CITEREN VAN OUDVADERS
HET CITEREN VAN OUDVADERS        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

U schrijft ergens: "Met het citeren van oudvaders is niets mis, mits het maar niet buitenproportioneel wordt", maar waar ligt de grens?

Johan V.

-------------------------

Beste Johan,

Inderdaad, met het citeren van oudvaders is opzich niets mis mee, want bepaalde oudvaders hebben een bijbels getuigenis nagelaten en speken nog nadat zij gestorven zijn, hoewel geen van allen onfeilbaar waren. Zolang oudvaders en hun geschriften maar niet boven het Woord geplaatst worden, mag iedereen vrij uit oudvaders citeren, mits het maar met een zuiver oogmerk gebeurd. Daar moet iedereen zich aan toetsen. Vele belijders laten de oudvaders buikspreken, omdat zij hun eigen (afwijkende) visie willen stijven, maar dat is gemakkelijk te herkennen. Oudvaders moeten gelezen worden, zoals de Bereers Paulus aanhoorden en zijn prediking aan de Schriften toetsten of het bijbels was wat Paulus sprak.
Ook dat moet geen haarkloverij worden, want daar heb ik het nodige schizofreen-ziekelijke van meegemaakt.
Oudvaders citeren, best, maar als men wat wil zeggen of schrijven, moet het Woord de overhand en de doorslag hebben en niet de oudvaders.
Ds. Pieters is bezig om citaten van Calvijn aan jan en alleman te mailen, maar dat is volstrekt zinloos en het behoort ook niet tot de roeping van een predikant. Christus zegt immers tot Zijn discipelen: "Wie zegt GIJ dat Ik ben?"
Dat geldt ook voor het citatenboek "Afwachten of Verwachten?", want met zulke gebundelde bulkverzamelingen oudvadercitaten plus het remonstrantse bijoogmerk van de schrijver. dr. K. van der Zwaag, is niemand gediend.
Er zijn echter ook bepaalde doperse drijvers, die helemaal niets van het getuigenis van bijv. Luther en Calvijn enz. willen weten, omdat zij zich zogenaamd op de Schrift beroepen als het onfeilbare Woord van God. Dat laatste is zeker en absoluut waar, maar als men daarbij het kind met het badwater wegwerpt door bijbelse getuigenissen die sommige oudvaders hebben nagelaten als vuilnis verwerpen, dan geloof ik niet dat dezulken oprecht bekeerd zijn. God heeft in alle tijden Zijn getuigen gehad en die heeft Hij nu nog. Oudvaders en ook de getuigen van Christus -behalve de apostelen- zijn feilbaar en mogen echter nooit boven de Schrift worden verheven, wat in onze dagen veelvuldig gebeurd. Maar -en dat is met alles zo- het misbruik sluit het goede gebruik niet uit en andersom, maar het feit dat men misbruik van oudvaders en ook van Gods Woord maakt, betekent niet dat het wettige gebruik ervan opeens verdacht wordt.
Recent had ik nog een inzender die beweerde dat Calvijn de aartsketter Servet op de brandstapel geholpen had en dat Servet derhalve meer omwille van de Waarheid had geleden dan Calvijn.
Kijk, degenen die zich van zulke duivelse laster bedienen, kunnen mijn vrienden niet zijn en ik geloof dan ook absoluut niet dat dezulken oprecht bekeerd zijn.
Je vraagt: waar ligt de grens in het citeren van oudvaders?
Dat kan in elk geval verschillend zijn, maar het citeren van oudvaders moet altijd wel een bijverschijnsel zijn, tenminste als iemand er iets mee wil zeggen in zijn betoog. Preeklezen van oudvaders is weer heel wat anders en berust niet op citeren, maar op weergave van de gehele inhoud van hetgeen oudvaders gezegd en geschreven hebben. Ik pleit wel voor het lezen van bijbelgetrouwe oudvaders en dat zijn er heus niet zo veel.
Als het citeren van oudvaders de overhand heeft in een geschrift, boek, of betoog, dan geef ik er geen cent voor, want dan ploegt men met andermans kalveren. Bovendien, sommige oudvaders hebben ernstig gedwaald en zijn het citeren niet waard. Daar komt bij: wat is het oogmerk van iemand die citeert? Wat wil hij er mee zeggen? Van de Waarheid getuigen kan bepaald niet door een aaneenrijging van oudvadercitaten. Dat wordt dikwijls wel gedaan, maar dan weet je al hoe laat het is. Dan heeft men zelf niets te vertellen en wil men pronken met andermans veren. Wie een roeping heeft bij God vandaan om van de Waarheid te getuigen, of om het Woord te preken, heeft er geen behoefte aan om het bijbelse getuigenis van godzalige oudvaders in discrediet te brengen, maar al die godzalige oudvaders kunnen zijn Bron niet zijn, want dat is Christus en Zijn Woord alleen.
Nogmaals, er zijn ook fanatisten die het bijbelse getuigenis van bijv. Luther, Calvijn, Kohlbrugge, enz. als ondeugdelijk verwerpen, omdat zij zich uitsluitend beroepen op Gods Woord. Maar dezulken hebben niet zelden een schijn van godzaligheid, waarachter een abominabele hoogmoed schuilgaat, die dan ook niet verborgen blijft, aangezien dezulken zelf zwanger zijn van ketterijen waarover de aartsketter Pelagius nog zou blozen van schaamte. Dat zijn meestal belijders die Christus voorstellen als een humanist, die iedereen over de bol aait. Dat boek heb ik al even uit, want tegen zulke valse christussen waarschuwt het Woord uitdrukkelijk.
Alle oudvaders, ook Luther, Calvijn en Kohlbrugge, moeten aan het Woord getoetst worden, want ook genoemde theologen hebben in sommige (min of meer ondergeschikte zaken) gedwaald (wie niet?), maar als sommige geesten Luther en Calvijn voor ketters durven uitmaken en de brutaliteit durven te besteken om de aartsketter Servet zalig te verklaren, dan leert Gods Woord dat zulke ketterse mensen na een eerste of tweede vermaning moeten worden verworpen. Ik denk dat Gods ware volk Servet wel kent in de inleving, maar de gruwelijke ketterijen die Servet geleerd heeft, zullen ze publiek verafschuwen, zoals Calvijn ook bijbels scherpelijk heeft gedaan.

Hopend enigszins uw vraag te hebben beantwoord, doen wij u de hartelijke groet,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl