GdK MAAKT VAN DE WET EEN WASSEN NEUS
GdK MAAKT VAN DE WET EEN WASSEN NEUS        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte Burggraaf,

Ik las onder het ingezonde stuk (De Christen en de Wet 4) een nieuwe reactie van u op dhr. G de Koning, o.a:

GPPB.: Dat heeft met "proberen" niets te maken. De Wet komt ongevraagd op bezoek als de kenbron der ellende (Rom. 7:9) en als de bediening der verdoemenis. Mensen die het met de Wet "proberen" komen nooit achter het geheim van Galaten 2:19. En daar is GdK ook niet achter.

GdK.: Dat is wat Paulus in Galaten 2:19 zegt: 'Ik ben door de wet aan de wet gestorven. Hij erkent het doodsoordeel over zichzelf dat in de wet besloten ligt. Door dit te erkennen neemt hij de wet volkomen serieus. Hij erkent het gezag van de wet. De wet heeft hem duidelijk gemaakt wat zonde is, want door de wet komt kennis van de zonde (Rom. 3:20; 7:7). Hij erkent ook de sanctie op de zonde: de dood (Rom. 6:23), zoals elders staat, dat wie de wet overtreedt, zonder ontferming sterft (Hebr. 10:28; zie ook Rom. 4:15; Jak. 2:10-11). De wet wordt niet voor niets 'de bediening van de dood' en 'de bediening van de veroordeling' genoemd (2 Kor. 3:7,9).

vervolg GdK.: Met deze instemming van het rechtvaardig oordeel over hem als zondaar, zegt Paulus tegelijk dat de wet vanaf dat moment niets meer over hem heeft te zeggen. Want wat voor effect kan de wet hebben op iemand die gestorven is? Zo iemand kan toch niet meer worden aangesproken met gij zult en gij zult niet'?

Het dik onderstreepte regeltje van GdK, nl.: "Door dit te erkennen neemt hij de wet volkomen serieus", bekrachtigt voor mij de ontmaskering van de door u genoemde zaken. Immers hier komt de geest van eigen beslissing voor de dag, ons doen, nl.: "door dit te erkennen neemt hij de wet volkomen serieus. "

Ik wist niet dat de gevallen mens in staat was de wet volkomen serieus te nemen. Mijn ervaring is dat ik me als zodanig duivels ken, en dat ik de wet helemaal niet serieus neem. We zijn zodanig dood van nature dat we de straf der wet niet "serieus" nemen. En ALS deze Wet mij dodelijk aanziet, maakt de Wet mij niet serieus, maar goddeloos. Immers, het vlees is niet serieus, maar enkel vijandschap jegens God. Dat is een last die ik niet af kan leggen. Ik zou graag eens serieus worden, maar dan denk ik dat alleen het Zien op Jezus een heerlijke bevrijding is.
Ik vrees dat ik de wet wel zo lang blijft tarten, totdat hij mij niet anders kan dan wegvagen. Dat is eerder mijn verwachting, ten spijt van al die gemaakte serieuzigheid die GdK aan de dag legt, en waardoor hij van Paulus inderdaad een hypocriet maakt. De innerlijke mens is van zichzelf totaal niet serieus; hooguit om lijfs- of "ik"-behoud, maar dat is zichzelf serieus nemen. Paulus nam de wet niet serieus, maar de Wet kwam serieus bij Paulus op bezoek en toen was het over en uit met die man.
Dat is denk toch heel iets anders dan de Wet serieus nemen, zoals GdK ons wil doen geloven. God alleen neemt de Wet serieus, en omdat Hij weet hoe serieus we de wet tarten, verwacht Hij niets meer van ons en heeft Hij Zijn enige Zoon naar deze vervloekte aarde gezonden, "opdat een iegelijk....," omdat Hij ons nooit serieus neemt meer ten aanzien van de Wet.
Bovendien neemt de mens van nature de Koning der Joden, Die Israel uitgeleid heeft uit het Egypteland, ook niet serieus..... We zullen moeten zien Wie we doorstoken hebben. Christus hebben we doorstoken, dwars door het Verzoendeksel naar de Wet die Hij in Zijn hart droeg.
Markus 12:6: "Als hij dan nog een zoon had, die hem lief was, zo heeft hij ook dien ten laatste tot hen gezonden, zeggende: Zij zullen immers mijn zoon ontzien." Vers 7: "Maar die landlieden zeiden onder elkander: Deze is de Erfgenaam; komt, laat ons Hem doden, en de erfenis zal onze zijn."
Dat zie ik van nature echter niet, want dan zou ik het Levende Water wat uit Zijn buik vloeit ook zien en mogen proeven. Onze blindheid/trotsheid laat ons niet toe deze heilgeheimen eigenhandig aan ons hart te openbaren, nee de engel in het paradijs dreef de mens ook eerst het paradijs uit (Johannes 7:38, 39+Kant). Op grond daarvan zie ik dat ik de wet juist niet serieus neem, en dat is nog te klinisch uitgedrukt, want van nature doen we niets anders dan spotten met God. 'Genade' is namelijk geen theologisch woord, dat gestalte krijgt door onze serieuzigheid. Dat is gewoon lachwekkend! Ik zie me al staan als veroordeelde voor een aards rechter die zojuist het doodvonnis over mij heeft uitgesproken:

Veroordeelde: Meneer de rechter, mag ik u even wat vragen?

Rechter: Toegestaan!

Veroordeelde: Ik erken het gezag van uw wet, dat ik gezondigd heb tegen uw wetten, en neem uw vonnis op mijn overtreding serieus. Mag ik gratie? (want GdK zegt als ik met uw wetten instem en dus serieus neemt, dan heeft de wet niets meer over me te zeggen en zo ben ik dus gestorven). Ik ben wel zondaar, heer Rechter, maar u mag me nu niet meer doden, omdat ik met het vonnis serieus neem en u mag ook niet meer zeggen: "Gij zult en gij zult niet..."

Rechter: Ik neem u juist niet serieus!
1. U beledigt mij, door uw uitspraak.
2. Ten spijt van uw inbeelding gestorven te zijn, bent u nog springlevend, dus moet ik u wel doden. Dode mensen spreken echt niet meer over het feit wanneer de wet wel of geen zeggenschap meer heeft, want dode mensen zondigen niet meer!
3. U bent dus HELEMAAL NIET serieus t.a.v. de wet en het vonnis, want indien u het gezag van mijn wetten werkelijk erkend had, dan had u die nooit overtreden. Serieuze veroordeelden spreken niet over "van invloed zijnde serieuziteiten" gij verdoemlijke grappenmaker.
4. U bedriegt mij niet door nu mooi weer te spelen om uzelf te redden, meneer de veroordeelde. Ik ken dat soort serieuze mensen wel, indien u mij serieus genomen had, dan had u van mij als dienaar der wet verwacht dat ik de eisen van 's lands wetten handhaaf, en geen overtreding zal tolerenen en indien wel, dan zal ik het vonnis ten uitvoer brengen. Als u mij serieus genomen had, had u van mij, als getrouw dienaar der wet, géén gratie te verwacht door middel van een juridische toestemming, met de inbeelding dat u voor mij al zou gestorven zijn op grond van uw serieuzigheid, want deze wet duurt net zo lang als onze koning op de troon zit! Uw ingebeelde serieuzigheid heeft derhalve geen invloed op de handhaving der wet en de volvoering van het vonnis. Maar doet mij geoefend dienaar der wet juist zien dat u een doortrapte leugenaar bent, door met de wet nog steeds een loopje te nemen.

Veroordeelde: Maar ik neem uw wet zodanig serieus dat ik inzie dat ik de straf verdient heb! U mag mij doden!! Misschien geeft u me nu gratie? Ik wil graag geloven in uw gratie, dan hoop ik beter te gaan leven.

Rechter (woedend): Wat zegt u? U mag me doden?? Ik zal het zeker doen! Of ik het mag of niet, dat bepaal ik! Ik verleen u geen gratie op grond van uw serieuzigheid en uw goede voornemens. Ik heb geen hoop dat u beter zal gaan leven hoe serieus u zich ook aanstelt. U wilt maar 1 ding: onder de wet uitkruipen uit angst voor de straf. Aangezien zelfs een luipaard zijn vlekken niet veranderen kan, hoe te meer gij, die geleerd zijt kwaad te doen, hoe zal ik ooit enig goed van u kunnen verwachten? Het vonnis eist: doodt hem!"

En zo vergaat de verwachting des huichelaars, om plaats te maken voor een Ander alleen in zo'n rechtvaardige rechtzaal word gehoord naar een Andere stem die de Wet wél serieus genomen heeft: "Wendt u naar Mij toe en wordt behouden. Ik voor u, anders is er geen vrede,"

GdK maakt van de Wet een wassen neus, van het geloof een conclusie en van het Evangelie een fabel.

Hartelijke groet,

Dik.


http://www.derokendevlaswiek.nl