GEEN HART VOOR GOD TE HARD
GEEN HART VOOR GOD TE HARD        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte B.,

Ik heb duizend zielevragen waarop ik geen antwoord weet en die ik u niet ga stellen, omdat ik daar niet de kracht voor heb. U zult zeggen: u moet bij de Heere zijn, dat is waar, maar ik kan Jezus niet vinden. Ik lees de Bijbel, maar mijn hart blijft hard en mijn bidden resulteert de laatste tijd in inwendige opstand, omdat het me gewoon niet lukt om antwoord te krijgen op mijn vragen. Ik ben een grote geestelijke knoop en zo leef ik al jaren. De prediking heeft geen vat op me, prekebandjes luisteren helpt niet. Adviezen van de wijkouderling gaan het ene oor in en het andere oor uit. Gods volk opzoeken? Ik weet niet wie zij zijn en waar ze wonen. Ik heb geen "tante lena" om mee te praten. Ik lees en herlees uw website, beluister uw preken, maar het maakt me alleen maar ongelukkiger, omdat ik er zeker van ben dat ik mis wat Gods volk bezit. Aannemen is mij onmogelijk, omdat ik niet weet welk belofte of waarheid ik mij zou mogen eigenen, behalve deze waarheid: 'de goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede'. Ik ben geestelijke zo ongevoelig, zo afstandelijk, zo verhard, dikwijls zo onverschillig dat ik schrik van mezelf. Ik ben met al mijn probeersels aan de grond gekomen en het is nog nacht. Duisternis, donkerheid, bitterheid zijn mijn metgezellen en soms denk ik dat ik de duivel ben in eigen persoon. Aanvallen van de duivel ken ik niet, ik zou ook niet weten waarom hij mij moet aanvallen, want ik heb alle kenmerken van een verworpene. Ik ken geen andere ontdekking dan de ontdekking een mens zonder ziel te zijn, dus een dier waar God geen weet van heeft. Heeft het nog wel zin om de Bijbel te lezen? Om te bidden? Om naar de kerk te gaan? Om godsdienstig te zijn? Mijn familie verklaart me voor gek, omdat mijn ogen de duisternis van mijn ziel weerspiegelen en vooral ook omdat ik mij soms heel negatief uitlaat over hun happy clappy godsdienst. Dan worden ze woedend. Ze hebben mij al naar een inrichting willen dirigeren, maar ik ben bij mijn volle verstand, alleen ben ik geestelijk diep ongelukkig. Laat ik u niet verder bezwaren, want het is nog veel erger dan ik het u vertel.

groet, NN.

----------------------

Geachte NN.,
Hartelijk bedankt voor uw bevindelijke preek, waarin u mijn hart verklaard heb. De duivel had het bijna gewonnen met zijn geschreeuw: "Anderen de weg wijzen en zelf verwerpelijk te zijn", ja, dan is het duisternis en donkerheid, Magor Missabib, schrik van rondom. Maar toen de duisternis tastbaar werd, brak plots het licht des hemels door: "Indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen."
O, geliefde NN. Wanhoop gerust aan uzelf, maar nooit aan Christus. Voor Christus bent u niet te hard, niet te koud, niet te onbekeerd, niet te onverschillig, niet te opstandig, niet te vijandig, niet te goddeloos, niet te ver weg, niet te verloren, niet te verduisterd, niet te dood. U valt God niet tegen, u valt Christus niet tegen, integendeel, Hij heeft op verharde zondaren zoals u en ik gerekend. God verwacht niets van een mens dan enkel vijandschap, enkel weerzin, enkel verkeerdheid. Christus zoekt geen vrienden, maar bittere vijanden, verloren zondaren, dode zondaren, verharde zondaren die zichzelf tot een last zijn en voor God een sta-in-de-weg. Daar is Hij dag en nacht mee bezig, om verworpenen in zichzelf als een vuurbrand uit het vuur te rukken. Dat is Zijn liefste werk, om verharde zondaren een vlezen hart te schenken en hen Zijn heil te doen zien.

Werp uw scharlaken zondekoord vannacht maar uit het raam, dan weet de Heere bij welk huis Hij stoppen moet en in welk huis Hij wezen moet. Hij komt te middernacht, als alle mensen slapen. Hij komt door gesloten deuren. Hij breekt de ijzeren grendelen van het hardste hart aan stukken. Hij zoekt verloren zielen op die door de kerk zijn opgegeven en nooit meer zalig kunnen worden. Hij zoekt het weggedrevene, die alleen het oordeel kunnen mijnen. Hij schenkt gevangenen in dodecellen de vrijheid; Hij opent blinden het gezicht en de armen verkondigt Hij het Evangelie van het aangename jaar des Heeren in de toepassing.

Geliefde erfwachter van de hel. Christus is de hel tot een hel geworden, om hellelingen tot hun Hemel te zijn. Christus is de dood tot een dood geworden, om de doden uit hun zondegraf op te wekken. Christus is de duivel tot een duivel geworden, om gevleesde duivels van de heerschappij des duivels te verlossen. Voelt u zich geen mens maar een beest? Geen nood, God onderhoudt mens en beest. Christus houdt het met grote beesten en dode honden, want Jezus, de Rechtvaardige, kent het leven van Zijn beesten. Hij is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. God is een God Die de goddeloze rechtvaardigt en vijanden met Zichzelf verzoent. God heeft de Herder geslagen, opdat Hij Zijn doorboorde handen tot de kleinen zou wenden. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen. Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Het heeft Gode behaagd Hem te verbrijzelen, opdat verharde zondaren zouden verbrijzeld worden door Zijn eeuwige liefde. Kom, verharde zondaar, zing eens met mij mee:

Lout're goedheid, liefdekoorden,
Waarheid zijn des HEEREN paan
Hun, die Zijn verbond en woorden,
Als hun schatten, gadeslaan,
Wil mij, Uwen Naam ter eer,
Al mijn euveldaan vergeven!
Ik heb tegen U, o HEER',
Zwaar en menigmaal misdreven.

Wie heeft lust den HEER' te vrezen,
't Allerhoogst en eeuwig goed?
God zal Zelf zijn Leidsman wezen,
Leren, hoe hij wand'len moet.
't Goed, dat nimmermeer vergaat,
Zal hij ongestoord verwerven,
En zijn Godgeheiligd zaad
Zal 't gezegend aard'rijk erven.


uw vriend in onze gezegende Heere Jezus,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl