|
|
Geachte heer Burggraaf,
Ik ben een regelmatige bezoeker van uw website, en ik mag zeggen dat ik hier veel onderwijs uit mag ontvangen. Het heeft mij geleerd kritisch ( in de goede zin des woords) naar de prediking te luisteren waar ik wekelijks onder zit. Er moet nogal wat overhoop bij mij van binnen. Ik ben er ook achter gekomen dat kritiek op de geloofsleer van de Ger.Gem (in Ned) niet te bespreken is. Een zielsvraag waar ik echt al jaren mee loop en me vooral de laatste maanden erg bezig houdt: de wedergeboorte los te maken van de rechtvaardigmaking, kon ik niets mee. En nu lees ik in uw website dezelfde vraag van een inzender over deze zaak. Natuurlijk hebt u er al meer en vaker over geschreven, maar het moet vallen, he? ( zie artikel: de kleinen die in Mij geloven)
Ondanks alle kritiek die u moet ondervinden: Van harte Gods zegen over uw werk!
Met vr. groet,
A.F. te G.
------------------------------
Geliefde vriend,
Dank God in alles, want hetgeen we schrijven en verkondigen, is ontvangen goed van de Heere, maar het goede te doen, daar ben ik nog niet aan toegekomen (Rom. 7:18).
Ja, de kleinen in de genade geloven daadwerkelijk in Christus en zijn daadwerkelijk gerechtvaardigd. Met die kleintjes in Christus -ik mag er ook een zijn- is er meer gemeenschap der heiligen, dan met al die hoogbekeerde zelflopende wandelstokken van Mozes.
Geliefde vriend, kritiek krijgen is echt niet erg, als men maar met het Woord zou komen tegenover de contekst van mijn publicaties, dan kunnen we ijzer scherpen met ijzer. Maar dat is het nu juist, vele critici komen met waslijsten vol met laster aandragen, terwijl ze geen enkel bewijs aanvoeren, of ze citeren opzettelijk incompleet of uit de contekst gerukt, om vervolgens het geschrevene in een duivels kader plaatsen, zoals dhr. Kleen met zijn verwoestende website opzettelijk doet, maar dezulken doen zichzelf een molensteen om de hals, want er is er Een die alles ziet en weet en ik beroep mij op Gods alwetenheid, dat ik niet lieg.
Al die lasterende complotdenkers ergeren echter een kleine in Christus. Dat is voor mij niet zo erg, want dat hoort wezenlijk bij het kruisdragen achter de Heere Jesus aan, maar Christus zegt van dezulken: "Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee", Matth. 18:6.
hartelijke groeten,
GPPB.
|
|