN EEN HHK-JONGERE  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Naar aanleiding van hetgeen we op uw website gelezen hebben zouden we u graag de volgende vragen willen stellen.
Als HHK jongere zitten we middenin de theologische spraakverwarring van de gereformeerde gezindte. Gezien het getuigenis naar Gods Woord op uw site wilden we deze vragen aan u stellen.

1) Ten eerste, een persoonlijke vraag
In ons persoonlijke geestelijke leven heerst op dit moment veel verwarring. Enerzijds is het zo dat in de gemeente waar we zondags kerken we ons niet kunnen vinden onder de prediking. Het aanbod der genade wordt zeer breed neergelegd. De predikant verlaagt zich tot uitspraken als: 'hier is Jezus, kijk maar wat u er mee doet' of 'als God een mens zijn schuld vergeeft stapt God als rechter van Zijn troon'. Doordat we ons al verschillende jaren verdiepen in de geschriften van Theodorus van der Groe weten we dat dit niet naar Gods Woord kan zijn. De predikant raadde mij echter af om Theodorus van der Groe te lezen. Om weg te gaan uit de kerkelijke gemeente, zal niet eenvoudig zijn daar ons hele gezin er kerkt en altijd gekerkt heeft. Maar nu moeten we zondag aan zondag vragen stellen bij deze prediking? Mijn ouders zeggen dat ik moet luisteren naar de dingen die ik wél kan meenemen…
Anderzijds is het dat ik besef dat al mijn tranen, gestalten en bevinding voor God nimmer kunnen bestaan als grond voor de eeuwigheid. Bij tijden en ogenblikken mag er een hartelijk verlangen zijn om de Heere te dienen. We vragen dan vurig of de Heere ons wil bekeren zoals Hij al Zijn volk in waarheid bekeerd. Er zijn ogenblikken dat ik bewogen kan zijn onder een bevindelijke prediking van een van bovengenoemde oudvader, maar er zijn ogenblikken dat de duisternis ontzagwekkend groot is. Echter, tot nu toe zou ik niet kunnen zeggen of ik onder het recht ben doorgegaan, of dat ik zekerheid heb over mijn staat in Christus. De Heere geeft geen antwoord op onze gebeden en de angst is groot aanwezig dat ik mijzelf bedrogen heb voor de eeuwigheid. Zou u mogelijk een advies kunnen geven?

GPPB.: Beste vriend P. Dank voor je briefje. Voor het gemak reageer ik maar tussen jou regels door.
1. Laat je niet zalig spreken door aanbod-van-genade-predikers, want terwijl zij de vrije wil op papier loochenen, leren zij die openlijk: (ZIE KLIK HIER LINK).
Sinds de val in het paradijs bedriegen we ons voor de eeuwigheid, dus daarover hoef je geen twijfels te hebben. Het is een feit dat we in dodelijk bedrog gevallen zijn. De mens kan daarover bewogen zijn, maar onze bewogenheid heeft niets te betekenen; God is bewogen in Zichzelf. Hij zond het Liefste wat Hij had naar deze vervloekte aarde, terwijl niemand om de komst van Christus in het vlees gevraagd had, geen mens.

2. Van geloofsbevinding is echter pas sprake als we in Christus bevonden worden. Daarvoor moet je door de enge poort en die poort is zo eng, dat er geen levende zondaar doorheen kan, zoals het ook onmogelijk is dat een kemel gaat door het oog van een naald. Zo onmogelijk is het om zalig te worden. Gelukkig, want dan is alle hoop op zelfbehoud verloren. De mens die daar achtergekomen is, is aan de "willekeur" van God overgegeven. Dat zou toch je gelukkigste dag wezen, beste Paul, om onvoorwaardelijk te vallen in de handen van de levende God, op genade of ongenade. God mag met de mens doen wat Hij wil, zalig maken, of verwerpen. Mag de Maker niet doen met het maaksel wat Hij heeft? Wij zijn gevallen, God is Dezelfde gebleven. Tot de gevallen mens komt het gebod: "Bekeert u en gelooft het Evangelie." En dan gaat de mens die daaronder geraakt is, bidden om bekering, maar hij wil niet bekeerd worden zoals God het wil. Daar zit het altijd op vast. God wil volmaaktheid en geen restauratie. Als een onbekeerd mens bidden om bekering, is eigenlijk het gebod omzeilen, want het gebod luidt: "Bekeert u!" Met andere woorden: "Gaat in door de enge poort." Velen zoeken in te gaan, maar kunnen niet, omdat zij in willen gaan met behoud van de oude mens. Die oude mens wordt niet toegelaten, want die oude mens wil altijd nog wat meebrengen aan steekpenningen en smeergeld. Maar dan blijft de poort gesloten. Voor gewillige mensen blijft de poort gesloten, want God zoekt geen gewillige mensen, die zijn er trouwens niet, maar onwillgen, vijanden en goddelozen. God is een God Die de goddelozen rechtvaardigt en daar voelen we ons van nature nu juist te goed voor. We zijn te goed om verloren te gaan en te best om slecht te zijn. Dezulken zijn niet het voorwerp van de opzoekende zondaarsliefde van Christus, want Die zoekt uitsluitend het verlorene en die vindt Hij ook, want Hij zoekt, vindt en zaligt dat verloren was. Het wil wat zeggen om een verloren zondaar te zijn, want dat is de mens nog zomaar niet. Ja, we zijn het krachtens onze staat, maar niet in de erkenning en aanvaarding van de straf op de zonde. De mens doet er alles aan om verloren te gaan, omdat hij het is. Welnu, stop met al die bewegingen en laat je zaligen in de aanvaarding van je welverdiende straf. Dat is geen vrucht van onze akker, nee, maar zo doet God het. God doet altijd iets wat niet kan, tenminste, in onze ogen. En zo is het ook met zalig worden. Het Leven gaat tot de dood spreken: "De doden zullen horen, de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven", Joh. 5:25.
Als dat gebeurt in je leven, dan weet je het ook en dat is in geen hoek geschiedt. Al Gods ware kinderen hebben de vrijspraak uit Gods mond vernomen, door Woord en Geest.
Laat je niet betoveren door de belofte-predikers, die hun hoorders kietelen met voorwerpelijke beloften (ZIE KLIK HIER LINK), want als Christus je levend spreekt, drukt Hij je de belofte in je hart, zodanig, dat de woorden die Hij tot je spreekt erin gebrand staan, zodat geen leed die ooit uit je geheugen kunnen wissen. Ik wens je een voorspoedige wetsdood toe, zodat de oude mens -P.H.- de laatste adem mag uitblazen in het werkverbond, om als een nieuw schepsel in Christus te mogen ademen in het genadeverbond door de Geest des geloofs.


2) Ten tweede, een vraag aangaande kerkverbanden
Binnen het geheel van de Hersteld Hervormde Kerk voelen we ons slecht thuis. Onder een aantal predikanten kunnen we het goed vinden, maar het grote gedeelte lijken we remonstrantse eenzijdigheden te bespeuren. De prediking lijkt doordrenkt te zijn van het evangelische gedachtegoed in een gereformeerd jasje. De HHJO dagen maken ons doodsbenauwd. Maar naar welk kerkverband zouden we heen moeten? Onder de oude oud gereformeerden zoals op uw site genoemden konden we hartelijk instemmen, maar zij zijn er immers niet meer.

GPPB.: Beste Paul, je moet eerst lid worden van de, 1 Heilige, algemene, Christelijke Kerk, en dan kom je buiten de legerplaats terecht, waar de kerkmuren ophouden te bestaan. Laat Christus je Kerk en je Tempel zijn, meer heb je niet nodig.

Via een goede vriend kregen we een aantal leespreken van Ds. P.J. Dorsman en Ds. J. Catsburg. Hoe staat u tegenover hun prediking?

GPPB.: Waarom zou je van hout gebruik maken als er goud voorradig is? (Openb. 3:18).

3) Ten derde, een vraag aangaande de roeping tot het ambt
Van heel jong al heb ik het vurige verlangen om de Heere te mogen dienen in het ambt. Ook hierin hebben we de Heere gevraagd om een bevestiging, maar nog geen antwoord gehad. Ik weet dat een hartelijk verlangen niet voldoende is, maar wat is dan de ware roeping tot het ambt?

GPPB.: Komt niets van terecht, beste Paul. Christus is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven tot een Rantsoen voor velen. Lees en herlees het Boek Jona. Dat was ten eerste een kind van God. Ten tweede was Jona een geroepen knecht van God, zoals ze er in onze dagen niet meer zijn, maar hij was blijkbaar niet zo gewillig als jij en toch was de vrucht op zijn prediking ongekend. Je weet dus niet waar je om vraagt. Zoek eerst met God verzoend te worden in een weg van recht, want onbekeerde ambtsdragers zijn een vloek voor de kerk. Een goddelijke roeping tot het ambt gaat door de diepte der zee, ontbloot tot de fundamenten toe. God gebruikt alleen maar uitbraaksels der hel (uitspraak van Kohlbrugge) in Zijn dienst. Op antwoord wachten heeft geen zin, want als je er nog op rekent gebeurt het nooit. Hij heeft ellendigen dat land, bereid door Zijne sterke hand, schoon niet mee uitgetogen. Ik kan je niet helpen, ja, van de wal in de sloot, maar Zijn Naam is Raad en Hij verleent raad aan radelozen, zaligheid aan goddelozen, liefde aan liefdelozen en eeuwig leven aan dode honden. Amen. Van harte Gode bevolen, GPPB.

Het zijn zo heel wat zaken waarmee ik u wellicht overvraag. We zouden het bijzonder waarderen als u in de gelegenheid zou zijn deze vragen te beantwoorden, zodat we ook anderen zouden kunnen helpen die met gelijke vragen lopen.

Gode en Zijn genade in alles bevolen.

Met hartelijke groet,
P.H. (1991)


http://www.derokendevlaswiek.nl