 |
|
|
DE PELAGIAANS/ARMINIAANSE VRIJE-WILS-LEER VAN HOORNSE EVANGELIST M.C. SCHREUR
| |
|
|
|
Dag meneer B.,
Ik zou u wat willen vragen over een lezing van evangelist M.C. Schreur die in dienst van stichting "Predik het Woord" al jarenlang werkzaam is in het Noordhollandse stadje Hoorn. De titel van de lezing van evang. Schreur luidt: "Kom tot jezelf, kom tot Hem!"
Als dhr. Schreur in een rondvraag op zijn lezing gevraagd wordt naar de toepassing van het heil en hoe dat gaat, draait hij naar mijn gevoel om de zaak heen.
Mijn vraag aan u: Zou u eens willen reageren op de vraag-en-antwoord citaten die ik uit de lezing van evang. Schreur onderaan mijn schrijven weergeef?
Ik heb het gevoel dat evang. Schreur buiten de toepassing om werkt. Dat zeg ik niet als een excuus voor het ongeloof, maar volgens evang. Schreur ligt de schenking van het heil al in het Woord en je hoeft het alleen nog maar aan te nemen. Ik kan daar geen "amen" op zeggen, omdat ik voel dat het niet bijbels is wat evang. Schreur leert. Maar ik kan het niet goed weerleggen. Het gaat mij vooral ook om wat dhr. Schreur leert over de oude mens en de nieuwe mens. In uw preken en artikelen leert u dat Gods kind geen oude mens meer is, maar evang. Schreur leert dat de oude mens bij Gods kinderen nog "springlevend" is. En daarbij verwijst hij naar de zonden van Simson en David.
Wilt u eens reageren?
Mvg. Marja v. D.
Hier hebt u enkele vraag-en-antwoord citaten uit de lezing van evangelist M.C. Schreur.
Vraag: Maar het is toch ook zo dat Christus zelf tot je ziel spreekt, hoe gaat dat?
Schreur: Een gevaar in onze reformatorische gezindte is, dat mensen buiten het Woord om een stem willen horen. Het is verlangen dat voortkomt uit ongeloof. Je dacht misschien dat het voortkwam uit een teer verlangen naar de stem van God, maar dat is niet waar. Je hebt (met eerbied gesproken) een Goddelijke liefdesbrief van meer dan 1200 bladzijden. Wat wil je dan nog meer?
GPPB.: Beste Marja, dank voor je email. Voor de duidelijkheid reageer ik op de lezing van de heer Schreur tussen de vraag en antwoord citaten door.
Het antwoord wat Schreur geeft op de gestelde vraag hierboven bewijst inderdaad dat meneer Schreur finaal om de toepassing des Heiligen Geestes heen werkt, waaruit volgt dat Schreur de wedergeboorte en de vrijmaking des Zoons (Joh. 8:36) uit de heerschappij des duivels als een gepasseerd station beschouwt. Schreur hamert namelijk op ‘de keuze tot geloof' en daarmee leert hij geheel conform de arminiaans/pelagiaanse leer van stichting Heartcry & Baan BV, die we al diverse keren vanuit en op grond van Gods Woord hebben ontmaskerd en weerlegd. Schreur ontwijkt de vraagstelling en geeft er een valse draai aan. Hij suggereert alsof de vragensteller het over een hoorbare stem heeft, terwijl dat helemaal niet het geval is. Het antwoord van Schreur op de vraag van de vragensteller nl. of Christus en op welke wijze Christus tot de ziel spreekt, slaat derhalve kant noch wal. De vraag die de vragensteller stelt is juist bijbels ter zake, want God spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft, niet door een hoorbare stem, maar door Woord en Geest. Schreur vereenzelvigt het spreken van de Zone Gods in de toepassing des harten door de Heilige Geest (zoals we dat o.a. kunnen lezen in Johannes 5:25), met de letters van het bijbelblad. Zo deden de dwaze maagden ook, maar zij vonden de deur gesloten. Christus spreekt de Zijnen zalig door Woord en Geest in de toepassing des harten.
---------------------------
Vraag: Hoe spreekt de Heere tot je ziel?
Schreur: Door het Woord van de Heere in je hand te nemen en te zeggen: "Heere schenk mij geloof, dat dit Woord U Woord is, voor míj. Dus als U zegt: "Hoewel gij met vele boeleerders gehoereerd hebt, keer nochtans weder tot Mij, dan hebt U het tegen mij.
GPPB.: Schreur maakt van de toepassing van het heil een co-operatie-verband tussen de mens en God. De mens neemt het Woord ter hand om God -Die in Zichzelf bewogen is- te bewegen om het geloof te geven, en vervolgens houdt diezelfde mens de letter van het Woord voor de toepassing zelf. Schreur leert conform de valse vrije-wils-leer van Pelagius, maar -schrik niet- dit soort hefboomgeloof is gemeengoed in de huidige kerken. Schreur loochent de macht van het ongeloof, de macht der zonde, en ook loochent hij hetgeen Christus leert in Johannes 6:44: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." In navolging van de aartsketter Pelagius loochent dhr. Schreur in feite de absolute doodsstaat van de gevallen mens. Volgens de optiek van Schreur zet de gevallen mens een stap in de goede richting en God mag er ook eentje zetten. De duivelen die ook geloven(!) sidderen nog voor deze vrije-wils-aanmatiging.
-------------------------
Vraag: Maar hoe komt het dat je [als kind van God] het [de zonde] toch weer doet?
Schreur: Dat is de oude mens, die op Golgotha reeds gekruisigd ís in Christus. Lees maar na in Romeinen 6. Maar die oude mens is nog springlevend. Praat er maar niet te min over, zoals: "Ja, dat zijn zijn laatste stuiptrekkingen". Nee, kijk maar eens naar Simson of naar David. De zonde is nog zeer machtig in ons. Zo machtig dat het ons tot gruwelijke zonde kan brengen. Zo machtig dat het ons voor langere tijd bij de Heere vandaan kan krijgen. Vreselijk! Daarom roept Paulus het uit: "Ik ellendig mens, wanneer zou ik daar nu eindelijk eens van verlost worden?"
GPPB.: Paulus spreekt in Rom. 7:24 niet van de oude mens, zoals Schreur dat wel suggereert, maar van het lichaam der zonde en des doods. Schreur leert daarentegen dat Gods kind een twee-mens is, een oude mens en een nieuwe mens. Dat is Rome ten voeten uit! Gods Woord leert gans anders. De Heilige Geest leert uitdrukkelijk bij monde van Paulus in Kol. 3:9-11: "Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, en aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft."
Gods kind is gedood in zijn hoedanigheid van de oude mens (Gal. 2:19a); hij heeft de oude mens afgelegd in het graf van Christus, ineens en voorgoed, en de nieuwe Mens aangedaan. De oude mens is door de Wet gedood (Gal. 2:19a) en de zondaar in kwestie is in Christus levendgemaakt (Gal. 2:19b) en een nieuw schepsel. Gods kind is geen oude mens meer, maar een totaal nieuw schepsel in Christus. Ten aanzien van het totaal vleselijk zijn na ontvangen genade (Rom. 7:14) spreekt Paulus niet over de oude mens, maar over het lichaam der zonde, dat is het vlees, ofwel het stoffelijke overschot van de oude mens (Rom. 6:6 - Kol. 2:11). De oude mens is de mens van nature, zoals hij gevallen is in Adam, onder de Wet en onder de toorn Gods. De oude mens staat volledig in het kader van het verbroken werkverbond, is een dienstbare zoon, die onder de heerschappij des duivels verkeert. Van die oude en dienstbare mens en van die heerschappij des duivels is Gods volk volkomen verlost in en door Christus. De Wet heeft de oude mens gedood (Gal. 2:19) en in Christus is Gods kind een nieuw schepsel, waarbij AL HET OUDE is voorbijgegaan (2 Kor. 5:17). Gods kinderen verkeren aan deze zijde van het graf nog wel in het lichaam der zonde; dat is het ontzielde lijk van de oude mens (Rom. 6:6 - Rom. 7:24). In dit verband zegt Paulus ook: "Ik leef, DOCH NIET MEER IK (niet meer die oude mens), maar Christus leeft in Mij (Gal. 2:20).
Schreur suggereert dat Simson en David t.a.v. hun zonden nog als een oude mens onder de Wet en tegelijk onder de genade verkeerden. Dat is de gifbeker van Rome ten voeten uit! Ten aanzien van Gods kinderen leert Gods Woord uitdrukkelijk in o.a. Romeinen 6:14: "Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt NIET onder de Wet, maar onder de genade." De oude mens is onder de Wet (Rom 3:19), maar Gods volk is niet meer onder de Wet (Rom. 7:6), maar onder de genade (Rom. 6:14). Simson en David zijn in de zonde gevallen, zoals al Gods kinderen in de zonde kunnen vallen en zullen vallen, maar zij leven er niet in, omdat zij in en door Christus van de heerschappij der zonden zijn verlost (Rom. 6:2 - Rom. 6:14).
-----------------------------
Vraag: Als je tot Christus gekomen bent, ga je dan ook je uiterlijk veranderen, zoals kleding e.d.?
