DE ONTWAKING DER WET
DE ONTWAKING DER WET  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Ik heb de artikelen over berouw gelezen. Wettisch berouw en evangelisch berouw. U onderscheidt wettische berouw weer in geheel wettisch berouw en wettische berouw met evangelische invloeden. Ik heb eens een predikant horen zeggen: de wet die drijft en het evangelie trekt.
U legt de nadruk vooral op de doodstaat voor de wedergeboorte. Kan ik ook in de Bijbel vinden, maar de overtuigde zondaar is dus blijkbaar niet geheel lijdelijk, want hij ondervindt toch een aantal dingen vanuit de Wet en het Evangelie waarvan hij een levendig besef heeft.
Mijn vraag is: Is er dan toch een ontwaking voor de wedergeboorte?

vriendelijke groet,

P. M.

-------------------------------------

Geachte M.,

Ik ben blij met deze vraag. Ja, de mens van nature is actief dood, hoewel die mens een hart van steen heeft, is hij niet lijdelijk, nee, die mens is juist werkdadig, omdat hij onder de Wet verkeert in het verbroken werkverbond. In de fase van overtuiging ondervindt de zondaar inderdaad een aantal zaken waarvan hij echt besef heeft, welzeker, want Paulus zegt ten aanzien van de ontdekkingsfase: "Als het gebod gekomen is, is de zonde wederlevend geworden..." daar had hij daadwerkelijk een ondervinding van, en ook wat hij er achteraan zegt: "En ik ben gestorven." Daar is de ziel dus bij en dat is in geen hoek geschied.
In de fase der ontdekking werken Wet en Evangelie tegelijk en het is helemaal waar wat u citeert van die predikant: de Wet drijft en het Evangelie trekt. De een ondervindt in genoemde fase meer verdoeming van de Wet en de ander zal meer van de trekking van het Evangelie ondervinden, maar dat kan ook wisselend zijn. God is niet na te rekenen, en hoe Hij de ziel zaligt, is nooit in een systeem te brengen, maar er is wel een orde, nl. ellende, verlossing en dankbaarheid, want God is niet een God van verwarring, maar een God van orde, ook in het zaligen van zondaren en de weg waarin dat gaat.

Er is dus inderdaad een Wets-ontwaking voor de wedergeboorte, maar dat is nog niet de ontwaking uit de geestelijke dood, en is niet de inwendige roeping, want die geschiedt op de stem van de Zone Gods; waarop de zondaar opstaat, ontwaakt, uit zijn geestelijke dood en daadwerkelijk in Christus gelooft.
Een mens die door de Wet ontdekt is en de trekking van het Evangelie ondervindt, heeft benauwdheid en droefenis. Benauwdheid door de vervloekingen der Wet die hij in zijn ziel voelt branden vanwege zijn zonden, maar ook heeft hij een betrekking op een onbekende God, door de prediking van het Evangelie, waarin dorstende zielen tot Christus genodigd/getrokken worden.
Die mens gelooft dat het vonnis des doods, wat geschreven staat in Genesis 2:17, op hem rust. Daar heeft een recht ontdekte ziel geen enkele twijfel over, namelijk dat hij niet alleen dood is in zonden en misdaden, maar ook dat hij in die staat verloren is en de drievoudige dood niet meer ontlopen kan. Dat is de ontwaking der Wet. En die had Kain ook hoewel ten dele, want hij zegt: "Mijn zonden zijn groter dan dat ze vergeven worden." Maar Kain ondervond geen trekking van het Evangelie; hij had slechts een objectieve kennis van zijn zonden en het oordeel Gods, en hij achtte het bloed van Christus onrein.
Bij de dwaze maagden ligt dat nader, want de dwaze maagden waren ontdekte maagden, keurige nette meiden, die de brug naar de wereld hadden opgehaald en zij werden ook getrokken door het Evangelie, want zij hadden een betrekking op de Bruidegom en zij geloofden zelfs de bruiloftzaal te kunnen ingaan, maar hun geloof bleek een tijdgeloof. De dwaze maagden kenden wel een ontwaking der Wet, maar zij waren niet der Wet gestorven, niet met Christus gestorven, dus ook niet met Hem opgestaan in een nieuw leven. Zij verspreidden wel licht, maar kenden de inwoning des Geestes niet, zoals de wijze maagden Die wel kenden, omdat die wel uit hun geestelijk doodstaat waren ontwaakt. Dus, de lampen der dwaze maagden gaan voorgoed uit, maar de lampen der wijzen zullen branden tot in eeuwigheid, omdat zij voor altijd bestraald worden door de Zonne der gerechtigheid.

Dus er is inderdaad een ontwaking der Wet en in die fase gelooft de mens dat hij daadwerkelijk verloren is, maar dat is vanzelf het zaligmakende geloof niet, hoeveel die mens ook ervaart aan evangelische invloeden, waardoor hij begeert met God verzoend te worden (ik wilde wel dat er velen waren die dit vanuit hun ellende mochten begeren), maar de begeerte om zalig te worden is de zaligheid zelf niet. Die zielen begeren wel met God verzoend te worden, maar in de weg waarin de Heere dat belieft te doen, daar solliciteert geen mens naar, want dat is een weg van recht en daar staan geen mensen voor in de rij, integendeel! Toch moet het recht Gods voor zulke zielen niet afschrikwekkend worden verkondigd, want Gods recht is een lief recht en het is dan ook een lieve weg als een ziel zichzelf mag verliezen, der Wet mag sterven om Gode levendgemaakt te worden. Dat is een ontzaggelijk wonderlijke lieve weg, maar zo ervaart de ziel in kwestie het niet, want als de Heere doortrekt om de ziel door de trechter van Gods recht te trekken (de enge poort), dan komt er een vijand openbaar. En dat is juist de weg, want vijanden worden met God verzoend door de dood Zijns Zoons. Maar nu zijn er van die toverdokters, en daar hebt u al het een en ander over kunnen lezen, die zielen in de fase van ontdekking, dus voor de doorgang door de enge poort, al een vlesen hart toekennen, een week hart, en dat de inwendige roeping noemen, maar dat zijn zielebedriegers van de eerste orde en ophouders op de weg, omdat God van Zijn recht geen afstand doet en uitsluitend goddelozen met Zichzelf verzoent; goddelozen, die geen traan meer hebben overgehouden, waarmee zij God kunnen behagen, want al die tranen die voor de wedergeboorte geplengd worden, zijn slechts op zelfbehoud gericht. Dat zal al Gods waarlijk gerechtvaardigde volk bekennen! Toen de Heere in mijn leven doortrok, werden al die tranen mij tot zonde; kortom al dat getraan was uiteindelijk slechts vijandschap tegen vrije genade. God is een God van recht en Zijn recht is een lief recht en gewillige strafaanvaarding is een vrucht van de gewilligheid van Christus, Die Zich gewillig ter dood toe heeft overgegeven, want Hij is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. Zo werd die Moorman Christus geopenbaard (en al Gods ware volk), nl. IN zijn oordeel, waarin hij Christus als zijn persoonlijke Plaatsbekleder heeft leren kennen middels de prediking van Filippus. De leer van de plaatsbekleding is zeer onderbelicht in onze dagen, maar zolang we geen Plaatsbekleder kennen, Die in onze plaats is gaan staan voor en onder het gericht Gods, zijn we niet wedergeboren en hebben we nog een stenen hart, ten spijt van al die tranen, met welke vele valse profeten in onze dagen een ruilhandel zijn begonnen, om al die tranen als betaalmunten in te wisselen voor de vergeving der zonden en zo zielen bedriegen voor de eeuwigheid. Alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood!

Hopend uw vraag enigszins te hebben beantwoord, verblijven wij met een hartelijke groet,

GPPB.

Zie ook: Klik hier link on top of the page.


http://www.providencemountainranch.com