 |
|
|
VRIJHEID VAN GODSDIENST! ? II
| |
|
|
|
Beste heer Burggraaf,
U schrijft in het ingezonden stuk "Vrijheid van godsdienst" o.a. het volgende: "Art. 36 leert niet dat degenen die een valse religie aanhangen vervolgd, uit het land geweerd en uitgeroeid moeten worden, integendeel, want dat zou strijden met de leer en de liefde van Christus."
Hoe denkt u dan over de terechtstelling van Servet en Van Oldenbarnevelt?
groet,
G.L.
---------------------------------------
Geachte L.,
Dat is een goede vraag! U noemt echter twee personen op die de ware christelijke leer publiek en profaan bestreden, vervalsten en de Kerk der Reformatie fundamenteel ondermijnden. Zulke personen zijn duidelijk onderscheiden van degenen die een heidense godsdienst aanhangen en de ware christenen en het ware christendom ongemoeid laten. De eersten moeten door de Overheid effectief worden bestraft, geweerd en/of uitgebannen, maar de tweede groep moet door de Kerk worden ingewonnen voor en door het Evangelie van vrije genade. Profane ketters van het soort die u opsomt, hebben een rechtvaardig vonnis ondergaan, omdat die is uitgevoerd door het zwaard van de wettige overheid, die het zwaard niet tevergeefs draagt. Let wel: de Kerk is dat zwaard niet gegeven. Rome, de Antichrist, heeft dat zwaard eigenhandig gegrepen en moorddadig jegens de Kerke Gods gehanteerd. Calvijn heeft Servet wel keihard de waarheid aangezegd, maar hij heeft zijn vonnis nog willen verzachten. Daar is van Overheidswege echter geen gehoor aan gegeven.
We moeten het zuiver zien. Als de Overheid met geweld de ware godsdienst wil uitroeien, dan moet de ware godsdienst zonodig met goed en bloed verdedigd worden. Kijk ook eens naar de geloofsstrijd van de Waldenzen, de gelovigen in de 80-jarige oorlog, de strijd van de Schotse geloofshelden, die allen een gewapende geloofsstrijd gestreden hebben om de ware geestelijke vrijheid van godsdienst, die gewelddadig dreigde uitgeroeid te worden, te verdedigen en veilig te stellen. In dat verband zijn de ware christenen zeker geen pacifisten á la Menno Simons. Maar aangezien men in onze dagen """christelijk pascifisme""" voorstaat á la Menno Simons, is er van het huidige bla-bla naamchristendom/refodom niets te verwachten. Gods ware kinderen zijn in Christus vredelievend en vreedzaam jegens allen, maar nooit en te nimmer ten koste van de Waarheid die in Christus is, in welke vorm dan ook. Als de Waarheid van het Evangelie in het geding is, dan zijn het leeuwen gelijk, en beelddragers van de Leeuw uit Juda's stam. Tenminste, dat behoren zij te zijn.
vr. gr. GPPB.
|
|
|
|
|
|