Schreur: Ik ga hier geen regels geven, maar laat ik eenvoudig zeggen: "Wat erin zit, komt eruit". Ik weet dat er hierover verschillende meningen zijn. De één zegt: "Ik vind dat je dit niet aan kunt". Terwijl een ander weer zegt, dat het wel mag. Het beste middel om geen verdeeldheid te zaaien is om er in ieder geval geen hoofdzaken van maken. Paulus en Petrus geven hele praktische voorschriften waaruit je een ieder geval kunt opmaken dat het uiterlijk belangrijk is. Dat kunnen we niet ontkennen. Natuurlijk mogen we komen zoals we zijn, maar er zijn dingen in Gods Woord die ons tonen, dat ook ons uiterlijk belangrijk is. Misschien wil de vraagstel(ster) concrete dingen horen, maar dat ga ik niet doen. Want dan zullen sommige zeggen: "O, zie je wel, het moet dus toch". Ik ga daar niet over. Vraag het maar aan de Heere. Leg maar aan Hem voor: "Heere, hoe wilt U dat ik gekleed ga. Is het U wil dat ik een rok aandoe? Maak het mij dan bekent". En hoe lang moet die rok zijn? In ieder geval: rein, zuiver en kuis, want dat zijn woorden die we in de Schrift kunnen vinden. Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd, maar straal uit, dat je een heilig Koning dient.
GPPB.: Ten aanzien van de aanneming des heils roemt Schreur -als een arminiaan- op "1200 liefdespagina's van de Bijbel", maar ten aanzien van de kleding, negeert hij volkomen wat er in Gods Woord over mannenkleding en vrouwenkleding geschreven staat. Schreur acht de bijbelse kledingsvoorschriften van ondergeschikt belang en suggereert daarmee dat het dragen van een broek en/of legging voor meisjes en vrouwen geoorloofd is, zelfs voor Gods kinderen. Schreur stelt zelfs een gebed voor om God te vragen wat Hij ervan denkt: een broek, of een rok met of zonder legging? Hetzelfde te zeggen is, dat je God moet bidden of stelen en vloeken enz. geoorloofd is of niet! Heel die broeken/legging refo-discussie is een brute aanslag op de Goddelijke scheppingsorde: God het Hoofd van Christus; Christus het Hoofd van de man; de man het hoofd der vrouw. Ook Schreur lapt deze heilige scheppingsorde aan zijn pelagiaanse laars, een orde die alles met de kleding te maken heeft. De man is donatief geschapen, om te geven, en de vrouw is receptief geschapen, om te ontvangen. Dat komt ook duidelijk tot uitdrukking in de bijbelse kledingsvoorschriften conform de Goddelijke scheppingsorde. Zo wil God het en Gods WARE kinderen willen dat ook, niet als slaven, maar door het geloof dat door de liefde is werkende. Schreur betoont ook in deze een grote misleider der zielen te zijn en een verkrachter van het Goddelijke Woord, aangezien het Woord uitdrukkelijk leert in Lukas 16:10: "Die getrouw is in het minste, die is ook in het grote getrouw; en die in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig." Schreur is in het minste ontrouw en is dus een valse leraar en een ontmaskerde zielebedrieger die de breuk op het lichtst geneest met een hefboom-geloof zonder rechtspraak en vrijspraak in de toepassing.
Dat feit komt ook tot openbaarheid in een recent RD-artikel waarin blijkt dat meneer Schreur de valse HSV gebruikt, waardoor zijn klanten in Hoorn met een valse bijbelvertaling à la stripverhalen worden bedrogen voor de eeuwigheid.
Link:
http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/evangelist_schreur_hoorn_als_levensroeping_1_605670
Tenslotte: Stichting Predik het Woord is vervallen tot een pelagiaans/arminiaanse stichting die met een sociaal evangelie zieltjes tracht te winnen en genoemde zieltjes een geloof tracht in te pompen met een garantiebewijs tot aan de kerkdeur. Ik ben destijds zelfs gevraagd om zij aan zij met meneer Schreur in Hoorn te evangeliseren, maar ik heb er voor bedankt, omdat ik geen roeping had/heb om een acteursrol te spelen, laat staan in teamverband. Schreur leert conform Heartcry & Baan BV een ballonnen-geloof, die nog niet eens kan wedijveren met het tijdgeloof der dwaze maagden. De paus kan in zijn handen wrijven en tevreden zijn.
Hopenlijk is het een en ander op grond van Gods Woord u duidelijk geworden,
hartelijke groet en heilbede,
GPPB.
|
|
|
|
|
|