|
|
DATHEEN, 1773, EN/OF GEZANGEN?
| |
|
|
Geachte heer Burggraaf,
' k Heb uw artikel over de psalmen van Datheen gelezen en ik ben het met u eens dat een discussie 'voor of tegen' geen enkele zin heeft, juist omdat er geen enkele psalmberijming door de Heilige Geest geïnspireerd is. Gods volk wordt door beide berijmingen gesticht en ook versterkt, bemoedigd en vertroost. Beide berijmingen zijn een vertolking van hetgeen in de onberijmde Psalmen staat geschreven. Beide berijmingen hebben hun beperkingen en hun aangenaamheden en voor beide berijmingen geldt dat het mensenwerk is, hetgeen van Gods Woord niet gezegd kan worden. Hierop ziende, heb ik een vraag.
Vraag: Wat denkt u van het zingen van gezangen in de kerk, aangezien Paulus toch spreekt van het zingen van Psalmen en geestelijke liederen?
Hartelijke groet,
A.J. V.
-----------------------------
Geachte A.J. V.,
Dank voor uw briefje. U hebt het goed gezien dat ik ten aanzien van beide Psalmberijmingen een discussie 'voor of tegen' beslist niet stichtelijk en ook niet wenselijk acht. Aanpassingen ten goede mogen echter nooit worden uitgesloten. Aan Gods Woord mag geen letter veranderd worden, maar dat geldt niet voor Psalmberijmingen en kerkbelijdenissen, tenminste, als dat op grond van Gods Woord aantoonbaar nodig blijkt. Bepaalde passages zouden volgens de tegenstanders van de berijming van 1773 door de geest van de Verlichting zijn beïnvloed, maar dat vind ik zeer ver gezocht. De psalmberijming van 1773 is echt niet volmaakt, maar zal dat ook nooit worden en dat geldt ook voor de berijming van Datheen. Tegenstanders van de berijming van 1773 zouden met de benaming "Oppermajesteit" moeite hebben, maar ik heb daar nooit moeite mee gehad. Is God niet de Oppermajesteit en de Opperste Wijsheid van hemel en aarde? Ook Psalm 1 vers 4 zou ongerijmd zijn volgens genoemde tegenstanders, vanwege de zinssnede: "oprecht en rein van zeden" en vanwege de zinssnede: "het pad der deugd betreden", maar ook dat vind ik vergezocht, want in Christus is het volkomen waar wat er staat. Als de bevinding (zogenaamd) wordt verkozen boven hetgeen Gods Woord ons verkondigd, is dat niets anders dan afgoderij. In Gods Woord wordt het woord: "deugd" driemaal gebezigd in dezelfde betekenis als in Psalm 1 vers 4 berijmd, namelijk in Filip. 4:8; 2 Pet. 1:3 en 2 Pet. 1:5. In Christus doet Gods volk niets anders dan het pad der deugd betreden en de dwaas zal op dat pad der deugd niet dwalen, noch zijn voet aan een steen stoten. Het pad der deugd is niets anders dan de smalle weg des levens, of is de smalle weg nog niet smal genoeg? Asaf zegt van dit pad der deugd: "Maar mij aangaande, mijn voeten waren bijna uitgeweken; mijn treden waren bijkans uitgeschoten. Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede", Ps. 73: 2-3. Daar weet al Gods ware volk wel van en daarom is het doorgaans muggezifterij wat de tegenstanders van de berijming van 1773 opvoeren ten voordele van de Psalmberijming van Datheen. Men moet niet over deze psalmberijmingen twisten, maar deze zingen. Wie 1773 wil zingen doet goed, maar wie Datheen wil zingen doet absoluut niet beter. Wie dat wel beweert, is zielig.
mvg.
GPPB. PS. O ja, ik zou haast uw vraag vergeten, maar er zijn nog zoveel onbekende Psalmen, laten we die eerst maar oefenen te zingen, dan hebben we aan geestelijke zangstof ruimschoots genoeg. En als u er behoefte aan heb om een gezang naar uw keuze te zingen, wel, wie zou u daarin hinderen? "Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods", 1 Kor. 11:16.
|
|
|
|
|
|